Deel via

De tijdspanne is die van een goudvis

June 2016
Na bijna dertig jaar huwelijk gaat Willem van Ringelensteijn (56) op zichzelf wonen. Met zijn echtgenote heeft hij besloten tot een 'time-out'. Hun kinderen stemden hiermee in. Speciaal voor SenNet Magazine schrijft hij een column over hoe hij dit proces beleeft en ervaart, tot op het bot, tot aan de einddatum van hun akkoord: een jaar na dato? Lees hier het achttiende deel van zijn pakkende verhaal.

Wordt geduld beloond? Bijna zes maanden onthouding had ik doorstaan, maar wat een festijn moest worden, begon even onfortuinlijk als ontmoedigend. Halverwege de rit meldde zich alweer de storing in het elektronisch brein dat gratis was gekomen met die oogstrelende, sexy ‘looks’. Zou ik de missie beter afbreken? Terugkeren? Om vervolgens thuis, ergens, waar ook te gaan zitten jeremiëren over gemiste kansen? Of zou ik het lot tarten, tergen? Dit was toch de dag waarop de dingen hun beloop mochten hebben? Door, dus, doorzetten, stug doortrappen. ‘Pauvre con!’ Al voor Luik liet de automatische beperking van het motorvermogen zich voelen. Terug naar de vierde, soms derde versnelling om die Ardeense cols te overwinnen. Onderwijl spurtten alleen de camions niet aan mij voorbij. Dan het laatste stuk, bergaf. Het onvermijdelijke ‘vanavond bergopwaarts’ drukte ik weg uit mijn gedachten. Nog een paar kilometer. Parkeren. Eerst kijken, vanaf de brug, inspecteren, met sigaret. Meer slikken dan hoesten. Het water stond Olympisch hoog. Zag er levenloos uit, als matglas. Vijandig; bars en bokkig. Bleek, even later, nog ijzig koud. De geschiedenis herhaalde zich; hoeveel Ouvertures had ik intussen, zo, met dergelijke miserabele condities, al meegemaakt? Hoeveel jaargangen had ik zelfs niet aan het water gestaan? En hoe vaak was dat er-niet-bij-zijn mijn keuze geweest? Meest niet. Dan had ik ‘andermans’ andersluidende voorkeuren voor besteding van juist die dag laten primeren, prevaleren, gepredikt als die waren, verordonneerd, tot inhamerens toe. Moeten laten. Noodzakelijkerwijze. Een dubbel gevoel overviel me, meer van verlorenheid dan van de verslagenheid en gelatenheid destijds. Wat kwam ik hier eigenlijk doen? Anders dan de tijd verdrijven zou het niet worden? Bah; het klonk als de roest van berusting.

Ik denk na, dus ik ben. Maar ben ik mezelf nog wel? Vroeger dacht ik de ultieme heremiet te kunnen zijn. Nu, na al die maanden, niet meer, althans minder. Misschien hoort zo’n exclusie-ervaring bij een rijpingsproces, of versnelt die dat? Mijn moeder zou verheugd zijn dat ik wellicht eindelijk de prepeuterpuberteitsfase ontgroeid was. Mijn vader was het alles een vette worst geweest. Hij was net als ik ben, zo niet erger, maar toch meer verkapt, meer verdoken. Als ik de familieverhalen mag geloven, was zijn vader een enfant terrible pur sang. Voor diens jongere broer, die ik iets langer heb gekend, is zelfs nog geen classificatie bedacht. Of het moest, eufemistisch, un être zijn. Veel verder gaat mijn karakterkennis van de familie niet terug, althans niet van vaders kant. Van die van mijn moeder weet ik te weinig; ze stierven allen voor mijn tijd en zij sprak niet vaak over hen. Ik heb veel van haar, werd en wordt nog gezegd. Milder werd ze niet, met het klimmen der jaren. Pa wel, iets toch. Ook ik ben veranderd, merk ik, en verander nog; wil, dus kan dat. Getemd? Nee, niet gebroken. Misschien gewoon wat reëler? Een vlucht vooruit zal het zijn; met Arcadië als bestemming? Alleen de dood is zeker. De mijne ook?

Ons gezinsuniversum was en is een perpetuum mobile, vol van een wispelturige dynamiek

Mijn metabolisme gist nóg na van eergisteren. Veel gegeten, vooral te veel vlees, zoals telkens met gourmetten. Haar uitnodiging had me nogal verrast, maar was graag geaccepteerd. Het was al van Kerstmis geleden dat we met de hele clan aan tafel hadden gezeten. Er was nog een reden, zo bleek. Vrijdag moest zondag vervangen. Dan zouden haar ouders alweer langskomen om wat lauwwarme hangijzers en tout petit comité te bespreken. Nood breekt wet. Het amusement was daar, maar toen de op handen skivakantie ter sprake kwam, kantelde het gesprek. Zoon twee kondigde plotseling aan niet van de partij te zullen zijn, maar met zijn vriendin en haar familie een week naar een zoneiland te vertrekken. Gezelligheid bleek ineens wél zijn tijd te kennen. Iedereen mengde zich in een gesprek waar niemand toe uitgenodigd was. Gemoederen liepen op, discussies verhitten, om te ontaarden in een ratatouille van losse eindjes met korte lontjes. Ad libitum. Op een gegeven moment dreigde zij in een heftige twist verzeild te geraken met onze oudste. Toen liep mijn emotionele emmer over. Met het (al dan niet legitiem) excuus om de volgende morgen op tijd aan het water te willen staan, fris en monter, verdween ik als een prot in de wind. Eenmaal buiten hoorde ik hen nog. Pijn deed het, zo een afscheid; verdriet, droefenis, hartzeer, smart; leed ook. Ze heeft dit soort confrontaties regelmatig, zij met elk van de kinderen, om beurten, af en aan. Ik niet. Niet. Ik leen me zelden nog om de stront op te vangen of weg te vegen. Het verbaast. Verborgen in het onderbewustzijn, zo mijmer ik, leeft een onbestemd verlangen naar conflicten, dat verder durft te gaan dan het was sich liebt, das neckt sich, om aldus telkens een nieuwe, veranderlijke, onstandvastige, vlinderachtige toekomst te baren. Ons gezinsuniversum was en is een perpetuum mobile, vol van een wispelturige dynamiek. Ik hobbel graag mee op de golven, voor zo lang het mij gegeven is, maar soms liever even niet.

Het is om verknipt van te worden. We zitten in dezelfde time-out, maar het kan gewoon niet anders dan dat ik die zo mateloos veel meer als zodanig beleef. Heviger, intenser, want alleen. Geëxterneerd, buitengesloten van veel dat ik liefheb, koester; diep. Plus, ik mag onze adempauze in alle rust (…) nog eens overdenken om al dat gepauzeer in woorden te vatten. Ik kan het mooi verhalen, soms, wanneer ik mezelf hoor praten als het er toch over moet gaan. Dan ben ik wel eens verrast. Maar als ik het moet opschrijven, vraag ik me af of ik niet beter verteller was geworden dan scribent. Zou er dan iemand naar willen horen, luisteren? Aan de andere kant, en wat meer is, monologen hebben zo hun voordelen. Mijn ei, mijn kip. En de haan in het verhaal? ‘C’est moi!’ zei de zot.

Ik mag onze adempauze in alle rust (…) nog eens overdenken om al dat gepauzeer in woorden te vatten

Ik heb er een nieuwe opdrachtgever bij, overgehouden aan een marathonseminar waar zij me op trakteerde omdat ze zelf verhinderd zei te zijn, of was. Blond, blauwe ogen, en ze rijdt in een Aston Martin cabriolet. Elk cadeau is een beetje giftig?

Even ontspannen, gelijk die leeuwen. Op het heetst van de dag ligt een morsige troep voor apegapen in de savanne. Welpen, verschillende leeftijdsklassen door elkaar, wriemelen zich op en over de lome ouders. Spelen speels met hun staarten en oren. Dagen ze uit. Irriteren soms. Lang gaat het goed. Totdat één van hen, een adolescent, een onzichtbare grens overschrijdt. Dan krijgt die me toch, zonder waarschuwing, een oplawaai … Meters rolt hij door. Om vervolgens achternagezeten te worden, door één van de leeuwinnen. ‘Liefdevol’ wordt hij verjaagd uit de groep. Tijd om zijn eigen plan te trekken. Gedaan met zijn edelsteentje-in-de-watten-status. De natuur op zijn natuurlijkst. Ik kan een glimlach niet onderdrukken. De parallel is een parel.

Dan belt mijn stamhouder aan. Eerst een paar Duvels op mijn balkon, om vervolgens elders te gaan eten, pizza, niet ver van hier. Hij had ervoor bedankt om met haar en haar ouders te zijn, zeker na de aanvaring eergisteren. Ergens tussen vaarwel en nergens leefde hij, al langer. Met het hart op de tong brandt hij los, maar dat blijft het best (het is nooit geweten wie meeleest) onder ons. Over de moeder. Zijn broertje. Zusje. Relaties. Leven onder één dak. Vertrouwen. Rekening houden met en kunnen rekenen op. Over verantwoordelijkheden. Zelfs in enkelvoud, enkelvoudig, en het simpelste dat dikwijls te veel gevraagd is. Hij wist wat hem te doen stond, en hoe hij dat gaat aanpakken. Resoluut en rigoureus. Zegt zich niet te laten hinderen of frustreren, door niemand. Niet. Pijnlijk? Van korte duur, waarschijnlijk, en dan is het gedaan. Fini. Voorbeelden te over. Hij noemt er een paar. Ook mijn ‘geval’. Beschrijft in zijn woorden de manier waarop hij zag hoe ik behandeld werd, thuis. Raak. Nu is hij krabpaal en vangt, sinds ik weg ben, de klappen op. En de skitrip dan? Volgende week vertrekken we? Hij fronst, begrijpt mijn vraag niet. Al jaren gaat hij toch puur mee voor het skiën? Hoopt op een paar leuke mensen, kinderen van onze vrienden. Zo niet, ook dan zal hij zijn weg wel vinden, zoals altijd. Moet ik ook weer meer gaan doen, veel meer, vindt hij, want ik ben het waard.

Auteur: Willem van Ringelensteijn

3 reacties

Gie
Time out? Eigenlijk een "duw-weg-en-haal-terug" verhaal dus. Neen, dat was nooit aan mij besteed. Het doet me (gegeven het moment) wat denken aan een Brexit en Remain verhaal. En dan "onthouding"? Die kwelling zou ik me nooit opleggen. Ik heb nooit getreurd om het einde van een relatie. Meestal was het een doodbloedend einde, uitgekeken op elkaar, alles wordt voorspelbaar. Vooral op seksueel vlak is er geen verrassing meer, elk orgasme is een herhaling van een gekend ritueel waarbij elke beweging als de zoveelste "repeat" wordt ervaren. Zelfs geuren zijn gekend en worden saai. Neen, "out-is-out" en er staan duizenden nieuwe ervaringen te wachten. Opnieuw op ontdekking, een ander lichaam, nieuwe geuren, kronkelingen, smaken, reacties, koesteringen, ideeën, verwondering ...
Ik ben niet het type dat zich verankert in een stereotiep leven en vaste rituelen: dagelijks dit, wekelijks dat en jaarlijks telkens een kopie van de vorige vakantie. Je gaat toch ook niet steeds opnieuw naar dezelfde film kijken. Een nieuwe vriendin is dus meestal een verrijking maar geen levensplanning. Meestal is het wel leuk om een vroegere vriendin nog eens te ontmoeten en er oude rituelen even mee op te frissen. Een vleugje nostalgie mag. Nog eens bladeren in een leuk boek. Verrijkend is dat.
Zo'n "time-out" zou voor mij wel de perfecte strategie kunnen zijn om een te lang durende relatie elegant te beëindigen en om nieuwe jachtgebieden te betreden.
21/06/16 08:11 REAGEER
AuteurWvR
Als fragmenten een eigen leven gaan leiden? De "bijna zes maanden onthouding" betreft het niet kunnen/mogen vissen vanwege het gesloten seizoen...
23/06/16 10:08 REAGEER
Monique1
Gie,nieuwe jachtgebieden te betreden ????????ik hoop zo nooit een jager tegen te komen
Gelukkig zijn er nog vele leuke,lieve mannen
21/06/16 12:12 REAGEER

Login Registreer

Willem van Ringelensteijn

Columnist
Columnist
De auteur is werkzaam als communicatie-adviseur en copywriter. Daarnaast schrijft hij reportages, columns, biografieën, jubileumuitgaven, boeken, etc., al dan niet in eigen beheer gepubliceerd of uitgegeven.

Meer artikels van Willem van Ringelensteijn

Recente Artikels

Gerelateerde Artikels