Geld drukken om de economie aan te zwengelen
De Europese Centrale Bank (ECB) is sinds midden maart van dit jaar begonnen met 60 miljard euro per maand in de Europese muntzone te pompen. Heel wat burgers vragen zich af of dit zomaar kan. Ze stellen zich de vraag of het niet mogelijk zou zijn om op de bankrekening van elke Europeaan pakweg 150 euro per maand te storten. Dit gebeurt niet en dus rijst de vraag waar dat gecreëerde geld naartoe gaat. Aan de ene kant moeten overheden (en dus ook de burgers) besparen, maar aan de andere kant lijkt men geld zomaar te kunnen bijdrukken … Of is het zoiets als ‘schijn bedriegt’?
Waarom doet de ECB zoiets?
Sinds de economische crisis zit de Europese economie in het slop. Door de aanhoudend dalende consumptie en investeringen blijft groei achterwegeSinds de financieel-economische crisis van 2008 zit de Europese economie in minder goede papieren: de groei wil niet aantrekken, doordat consumptie en investeringen achterwege blijven. Het gevolg hiervan is dat de loonontwikkeling en de prijzen relatief laag blijven of zelfs dalen. De inflatie blijft zeer laag en dreigt zelfs negatief te worden (deflatie). Dalende prijzen betekenen minder omzet, dus minder winst, voor ondernemingen, waardoor aanwervingen en investeringen uitblijven. Het gevolg is dat Europa met toenemende werkloosheid, vooral onder de jongeren, heeft af te rekenen.
Indien onze Europese overheden in de hoogconjunctuur hadden gespaard, wat helaas niet is gebeurd, zouden ze nu de economie kunnen aanzwengelen door meer te lenen op de geld- en kapitaalmarkt.
Limiet bereikt
Helaas zitten de Europese lidstaten nu al met schulden opgezadeld, die gemiddeld rond de 100% van het bbp draaien. Sommigen zeggen: waarom nu besparen? Laat de schulden van de overheid maar verder oplopen, tot de economische crisis voorbij is.
Zowel de VS als Japan hebben dit geprobeerd. Japan bijvoorbeeld heeft zijn overheidsschuld jarenlang laten oplopen, tot 200% van het bbp. Helaas is de groei daardoor hoogstens gestabiliseerd, maar niet toegenomen. Verder zijn de prijzen in Japan blijven dalen, waardoor Japan al een aantal jaar met deflatie af te rekenen heeft.
Aan de ene kant moet de overheid en dus de burgers besparen, maar aan de andere kant kan er blijkbaar zomaar geld bijgedrukt wordenOok in de VS heeft men de overheidsschuld laten oplopen tot de toegelaten limiet. In de VS is de hoogte van de federale overheidsschuld immers grondwettelijk verankerd. Telkens als die limiet werd bereikt, leidde dit tot een ingrijpen in het congres om de limieten op te trekken. Maar telkens bleven de verwachte resultaten uit. Daarom hebben zowel de VS als Japan er op een bepaald moment voor gekozen om de centrale bank geld te laten bijdrukken. Europa volgt nu deze voorbeelden …
Hoe zit geldcreatie in mekaar?
Er bestaan grosso modo twee vormen van geldcreatie: de girale geldcreatie, door de commerciële banken, die kredieten toestaan aan burgers en bedrijven, en de geldcreatie door de centrale banken. We laten de eerste vorm van geldcreatie even verder onbesproken, maar concentreren ons op de tweede vorm, met name de geldcreatie door de centrale banken.
Sinds de invoering van de euro werd de uitgifte van geld in euro’s toevertrouwd aan de ECB. De nationale centrale banken, bij ons de Nationale Bank van België (NBB), krijgt van die geldmassa een bepaald deel toegewezen op grond van een aantal parameters, waaronder de grootte van het bbp in elke Europese lidstaat.
Is de geldcreatie onbeperkt? Kan de ECB zoveel geld uitgeven als ze wil? Natuurlijk niet. Sinds het ontstaan van geld als ruilmiddel, is er altijd een ‘dekking’ geweest. Deze kan bestaan uit (edel)metaal en/of waardepapieren (aandelen, obligaties, andere vorderingen …).
Geldcreatie vandaag
In de oudheid was de uitgifte van geld beperkt tot de aanwezigheid van edelmetaal (goud en zilver). Er bestond dus een fysieke beperking. Bij het ontstaan van het papiergeld werd het edelmetaal (gedeeltelijk) vervangen door onderliggende goederen, zoals koopwaar.
Vandaag is het zo dat de centrale banken nog steeds een combinatie toepassen van goud en andere waardepapieren. Op de actiefzijde van de balans van de centrale banken staat het goud en de waardepapieren, uitgedrukt in €, £, dollar … en op de passiefzijde van dezelfde balans staan de uitgegeven bankbiljetten en andere schulden.
In ruil voor het gecreëerde geld koopt de ECB waardepapier op, als ‘dekking’ voor het geldInderdaad, je hebt het goed gelezen: door de bankbiljetten die we bezitten, hebben wij een vordering op de centrale banken en zij hebben een schuld aan de houders van die bankbiljetten. En nog: telkens als de centrale banken geld bijdrukken, moeten ze er dus voor zorgen dat zij op hun actiefzijde een tegenwaarde hebben. Meteen is het duidelijk waarom de ECB geld kan bijdrukken, maar tegelijkertijd moet ze obligaties of andere waardepapieren in tegenwaarde binnen krijgen.
Met andere woorden als ze rechtstreeks aan de burgers geld zou ‘uitdelen’, zou ze geen tegenwaarde ontvangen, tenzij we met zijn allen stuk voor stuk een beetje goud of effecten zouden afgeven. Iedereen ziet in dat dit praktisch niet kan. Vandaar dat de ECB het geld rechtstreeks laat stromen naar overheden, banken, verzekeringsmaatschappijen, pensioenfondsen …, die obligaties en ander waardepapier in de plaats geven. De ECB koopt dus het waardepapier op, in ruil voor het geld dat zij creëert.
Wat zijn de (verhoopte) resultaten?
Door middel van geldcreatie hoopt de ECB dat de totale vraag (consumptie en investeringen) wordt gestimuleerd. Door de toename van de globale vraag zouden dan de prijzen moeten stijgen.
Stel je even het volgende voor: een economie waar de globale vraag gelijk is aan het globale aanbod van goederen en diensten. De Amerikaanse econoom Irving Fisher heeft een dergelijke evenwichtssituatie weergegeven in de vergelijking: MxV = PxT.
Zijn vergelijking werd door heel wat economen aangepast, herschreven, geprezen en bekritiseerd. Maar ze is wel bruikbaar voor ons doel, meer bepaald inzicht verwerven in de gevolgen van geldcreatie.
MxV stelt hierbij de vraag voor, bestaande uit M, de geldmassa en V, de omloopsnelheid van het geld. Zowel de geldmassa als de omloopsnelheid hebben invloed op de globale vraag.
Als er veel geld in omloop is, maar de ondernemers en de burgers zijn wantrouwig, dan wordt er veel opgepot (V is dan zeer laag). De toegenomen geldcreatie mist dan zijn effect. De vraag neemt niet (of te weinig) toe.
PxT stelt dan het globale aanbod voor, waarbij P het prijsniveau is en T het aantal mogelijke ruiltransacties (uitgedrukt in volume-product). Opnieuw, als MxV zijn effect mist, zullen ook P en T niet, of te weinig, bewegen.
Geldcreatie is enkel gunstig voor de economie, indien burgers bereid zijn om geld te laten rollen en producenten risico’s durven nemen. Daarvoor moet eerst vertrouwen zijn! Gevolg: het gunstige effect van geldcreatie op de economische groei is moeilijk voorspelbaar. Het relatief eenvoudige model leert ons dat mensen bereid moeten zijn om het geld te laten rollen en kredieten op te nemen bij de banken. Daarnaast moeten producenten bereid zijn om risico’s te nemen. Anders gezegd: burgers moeten vertrouwen krijgen. Koop je dat af met geld?
Stimulansen van de economie niet stimulerend
Een economie die in het slop geraakt is er weer uit trekken, is niet zo evident.
We hebben sinds de eeuwwisseling door de feiten geleerd dat allerlei methodes van artificiële stimulansen telkens opnieuw faliekant of bijna faliekant aflopen:
- Eerst waren het de private banken die onverantwoorde risico’s namen door geld op te halen via allerlei financiële producten en het toestaan van te weinig gedekte financieringen, waardoor hun balans in ‘onevenwicht’ kwam, met een bankencrisis als gevolg.
- Tegelijkertijd werd het heil gezocht in het laten oplopen van de overheidsschulden, tot een niveau waarbij de negatieve effecten van de creatie van overheidsschulden het halen op de positieve effecten. Het vertrouwen van burgers en bedrijven werd immers geschaad, met oppotting en desinvesteringen tot gevolg.
- Nu is geldcreatie door de ECB aan de beurt, waarbij de gunstige effecten nog moeten worden afgewacht.
- Wordt het niet stilaan tijd om werk te maken van het doorvoeren van een aantal structurele maatregelen, zodat reële en duurzame groei kan worden verwezenlijkt? Wellicht kunnen we in volgende artikels daar wat dieper op ingaan.
Auteur: Frans De Braekeleer
4 reacties
Al hun natuurlijke grondstoffen, hun infrastructuur, hun arbeidskrachten, ...enz. noem maar op alles wat zich binnen het VS territorium bevindt. Dus was het niet moeilijk om tijdens de laatste crisis effe snel geld bij te drukken om het failliet te vermijden. En het lukte hen wonderwel gezien ze nu weer alle macht in handen hebben economisch, politiek en militair. Survival of the fittest!!