Deel via

Trombose

Inleiding

Als we ons gesneden hebben met een keukenmes, is een bloedvat kapot. We plakken dan een pleister en na een tijdje stolt het bloed. De gaatjes in onze bloedvaten worden gedicht en het euvel is verholpen. Nu kan het gebeuren, dat dit stollingsproces in 'overdreven' mate plaatsvindt. Er vormt zich dan een bloedprop die zo groot is dat hij een bloedvat volledig afsluit. We spreken dan van trombose. Meestal vindt deze propvorming plaats in een ader, soms ook in een slagader.


Hoe ontstaat trombose?

Trombose heeft verschillende oorzaken:

  • een verandering van de bloedstroom
  • een beschadiging van de bloedvatenwand
  • een verandering van de samenstelling van het bloed

Verandering van bloedstroom

De bloedstroom verandert in het algemeen door onvoldoende werking van de spierpomp. De spierpomp is verantwoordelijk voor het in gang houden van de bloedstroom, vooral in de beenvaten. Als de beenspieren samentrekken, bevordert dit de bloedstroom. De kleppen in de aderen zorgen ervoor, dat het bloed in de benen alleen omhoog kan stromen. Als de spierpomp onvoldoende functioneert, komt de bloedstroom tot stilstand. Er kan dan trombosevorming optreden; als gevolg daarvan is een blijvende beschadiging van kleppen mogelijk. Verandering van de bloedstroom treedt bijvoorbeeld op bij langdurige bedrust door een ernstige ziekte en bij een narcose.

Beschadiging van bloedvatenwand

De bloedvatenwand kan al beschadigen bij een relatief klein ongeluk. Hierbij kunt u onder andere denken aan een voetballer die een schop tegen zijn onderbeen krijgt of een hockey-speler die een bal tegen het been aan krijgt, maar ook aan beschadiging van de bloedvatenwand bij de bovenrand van het gips.

Verandering van samenstelling bloed

Bij sterk uiteenlopende ziektebeelden kan een veranderde samenstelling van het bloed optreden, bijvoorbeeld bij ernstige ontstekingsprocessen, waar longontsteking en nierbekkenontsteking voorbeelden van zijn. Verder zijn er mensen die door erfelijke factoren belast zijn met veel te lage spiegels van bepaalde factoren die, van nature, thrombose-neiging tegengaan. Trombose treedt meestal op in omstandigheden waarbij een aantal van de bovengenoemde oorzaken tegelijkertijd enige rol spelen.

Verschijnselen:

  • pijn in het been (begint meestal in de kuit)
  • zwelling en roodheid

Voorkomen

In het algemeen zijn hiervoor slechts wat vage richtlijnen te geven. Voorkom uitdroging bij langdurige ziekte. Probeer ernstig zieke mensen toch te stimuleren om heel af en toe eventjes 10 minuten buiten het bed op de stoel te zitten. Tijdens lange reizen is het verstandig, om de paar uur even een pauze in te lassen om een rondje te lopen. Dit is bijvoorbeeld heel belangrijk bij langdurige vliegreizen. In het ziekenhuis krijgen mensen, waarvan de arts inschat dat zij een verhoogd risico lopen op trombose, prikjes in de buikhuid of de bovenbenen toegediend om onnodige stolselvorming te voorkomen.

Behandeling

De specialist bepaalt of de behandeling van trombose in het ziekenhuis plaatsvindt. Dit is afhankelijk van de te verwachten complicatie(s). De belangrijkste complicatie van trombose is het optreden van longembolie. Dit ontstaat als een gedeelte van het bloedstolsel afbreekt en in de longen terecht komt. Het is een ziekte die soms dodelijk kan aflopen. Als dit risico aanwezig is, is behandeling in het ziekenhuis noodzakelijk. In eerste instantie wordt dan heparine voorgeschreven. Dit medicijn werkt direct; het nadeel ervan is dat het alleen maar via injecties en eventueel door een infuus kan worden toegediend.

Behandeling met tabletten (Sintrom-mitis of Marcoumar) wordt tegelijkertijd gestart. Deze tabletten hebben als nadeel dat ze pas na 6 à 7 dagen werken. Vandaar ook dat de behandeling in het ziekenhuis tenminste één week duurt. Als de tabletten voldoende werkzaam zijn, wordt het infuus of de injectietherapie gestaakt en mag de patiënt naar huis. Wel worden afspraken gemaakt om de verdere behandeling met Sintrom-mitis of Marcoumar te laten plaatsvinden onder zeer nauwkeurige begeleiding en controle van de trombosedienst. Deze controle gebeurt tenminste iedere vier weken.

In het algemeen is behandeling met Aspirine geen adequaat alternatief voor de behandeling met Heparine en Sintrom-mitis of Marcoumar.

 

Bron: Stichting Care Net

Poll

Hoeveel zussen/broers heb je?