Waar vandaan: Boek > De Belgen in Engeland 1940-1945 > Ter zee
De Belgen in Engeland 1940-1945
19,95 € - 218 pagina's |
<<< Vorige pagina |
Ter zee
Te jong voor de strijd?
Enkele Belgen die naar Groot-Brittannië trokken om te vechten, waren nauwelijks hun kinderjaren ontgroeid. Zo kwam de latere stafchef van de Belgische Luchtmacht, Marcel De Smet, in april 1943, daags na zijn achttiende verjaardag, bij de RAF terecht en werd gevechtspiloot. De jonge man had er toen al een carrière bij het verzet op zitten, bijna een half jaar Spaanse interneringskampen en een korte diensttijd bij de landmacht in Groot-Brittannië.
André Schlim (1926-1999), van 1980 tot 1985 stafchef van de Belgische Zeemacht, leidde zijn Britse ondervragers zelfs regelrecht om de tuin over zijn leeftijd. Als vijftienjarige was hij eind 1941 uit België gevlucht. Daarna zat hij onder andere zes maanden in een Frans werkkamp dat geleid werd door officieren van het Vreemdelingenlegioen. En na lange omzwervingen kwam hij in september 1942 in Groot-Brittannië aan. Hij kreeg een opleiding als radio-operator bij de Royal Navy en monsterde begin 1943 aan op de HMS Charybdis. Aan boord van deze lichte kruiser nam hij in oktober van dat jaar deel aan Operatie Tunnel, de jacht op de Duitse cargo Münsterland. Dit hypermoderne en snelle schip vervoerde grote hoeveelheden chroom, rubber en andere voor de Duitse oorlogsindustrie belangrijke goederen. Voor de Britse Admiraliteit was de interceptie of de vernietiging van de Münsterland van het allergrootste belang, een opdracht die werd toegewezen aan de Charybdis en de destroyer HMS Limbourne. Al vlug echter werden de twee Britse oorlogsbodems zelf achternagezeten door de escorteschepen van de Münsterland en op 23 oktober nabij Sept Isles voor de Bretoense kust tot zinken gebracht. Op de Limbourne kwamen ruim 40 van de 150 opvarenden om het leven. Van de 570 man tellende bemanning van de Charybdis overleefden er slechts 107 het gevecht. Onder hen ook de zeventienjarige Schlim.
Ironisch genoeg gaf deze voor de Royal Navy rampzalige dag Schlims militaire carrière een verrassende wending. Het was immers zijn grote droom om piloot te worden, en de ondergang van de Charybdis bood hem de kans daartoe. De Belgische legerleiding, dringend op zoek naar geoefende zeelui, had hem na 23 oktober uit het oog verloren, maar aan Britse zijde had de overlevende van de Charybdis blijkbaar enige goodwill gecreëerd. Zo begon Schlim eind 1943 zijn opleiding bij de Fleet Air Arm, de Britse marineluchtmacht. Een jaar later maakte hij deel uit van squadron 892 in Noord-Ierland, dat onder meer anti-U-bootmissies vloog. In april 1945 crashte hij met zijn gloednieuwe Amerikaanse Hellcatjager en belandde voor de rest van de oorlog in het hospitaal. Het was overigens niet de eerste keer dat hij zich zo in de kijker plaatste. Na de oorlog grapte viceadmiraal-vlieger Schlim over zijn verblijf in Groot-Brittannië:
‘Ik ben de enige geallieerde piloot aan wie Hitler het IJzeren Kruis wilde overhandigen. Ik maakte het de Duitse AA-verdediging bijzonder gemakkelijk; tijdens mijn opleiding vloog ik immers twee toestellen in de prak…’ (geciteerd in Vox, 25 augustus 1999).
|
<<< Vorige pagina... |