keuzebeding

Vragen/antwoorden betreffende recht.

bridge
Lid geworden op: 23 nov 2007, 12:59

11 apr 2019, 09:48

via keuzebeding wensen wij ons huis, bij overlijden, voor 100%
te schenken aan de partner.
heeft iemand een voorbeeld van zo'n keuzebeding?
met dank carloss

hovel
Lid geworden op: 31 mei 2005, 15:37
Locatie: Spanje

11 apr 2019, 12:46

bridge schreef:
11 apr 2019, 09:48
via keuzebeding wensen wij ons huis, bij overlijden, voor 100%
te schenken aan de partner.
heeft iemand een voorbeeld van zo'n keuzebeding?
met dank carloss
De notaris zal dit wel voor u opmaken, maar hier is een voorbeeld.
Hiermee kan men ten tijde van het overlijden beslissen wat er moet gebeuren. Men kan alle richtingen uit.

Keuzebeding.
Wanneer het stelsel eindigt door het overlijden van één van de beide echtgenoten, en er op dat ogenblik geen vrijwillige feitelijke scheiding bestaat tussen de echtgenoten (bij duurzame ontwrichting van het huwelijk, dus geen toevallige feitelijke scheiding, gevolg van verblijf in het buitenland van één der echtgenoten omwille van beroepsredenen, verblijf in kliniek, rusthuis, enzovoort) of geen procedure tot echtscheiding of tot scheiding van tafel en bed ingeleid werd, bekomt de langstlevende echtgenoot ten titel van huwelijksovereenkomst, naar vrije keuze en dit zowel bij bestaan als bij niet bestaan van afstammelingen:

A.
  • 1
    a) ofwel de volle eigendom;
    b) ofwel een gedeelte van de volle eigendom;
    c) ofwel het vruchtgebruik;
    d) ofwel een gedeelte van het vruchtgebruik,
van:
  • 2
    a) alle roerende goederen en/of;
    b) alle onroerende goederen en/of;
    c) de gezinswoning, met grond en toebehoren en/of;
    d) bepaalde roerende goederen door de langstlevende aan te duiden en/of;
    e) bepaalde onroerende goederen door de langstlevende aan te duiden.
voor zover deze goederen toebehoren aan het gemeenschappelijk vermogen.

B. Ouderlijke boedelverdeling.
Ofwel wordt aan de langstlevende toebedeeld het gemeenschappelijk vermogen in volle eigendom onder last om aan de nalatenschap van de eerststervende uit te betalen, een bedrag gelijk aan de waarde van de netto helft van deze gemeenschap, waarbij ook de successierechten op de nalatenschap van de eerststervende verschuldigd ten laste van het gemeenschappelijk vermogen worden gelegd.
De betaling van dit bedrag kan op ieder ogenblik dat de langstlevende geschikt acht plaatsvinden, ook in gedeelten, hetzij in geld, hetzij door afstand van gemeenschappelijke goederen aan de erfgenamen. De betaling kan evenwel niet worden gevorderd zolang de langstlevende vruchtgebruik op de nalatenschap uitoefent noch kan voor deze betaling enige zekerheid worden geëist, tenzij in volgende gevallen:
  • als de langstlevende niet meer in staat is zijn of haar vermogen zelfstandig te beheren;
  • als de langstlevende in staat van faillissement of van kennelijk onvermogen verkeert;
  • als de langstlevende een nieuw huwelijk aangaat.
De langstlevende zal de keuze tussen de mogelijkheden hierboven aangehaald onder A. letters 1 a) tot en met d) in alle mogelijke combinaties met de letters 2 a) tot en met e), of onder B. eigenmachtig uitoefenen, en kunnen beslissen zonder inmenging hieromtrent vanwege de andere rechthebbenden van de eerststervende.
Hij zal zijn keuze moeten uitoefenen ofwel binnen de 4 maanden na het overlijden van de eerststervende in een notariële akte, ofwel door een verklaring opgenomen in de aangifte van nalatenschap. Bij gebrek aan expliciete keuze, of wanneer de langstlevende echtgenoot onbekwaam is om zelf zijn keuze te bepalen, wordt het gemeenschappelijk vermogen aan de langstlevende toebedeeld voor de helft in volle eigendom en voor de wederhelft in vruchtgebruik.
In geval van vererving van vruchtgebruik zal:
  • de omzetting van het vruchtgebruik steeds kunnen gevorderd worden door de langstlevende echtgenoot die niet verplicht is tot borgstelling;
  • de omzetting van het vruchtgebruik niet kunnen gevorderd worden door de overige erfgenamen, tenzij met instemming van de langstlevende echtgenoot en behoudens de uitzondering voorzien in artikel 745 quinquies § 2 van het Burgerlijk Wetboek.
Deze huwelijksovereenkomst zal geen toepassing vinden zo de echtgenoten tengevolge van eenzelfde gebeurtenis komen te overlijden.
Voormelde huwelijksvoordelen kunnen niet worden ingeroepen indien de langstlevende van de echtgenoten is onterfd overeenkomstig artikel 915bis § 3 B.W. of onwaardig is in de nalatenschap van de eerststervende.”