Met een wit wijntje en een boek
Zoals dat vaak gebeurt, zat ik die namiddag op café, met een wit wijntje en een boek voor mij. Vrouwlief was boodschappen gaan doen en ik had die keer de vroegere Vooruit in Gent als ‘wachtzaal op haar’ gekozen. Voor wie die instelling niet kent: het is een wel gigantisch cultuurcentrum met een even gigantische cafetaria, gevuld met allemaal tafeltjes van vier, waarvan er dan, en zeer in tegenstelling tot wat de gewoonte is, toch een behoorlijk aantal vrij was.
Zoals dat daar moet, ging ik mijn wijntje aan de toog halen, installeerde mij en begon prompt veel aandacht te schenken aan een bepaald artikel uit de Knack. Zo had ik niet gemerkt dat er, helemaal geruisloos, iemand naast mij was komen zitten. Pas toen ik die geciteerde bijdrage gelezen had, keek ik even op en opzij en zag een man naast mij, aan mijn rechterzijde zitten. Blijkbaar een doodnormale kerel, die mij onmiddellijk een brede glimlach schonk. De eerste gedachte die bij mij opkwam was:
-Verdorie, weer ene die ik goed gekend heb, maar van wie ik nu niet meer weet wie hij wel is.
Dat gebeurt al eens meer, maar dit keer niet.
'Iets' vertellen
De man vroeg niet of hij stoorde, neen en zijn steeds aangehouden glimlach wees erop dat hij dat allemaal maar normaal vond. Ik had intussen al wel gemerkt dat die ene pint in zijn hand zeker niet de eerste was en even stemde mij dat ongerust. Het zou niet de eerste keer zijn dat ik op een vriendelijke manier benaderd werd door een of andere dronkaard, die dan snel naar enige agressiviteit overschakelde, verbaal over het algemeen.
Maar neen, hier zat dat niet zo. De man, die niet eens gemeld had wie hij was, beval mij gewoon om ‘iets te vertellen’, over mij dan.
Ik wist eerst niet goed wat ik kon zeggen, begon dan met een of ander verhaaltje van een of andere doodgewone belevenis, maar snel onderbrak hij mij.
-Neen, dat is niet goed, dat wil ik niet weten.
Om aansluitend daarop over zichzelf te beginnen, steeds op een guitige manier.
-Ik, zo zei hij, amper stamelend ondanks de vele pinten die hij zeker en vast al binnen gegoten had, ik ben een kunstschilder, een goeie kunstschilder, een belangrijke kunstschilder.
Hij vervolgde, zonder de minste aandacht aan mijn reactie te schenken.
-Ik sta op en begin te schilderen en doe dat tot ’s avonds laat, elke dag weer. En ik doe ook alles, figuratief, abstract, maar zeg me niks van Picasso, want die vind ik slecht, heel slecht.
Tevreden dat het allemaal zo vriendelijk verliep, ging ik me toch meer en meer afvragen met wie ik te doen had, daar, in de cafetaria van de vroegere Vooruit.
Ooit rijk...
-En, zo vervolgde hij, wat je nog niet weet: ik ben een rijke man, of beter gezegd: ik zal dat ooit zijn…
Veel tijd om daar allemaal over na te denken, liet hij me niet. Van de hak op de tak ging hij mij de meest intieme vragen stellen en hij deed dat ook aan mijn vrouw, die intussen binnengekomen was. Maar ook dat gebeurde op zo’n leutige manier, dat je er geen aanstoot kon aan nemen. Integendeel: je kon er eens goed mee lachen.
Tussen kunst en intimiteit kwam ik toch zijn naam te weten en thuis heb ik die onmiddellijk op google ingetikt. En wat bleek: de man moet wel van een zekere reputatie als artiest genieten. Beelden leerden mij dat hij effectief een zeer gevarieerd palet heeft.
Of hem dat naar die aangekondigde rijkdom zal leiden, weet ik niet. Misschien hangt dat er van af hoe vaak hij zo zwaar aan de pinten zit. Of omgekeerd. Wie weet dus, zal ik ooit eens kunnen zeggen dat ik met een groot, ja beroemd – zij het dronken – kunstenaar op café gezeten heb. Wat dan, zij het voor minder lange tijd, ook geldt voor mijn vrouw.
Auteur: Robert Janssens
5 reacties
….. als je ons die man zijn naam doorgeeft, Robert, kunnen wij misschien allemaal een werk van hem kopen voor hij onbetaalbaar wordt ??? ….. maar ik vrees dat mijn pensioentje van elke maand zo’n aankoop zelfs bij leven van de kunstenaar niet aankan …. Sorry ik hou het dus maar bij de tekeningen van mijn kleinkinderen op het prikbord, die voldoen ruimschoots aan mijn artistieke behoeften, zij zijn voor mij nu al bij leven onbetaalbaar…….en gratis