Deel via

Drie huisjes

January 2024
Je zou Robert Janssens (84) een voyeur kunnen noemen. Nee, niet dat hij de grenzen van het welvoeglijke overschrijdt. Maar in zijn rol als kroniekschrijver is hij voortdurend op de loer naar opmerkelijke mensen en ook plaatsen. Zo ging hij deze weke op stap in zijn eigen stad.

Stad met centen

Wie met enige aandacht langs de ring van Gent rijdt, pikt wel snel de mening mee dat het hier om een stad gaat, waar wel wat centen zitten. Een behoorlijk gedeelte van de gebouwen die langs die brede baan opgetrokken zijn, leren dat flink geïnvesteerd werd om er goed te wonen en links en rechts ook te werken.

Neem nu de kant waar Liliane en ik onze pleisterplaats hebben. Komend van de lange brug, die toegang verleent naar het centrum, staat links een redelijk nieuw gebouw, behoorlijk gelijkend op datgene, wat in Antwerpen, achter het centraal station, zowel de VTM als het HLN herbergt. Minnetjes is dat niet. Vervolgens komen er een aantal appartementsblokken, waarin het duidelijk ook niet goedkoop wonen is. Om de rij dan af te sluiten, rijst er een complex met studentenkoten uit de grond. En hier zou men bijna wettelijk moeten verbieden nog over koten te spreken.

Het ziet er niet alleen luxueus uit, het zal dat binnenin ook wel zijn, wat moeilijk anders kan als men weet hoeveel die al min of meer schandelijke huurprijs de laatste jaren omhoog is gegaan.

Wie kan dat op de duur nog betalen? Voor Liliane en ik, pleegzorggrootouders van een studerende kleindochter, zou het heus wel moeilijk zijn.

Kotenbuilding

Maar pas op: als ik hierboven schreef dat die indrukwekkende building de rij afsluit, ben ik wel even fout geweest en zal dat over twee jaar nog meer zijn. Naast de ‘kotenbuilding’ hebben een hele periode lang drie doodgewone huisjes standgehouden, waarschijnlijk tegen de druk van belang- en invloedrijke bouwondernemingen in. Ik zie ze nog zo voor mij. Eentje had een donkerrode gevel meegekregen, een ander een okergele. Van de derde weet ik het niet meer, hoewel die nog maar pas van de aarde werd weg gesloopt.

column1-1140

Wie al lang leeft, kan zich best indenken hoe die gebouwtjes binnenin uitgetekend werden. Vooraan een woonruimte en daarachter een ruime keuken, waar de mensen ook hun avonden (zonder televisie toen) doorbrachten. Behalve als er belangrijk bezoek kwam, want dan werden in wat nog niet ‘de living’ heette, de beschermende lakens van de zetels gehaald en de feestdranken (een fles zoet voor de dames, een sterker product voor de mannen) op het tafeltje gezet. En werd de kolenkachel aangestoken, dan wanneer men door de winter heen aan de ‘Leuvense stoof’ in de keuken ruim genoeg had. Met goedkope kolen dan nog. Op de bovenste verdieping sliepen de ouders in de grootste kamer en de kinderen in de twee kleinere. Een voor de meisjes en een voor de jongens. Waar plaats was werd dan mettertijd ook nog een badkamer(tje) ingebouwd. En voor de rest was er, onder het pannendak, nog een zolder, waar alleen de dingen, die tot niks meer dienden, opgestapeld werd. Nu gaan die naar het containerpark, maar dat bestond nog niet, toen zulke huisjes opgetrokken werden.

'Normaal'

Maar kijk, in de kortste keren zijn afbraakmachines en stevige arbeiders door die geciteerde huisjes getrokken en blijft er (voorlopig), alleen nog maar een hoop stenen en wat hout van deuren, ramen en plinten over. Die boel zal rap verdwenen zijn en dan kan gestart worden met wat als een onvermijdelijke vervanging mag verwacht worden: een hoge appartementenblok, modern, lichtrijk en comfortabeler om te wonen. Wat allemaal als normaal mag beschouwd worden, want met zo’n opzet is zoveel meer geld te verdienen dan met drie kleine huisjes, die waarschijnlijk ook nood hadden aan dure herstellingswerken. Maar desondanks stemt zo’n evolutie (hoe vanzelfsprekend ze ook is) mij wat weemoedig. Telkens weer worden herinneringen weg ‘gebulldozerd’, herinneringen aan een tijd waarin het goedkoper en misschien ook gezelliger leven was. Tenminste toch voor de gewone mensen.

Maar geen nood. Huisjes, zoals die waarover ik het zopas had, bestaan nog, in Gent en in alle andere steden van het land. Zelfs dat er hier, langs de geciteerde ring, het smalste van de hele stad alsnog overeind gebleven is.

Auteur: Robert Janssens

0 reacties

Login Registreer

Robert Janssens

journalist-auteur
journalist-auteur
Robert Janssens (Borgerhout, 25 juni 1939) is een voormalige Vlaamse sportjournalist. Hij maakte naam als wielerjournalist voor eerst de Volksgazet en later vooral Het Laatste Nieuws. Hij schreef een 15-tal fel gewaardeerde wielerboeken en maakt in 2021 op 81-jarige leeftijd met 'Sukkelaar' zijn romandebuut. Boek 'Sukkelaar'

Meer artikels van Robert Janssens

Recente Artikels

Gerelateerde Artikels