Deel via

Belg terecht tevreden over gezondheidszorg?

January 2016
De Belgen zijn – zoals uit verschillende opiniepeilingen blijkt – best tevreden over de gezondheidszorg in dit land. SenNet columnist Jan Schils stelt dat die tevredenheid niet helemaal terecht is, want de realiteit is niet altijd zo rooskleurig. De gezondheidszorg is zelfs van gemiddelde kwaliteit en de rekening voor de patiënt loopt vaak hoog op.

Kenniscentrum kritisch

Dat zegt het federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE), dat om de drie jaar een check-up van het Belgische gezondheidssysteem publiceert in samenwerking met het RIZIV (Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering) en het WIV (Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid). Het onlangs verschenen rapport van het KCE geeft een overzicht van de sterke en zwakke punten van het gezondheidssysteem gedurende de jaren 2008-2013 op basis van 106 indicatoren. Het rapport moet de beleidsmakers en de verantwoordelijken van het systeem helpen prioriteiten te stellen om het systeem performant te houden of zelfs te verbeteren. Verschillende Europese landen voeren dergelijke onderzoeken uit, waardoor de resultaten met elkaar vergeleken kunnen worden. Op die manier kunnen er doelstellingen bepaald worden om het niveau van de best scorende landen te evenaren.

Alarmbellen

Bijna 80% van de Belgen vindt dat ze een goede gezondheid hebbenOnze columnist Jan Schils is van oordeel dat de tevredenheid bij de bevolking voor de beleidsmakers en de politiek in het algemeen geen alibi mag zijn om te beknibbelen op de gezondheidszorg, behalve om komaf te maken met mistoestanden zoals totaal overbodige CT-scans, om een voorbeeld te noemen. Bovendien is die tevredenheid volgens het KCE kennelijk niet helemaal terecht, zoals ook uit het onderstaande zal blijken. Want hoewel bijna 80 procent van de bevolking vindt dat zij in goede gezondheid verkeert en de Belgische zorgkwaliteit zich op het Europese gemiddelde bevindt, is er toch wel het een en nader aan de hand, zoals dat ongetwijfeld ook in andere Europese landen het geval zal zijn. ‘Wanneer we de situatie en de cijfers van naderbij bekijken, is het beeld heel wat genuanceerder en gaan er zelfs 34 alarmbellen af’, zo constateert in dit verband het KCE-rapport.

Op de vraag waarom de performantie van het gezondheidssysteem wordt gemeten, merkt het rapport op dat de belangrijkste doelstelling erin bestaat om geregeld een geactualiseerd beeld van het volledige systeem te maken en de beleidsmakers te helpen prioriteiten te stellen. De onderzoekers namen 106 indicatoren op zes grote domeinen onder de loep: gezondheidspromotie, langetermijnzorg, geestelijke gezondheidszorg,  preventieve, curatieve, en palliatieve zorg. Elk domein werd op zijn beurt geëvalueerd aan de hand van een vijftal criteria: kwaliteit, toegankelijkheid, efficiëntie (de verhouding tussen doeltreffendheid en kosten), duurzaamheid en billijkheid. De resultaten zijn gebaseerd op gegevens uit de periode 2008-2013, wat volgens het KCE een normale periode is voor het gebruik van administratieve databanken. Op die manier kan men bijvoorbeeld nagaan of een bepaald beleid resultaten boekt of dat een situatie daarentegen verslechterd is sinds de meest recente maatregel werd ingevoerd.

Te veel uit eigen zak betalen/115/Inzicht/geld.jpg

Volgens het rapport kan het Belgische gezondheidssysteem als toegankelijk worden beschouwd dankzij de ziekteverzekering en de vangnetten van de sociale zekerheid voor de laagste inkomens (maximumfactuur, verhoogde terugbetaling van ziektekosten). Toch moeten de patiënten nog 18 procent van hun totale ziektekosten uit eigen zak betalen en dat is veel vergeleken met andere Europese landen.

De meeste resultaten op het vlak van de zorgkwaliteit liggen op het Europese gemiddelde. Toch is er ook sprake van een aantal misstanden. Zo blijven Belgische artsen te veel antibiotica voorschrijven. (Het gemiddelde gebruik ligt hier 2,5 maal zo hoog als in Nederland!)

In de woonzorgcentra en rust- en verzorgingstehuizen laten de resultaten te wensen over. Doorligwonden komen weliswaar relatief weinig voor, maar de bewoners krijgen moeilijk toegang tot artsen of specialisten (bijvoorbeeld tot een oogarts voor de opvolging van diabetes). Een groot aantal ouderen slikt dagelijks meer dan vijf geneesmiddelen en in veel gevallen kan men zich afvragen of dat wel nodig is …

Inzake toegankelijkheid en de zorgkwaliteit rond het levenseinde, doet men meer beroep op palliatieve zorg en komt therapeutische hardnekkigheid nog relatief weinig voor. Toch overlijden de meeste Belgen nog in het ziekenhuis, terwijl de meerderheid dit niet wenst, zo constateert het rapport.

De zorgcoördinatie voor kankerpatiënten en diabetici verbetert volgens het rapport wel. 

Preventie kan beter

/115/Inzicht/spuit.jpgOok de doelstellingen voor preventie (die op internationaal niveau worden vastgelegd) worden niet altijd bereikt. Zo ligt de vaccinatiedekking bij jongeren soms lager dan aanbevolen (bijvoorbeeld de rappelvaccinatie tegen mazelen). Ouderen worden zelfs minder gevaccineerd tegen griep dan gemiddeld in Europa. Ook de screening op borst- en baarmoederhalskanker is onvoldoende, zeggen de onderzoekers van het KCE.

Het rapport constateert verder dat de resultaten van gezondheidspromotie te wensen overlaten, want het aantal volwassenen met obesitas blijft onveranderd, er wordt nog steeds (te) veel gerookt, mensen bewegen nog altijd te weinig en bij jonge mannen is er nog altijd sprake van veel riskant alcoholgebruik (binge drinking). Bovendien zijn er op dit vlak nog veel socio-economische ongelijkheden, waardoor de bevolking gezondheidsboodschappen onvoldoende begrijpt (gezondheidsalfabetisme).

Alarmsignalen

Een aantal indicatoren van de geestelijke gezondheid en de psychiatrische zorg zijn volgens het rapport ronduit verontrustend. Zo zijn er nog altijd veel zelfmoorden (18,3 per 100.000 inwoners tegenover 10,6 in de ‘oude’ 15 EU-landen). Ook het aantal opnames in een psychiatrische instelling blijft stijgen en er worden steeds meer antidepressiva geslikt. In beide gevallen aanzienlijk boven het Europees gemiddelde. Daarbij komen nog de lange wachttijden voor een eerste contact met een centrum voor geestelijke gezondheidszorg, wat aantoont dat de toegankelijkheid tot deze diensten verbetering behoeft.

Huisartsen

Zijn er genoeg dokters en verpleegkundigen om de vergrijzende bevolking te helpen?De beschikbaarheid van huisartsen en verpleegkundigen doet volgens het rapport vragen rijzen. Zal het systeem kunnen voldoen aan de toekomstige zorgbehoeften van de vergrijzende bevolking? Het aandeel van nieuw gediplomeerde huisartsen tegenover het totale aantal medische specialiteiten bereikt niet de quota van de desbetreffende Planningscommissie, ook al is de situatie de laatste jaren verbeterd. Hoewel ook het aantal gediplomeerde verpleegkundigen de laatste jaren is gestegen, zijn er minder verpleegkundigen per patiënt dan in het buitenland en worden er nog steeds vele vacatures voor verpleegkundigen niet ingevuld.

Efficiënter, maar kan beter

Op budgettair gebied verbetert de efficiëntie van het systeem. Dat blijkt uit een hoger gebruik van goedkopere en generische geneesmiddelen, een lager aantal klassieke ziekenhuisopnames (minstens een nacht) ten voordele van dagoperaties en kortere verblijven na een normale bevalling. Toch gebeuren bepaalde soorten onderzoek nog te veel, wordt bepaald materiaal nog te vaak gebruikt (bv. radiologie) en zijn er nog te grote verschillen tussen ziekenhuizen voor bepaalde interventies (bv. keizersneden).

De totale kosten van de Belgische gezondheidszorg (40 miljard euro) zijn goed voor 10,2 procent van het BPP (Bruto Binnenlands Product). Dat is iets hoger dan het Europese gemiddelde. In 2012 en 2013 bleven de uitgaven ongewijzigd tegenover 2011.

Auteur: Jan Schils

0 reacties

Login Registreer

Jan Schils

Columnist
Columnist
Column Jan Schils
Week- en dagbladjournalist Jan Schils bericht en duidt al 30 jaar de Europese en Belgische economie en financiën. Onder meer voor transport, energie en milieu.

Meer artikels van Jan Schils

Recente Artikels

Gerelateerde Artikels