Waar vandaan: Boek > De Belgen in Engeland 1940-1945 > De Rijn over

De Belgen in Engeland 1940-1945

INHOUD "De Belgen in Engeland"

osteo6 Deel 1. Ontreddering (1940-1941)
osteo6 Deel 2. Wederopstanding (1942-1943)
osteo6
Deel 3. Overwinning (1944-1945)
   osteo6 Bestemming Normandië
      osteo6 D-day
      osteo6 Jointoperaties, een eeuwenoud concept
      osteo6 ‘Vive la Belgique, merci, vive la France!’
   osteo6 Een bloedig najaar
      osteo6 September 1944
      osteo6 Vrouwen in uniform
      osteo6 Geblokkeerd onder de Moerdijk
      osteo6
A la guerre comme à la guerre…!
      osteo6
Gevaar in de Ardennen
      osteo6 De ramp met de Leopoldville
   osteo6 De Rijn over
      osteo6 Slotoffensief in Nederland
      osteo6
Bij de Ieren
      osteo6
V for Victory
osteo6 Besluit. De Belgen ná Engeland...

19,95 € - 218 pagina's
Auteur: Frank Decat
Uitgeverij: Lannoo
 
Bestel/koop boek, klik hier.

<<< Vorige pagina

De Rijn over

Bij de Ieren

Een van de vele dienstplichtigen in de ‘Ierse Brigades’ was ereatheneumdirecteur Georges Beerten (geboren in Kaggevinne in 1921). Over zijn diensttijd vertelt hij het volgende:

Op 13 maart 1945 moesten we verzamelen in Ronse. Daar bleven ik en de andere dienstplichtigen ongeveer veertien dagen, om vervolgens te worden ingescheept richting Groot-Brittannië. Wij waren ingelijfd bij het 3de bataljon van de 3de Infanteriebrigade “Rumbeke” en onze eindbestemming was het kamp ­Ballycarry in Noord-Ierland. Het was niet bepaald een gelukkige tijd. Aanvankelijk leden we veel honger en kou. En dan die regen! We sliepen er in van die grote met golfplaten gebouwde barakken – niet bepaald gezellig. In het midden van de barak liep een gang en aan weerszijden stonden de “bedden”: strozakken op “kiekendraad”. Lakens hebben we nooit gehad. Het enige waar ik naar uitkeek was de P.T., de physical training, de gymnastiek zeg maar.

In het begin was de plaatselijke bevolking niet bepaald vriendelijk tegen ons, vreemdelingen. Dat veranderde toen de dorpspastoor aan zijn parochianen vertelde dat we, net als zij, katholieken waren. Zo kwam het dat we werden uitgenodigd door Ierse gezinnen uit de buurt. Mijn vriend en ik kwamen terecht in een gezin met twee jonge kinderen. We werden telkens verwend met cake en thee. Bovendien bood de vrouw des huizes ons de mogelijkheid om onsbinnen – bij hen thuis – te wassen. In het kamp hadden we hoogstens wat lauw water dat we op een klein cilindervormig kolenkacheltje (het enige in onze barak) konden verwarmen.

Nadat we onze basisopleiding in Ballycarry achter de rug hadden (die had ongeveer zes weken geduurd), vroeg de legerleiding mensen voor de TTr-opleiding, de transmissietroepen. Ik gaf me op en vertrok samen met enkele anderen naar Carrickfergus – ook in Noord-Ierland – om die opleiding te volgen. We verbleven in een klein kamp naast het eigenlijke kamp. Toen we midden augustus de opleiding beëindigd hadden, werden we teruggezonden naar ons bataljon in Ballycarry. Daar waren intussen ook nieuwe rekruten aangekomen.

Alles bij elkaar hebben we bijna een half jaar in Noord-Ierland gezeten. Sommige jongens hadden het erg moeilijk. Je moet weten dat wij behoorlijk “oude” soldaten waren. De overheid had er immers niets beters op gevonden dan in 1945 onmiddellijk de oudste klassen onder de wapens te roepen. Zo kwam het dat wij in Ierland zaten met een hele groep mannen die voor de oorlog door studies uitstel hadden gekregen en die in 1945 al een “respectabele” leeftijd hadden. Er waren erbij die getrouwd waren en kinderen hadden. Voor hen was het het zwaarst. Bovendien konden wij, hoewel we een diploma hoger onderwijs hadden, geen onderofficier worden. Dat konden alleen de “vrijwilligers”, jonge snaken van zeventien, achttien jaar die onmiddellijk na de bevrijding hadden getekend. Wie daar in Ierland ook bijons was, was Louis Roppe, de latere gouverneur van Limburg. Hij was onze “opvoedingsofficier”.

Eén “hilarisch” detail moet ik nog kwijt, over de absurditeit van de legeradministratie. Belgen die hun dienst in eigen land vervulden, maar dan onder Brits bevel (het was nog steeds oorlog!) werden beschouwd als “over sea”. Daarom kregen zij heel wat voorrechten. Zo kregen ze bijvoorbeeld gratis sigaretten. De Belgen in opleiding in Ierland, of elders in Groot-Brittannië, waren “at home” en genoten die voorrechten niet. Rokers moesten bijgevolg hun sigaretten zelf kopen van hun karige soldij. Aanvankelijk moesten deze soldaten, waartoe ikzelf behoorde, zelfs eten bijkopen in de kantine, omdat de kazernemaaltijden nogal aan de “magere kant” waren. Het gekochte eten bestond overigens meestal uit “fish and chips”.

Na Ierland moesten we nog een maand naar Engeland. Begin september 1945 zijn we met de boot naar Liverpool vertrokken. Vandaar ging het met de trein naar de oostkust. Ik kwam in Hornsea terecht, een badplaats ten noordoosten van Hull. Ze zochten daar een ambulancier en ik bood me aan. Ik moest er iedere dag het doktersverslag opstellen en de rest van de dag binnenblijven. De kazerne verlaten, nee, dat mocht niet. Begin oktober mochten we eindelijk terug naar huis. Via Dover kwamen we aan in Oostende. Daar werden we op vrachtwagens gezet die ons naar Knokke brachten. We werden er “gelogeerd” in een hotel, in de Lippenslaan nog wel. Ik herinner het me nog heel precies, het was de zesde oktober 1945.
Omdat ik in het bezit was van een ministeriële brief waarin mijn aanwezigheid in het Koninklijk Atheneum van Tienen bepleit werd, werd ik gedemobiliseerd. Dat gebeurde op 20 oktober, pas nadat ik ook al mijn “opgespaarde” verlofdagen had “opgebruikt”. De andere soldaten echter moesten naar Duitsland vertrekken en zijn in totaal veertien maanden onder de wapens geweest.’



Uittreksel uit boek "De Belgen in Engeland"
19,95 € - 218 pagina's
ISBN 978-90-209-6981-8

Auteur: Frank Decat
Uitgeverij: Lannoo

Boek verkrijgbaar bij

Azur, Bol.com, Cosmox, Fnac, Proxis, Standaard Boekhandel.

Bestel boek online via SeniorenNet

Pagina afgedrukt van http://www.SeniorenNet.be/BelgenInEngeland

<<< Vorige pagina...