Deel via

Gegroet

January 2023
De inspiratie ligt voor columnist Robert Janssens overal op de loer. Zo onder meer bij onderstaand bezoek aan een selfservicerestaurant...

Niet de beste keuze

Ik kon het die keer niet slechter treffen in het selfservicerestaurant, dat ik voor het middagmaal al eens meer bezoek. Er was die keer zo goed als geen plaats meer toen ik met mijn redelijke volle schotel naar de zaal kwam. Alleen daar, tegen het venster aan, stond er nog een lege stoel, aan een tafel die voor de rest volzet was. Ik knikte beleefd naar die andere mensen en stelde, eens neergezeten, snel vast dat dit, zij het bij gebrek aan andere, niet de beste keuze was. Een rij verder en recht over mij zat een groep geestelijke gestoorde en fysiek gehandicapte mannen, die vergezeld waren door twee dames van middelbare leeftijd, duidelijk de begeleidsters van die ‘sukkels’ en dat laatste woord is zeker niet minachtend bedoeld.

column4-1140

Maar desondanks ontnam dat uitzicht op die ongelukkige burgers mij in een eerste tijd alle verder lust tot eten. Hoe kon het anders?

Ik werd, bijvoorbeeld, constant aangestaard door een struise vent met een agressief uiterlijk en met etensresten in zijn baard. Naast hem zat een even getekende gezel, die constant in zijn neus aan het peuteren was, ‘met zichtbare resultata’, zoals dat destijds in het succesboek ‘Dokter Vlimmen’  van Anton Rootaert geschreven stond, uitdrukking ik al decennialang in mijn kop heb bewaard.

Zonderlinge dingen

Maar ik kon nergens anders terecht, besloot niet meer op te kijken en alle aandacht te besteden aan mijn eten. Ik moest daarbij alleen maar denken hoe gelukkig ik wel was niet zo te zijn. Maar ja, blijf maar met je stoverij en frietjes bezig, als een paar meter van je vandaan zonderlinge dingen gebeuren. Ik keek dan toch eens op, en nog een keer en stelde vast dat ik meer en meer toeschouwer werd, eerder dan hongerstiller. Ze zaten daar met zeven, zijnde vijf mannen en twee vrouwen, de begeleidster dus van die groep die af en toe eens de instelling, waarin ze verder met hun handicap konden leven, mochten verlaten.

Nu nog, nu het avond is en ik voor mijn laptop zit, komen de beelden van dat ongewone restaurantbezoek steeds weer terug. Schuinlinks en kijkend in mijn richting, zat een man van wie het gelaat zwaar geschonden was. Waardoor, dat kon hij zeker en vast niet vertellen, vermits hij niet eens praten kon, evenmin als die andere tafelgenoten. Van hem zou ik nooit horen, zij het met onverstaanbare kreten, hoe zijn stem klonk.

Glimlach

De buurman aan zijn linkerkant (die met de etensresten in de baard) krabde onophoudelijk in zijn haar en stootte regelmatig zijn andere hand in de lucht, voor wat een soort Hitlergroet leek te zijn. Hij stak daarbij de kin vooruit en stootte klanken uit die mij deden vermoeden dat hij in de kortste keren de boel op stelten zou zetten. Maar neen, het enige wat hij, buiten lawaai maken, deed was de voorbijkomende mensen groeten, met een grijns op het gelaat, wat ik na enige tijd als een glimlach interpreteerde. Ik werd daarmee bij herhaling bedacht, reageerde vriendelijk en stelde vast dat hij een schijnbaar intelligente blik in de ogen had. Zijn baard werd regelmatig schoongeveegd door begeleidster nummer een, die alleen al in dat gebaar een aandoenlijke vorm van tederheid legde.

Knalrode zonnebril

Met de rug naar mij gekeerd zat nummer drie uit het groepje, of neen, niet met de rug, wel met de zij, vermits hij zich helemaal weggedraaid had van zijn buurman. Het enige wat ik van hem kon merken was dat hij constant (behalve als hij een hapje binnen stak) zachtjes op zijn mond tikte. Met volle hand. En, oh ja, hij had ook een zonnebril op, eentje met een knalrood montuur.

Ik mocht daarbij veronderstellen dat die twee ‘sukkels’ niets met mekaar te maken hadden (gezien de houding van die ene), maar neen, ze deden gewoon hetzelfde, wat wil zeggen, op de eigen mond tikken. Met voor en door die man die star voor zich uitstaarde, nog een handeling daarbij. Hij stak constant een vinger in zijn oor, als wilde hij zich beschermen tegen onverdraaglijk lawaai. Dat laatste kwam er wel van zijn rechterkant, vermits nummer vijf aan tafel niet veel anders deed dan behoorlijk luid roepen. Het klonk agressief, maar moet dat niet geweest zijn, want telkens als de tweede begeleidster de armen van de drukdoende patiënt voor even weer naar beneden haalde, legde hij, vertederend, zijn kalend hoofd op haar schouder.

Ik keek er verder naar, groette regelmatig de man met etensresten in de baard en vroeg me daarbij af waarom ik blij zou moeten dat ik zo niet was? Blijkbaar hadden die jongens met al wel wat jaartjes op de teller een eigen leven, totaal verschillend van het onze maar misschien even mooi en soms ook even triestig.

column3-1140

Heuse conversatie

Opvallend was dat de twee begeleidsters blijkbaar met hen konden converseren en in elk geval begrepen wat ze met hun kreten en gestes zeggen wilden. Soms leken ze wel gewikkeld in een heuse conversatie. Het bleef voor mij nog even raden of die bijzondere bezoekers daar allemaal wel content mee waren, maar mettertijd meende ik van wel, ondanks al wat lawaai en indringende blikken. Want zij deden tenminste wat wij te weinig doen.

column2-1140

De regelmatig voorbijkomende klanten van het restaurant werden telkens weer met wilde gebaren begroet, wild als uiting waarschijnlijk van opperste vriendelijkheid. En net dat mekaar – zij het discreter – begroeten doen wij, naar mijn mening, veel te weinig.

Auteur: Robert Janssens

1 reactie

Nimue
Mooi verhaal over mooie mensen.
Zonde dat er bij hen iets een beetje overhoop ligt waardoor eten, praten, denken, leven, bewegen, enz.. niet gaat zoals wij graag willen.
Uit eten gaan was voor hen zéker geen gewone dag. T'zal eerder een topdag geweest zijn in hun leven.
Is het dan niet normaal om dan andere mensen die uit eten gaan enthousiast te bekijken en uitbundig te begroeten ?

Voor die 2 lieve begeleidsters mogen ze een standbeeld oprichten want die zijn zeldzaam geworden.
Misschien overwegen om ze te klonen.
16/01/23 18:59 REAGEER

Login Registreer

Robert Janssens

journalist-auteur
journalist-auteur
Robert Janssens (Borgerhout, 25 juni 1939) is een voormalige Vlaamse sportjournalist. Hij maakte naam als wielerjournalist voor eerst de Volksgazet en later vooral Het Laatste Nieuws. Hij schreef een 15-tal fel gewaardeerde wielerboeken en maakt in 2021 op 81-jarige leeftijd met 'Sukkelaar' zijn romandebuut. Boek 'Sukkelaar'

Meer artikels van Robert Janssens

Recente Artikels

Gerelateerde Artikels