Er snelt weer een grote groep van sterke, gespierde en goed voorbereide mannen over de Franse wegen, richting Parijs, richting Champs-Elysées. Dat gebeurt met veel omwegen (zelfs na een start in Denemarken) wat betekent dat de Ronde van Frankrijk met zijn 109de editie nog maar eens de maand juli vult.
Belangrijkste koers
De Tour is veruit de voornaamste koers op de internationale kalender. Dat is al decennialang het geval en niemand kan ontkennen dat de later ingevoerde aankomst op de wereldberoemde Champs-Elysées nog meer prestige aan de onderneming heeft gegeven.
Pas in 1975 mochten de renners gaan rondjes rijden tussen de Arc de Triomphe en de Obelisk en het is niet vreemd aan de wereld dat grootse realisaties er al eens komen na kleinzielig gekonkelfoes.
Tot heus niet zo lang geleden bestond er een even onwaarschijnlijke als ongezonde rivaliteit tussen de Tour en Parijs-Nice, wat duurde tot de eerste de tweede overnam. Geweten was dat de toenmalige Rondedirecteurs Jacques Goddet en Félix Lévitan het niet al te best konden vinden met Jean Leulliot, de baas van wat de ‘koers naar de zon’ genoemd werd.
Leulliot was een bijzonder geïnspireerd man die zich aan heel wat gedurfde initiatieven waagde en op een bepaald moment bedacht hoe mooi het zou zijn mocht zijn belangrijkste onderneming beginnen vanop, juist, de Champs-Elysées. Een plan daarrond werd bij het stadsbestuur ingediend, een hoge ambtenaar die het daar min of meer voor het zeggen had, verwittigde de Tourdirectie die onmiddellijk de stevigste druk uitoefende om alsnog vijand Leuillot zoveel prestige te ontzeggen. Het lukte en meteen werd het plan opgevat om de Tour niet vanop die Champs-Elysées te laten starten, wel om er op aan te komen.
Grootse apotheose
Ik weet niet hoe lang het project in de lade is blijven liggen, dat de Tour intussen nood had aan een grootsere apotheose was voor velen duidelijk.
Gedurende lange jaren finishten de renners in de majestueuze velodroom, het Prinsenpark genaamd, complex dat ooit eigendom was van Jacques Goddet en diens broer Maurice, die zeker niet konden gelden als toppers in zakelijk beheer, zodat ze finaal de zaak moesten overlaten, aan de stad Parijs waarschijnlijk. Maar die werd dan weer gedwongen in te grijpen toen begonnen werd aan de aanleg van de ring (périphérique) rond de lichtstad. Het Prinsenpark verloor een stevig gedeelte aan oppervlakte, samen met de wielerbaan.
Voor de Tourfinish moest een andere locatie gevonden worden en dat werd dan de gemeentelijke piste van Vincennes, ‘la Cipale’ genaamd. Het enige bijzondere aan die velodroom was dat de baan in één stuk gebetonneerd was, wat enig blijkt te zijn in heel de wereld. Maar voor de rest was het daar maar een grauwe, weinig aantrekkelijke omgeving voor de feestelijke landing van een Tour de France. Andere mogelijkheden waren er blijkbaar niet en in 1968 kon Jan Janssen er zijn eindzege vieren. Waarna Eddy Merckx heel het ronde- en ander koersgedoe kwam overheersen, maar nooit eens de ultieme gele trui kon aantrekken, elders dan in de troosteloze ‘Cipale’.
Pas in 1975 naar de Champs-Elysées
Pas in 1975 mocht de Franse Ronde finishen op een van de voornaamste boulevards ter wereld. Met een overweldigend succes trouwens. Er werd zoveel volk verwacht dat ter plaatse een soort kartonnen periscoop verkocht werd om aan de mensen van de achterste rij toch enig zicht op de gebeurtenissen te geven. Eregast werd de Franse president Giscard d’Estaing, die wel één voorwaarde stelde om mee met eindwinnaar Bernard Thévenet op het podium te komen: hij riep zijn presidentiële macht in om te verbieden dat er naast hem renners zouden staan met allerlei reclame op de truien. En dat gaf een huizengroot probleem. Want Thévenet reed in dienst van Peugeot en dat was ook een van de grote sponsors van heel de onderneming, sponsor die uiteraard eiste dat zijn naam op de finale gele shirt zou pronken.
Voor elk probleem moet er een oplossing bestaan, dachten de slimsten in de organisatiestaf, dus lieten die, alleen voor de ceremonie, een ultradunne shirt weven, waardoor de-zwart-op-wit letters van het auto- en fietsenbedrijf duidelijk zichtbaar werden. Kijk maar zelf eens als je nog een foto vindt van het erepodium 1975.
Walter Godefroot eerste winnaar
De Tour is sindsdien immer daar aangeland, maar aan die traditie wordt waarschijnlijk toch nog eens gemorreld. De Italiaanse ‘La Gazzetta dello Sport’ meldde immers dat in 2024 de lijn getrokken zal worden op de Promenade des Anglais in Nice, omdat dan in Parijs en een week later de Olympische Spelen beginnen. In dat vooruitzicht nu al een tip voor de Belgische sprinters. In 1975 won de snelle Walter Godefroot de eerste… laatste etappe op, alweer juist, de Champs-Elysées.
Auteur: Robert Janssens
3 reacties