Deel via

Wat een lente!

May 2022
Vorige week zondag won Remco Evenepoel op spectaculaire wijze Luik-Bastenaken-Luik. De voorjaarskoersen liggen nu achter de rug, tijd voor onze vaste huiscolumnist en ex-wielerverslaggever Robert Janssens om even op de meest in het oog springende prestaties terug te kijken. Verheugende vaststelling: Onze coureurs deden het meer dan behoorlijk.

Met de Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik werd, naar klassieke gewoonte, de periode van de grote voorjaarsklassiekers afgesloten, afgesloten op een wel ongewoon succes voor de Belgische wielersport.

Belgen boven in de Ardennen

Dylan Teuns triomfeerde op een stoere manier in de eerstgeciteerde klassieker, Remco Evenepoel deed enkele dagen later nog straffer in de tweede. Waarbij Teuns toch weer bewees dat hij een van de betere renners uit de huidige generatie is en voor Evenepoel kwam eindelijk dan toch de bevestiging dat hij echt de absolute topper is en verder wordt, topper zoals hij zichzelf van bij zijn debuut als prille eliterenner aanmeldde, om dab snel door een zware val in de Ronde van Lombardije van twee jaar geleden, zijn opgang naar het hoogste niveau behoorlijk afgeremd te zien.

Met, in de ‘doyenne’, nog de verrassende Quinten Hermans en de stalen Wout van Aert mee op het podium, kregen we een hoogtepunt, zoals het Belgische wielrennen er in jaren niet meer beleefd hadden. Landgenoten die ineens en stormenderhand de Ardennen kwamen veroveren, hoe lang is dat geleden dat we nog eens zoiets meemaakten?

Evenepoel deed daar in Luik nog een schepje bovenop. Hij zette, na een grijze lente, zijn Belgische Quick.Step – Alpha Vynil ploeg weer in het zonnetje, waar men zijn maats al van bij het begin van deze campage verwachtte, maar zelden in de spits van de races te zien kregen.

De dominerende rol, die voorheen de mannen van Patrick Lefevere in die wedstrijden bijna altijd opeisten, bleek tot aan de vooravond van Luik-Bastenaken-Luik, voor een klein landje en andere grote teams geschreven.

fietsen2 Het Sloveense 'gevaar'

We zouden het toch al sinds enkele jaren moeten geleerd hebben dat die enkele Slovenen die in het huidige peloton rondrijden, ongeveer tot alles in staat zijn. Matej Mohoric reed de Poggio in de puurste Eddy Merckx-stijl af en triomfeerde in Milaan-Sanremo. Even voordien had Tadej Pogacar al Tirreno-Adriatico gewonnen en ongeveer alle stof van de wegen in de Strade Bianche gereden om na een 50 kilometer lange solovlucht een bijzonder straffe triomf op zijn toch al merkwaardige erelijst te zetten. Pogacar moet in september nog 24 worden en op zo’n leeftijd, waarop de renner al wel eens ervaring of weerstand mist, ging hij gewoon ook de Ronde van Vlaanderen domineren om – en jawel dan – net door gebrek aan die ervaring op de streep alsnog geklopt te worden. Hij had in de finale de uiteindelijke winnaar Mathieu van der Poel al behoorlijk pijn gedaan, maar met zijn succes in de ‘Ronde’ toonde de Nederlander tot wat de kampioenen van vandaag in staat zijn. Adri’s zoon werd heel de winter door geplaagd en van de fiets gehouden door slopende rugpijnen, kon amper cyclocrossen en kreeg, na herstel, maar weinig tijd om het wegseizoen voor te bereiden. Wat hem niet belette bijna bij zijn wederoptreden derde te rijden in Milaan-Sanremo en niet lang daarna zowel in Waregem als in Oudenaarde de hoogte prijs mee te pakken.

Wout van Aert op niveau

Wout van Aert leverde even daarna ongeveer eenzelfde performance af. Hij had zich niet kunnen mengen in het grote Ronde van Vlaanderenduel tussen van der Poel en Pogacar, gewoon omdat hij niet in die klassieker van zijn dromen kon starten, als slachtoffer van een onverwachte coronabesmetting. Meteen was hij niet in staat de heerschappij, die zijn ploeg in het eerste gedeelte van de lente gevestigd had, verder te zetten, wat ook Roglic niet kon, vermits die, na zijn zege in Parijs-Nice, met letsels uit de beweging verdween. Wat van Aert niet deed. Amper was zijn quarantaine voorbij of hij sprong weer op de fiets, werkte in een korte tijd zo hard aan zijn conditie dat hij zowaar en onmiddellijk tweede werd in Parijs-Roubaix en derde in Luik-Bastenaken-Luik.

Sterke Britse formatie

Maar door zijn korte afwezigheid en die van Roglic in mindere mate, had een andere formatie het gezag over het peloton overgenomen: Ineos-Grenadiers, dat voorheen op een saaie, want defensieve manier de ronden overheerste, met de even saaie Chris Froome als kopman en vaak laureaat, maar sinds vorig jaar met een andere strategie naar het front trok, het front van de eendagskoersen dan. Met, in deze lente, opmerkelijke successen. De Pool Michal Kwiatkowski won voor de tweede keer de Amstel Gold Race en de Nederlander Dylan van Baarle zag zijn schitterend presteren in voorafgaande ritten afgerond met een triomf in Parijs-Roubaix. Ineos-Grenadiers rekende zich verder rijk met de kansen die voor de ‘Doyenne’ aan Tom Pidcock werden toegeschreven, maar de Brit beleefde dit jaar niet de lente waarop hij zeker en vast gehoopt had.

Met dan alles was het in de voorbije klassiekers bijzonder briljant geweest en dan hebben we het nog niet gehad over kleine en grote verrassingen. Het is misschien veel mensen ontgaan dat twee opeenvolgende topwedstrijden (Parijs-Roubaix en de Waalse Pijl) gewonnen werden door twee renners met… dezelfde voornaam, zijnde niet Jef of Pier, maar wel het eerder ongewone Dylan.

Verrassende Magnus Sheffield

Veel belangrijker dan dit wel leuke detail waren twee overwinningen die de horizon van het internationale wielrennen verder vergroten. Amerika heeft al schitterende kampioenen afgeleverd, Greg LeMond en (ondanks alles) Lance Armstrong op kop. Maar nu kwam daar ineens en in de Brabantse Pijl een totaal onbekende Magnus Sheffield opduiken, met een autoriteit die voor de toekomst het allergrootste doet verhopen. Temeer daar die Amerikaan nog altijd… maar 19 jaar is.

Eerste Afrikaanse winnaar van een klassieker

Straffer nog beleefden we even tevoren bij de triomf van ene Biniam Girmay in Gent-Wevelgem. Girmay is een Eritreeër en zo er altijd wel al eens een zwarte coureur op de piste gepresteerd heeft, is hij de eerste Afrikaan die dat op de weg en op het hoogste niveau ook doet. Er is lang, met veel geduld en op vele niveaus, hard gewerkt om het geciteerde continent ook bij het wegwielrennen te betrekken. Daarover zijn mooie verhalen te vertellen en dat doen we dan wel als die sterke, intelligente en sympathieke Biniam na een verdiende rustperiode terug naar hier komt om verder te presteren. Misschien doet hij dat wel in gezelschap van andere zwarte jongens, die nu zeker en vast zijn stichtend voorbeeld zullen volgen.

Auteur: Robert Janssens

4 reacties

Gustavio
Lang geleden was er al een zekere 'Abdel Kadar Zaaf' die bij zijn deelname aan de tour de France, ook al de voorpagina haalde maar dan om een heel andere en bizarre reden (dronkenschap)
2/05/22 20:03 REAGEER
freddy verbaere
Hij reed de verkeerde kant uit....
2/05/22 21:21 REAGEER
youri
Het was een voorjaar om van te smullen. Ik kijk al uit naar de Giro die vrijdag in Hongarije begint. prachtige landschappen gegarandeerd!
3/05/22 08:33 REAGEER
freddy verbaere
En dan in juli de Tour....
4/05/22 09:16 REAGEER

Login Registreer

Robert Janssens

journalist-auteur
journalist-auteur
Robert Janssens (Borgerhout, 25 juni 1939) is een voormalige Vlaamse sportjournalist. Hij maakte naam als wielerjournalist voor eerst de Volksgazet en later vooral Het Laatste Nieuws. Hij schreef een 15-tal fel gewaardeerde wielerboeken en maakt in 2021 op 81-jarige leeftijd met 'Sukkelaar' zijn romandebuut. Boek 'Sukkelaar'

Meer artikels van Robert Janssens

Recente Artikels

Gerelateerde Artikels