KENNISMAKING MET DE PSYCHIATRIE

Literaire pareltjes van maatschappelijke gebeurtenissen.

figaretto
Lid geworden op: 13 aug 2005, 14:10
Locatie: waar de meeuwen schreeuwen boven 't golfgedruis...

22 dec 2012, 16:54

Zaterdag 22/12/12. Het regent nu onophoudelijk. Even de politiek en de opera laten rusten voor wat ze zijn en de gelegenheid te baat nemen voor een verslag van een van de zovele dramatische gebeurtenissen uit mijn bestaan.

ERVARING IN DE PSYCHIATRIE

Ooit zat ik een tijdje vast in een psychiatrische instelling. Bij sommigen hier zal nu misschien een sardonisch grijnsje om de lippen komen zo van “verwondert mij niet erg”. En een bezorgde forummer verwees me reeds met een bedenkelijke vinger in die richting na het lezen van mijn stukje over de geestelijke gezondheidstoestand van toekomstig burgemeester van Antwerpen. Dat laatste was natuurlijk maar spielerei maar hier gaat het over bittere ernst.
Het was in Tremelo waar ik toendertijd woonde. Op een zondagochtend was ik, na de boodschappen in het dorp, even café Volkshuis binnengewipt voor een kleine verkwikking. (Dit groot café bestaat nu niet meer ; daar is nu die bekende kledingszaak BOBO in gevestigd.).
Daar speelde zich een niet-alledaags tafereeltje af. Een verpleger was met zeven psychiatrische patiënten naar het café gekomen voor een begeleide uitstap. Het zou nu ongeveer etenstijd gaan worden in de instelling en hij verzamelde zijn klanten voor de terugkeer. Maar er ontbrak eentje. Die had waarschijnlijk nog geen zin gehad om te vertrekken en had zich ergens verborgen. De verantwoordelijke wisselde enkele woorden met de bazin waarbij hij wellicht bevestigde later terug te komen om het ontbrekend exemplaar op te halen. Echter toen hij pas verdwenen was kwam het vrijwillig verdoolde schaap tevoorschijn en raakte wat in paniek. Blijkbaar had hij spijt gekregen van zijn actie en liet nogal luidruchtig voor de gehele zaal verstaan dat hij zo vlug mogelijk bij zijn collega’s wou zijn. Om de heisa in de zaak ongedaan te maken stelde ik hem voor hem met mijn auto naar het tehuis te voeren, een aanbod dat hij gretig aanvaardde.
Onderweg bedankte hij me uitvoerig en overlaadde mij met superlatieven van waardering die me een beetje ongemakkellijk deden worden. Hij moet me zo ingeschat hebben als het product van een kruising tussen de Barmhartige Samaritaan en Moeder Theresa. En hij wou me absoluut een pint betalen ginds in de kantine, iets dat ik ondanks vele pogingen niet afgewimpeld kreeg.
Eens de wagen op het parkeerterrein achtergelaten stapten we dus met z’n beidjes naar de ingangsdeur die hij met een sleutel opende. Binnen waren nog verscheidene figuren aanwezig en daar werd ik onmiddellijk aangeklampt door een oudere man in een rolstoel die me de weg naar Boom vroeg. Ik legde mijn hoofd in de nek, plaatste mijn wijsvinger tegen het puntje van mijn kin en sloot de ogen om te veinzen dat ik over de vraag nadacht maar eigenlijk zocht ik een passend antwoord om ze te ontwijken want veel nut zou het toch niet gehad hebben. Hoe dan ook, mijn houding was al even nutteloos want de man rolde ondertussen naar andere oorden. Ik wendde me dan maar tot mijn beschermeling maar ook die had het hazenpad gekozen. Geen nood want ik voelde me opgelucht, mijn taakje was volbracht en ik kon huiswaarts. Tenminste dat dacht ik. Maar dat bleek een vergissing. De deur zat op slot. Ik zat vast.

Ik keek rond me heen op zoek naar een personeelslid maar dat lijkt eenvoudiger dan je denkt. Het is namelijk niet meer zo dat die verplegers in witte kielen en met dwangbuizen onder hun armen rondlopen. Men onderscheidt ze niet meer van patiënten en op de aangezichten van deze laatsten valt ook niet altijd af te leiden of ze nu al dan niet alles op een rijtje hebben. Kijk bijvoorbeeld naar Pascal Smet ; zolang hij z’n mond niet opendoet merk je daar niets aan.
Toch had ik, na een paar slagen in het water, de juiste persoon te pakken in de vorm van een jongedame waarvan ik, door haar jeugdiheid, kon vermoeden dat ze nieuw was in het vak, misschien nog wel een stagiare.
“Goede middag juffrouw, zou u me even willen buitenlaten ?”
“Hebt u daarvoor een toelating ?”
“Een toelating ?”
“Ja, u weet toch dat u helemaal alleen zonder begeleiding niet naar buiten mag zonder schriftelijke toelating van de dokter of de hoofdverpleger ?”
Dit was duidelijk, ze zag me aan voor een inwoner.
“Kijk juffrouw, dit is een misverstand. Ik zat in het Volkshuis en wanneer de groep wou terugkeren ontbrak er iemand en toen die opnieuw tevoorschijn kwam, dan…”
“Ja dat heeft mijn collega me verteld maar u had niet op uw eentje mogen terugkeren maar wachten op het busje.”
“Dat deed ik ook niet, ik heb de ontbrekende met de auto naar hier gebracht. Kijk daar staat mijn aut… Neen, van hieruit kunt u hem niet zien maar als u met mij even naar buiten wilt gaan…”
Ze wou niet. Zeer waarschijnlijk wordt er hen tijdens hun opleiding op gewezen dat psychiatrische patiënten soms zeer sluw zijn om met allerlei foefjes de benen te nemen. Eens buiten zou ik het op een lopen gezet hebben, moet ze gedacht hebben.
Ze loog dat ze de sleutel niet bijhad en niet wist waar het reserve-exemplaar lag en verzocht me daarom nog een paar minuutjes geduld te hebben totdat haar collega terugkwam. Ze ging in een fauteuil zitten en scharrelde daar een krant op. Op mijn beurt ging ik dan ook maar zitten, niet alvorens een ultieme poging te wagen :
“Mijn spruitjes zullen ontdooien !”
“Uw sprui…wat zegt u nu ?”
Hier was ik in de fout gegaan wat mijn zaak niet ten goede kwam. Eerst had ik wat uitleg moeten geven.
“Ziet u, ik heb boodschappen gedaan en er liggen onder meer diepvriesspruitjes in de koffer van mijn auto die nu in de zon staat en ik vrees dat deze sterk aan kwaliteit gaan verliezen.”
De enige reactie die ik kreeg was een wantrouwige blik uit haar ooghoeken zoals van de revolverheld in een western die tijdens het pokeren in de saloon de malafiede deler fixeert. Dan bladerde ze verder in de krant en begon aan het kruiswoordraadsel.
Ja, dit was een harde tante. Maar ik troostte me toch met het feit dat ze me niet aan psychologische tests begon te onderwerpen. Ge weet wel, men begint over allereenvoudigste dingen zoals het weer of de prijs van de patatten en op het einde vragen ze u de vierkantswortel te trekken uit een getal van zes cijfers. En zelfs als ge dat kunt is het nog oppassen geblazen want overintelligentie is blijkbaar ook al een ziekte.
“Tiens”, sprak ze, terwijl ze de krant even toeklapte, “ik denk dat ik een oud exemplaar vastheb. Weet u soms welke dag het vandaag is ?”
Daar had je het ! ‘k Had het niet mogen denken…
“Vandaag is het zondag” zei ik.
Ze knikt even en gooide zich weer op het kruiswoordraadsel.
“Hier staat : bijbels patriarch, bekend om zijn ark, drie letters en begint met een N. Wie zou dat kunnen zijn vraag ik me af;”
Ze vroeg het zichzelf niet af natuurlijk, maar mij.
“Noach zeker ?”
“Kan niet, dat zijn vijf letters”
“Noë dan.”

Tot mijn opluchting zag ik de deur opendraaien en haar collega binnenkomen.
“k’ Heb hem verdomme niet mee, hij is er vanonder met iemand, per auto dan nog wel !”, joelde hij naar mijn cipierster.
Ik dacht dat het tijd werd om de zaak op te helderen.
“Kijk es hier mijnheer, luister even…”
“Het spijt me meneer maar we hebben nu geen tijd om naar u te luisteren. We zijn een patiënt kwijt en…Overigens, wat doet u hier ? De bezoekuren zijn pas vanaf 14 uur. U moet hier onmiddellijk weggaan.”
Dit liet ik me geen tweede keer zeggen.
De volgende dagen keek ik steeds na het nieuws of er geen opsporingsbericht verscheen naar een jongeman uit een instituut uit Tremelo en of dit bericht niet werd afgesloten met de vermelding : de vermiste beschikt niet over al zijn geestesvermogens zoals men dat eertijds placht te zeggen. Tegenwoordig heet dat heeft dringend medische hulp nodig en dat mag dan wel hetzelfde zijn, een eufemisme is hier niet misplaatst.
Er waren geen berichten in die zin.
Fazal

22 dec 2012, 22:09

Figaretto, man man man, jij bent werkelijk onbetaalbaar! :D

bocuse
Lid geworden op: 04 apr 2005, 14:47
Locatie: wetteren

23 dec 2012, 10:06

Echt leuk om lezen !!

Verstokte Vlaming in Wall
Lid geworden op: 22 sep 2006, 18:53
Locatie: luik

23 dec 2012, 18:42

Bij het (her)lezen van "Het Verdriet van België" door Hugo Claus(774 blz)dacht ik even terug aan de zo mooie bloemlezing van Figaretto hierboven.Een schitterende taal,Figaretto...geef ons af en toe nog maar een staaltje van jou kunst,we zullen het weer gretig lezen en herlezen.
destijds de rozenkrans.Laat ons bidden,zei de pastoor,en ik sliep meteen in.