Tip 1: Tref je voorbereidingen

Als je met de videocamera op reis gaat, is het verstandig om je goed voor te bereiden. Informeer je op voorhand over de plaats waar je naar toe trekt.

Maak vooraf een soort draaiboek met wat je wilt bezoeken en filmen. Voorzie je ter plaatse van folders, kaarten en/of brochures van zaken die je filmt. Noteer ook wat je hebt opgenomen. Achteraf bij de montage komen al die zaken van pas.

Tip 2: Bepaal een stijl en bekijk alle kanten

Hou voor ogen welke filmstijl je wilt verwezenlijken. Ga je een toeristisch verslag maken, een avontuurlijke trektocht in beeld brengen of wil je de fauna en flora laten schitteren?

Kijk eens naar reportages op televisie. Hoe doen zij het?

Probeer ook niet alles in één keer te filmen. Als je een treinritje maakt, kan je de omgeving filmen vanuit de trein. Nadien kan je proberen dezelfde route per auto of fiets af te leggen. Dan kan je bepaalde zaken vanuit een andere hoek filmen, en misschien ook het bewuste treintje onderweg. Als je die beelden in de montage combineert vormen ze een heel aangenaam geheel.

Tip 3: Volg de regeltjes op jouw manier

Neem tijdens het filmen geen risico's. In veel landen gelden bepaalde regels voor het filmen. Zo is het filmen van militaire domeinen meestal verboden. Ook luchthavens, stations, openbare gebouwen en musea hebben hun regels. Bij twijfel vraag je best toestemming.

Je vraag inkleden en een praatje maken met bijvoorbeeld een bewaker kan soms wonderen verrichten. Als je geluk hebt, resulteert je vraag in een rondleiding die je op plaatsen brengt waar je anders nooit zou geraken om te filmen.

Tip 4: Richt de lens op kinderen

Kinderen zijn een heel dankbaar onderwerp om te filmen. Waarschijnlijk komt dit door hun spontaniteit. Hou de camera dan ook bij de hand als er kinderen in de buurt zijn want ze halen de gekste stunten uit!

Probeer de wereld ook eens te bekijken vanuit hun perspectief. Dat levert soms heel verrassende beelden op die onze montage aan waarde doet winnen.

Tip 5: Verplaats je in de kijker

Filmen is kijken door de ogen van je publiek. Stel je regelmatig in de plaats van de kijker. Zal hij het allemaal nog kunnen volgen of begrijpen? Haal je steeds de uiteindelijke montage voor de geest en probeer een verhaallijn te creëren.

Ellenlange beelden van een ondergaande zon bijvoorbeeld zijn erg storend als je geen duidelijk verhaal brengt. Wees een beetje creatief om de film boeiender te maken. Sta bijvoorbeeld eens vroeg op om de opkomende zon of de ontwakende natuur te filmen. Breng de familie in beeld die met het ontbijt begint voor ze op uitstap gaat. Bij een lange wandeltocht kan je de camera richten op een familielid met pijnlijke voeten. Of laat eens een stukje commentaar horen voor of na een lange fietstocht. Al deze zaken brengen sfeer in je film.

Tip 6. Gebruik filters

Filters verhogen de beeldkwaliteit. Schaf een grijsfilter aan. Deze kan helpen als je in teveel licht moet filmen. Bijvoorbeeld op een zonovergoten dag of in het zuiden. De kleuren worden er ook levendiger van.

Wanneer je veel aan zee en bij waterpartijen filmt komt een polarisatiefilter goed van pas.

Beide filters zorgen voor betere opnames en beschermen je lens tegen stof en krassen.

Tip 7: Verdeel je film in scènes

Een film moet een duidelijk begin, midden en einde hebben. Als je aandachtig naar een bioscoopfilm kijkt, merk je dat elke film is opgebouwd uit scènes.

Probeer shots te nemen van de mensen die jou vergezellen zodat van in het begin van de film duidelijk wordt wie er allemaal bij hoort. Vergeet ook niet te filmen hoe je op de plaats van bestemming bent gekomen. Een film afsluiten met te tonen hoe vermoeiend de terugreis was is een waardige afsluiter.

Tip 8: Zet je camera op poten

Ons stokpaardje: het statief. Deze driepoter zorgt ervoor dat ons beeld stabiel blijft.

Hou in het achterhoofd dat elke camerabeweging een doel heeft. Inzoomen doen we meestal om onze aandacht op iets te richten. Bij het uitzoomen nemen we dan weer afstand van bepaalde zaken.

Het draaien van links naar rechts of omgekeerd toont ons waar we ons bevinden. Een tilt van boven naar onder (of omgekeerd) laat ons zaken zien die anders buiten beeld vallen.

Vermijd in ieder geval de camera alle richtingen uit te zwaaien, daar word je als kijker alleen maar zeeziek van.

Tip 9: Praktische tips

Bij regen of op vochtige plaatsen kunnen we onze camcorder beschermen door hem in vershoudfolie te wikkelen. Zorg er wel voor dat de lens vrij blijft.

Als je in tegenlicht filmt, kan het nuttig zijn om als cameraman of -vrouw een wit T-shirt te dragen. Dat zorgt bij close-ups van personen of voorwerpen voor reflectie waardoor het onderwerp in beeld beter wordt uitgelicht.

Gekreukt aluminiumfolie heeft dezelfde eigenschap. Bij tegenlicht werkt het als een reflectiescherm dat zorgt voor een betere lichtspreiding. Vraag desnoods hulp aan iemand om met gekreukt aluminiumfolie het zonlicht te laten weerkaatsen op het te filmen voorwerp of de persoon die je wilt filmen.

Tip 10. Monteren: 'Kill your darlings'

Tenslotte gaan we de beelden monteren tot een film. Monteren is knippen. Ellenlange scènes zijn saai. Alles wat vragen oproept, moet aan de hand van filmbeelden antwoorden bieden. Denk niet te rechtlijnig want de toeschouwer heeft er toch geen besef van hoe de vakantie verlopen is. Let ook op met overgangen. Die kunnen het tempo van de film vertragen. Plaatsen en personen kunnen door middel van titels benoemd worden.

Vermijd ten slotte te bekende muziekstukjes in je film. De kijker heeft bij het horen van de muziek immers verwachtingen en associeert overbekende melodieën met andere zaken.

Voor meer tips and tricks in verband met filmen en monteren, voor opleiding en begeleiding, advies of gewoon om de leuke filmpjes te bekijken, kan je terecht bij de mailgroep filmen.
Je kan jezelf inschrijven op de SeniorenNet mailgroep filmen via het menu door te klikken op "Mailgroepen" in het menu en vervolgens "Filmen", of surf rechtstreeks naar deze pagina.
Via mailgroepfilmen@seniorennet.be kan je de mailgroep ook e-mailen.