Deel via

Aderververkalking

Aderverkalking is de (eigenlijk onjuiste) benaming van een aantal processen waarbij slagaders als het ware 'dichtslibben'. De benaming is foutief omdat aderverkalking suggereert dat de dichtslibbing in alle bloedvaten gebeurt, maar het gaat om dichtslibbing van de slagaders.
Een van de processen is het ophopen van vetten in de wand van bloedvaten. Hierdoor wordt onder andere de binnenste laag van het vat beschadigd en ontstaan er uiteindelijk dikke plaques, vetknobbels die de holte van de bloedvaten smaller maken. Doordat de vetophopingen bovendien kunnen verharden (onder andere door 'kalkaanslag') worden de vaten na verloop van tijd ook harder en (dus) stugger. Deze combinatie van processen leidt tot een verminderde bloeddoorstroming, hetgeen kan betekenen dat de weefsels en organen die door de bloedvaten van bloed worden voorzien minder, te weinig of soms zelfs geen bloed meer krijgen.
Normale verouderingsprocessen, ongezonde voedings- en andere levensgewoonten (met name roken!) dragen in belangrijke mate bij aan het proces van atherosclerose.

Diagnose
De arts kan naar aanleiding van de klachten die optreden bij slagadervernauwing of afsluiting vaak al wel bepalen wat er mis is. In sommige gevallen geeft het luisteren met een stethoscoop uitsluitsel, omdat een vaatvernauwing het bloed laat ruisen. Dit kan met een stethoscoop bijvoorbeeld aan de benen of liezen worden gehoord.
De doorgankelijkheid van de grotere slagaders (bijvoorbeeld de lichaamsslagader of aorta en de slagaders in de benen en het hart) kan worden vastgesteld met röntgenonderzoek. Hierbij wordt contrastvloeistof in het vaatstelsel gespoten dat op de röntgenfilm oplicht.

Ontstaan
Atherosclerose (ook wel atherose of atheromatose genoemd) ontstaat dus door de ophoping van vetachtige stoffen, zoals cholesterol en triglyceriden, op en uiteindelijk ook ín de wanden van slagaders. Tijdens dit proces klonteren bloedplaatjes samen op microscopisch kleine wondjes aan de binnenkant van de wanden van slagaders. Op deze plekjes verzamelen zich ook de vetachtige neerslagen. In het begin zijn deze neerslagen slechts kleine groepjes met vet gevulde cellen. Maar als ze groter worden, dringen ze de diepere lagen van de slagaderwand binnen, waar littekens gevormd worden en kalkneerslag optreedt. De grote ophopingen worden atherosclerotische 'plaques' of atheromen genoemd. De plaques vernauwen de bloedvaten, waardoor er minder of geen bloed meer naar de weefsels kan stromen. Dit kan ertoe leiden dat het weefsel áchter het vernauwde of afgesloten vat afsterft; dan spreekt men van een 'infarct'. Afhankelijk van de locatie van het bloedvat spreekt men bijvoorbeeld van een hart- of een herseninfarct. De plaques kunnen ook afbreken en elders in het lichaam in een andere slagader vastlopen. Dit wordt een arteriële embolie genoemd.
In principe is atherosclerose een normaal verouderingsproces. Maar slechte leefgewoonten - zoals: roken, vet eten (te veel vet en bovendien veel verzadigde vetzuren en weinig meervoudig onverzadigde vetzuren), bovenmatig alcoholgebruik en weinig lichaamsbeweging - dragen in belangrijke mate bij aan dit proces. Dit zijn de belangrijkste risicofactoren voor het ontwikkelen van atherosclerose. Bovendien zijn aandoeningen als suikerziekte, hypertensie en hyperlipidemie (een stoornis in de vetstofwisseling) in meer of mindere mate ook bevorderlijk voor het ontstaan van atherosclerose. Leeftijd, geslacht en afkomst zijn andere risicofactoren die men niet in de hand heeft. Leefgewoonten heeft men echter wel zelf in de hand en zijn een aangrijpingspunt voor de preventie van atherosclerose.
N.B.: Vrouwen hebben tot de menopauze minder kans op hart- en vaatziekten dan mannen. Mannen hebben daarentegen in het algemeen een grotere kans op een hartaanval.

Klachten en verschijnselen
Omdat de processen van atherosclerose schadelijk zijn voor het gehele vaatstelsel, kan het proces in principe in alle organen schade veroorzaken. Enkele belangrijke - en gevaarlijke! - gevolgen van atherosclerose zijn:

  • angina pectoris. Hierbij zijn kransslagaders van het hart zodanig vernauwd door de vetophopingen dat het hart bij inspanning te weinig bloed krijgt. Dit geeft pijn op de borst. Angina pectoris kan uiteindelijk resulteren in een:
    • hartinfarct. Hierbij zijn één of meer (takken van) de kransslagaders geheel dichtgeslibd. Het hartspierweefsel áchter de verstopping sterft dan af.
    • claudicatio intermittens (ook wel: 'etalagebenen'). Hierbij zijn slagaders in de benen aangedaan en krijgen beenspieren te weinig bloed tijdens het lopen. Stilstaan (bijvoorbeeld voor de etalage) doet de pijn na enige tijd overgaan.
    • beroerte (ook: herseninfarct). De slagaders die de hersenen van bloed voorzien kunnen ook worden aangetast. Dit kan leiden tot beschadiging van hersenweefsel en verlies van functies.

Behandeling
In sommige gevallen kunnen slagaders worden geopereerd. Zo kan er op het hart een bypass worden aangelegd die het bloed langs de vernauwing/afsluiting leidt. Hetzelfde geldt voor de slagaders in de benen. In sommige gevallen kan ook worden gekozen voor het gebruik van vaten van kunststof.
In sommige gevallen wordt tegenwoordig gebruik gemaakt van medicijnen die een gunstig effect hebben op de concentratie schadelijke vetten in het bloed. In geval van een te hoge bloeddruk kunnen door de arts ook geneesmiddelen worden voorgeschreven. Toch geldt dat de patiënt in eerste instantie zijn/haar levensgewoonten moet aanpassen, bijvoorbeeld: stoppen met roken, minder vet eten en meer bewegen.

Preventie
In principe is 'gezond leven' de beste preventie om de schadelijke processen van de vaatwand tegen te houden. Op de effecten van ouderdom (zoals minder elasticiteit en dikker worden van de vaatwand) kan men weinig invloed uitoefenen. Maar door de combinatie van veel lichaamsbeweging, een vetarm dieet (met een relatief hoog percentage meervoudig onverzadigde vetzuren), zo nodig afvallen en zeker niet roken, kan men het hart- en vaatstelsel in een goede conditie houden.

Bron: Stichting Care Net

Poll

Hoeveel zussen/broers heb je?