Deel via

Gedicht: Annabel Wee (variant op Egidius waer bestu bleven)

March 2023

Vele, vele jaren geleden,
In een land aan de zee,
Leefde een meisje, en zij heette,
Misschien zo jij weet, Annabel Wee.
En dat meisje leefde daar enkel maar
Om van mij te houden en ik van haar.

Kind’ren, ik en zij, wij twee,
In een land aan de zee.
Wij beleefden een liefde die meer was dan wat liefde heet,
Ik en mijn Annabel Wee.
Een liefde die de hemelse engelenschaar
Ons benijdde, die liefde van mij en haar.

En dat is waarom, lang geleden,
In een land aan de zee,
Bij nacht uit een wolk een wind waaide,
En verkilde mijn mooie Annabel Wee;
En hooggeboren verwanten haar, overleden,
Mij ontnamen; en zij droegen haar mee
Om haar te begraven
In een land aan de zee.

Maar onze liefde was veel sterker dan de liefde
Van hen die veel ouder waren dan wij twee,
Van hen die veel wijzer waren dan wij twee.
En nooit kunnen de engelenschaar daarboven
Noch de duivels diep onder de zee
Ooit scheiden mijn ziel van de ziel
Van de mooie Annabel Wee:

Want telkens bij maneschijn komen bij mij dromen
Van de mooie Annabel Wee;
En de sterren fonkelen nooit zonder dat ik zie de ogen
Van de mooie Annabel Wee;
En zo, komt de nacht, lig ik zacht zonder geluid,
Naast mijn geliefde, mijn geliefde, mijn leven, mijn bruid,
In haar graf in een land aan de zee,
In haar kuil bij het gedruis van de zee.



GKC, december 2019

5 reacties

Nijsje
Een ruisend gedicht met aandacht voor het ritme en de afwisselingen vnl. van de zee.
Denk daarbij ook aan Komrijs gedicht dat door Boudewijn de Groot werd 'vereeuwigd'.
Proficiat!

Patrick Nijs
6/03/23 11:40 REAGEER
GuidoMojito
Beste,

Annabel Wee is een vertaling/variant van Annabel Lee van E.A. Poe.

Ik bezorg u later de vertaling van Egidius.

GKC
6/03/23 21:03 REAGEER
rdckx
Annabel Lee
Edgar Allan Poe - 1809-1849

It was many and many a year ago,
In a kingdom by the sea,
That a maiden there lived whom you may know
By the name of Annabel Lee;
And this maiden she lived with no other thought
Than to love and be loved by me.

I was a child and she was a child,
In this kingdom by the sea:
But we loved with a love that was more than love—
I and my Annabel Lee;
With a love that the winged seraphs of heaven
Coveted her and me.

And this was the reason that, long ago,
In this kingdom by the sea,
A wind blew out of a cloud, chilling
My beautiful Annabel Lee;
So that her highborn kinsman came
And bore her away from me,
To shut her up in a sepulchre
In this kingdom by the sea.

The angels, not half so happy in heaven,
Went envying her and me—
Yes!—that was the reason (as all men know,
In this kingdom by the sea)
That the wind came out of the cloud by night,
Chilling and killing my Annabel Lee.

But our love it was stronger by far than the love
Of those who were older than we—
Of many far wiser than we—
And neither the angels in heaven above,
Nor the demons down under the sea,
Can ever dissever my soul from the soul
Of the beautiful Annabel Lee:

For the moon never beams, without bringing me dreams
Of the beautiful Annabel Lee;
And the stars never rise, but I feel the bright eyes
Of the beautiful Annabel Lee;
And so, all the night-tide, I lie down by the side
Of my darling—my darling—my life and my bride,
In her sepulchre there by the sea,
In her tomb by the sounding sea.
7/03/23 18:17 REAGEER
rdckx
Komrij 1944 - 2012 https://nl.wikipedia.org/wiki/Gerrit_Komrij
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kinderballade_(Boudewijn_de_Groot).
De kinderballade. Gerrit Komrij / Boudewijn de Groot

Hij was twaalf, had rappe leden,
jongen uit de Hof van Eden,
als hij lachte, lachten
Alle leeuweriken mee.
Met zijn blikkering van tanden,
met zijn marmerbleke handen,
leek hij op een tere engel
uit een sierlijk bal masqué.
Hij kon klaterhelder zingen
en zijn haar rook naar seringen,
o, hij was een waterprins,
die in zijn pak van goudlamée
was ontstegen aan de zee.

Zij was dertien, een gazelle,
en haar naam was Annabelle.
Annabelle noemden haar
zowel de hinde als het ree.
Met haar helderrode wangen,
met haar glinsterende spangen,
leek zij in haar gazen bruidsjurk
't meest nog op een toverfee.
Blauw waren haar vreemde ogen,
blauw, maar zonder mededogen.
O, ze was een kleine meermin
die maar net, van lieverlee
was ontstegen aan de zee.

Samen, in het ochtendgloren,
wandelden ze langs het koren.
Mild en zonder ze te storen
scheen het zonlicht naar benee.
En onder de roze stralen
kuste hij haar lippen dralend
en hij zei haar wonderwoorden;
zelfs het gras luisterde mee.
Op het horen van die woorden
week voor hen gedwee het koren
en het lispelde: "Wees welkom",
en bood doorgang aan de twee
zoals eens de Rode Zee,

Toen hij op geblaf van honden
dagen later werd gevonden,
lag de blanke prins geschonden
in het koren, zonder fee.
Met zijn dode, grote ogen
keek hij roerloos naar omhoog en
langzaam ritselde zijn bloed nog
uit een gruwelijke snee

Niemand wist meer te vertellen
hoezeer kleine Annabelle
had gehouden van haar engel
uit het sierlijk bal masqué,
Maar nog altijd ruist de zee.







7/03/23 19:09 REAGEER
GuidoMojito
EGIDIUS hertaald.

Mijn lief, waar ben je nu?
Ik verlang toch zo naar u.
De dood koos u en liet mij leven

Wat was uw gezelschap zoet en fijn!
Maar neen, het heeft niet mogen zijn.
Nu ben je hoog verheven,
Klaarder dan zonneschijn.
Vrede is u nu gegeven.

Mijn lief, waar ben je nu?
Ik verlang toch zo naar u.
De Dood koos u en liet mij leven.

Bid voor mij, ik moet nog sneven
En in deze wereld lijden pijn.
Bewaar een plaatsje u beneven.
Ik moet nog zingen een liedekijn
Voor ik voor altijd bij u kan zijn.

Mijn lief, waar ben je nu?
Ik verlang toch zo naar u.
De Dood koos u en liet mij leven.

GKC, 2023
11/03/23 10:58 REAGEER

Login Registreer

Recente Artikels

Gerelateerde Artikels