Deel via

Na de regen, na de drup

July 2016
Na bijna dertig jaar huwelijk gaat Willem van Ringelensteijn (56) op zichzelf wonen. Met zijn echtgenote heeft hij besloten tot een ‘time-out’. Hun kinderen stemden hiermee in. Speciaal voor SenNet Magazine schrijft hij een column over hoe hij dit proces beleeft en ervaart, tot op het bot, tot aan de einddatum van hun ‘akkoord’: een jaar na dato … Lees hier het twintigste deel van zijn pakkende verhaal.

Bij gelegenheid van een samenkomst met oude studievrienden mocht ik nog eens uitleg geven hoe mijn steel in haar vork zat, of wat waarin ook. Er gonsden geruchten in het circuit. Waar die mares vandaan kwamen, liet zich raden; mannen zijn net wijven, sommige zelfs truttiger. Allé, een vragen(v)uurtje dan. Of we nog samen waren; officieel, officieus? Of het leven apart ons dichter bijeen had gebracht of juist verder uit elkaar dreef? Of de knoop een Gordiaanse was? Welke twijfelkont die ging doorhakken? De respectieve exit-scenario’s? Een spervuur, als sprak de Hydra, uit alle koppen tegelijk. Als vanzelf was er een groeiende nieuwsgierigheid naar de ontknoping van het dilemma dat zo’n time-out is, ontketent. Ik liet hen, en verzamelde een anti-Herculische moed. Onderwijl vroeg ik me af of ik mij, ooit, zo diep had durven te mengen in eender wiens privéleven? Dan moest dit wel vanuit een heel warme, amicale betrokkenheid komen, niet? Of was het sleutelgatgluurderij? Een Storyïsche verkniptheid? Wat maakte het uit; voor hen was ik altijd dat onetiketteerbaar aenigma geweest, en dat zou ik blijven, wat ik ook mocht zeggen of doen. En dan, het merendeel van de Heeren zou zich de volgende morgen waarschijnlijk sowieso weinig kunnen herinneren van de avond ervoor, of de nacht ertussen. Bijgevolg legde ik wat kaarten op tafel, en speelde mijn hand. Leugens hebben korte benen, dus de conclusie kon niet anders dan troef zijn: komt mijn tijd, komt mijn raad. ‘And now for another wee dram, you lassies?’

Wat ze had aangekondigd als een drink van een vriendin voor intimi (v), bleek een partij van formaat voor het hele reservaat en ommelanden te zijn geweest. Niet voor mij; de uitnodiging had ze alleen op haar naam ontvangen, had ze gezegd. Buiten dat, zij wilde er alleen naar toe, ‘om weer eens onder vriendinnen te zijn’. Een maand geleden had ik eenzelfde liedje, smartlapje mogen horen. Ook die invitatie heeft ze me nooit laten zien. Vrijheid, blijheid - als vanzelf. Maar geen goed gevoel. Alleen dolen en dwalen tussen feestvierders en alcohol à volonté, maakt van mensen jagers en/of prooien; en leer mij haar kennen … Toen zij zich de dag nadien halverwege de middag in beeld –lees: uit bed- had gehesen, brak als wat, had ik het leeuwendeel van het tuinonderhoud al achter de rug. Haar verslag heb ik zelfs niet willen afwachten, moest immers voort om de boel buiten voor donker aan kant te krijgen. Aansluitend heb ik met de jongens gekookt, althans iets geïmproviseerd, een gerecht gedicteerd door de nog aanwezige ingrediënten, en verse kruiden uit de tuin. Een geoliede machinerie, dit A-kook-team, nog steeds, al maakte ik dan strikt genomen geen deel meer uit van deze brigade. Geen aperitief voor haar, en weinig eetlust. Nauwelijks inbreng in de gesprekken aan tafel, behalve de mededeling dat ze deze zomer een week naar Spanje zou gaan. Een vriendin heeft daar een huis, in een agglomeratie van overwinteraars. Haar echtgenoot –al een pak ouder en behoorlijk verzuurd- mag zelden mee. De gelegenheid en de dief?

Is ze wel die naïeve goeiigheid die ze zegt te zijn? Ze was het al eens niet, verre van zelfs

Die nacht zou ik belabberd slapen. Beelden van haar, in wisselende scènes, maar steeds in gezelschap van mannen, minstens steeds één, en zelden of nooit met ‘vriendinnen’ in het zicht. Silhouetten, van apen in slow motion, diffuus, grof-pixelerig. Bavianen zonder gezicht. Bewegend. Doende. Wel klanken, maar geen tekst, als in het Neolithicum. Contouren met expressie. Lichaamstaal. Gebaartjes. Dan tast. Aanraking. Indiscretiën. Diknekken met vergist postuur, in foute outfits. Tja, arrogantie, amorf als die me altijd had geleken, kwam ineens in vele gedaanten. Gisteren had ik een zelfde, rusteloos, nee, beklemmend, beklemd gevoel gehad. Ik voor de tv, voor pampus, en zij dus naar dat feest. Ik had een film opgezet, en gekeken, maar niet gezien. Alleen mijn eigen, imaginaire voorstelling zag ik. Met haar, als middelpuntvliedende kracht, schooiend om aandacht, attentie. Ook toen ik in bed lag. En toen ik een onrustige slaap sliep. Denk ik dan te malicieus over haar? Kan zijn. Maar ís ze wel die naïeve goeiigheid die ze zegt te zijn? Ze was het al eens niet, verre van zelfs. En nu dan, in deze fase van het ons-zijn? Ik weet, argwaan is een bar slechte raadgever, net zoals jaloezie een sluipmoordenaar zonder mededogen is.

Het gesprek met onze oudste, vlak voor ons ski-uitje, liet me niet los. Sterker, het wakkerde ook dit onderhuids smeulend brandhaardje aan. Dat ze de omgeving op haar manier informeerde (op zich haar volste recht) bleek al uit de manier waarop het sociaal weefsel zich was gaan weven, de laatste tijd. Dat kon, mogelijk, tot meer weeffouten leiden, veronderstelden we. Propaganda; de kracht ligt in de herhaling. Echter, het plaatje dat ze geschetst had, paste mogelijk in een groter kader. Zo had ze, thuis, laten weten het zondagdiner eigenlijk te willen afbouwen. Had gemeld mij te veel, al te vaak te zien. Nu, daar was niets op af te dingen. Ik was dan wel halftijds in dienst, maar klopte minstens dubbel zoveel uren op kantoor en daarbuiten (zonder een centiem compensatie, overigens, maar dit terzijde). De zondag was vooral bedoeld voor en met de kinderen, niet per se voor het voltallig gezin. Daar hoefde zij dan toch niet altijd bij te zijn? Dan kon ze zich eindelijk eens richten op andere dingen, op andere mensen. Als voorbeeld had ze haar ouders genoemd, familie, vriendinnen van vroeger, contacten uit haar school- en studietijd. Maar één plus één kon net zo goed wel eens een andere twee zijn, heimelijk, zo hadden diezelfde kinderen bedacht. Vraagtekens, alom, ook bij mij. En herinneringen, waar geen hypnotherapie tegen opgewassen is.

Sommige levenslopen volgen een constante lijn. Andere ontwikkelen zich grillig en onvoorspelbaar. Het verwart, vaak, wat ze zegt maar niet doet, en andersom. Ze leeft in het moment. Hoe, wordt ingegeven door haar stemming op datzelfde moment, of kort daaraan voorafgaand, en laat ze vooral bepalen door invloeden van buitenaf. Ook ik ben zo’n externe factor - tegen wil en dank, met plezier, vol overgave; kies maar. Ik ben me daarvan bewust, ken mijn plaats en positie in haar sinusoïden. Dus vond ik het tijd om haar nog eens te attenderen op ons eropuit-idee van vorige zomer. Toen was het er niet van gekomen, en werd Rome het alternatief. Maar het behalen van dat golfvaardigheidsbewijs stond nog steeds op mijn agenda, onveranderd. Spanje? Turkije misschien beter even niet. En wat te denken van Portugal? Een arrangement voor een beginner en een al iets gevorderde was even snel gevonden als geboekt en betaald. Verdraaid, heb ik dan de kip van Colombus’ ei, eieren bij de kladden? ‘Archimedes?!’

Als bescherming plooi ik me als een foetus ineen. Sla mijn handen voor mijn gezicht

Ik zweef. Weg. Zink? Vreemd, want ik lig gewoon in bed, te liggen, en probeer te slapen. En toch zak ik. Het voelt nochtans zo. Nee, zeker weten! Mijn omgeving, mijn slaapkamer, vertrouwd als die inmiddels is, krijgt iets bedrieglijks. Verandert? Qua proporties? Dimensies? Een trompe l’oeil komt tot leven? Wat ervan zij, het kader waarbinnen ik afdaal, verruimt zich. Zichzelf? Uit zichzelf? Dan registreer ik dat mijn snelheid, neerwaarts, toeneemt. Ik begin zowaar te vallen. En, al vallend, voel ik me kleiner en compacter worden. Ik accelereer, traploos, en kom in een ongeremde vrije val terecht. Kijk om, achter me, en zie mijn kussensloop in volle vaart op mij af stevenen, ballistisch snel! Hoe dichter het naderbij komt, hoe meer de weefstructuur ervan zich uitvergroot tot een grover en grover wordend netwerk. Draadjes worden draden, worden touwen, kabels, ankertrossen zelfs. In fracties van nanoseconden. Ik zit op ramkoers. Als bescherming plooi ik me als een foetus ineen. Sla mijn handen voor mijn gezicht. Mijn hart slaat over, maar een collisie blijft nét uit als ik precies tussen de schering en inslag door schiet. Met een duizelingwekkende vaart suis ik dwars door het tijk van het kussen. Als ik achterom kijk, zie ik de textuur zich in ijltempo van mij verwijderen, verder en verder en verder. Paniek; waar ben ik? Ik flits voort aan een snelheid die mijn ingewanden tot achter in de keel jaagt, raas tussen huizenhoge maar al lang niet meer definieerbare objecten door, die mijlen en mijlen ver uit elkaar drijven. Petiet als ik dan al ben, hoef ik nauwelijks nog moeite te doen om die te ontwijken, als ik dat al kon. Ik blijf vrij vallen, maar aan mijn onderbuik voel ik dat het nu wat minder rap gaat. Begin ik te vertragen? Iets remt me af. Het gaat voort en duurt, duurt eindeloos, tot ik, bij gebrek aan massa, bijna niet meer vallen kan. Ik ben al haast tot een stip gereduceerd als ik nog slechts wat tuimel, feitelijk dwarrel in iets ledigs, iets ijdels. Doelloos? Kennelijk niet, want ik merk dat ik in een onbestemde richting word gezogen. Langzaam, tergend langzaam, maar zeker. Ik krijg het unheimisch idee dat ik dreig te verdwijnen in iets wat buiten mijn begripssferen ligt. Is dit dan het einde, mijn einde? Of juist een keerpunt? Omslagpunt? Zo ja, dan zou dit inhouden dat ik … Driftig redenerend, zoekend naar logica, naar de zin, ratio van dit al, word ik goddomme wakker. Ik veer op. Zit recht. Ben klaarwakker. Ik heb geslapen, zeldzaam goed geslapen, écht, eindelijk weer eens, en heb normaal gedroomd, althans van iets anders. Is dat ook zo?

 

Auteur: Willem van Ringelensteijn

1 reactie

Sylvain
De waarheid komt stilaan in zicht. Het is wel een natuurlijk proces dat de feitelijke scheiding ook wel met zich meebrengt. Volgens mij gaan we stilaan naar zijn ontknoping.
19/07/16 11:26 REAGEER

Login Registreer

Willem van Ringelensteijn

Columnist
Columnist
De auteur is werkzaam als communicatie-adviseur en copywriter. Daarnaast schrijft hij reportages, columns, biografieën, jubileumuitgaven, boeken, etc., al dan niet in eigen beheer gepubliceerd of uitgegeven.

Meer artikels van Willem van Ringelensteijn

Recente Artikels

Gerelateerde Artikels