6.8.1.2.1 De wettelijke regeling

De wettelijke regeling (art. 488 bis van het Burgerlijk Wetboek) stelt het volgende :

  1. Er is een strikt onderscheid tussen de maatregelen m.b.t. de persoon van de zieke en de maatregelen m.b.t. zijn goederen (voorlopige bewindvoering). Dit houdt in dat, indien maatregelen worden genomen m.b.t. de zieke, dit niet automatisch betekent dat ook maatregelen zullen worden genomen m.b.t. zijn goederen of omgekeerd. De wet op bewindvoering behandelt enkel de maatregelen met betrekking tot de goederen.
    Vb. iemand wordt opgenomen in het ziekenhuis voor langere tijd (= maatregel m.b.t. de persoon), maar daarom wordt hem nog niet het beheer van zijn vermogen ontnomen. Iemand die onder voorlopige bewindvoering was geplaatst en opgenomen was in het ziekenhuis, wordt uit het ziekenhuis ontslagen. Dit betekent niet automatisch dat ook de bewindvoering wordt opgeheven.
  2. Personalisering van het beheer.
    Het is de bedoeling dat de band tussen de beschermde persoon en zijn voorlopige bewindvoerder zo persoonlijk mogelijk zou zijn. Dus wordt bij voorkeur de echtgenoot, een naast familielid of een vertrouwenspersoon aangeduid als voorlopige bewindvoerder.
  3. De vrederechter is degene die de bewindvoerder aanstelt. De vrederechter van de verblijfplaats van de te beschermen persoon is bevoegd om de aanvraag tot aanstelling van een voorlopig bewindvoerder te behandelen. Als de zorgbehoevende persoon in die periode bijvoorbeeld verblijft in het gezin van een familielid, is deze vrederechter bevoegd en niet de vrederechter van de plaats waar de zorgbehoevende persoon zijn officiële woonplaats (domicilie) heeft.

Bron: Werkgroep thuisverzorgers vzw