Deel via

Een droom spat aan diggelen

February 2016
Na bijna dertig jaar huwelijk gaat Willem van Ringelensteijn (56) op zichzelf wonen. Met zijn echtgenote heeft hij besloten tot een ?time-out?. Hun kinderen stemden hiermee in. Speciaal voor SenNet Magazine schrijft hij een column over hoe hij dit proces beleeft en ervaart, tot op het bot, tot aan de einddatum van hun ?akkoord?: een jaar na dato? Lees hier het tiende deel van zijn pakkende verhaal.

/120/Rene/luggage-960030_1280.jpgZe raakte er niet over uitgepraat, de voorbije dagen. De oprechtheid die uit haar sprak, trof me. Vorige week hebben we dan het ultieme appartement gevonden, in de ‘Rione Trevi’. Daarmee begon het aftellen pas echt. Wat eerst zelfs geen plek had in de tijd, laat staan in onze toekomst, werd een kwestie van dagen, is er nu zelfs één van uren. We staan op het punt te vertrekken, gepakt en gezakt. We gaan het ons eens goed laten smaken, ginder, zo hebben we onszelf beloofd. Ik had me voorgenomen om vooral te niet te gaan jakkeren, geen overladen programma na te jagen. Rome mag dan niet in een dag gebouwd zijn, het kost waarschijnlijk meer dan die paar etmalen die wij er zullen doorbrengen om ook maar een fractie van de grootsteedse eigenheid te leren kennen. En als er toch te veel is om te zien, te doen, waarom dan niet rustig de tijd te nemen om te genieten van elk moment, wat elk quasi-onbenullig ogenblik ook moge brengen? Maar vooral wilde ik me weer eens amuseren met die eigenaardigheden die haar zo eigen zijn, ofschoon sommige van haar wirwarrigheden me mateloos konden en nog kunnen ergeren. Wat ervan zij, de lieve vrede, de goede zaak is me wat waard. Inshallah!

Verandering heeft me altijd begeesterd, met name de spanning van de reis door het onzekere naar het ongewisse, maar dit keer voelt het andersVerandering heeft me altijd begeesterd, met name de spanning van de reis door het onzekere naar het ongewisse, met frisse moed en blakend van strijdlust, als van een bevliegenzwamde berserker. Dit keer voelt het echter anders. Komt dat vanwege de inhaalslag die we willen maken? Dat drukt op een mens, benauwt. Verandert, corrumpeert hem misschien? Disneyficeert, daarmee, het proces van zo’n time-out? Maar misschien focus ik te veel op concrete uitkomsten. Een vooruitzicht mét haar denk ik intussen –weliswaar voor een nog onbestemd percentage- in te kunnen vullen. De andere optie, zónder haar, nauwelijks. Als er al iets tussen die twee in moet liggen, wil ik zelfs niet gissen naar wat dat moet zijn. Water en vuur verdragen elkaar als kool-geit-wolf, en polderen is nooit mijn sterkste kant geweest. Van haar evenmin, overigens. Ook daarin vonden we elkaar, niet zelden elkaar lijnrecht tegenover elkander.

/120/Rene/bloem.jpgDe laatste weken overkwam me iets van opluchting. Een gevoel van bevrijding? Het besef iets teruggewonnen te hebben van mezelf, op mezelf? Ontkennen heeft geen zin: ik mis de levendigheid van het gezinsleven, de vertrouwde entourage waarin de kinderen opgroeiden en wij ons bedrijf uit de grond stampten, mijn dieren, mijn tuin, maar bij vlagen. Mijn nieuwe omgeving heb ik leren appreciëren om hoe die is, en wat die biedt. Dat het uitzicht zou blijven fascineren, wist ik vanaf de eerste bezichtiging. Vrijwel al wat ik meeverhuisde (veel was dat nu niet, en vooral niets overbodigs) heeft zijn plek gekregen. Een enkel stuk werd daartoe dankbaar aan de vergetelheid ontrukt of voor recyclage behoed. Het dagelijks ritme is plezieriger dan ik een maand of wat geleden had kunnen denken. In zo’n eenpersoonshuishouden is alles sowieso minder tijdrovend en minder belastend, psychisch dan, afgezien van de kosten. Het ‘ieder zijn verantwoordelijkheden’ wordt (hier wel!) onberispelijk ingevuld; wie zooit, die ruimt. Zelfs zet ik weer bloemen; het paradijs is tenslotte waar je het creëert. En dan vraag ik me wel eens af waar al die verwijten toch ooit over gingen? Ik ben hier, nu, immers meer dan ooit heer en meester over ‘mijn dingen’? Ik heb ruimte, dé ruimte voor mijzelf, in ieder opzicht, en in alle dimensies. De kat naast de melk? Als ik me er echt toe zou bewegen, me over mijn loyaliteit aan haar zakelijke beslommeringen heen zou zetten, kon ik bergen verzetten, heuvels om mee te beginnen. Maar het wil er slecht van komen. Zit het gevoel dan toch diep, dieper dan ik durf toe te geven? Of heeft de hersenspoeling te lang geduurd? Mijn internering? ‘Helaba, gast, goch t zouen bitje?!

Onlangs had een goede vriend van me, drie huwelijken en een veelvoud aan scharrels tussendoor en erna verder, naar eigen zeggen een paar maanden achtereen ‘weer eens stevig rondgeneukt’. Wijzer was hij er niet van geworden. Lichter wel, grapte hij, minstens een twee gram per keer. Nadien kwam, als altijd, en steeds opnieuw, de miserie, de nasleep: onbeantwoorde telefoontjes, genegeerde e-mails, geen reactie op sms’en, uitstel van afspraken, ongewenste, onaangekondigde bezoeken; kortom: kommer en kwel. Hoe herkenbaar. Bonjour tristesse! Niets voor mij, zelfs niet als sport of als tijdverdrijf. Ik heb mijn portie gehad, ruim, maar wel vóór ons trouwen. Dat houd ik graag zo. Verdraag ik. Voorlopig? Liever laat ik, als het moet, onthouding mijn scrotum verschrompelen, mijn zaad verpoeieren, dan me –omwille van misplaatst machismo- alweer in een onvoorstelbare beerput van voorspelbare ellende te storten. Ik heb het allemaal gezien, was daar al eerder, vaker, te vaak. Zo werden we, toen we pas in onze gemeente waren komen wonen, nog ongezouten geprospecteerd om het vers vlees en bloed dat we waren, als de eerste asperges van het seizoen, Beaujolais Primeur, Hollandse Nieuwe. Degoutant, die hypocrisie, en de huichelarij erachter. Eerst deed ik het nog af als compliment, die aandacht, en bedankte er beleefd voor. Niet lang. Er huist geen diplomaat in mij. Wel bezit ik de gave om, ad hoc en ad rem, perfect duidelijk maken wat ik op mijn hart heb. Ook, om die paar woorden zodanig te communiceren –non-verbaal- dat zelfs de meest weerbarstige weerwoorder zwijgt. Dat heet weerbaarheid, om reden van zelfbehoud. Het werd ooit beschreven als een kunst, een nobele, om vooral geen vrienden of, in mijn geval, vriendinnen te maken. Toen het nieuws van mijn uithuizigheid ‘deze en gene’ bereikte, beleefde diezelfde tartufferie een onwelkome opleving. Mea vulva, maxima vulva …

Vrouwen zullen er altijd in slagen om een man last te bezorgen, zelfs als ze niet beseffen wat ze aanrichtenHet is een feit. Vrouwen zullen er altijd in slagen om een man last te bezorgen, zelfs als ze niet beseffen wat ze aanrichten, of voor mogelijk kunnen houden aan welk een gevoel van onbehagen ze debet zijn. Zolang de zon schijnt, is het warm. Maar als één van twee zich naar de voorgrond dringt? Een schaduw over de ander wil werpen? Zoals Venus voor Mars kan gaan staan? Het is geen toeval, overigens, dat het omgekeerde fenomeen zich –astrologisch gezien- nooit ofte nimmer voordoet. Waarvan acte.

/120/Rene/coffee-787927_960_720.jpgDe rit naar de luchthaven voelt als het eerste schoolreisje. Weg van huis, op weg naar ergens, niet precies wetend waarheen, vol kinderlijk blije verwachting. We parkeren de auto, lopen naar het luchthavencomplex, ontvangen een klantvriendelijke glimlach bij de incheckbalie, passeren de veiligheidscontrole zonder mankeren, en trakteren ons op een cappuccino met croissants aan juweliersprijzen. Dan, bij de laatste controle aan de gate, ontspint zich, in het gedrang in de queue, een discussie. Ik hoor de gemoederen oplopen, zie de bron van het rumoer, en voel me vederlicht worden, zweef weg in een poging mijn verbazing te ontstijgen. Tegelijkertijd probeer ik mijn ergernis en misnoegen te verdoezelen voor de buitenwereld. Ik zwijg, naar haar en naar die Frau Untersturmführerin met dat obese welvaartslijf in rommeluniform. Helaas, het beest in mij, een monster van formaat, is gewekt. Ik voel de adrenaline. Spieren spannen zich. Krijg een waas voor ogen. Zal ik die vadsige vleesklont eens binnenstebuiten trekken, schiet het door me heen, tergend langzaam, totdat ze … ? Dan, juist voordat het bloedovergoten beeld van in het rond spattende ingewanden op mijn netvlies werkelijkheid dreigt te worden, bedenk ik me dat iedere confrontatie met zo’n monotaskende marionet zinloos is. Allé, het zal toch goddomme niet waar zijn? Jawel; het reisdocument dat ze bij zich heeft, wordt –hoe arbitrair!- niet geaccepteerd. Ze wordt geweigerd op de vlucht, glashard. Punt uit. Zij mag niet mee. Ik wel. Dus?

Wat te doen? Als ons deze trip al niet gegund is, niet samen? Maar … komen mensen met een band zoals wij hebben elkaar niet altijd wel weer tegen, waar ook? Al is het in Rome? Ik kijk haar aan, verslagen, zij mij, ziedend, radeloos, ontredderd.

Auteur: Willem van Ringelensteijn

2 reacties

boa
Ik hoop dat het verder goed met je gaat. Wat een warrig verhaal. Zal wel schrijversjargon zijn.Hoe belangrijk ,snobistisch en intellectueel kan iemand zich voordoen?Misschien dat het verkeerde lichaamsdeel verschrompeld en verpoederd is.Je hebt toch wel een ticket (enkele reis) naar Verwegghisthan genomen?
1/03/16 00:31 REAGEER
Monique1
Ik ben nog altijd een fan van het levensverhaal van de auteur
Goed geschreven
En zeker geen ticket enkele reis nemen
Talent moeten we hier houden
1/03/16 21:58 REAGEER

Login Registreer

Willem van Ringelensteijn

Columnist
Columnist
De auteur is werkzaam als communicatie-adviseur en copywriter. Daarnaast schrijft hij reportages, columns, biografieën, jubileumuitgaven, boeken, etc., al dan niet in eigen beheer gepubliceerd of uitgegeven.

Meer artikels van Willem van Ringelensteijn

Recente Artikels

Gerelateerde Artikels