Waar zijn ze, waar zijn ze?

Literaire pareltjes van maatschappelijke gebeurtenissen.

kwezelein
Lid geworden op: 13 aug 2011, 22:37

18 mar 2017, 20:51

We zijn al een paar maanden verder na het euvel met de juf in de school. Mijn papa en mijn mama hebben besloten mij naar een speciale school te laten gaan. Een school waar ze goed kunnen omgaan met autisme en niet op de persoon spelen maar op de bal zoals mijn bompa ooit zei.
Het is een hele leuke school in de nabijheid van een bosje waar de lucht nog zuiver is voorlopig. De klasjes zijn ingedeeld met prentjes die tot je verbeelding spreken. Tof van die mensen om eens anders te denken met zulke kinderen. Kinderen begrijpen beter als ze foto’s of icoontjes aan de muur zien. Hun naam is in de vorm van een vierhoek of ballon, iedereen heeft ook zijn eigen kleur. Mij hebben ze dus groen gegeven en ik weet zeker dat ik bang ben van alles wat groen is. Zo lust ik bijvoorbeeld geen spinazie of boontjes maar hou ik wel van dino’s.
Op het ogenblik zijn we met zes kleuters in het klasje met allerlei speeltuigen waar we leren mee omgaan.
We mogen ook meer wandelen zodat onze gedachten niet zo vlug afgeleid worden door andere dingen. Ontspanning dat is een heerlijke bezigheid en wie goed ontspannen is komt uitgerust thuis zeggen ze.
Als de leerklassen gedaan zijn, mogen we met een speciale bus terug naar onze voor- en naschoolse opvang. Een hele bus alleen voor ons, kinderen die veel aandacht vragen, veel liefde nodig hebben en vooral een minibus voor kinderen die uiterlijk zijn als anderen maar andere gedachten hebben.
Kinderen met autisme zijn moeilijk te doorgronden. De ene schreeuwt het uit bij een misverstand, een andere begint te slaan om zich heen.
Maar in het minibusje zijn ze allemaal de koning te rijk, het is hun vervoer.

Het busje brengt de kinderen ook naar plaatsen waar ze anders geweigerd worden als ze met gewone kinderen daar zouden vertoeven. Iedereen is gelijk voor de wet daar.
De leerkrachten die daartoe speciaal een opleiding voor gevolgd hebben, toveren een glimlach op hun snoetjes. Ze stralen van blijdschap als ze thuis komen en af en toe kunnen ze vertellen over de leuke ontspanningsdag die ze weeral hebben mogen beleven. Je merkt een hele verandering in hun doen en laten na een paar maanden.
Zo leerden ze verleden week omgaan met een stap-loopfiets. Een fiets zonder pedalen waarbij ze hun beide benen moeten leren gebruiken om de fiets vooruit te krijgen.
De leerkracht van dienst zetten een parcours uit en tot groot jolijt van de kleine mannen lukte het met vallen en opstaan wonderwel.

Tot er plots paniek uitbrak in het groepje. De kleuter die niet op een stapfiets zat liep over het parcours, pardoes onder iemand zijn loopfiets. Niemand is hier schuldig, gewoon een dom ongeval.

Is niks aan de hand beaamde de juf, je moet je niet zo aanstellen. Ondanks dat hij klaagde over pijn in zijn onderbeen, werd hij op het busje gezet dat hem naar de naschoolse opvang bracht.

De mama van het kind werd gecontacteerd dat ze haar zoon moest komen ophalen want hij hield vol dat hij pijn had en begon al moeilijk te lopen.

Nog geen half uur erna lag het manneke op spoed en stelde men een dubbele beenbreuk vast!
De juf zal verwonderd en verrast zijn maandag zeiden ze, wat een onnozele pijn uiteindelijk werd. De rolstoel gaat een paar weken mee in het minibusje en hopelijk komt alles in orde met hem. En juf: bedankt hiervoor!
niks is eeuwig!

kwezelein
Lid geworden op: 13 aug 2011, 22:37

12 aug 2017, 17:36

Recreatie en toerisme zijn erg belangrijk in het leven van de moderne mens. Vooral nu er steeds meer vrije tijd komt, die men zo zinvol mogelijk moet of wil proberen op te vullen.
Blijft men in zijn eigen omgeving en doet men aan een vorm van ontspanning in zijn vrije tijd noemen we dit gewoon recreatie.
Wil men buiten zijn eigen dorpje of stad rondlummelen spreken we van toerisme.

Toeristische plaatsen in België zijn er genoeg om een dagje te verblijven en dan heb ik het niet over de kuststreek.

Wil men liever eens drie dagen er tussenuit knijpen lijkt het me meer op een korte vakantie. Wie wil nu niet eens een dag of drie weg van huis, weg van alle beslommeringen?! Ver weg in het uiteinde van ons land om het gezaag van de buren, de kinderen niet te aanhoren.
Wat trekt een mens elders dan thuis aan? Is het een kampeerterrein of een museum, misschien een monument dat op TV is geweest? Zijn het de uitgebouwde verkeersnetten, of de fietsknooppunten die we willen leren kennen?

Zijn de hoofdsteden van onze provincie ineens bekende steden geworden en willen we die voor geen geld missen?

Is men op een gegeven moment uitgekeken naar de gedenktekens aan de Westkust, vertrekken we naar het buitenland. Wat gaan we dan doen in een ander land? Gewoon op godsgeraak de auto nemen of de fiets en daar waar de naft bijna op is gebruikt, stoppen we om een hotel te boeken.

Vroeger liepen we het reisbureau plat om brochures in te zien. Geen plaats was te warm of te ver als er maar veel water in de buurt was. Nu neemt iedereen de tijd om op google eens rond te neuzen. In onze luie zetel kunnen we zo maar in een wip prijzen en kwaliteit met elkaar vergelijken. Makkelijk toch!?

In één hotel nog verblijven al die tijd van ons verlof? Dat doen we allang niet meer. We reizen om te leren en om veel te zien. Van het ene hotel naar het andere, dàt is plezant maar ook vermoeiend.
Iedere keer weer ’s avonds je koffer inpakken en ’s anderendaags uitpakken. De laatste jaren pakken we zelfs de valies of koffer niet meer uit. Zo gaat het vlugger. We nemen de kleren die we denken dat we nodig hebben om aan tafel te gaan of om een lange wandeling te doen. We worden alsmaar luier.

De fietsen gaan op de bagagerek en als we denken dat we die moeten gebruiken om de monumenten te bezichtigen in den vreemden, doen we dat gewoon. Hebben we geen zin om iets te doen, blijven we gewoon liggen ter plekke met een heerlijk koel drankje en een snack.

Als we beu zijn in de hotels gaan we de volgende keer kamperen. Eerst denk je dat je alleen bent op een wei maar achteraf stel je vast, je tent is te groot of is het terrein te klein geworden voor al dat nieuwe toerisme?

Niet twijfelen, gewoon doen, een keertje overnachten op een wei om ’s nachts opgeschrikt te worden door een hevig onweder. Waar zijn mijn laarzen nu naartoe…?
niks is eeuwig!

kwezelein
Lid geworden op: 13 aug 2011, 22:37

14 aug 2017, 15:02

Wie ooit het kamperen uitgevonden heeft zal wel een mens geweest zijn die van de natuur hield. Wellicht sportmensen! Als je op verplaatsing gaat om aan een bepaalde wedstrijd mee te doen en het is nogal ver van huis ben je verplicht om er ergens een overnachting te doen.
Een onderdak vinden kost al gauw stukken uit je budget.
Gelukkig zijn er tegenwoordig veel alternatieven om van je sport te genieten. Je neemt gewoon je tent mee of je caravan. Wild kamperen zou ik sterk afraden omdat het de laatste tijd niet meer zo veilig is door allerlei soort individuen die je proberen wijs te maken dat je fiets beter in hun garage past.

’s Morgens word je gewekt door veel vogels die je thuis niet hoort of je hebt geen tijd om heel vroeg al naar getjilpt te luisteren. Op vakantie, want ieder verlof is vakantie, geniet je meer van dingen die je thuis ontglippen of die je gewoon vergeten bent dat ze nog bestonden.
Als je nu op een luchtmatras of in een slaapzak wakker wordt, het doet er niet toe, als je het maar kan. Eerst denk je bij het ontwaken, waar ben ik nu? Waar liggen mijn voeten en waar en op welke wei kamperen we nu?

Ziiiip….ziiiip….Eens dat het tot je doordringt gaat de rits open, je ademt frisse lucht in. Niet overal is de ochtenddauw heilig maar aan de Moezel en in de bergen gegarandeerd dat je niet vlug naar huis wil.

Het is al eens voorgekomen dat we ’s avonds alleen stonden en tegen de vroege ochtend aan, stond het vol met allerhande overnachtingtoestellen. Nu moet je voor 12 uur ’s middags al aanwezig zijn of je vindt geen plaats meer vrij. Maar voor iedereen is het ontwaken gelijk. Ieder ademt het frisse natte gras in en met zijn allen kijken we naar de merels die hun eerste worm zoeken tussen de bladeren of de kruimels die veel bezoekers weggooien.

Kamperen is geen rijkelui of armeluisport, het is er voor iedereen. Je kan kiezen uit zo veel mogelijkheden om je vakantie aangenaam te maken en zeker als je kleine kinderen mee hebt. De meesten met kinderen kiezen echter voor een familiegebeuren. De vakantiedagen doorbrengen met het gezin als ze tenminste braaf en gewillig zijn. Geen jengelende kleinkinderen mee op verlof! Hier kozen we vroeger voor de kust, zand en strand en water…

Over wat praten de mensen dan als ze zich ontmoeten op een weide vol met verscheidene nationaliteiten? Over de kleinkinderen natuurlijk. Kleine kinderen is het gespreksonderwerp bij vele oma’s en opa’s. Ook waar we al geweest zijn en hoe het er was en wat raden ze ons af om nog te doen.

Samen een ontbijt nemen in je voortent, het hondengeblaf aanhoren, ruziënde kinderen met ouders die hun lievelingen op het matje roepen heel vroeg nog voor dag en dauw. Het kan allemaal op vakantie voorkomen. Juist doen alsof je dit niet hoort, het brengt rust in je eigen ziel. Je bent immers ver van huis om rust te vinden, om alles eventjes achter je te laten.
Het verblijf is van korte duur, alles wordt opgeruimd en je trekt verder naar een andere locatie. Daar waar de stilte heerst, daar waar het kabbelen van het water je longen vol gezonde lucht pompt.

Een laatste groet naar de medekampeerders, een flinke aai over Bobby zijn hoofd die kwispelend tegen je opspringt.en weg zijn we weer. We laten ons verrassen wat we onderweg allemaal tegen komen. Hopelijk niet té veel zwerfvuil!
niks is eeuwig!

kwezelein
Lid geworden op: 13 aug 2011, 22:37

15 aug 2017, 11:24

De keuze is moeilijk als je een paar weken eruit wilt. Laten we de i-pad en de sociale media thuis of nemen we alles mee en houden we het beperkt? Rondom je zie je veel jonge mensen die niks anders doen dan hun vingers oefenen met zulk plat ding in hun handen. Het ontgaat de jongeren hoe het leven kan zijn zonder facebook Het publiek wordt alsmaar jonger en de ouderen lijken het niet te begrijpen dat het een nieuw tijdperk is waar je nog alleen praat langs sites en met smileys. Hoe je ook je best doet om contact te leggen met jongeren, ze doen alsof ze je niet horen. Ze zijn ziende blind voor alles en allergisch voor opruimen.

Troep dat je vindt wanneer mensen zich groeperen om heel de avond een stokje te steken op de grill. Lege flessen en blikjes lijken een verzameling om er een kunstwerk van te maken. Niet te vergeten de rook en de stank van hun kurryworsten. Toch doen we soms mee als volwassen mensen, we laten ons niet kennen hé!

Laatst in Jena stonden de weiden bomvol met oldtimers. Ze kiezen de laatste tijd allemaal om zich te verzamelen op een ligweide. Een leuke bende zou je zeggen, tot dat ze de douches in bezit nemen. Het water stroomde je letterlijk over de voeten wanneer je ook eens een frisse douche wil nemen. Speciale geuren van gels en shampoos, deo’s, aangeslagen spiegels waar mee je blind kan oefenen om je haren te kammen, je komt het allemaal tegen.

We veronderstellen dat deze mensen niet geïnteresseerd zijn in lange boswandelingen, fietstochten en nog minder om naar de vleermuizen te kijken in de late avonduren.
Maar het brengt leven in de brouwerij en je kan van alle kleine dingen genieten die je hoort en ziet. Je hoort vreemde talen en probeert er een knoop aan vast te knopen en soms lukt het ook tot er iemand aan me vroeg of ik Italiaanse was? No parlare italiano verduidelijkte ik hem. Eo of was het io, Belgica

Je hoort de kikkers kwaken in de grote vijver langs de camping. Voorspelt het mooi weer voor morgen? Niks van. De hele nacht zou het regenen en een stevig onweer geven. Hopelijk knalt de dondergod niet te hard, van harde knallen kan je alleen maar vreselijk schrikken. Bliksemschichten kunnen inslaan op de hoge bomen waar je net in de buurt staat met al je spullen.
Alles loopt goed af, geen enkel probleem gehad op het ondergelopen terrein na. Geen oldtimers meer te bekennen, geen afval meer te bespeuren, alles keurig opgeruimd. De laarzen komen nu van pas ook al is het geen zicht om naar het toilet te gaan.
Zou het een dag worden van kruiswoordraadsels of sudoku’s? Eenmaal de zon er weer is springt iedereen op zijn fiets en denkt niemand maar aan de voorbije nacht.

Jena zelf ligt een tiental km verder, een kleine stad waar het een druk leven is. Je kan er de porseleinmarkt bezoeken. De wegen zijn er redelijk, je hoeft niet altijd de drukke wegen te nemen die natuurlijk heuvelachtiger zijn. De fietsbeddingen liggen verscholen tussen het groen maar het staat goed aangegeven. Het kan zijn dat je ook eens flink je benen moet gebruiken als je onverwachts toch heuvels tegenkomt.
Voor de avonturiers onder ons. Er ligt een verscholen onverhard pad dat je langs een rots brengt en je maar amper een stuurbreed ruimte geeft. Vooral niet panikeren, dat is een slechte raadgever. En dan maar hopen dat je geen tegenliggers krijgt!

In het vroegere Oostblok kom je nog veel oude boerderijen tegen die dringend aan een opknapbeurt toe zijn. Op alle onmogelijke plaatsen die je niet verwacht kom je terrassen tegen. Overal waar ook maar een beetje water in de buurt is kan je wat nuttigen of een frisse cola nemen en voor de prijs hoef je het niet te laten. Voor 1.80 euro kan je al een halve liter echte cola krijgen. Als je veel dorst hebt omdat de zon hevig van de partij is, zou je zelfs het dubbele willen geven. Het uitzicht of de recreatie krijg je er gratis bij. Mooi meegenomen zou ik zeggen.
niks is eeuwig!

zandmannetje
Lid geworden op: 02 feb 2003, 23:15
Locatie: Het land met meer ministers dan inwoners

24 sep 2017, 20:06

“Het kan verkeren” zei de een of andere stoethaspel in een vorige eeuw, ik dacht zelfs dat zijn naam Bredero was.
Deze gozer heeft wel meer uitspraken gedaan, onder andere “Ik ben het zo beu als koude pap” maar dat is niet zo geweten door het plebs.
Dat kwam namelijk door het feit dat alle tanden uit zijn bakkes waren geslagen tijdens een vechtpartij om een meisje.
Natuurlijk om een meisje, om wat anders dacht je?
Sindsdien kon hij niet meer in een boterham bijten, alleen pap slurpen lukte nog. Liefst had hij zijn papje op een temperatuur van 43°C , maar zijn eega durfde nogal eens nonchalant omspringen met de termometer die toen alsnog moest uitgevonden worden, en dan kreeg deze onfortuinlijke dichter koude pap voor zijn neus geschoven. Vandaar die uitspraken, waarvan alleen die eerste van tel is in mijn verhaal.
In mijn jonge jaren, die in mijn gedachten slechts van gisteren zijn afgelopen, was ik lid van een triumviraat.
Wat een mooi geleerd woord is me dat, het is zelfs Latijn potdorie, om aan te geven dat we steeds met drieën op pad waren.
Gezworen kameraden, als het ware. We speelden alle drie in dezelfde voetbalclub, en met torenhoge ambities om het waar te maken in het eerste elftal. Slechts één haalde de top, Wim stond jarenlang onder de lat bij R.Antwerp.F.C.
Swat haalde de top niet, en ik kwam zelfs niet in aanmerking. Op de medische dienst van de K.B.V.B., gevestigd in het Heyselstadion indertijd, werd ik afgekeurd om aan topsport te doen wegens een slecht werkende hartklep.
Vandaar dat ‘Het kan verkeren’ want Wim en Swat, hoewel beiden zelfs één jaar jonger dan ik, hebben beiden reeds de pijp aan Maarten gegeven, ze hebben beiden het loodje gelegd. Wim ligt onder de groene zoden, zoals dat romantisch gezegd wordt, en de asse van Swat is verspreid door de wind naar alle windstreken.
Wim is sedert enkele jaren reeds heengegaan, Swat enkele maanden geleden. En ik, degene die afgekeurd werd, zit hier nog steeds op dit aardse tranendal.
Voor hoelang nog gaat die zeveraar hier postings deponeren, vraag je jezelf misschien wel af?
Ik weet het niet, ik begin nog maar juist. Of het moest zijn dat Trump en Kim Jong-Un er een andere mening op na houden...
Wat mij bij volgend vraagje brengt: Die Kim Jong-Un, is dat de zoon van MaJongh?
Zo, dat was het dan.
Heb nog een goed leven en we zien mekaar misschien weer in de hel.
Tot zolang dan zal zandmannetje jou wel in slaap lullen !

figaretto
Lid geworden op: 13 aug 2005, 14:10
Locatie: waar de meeuwen schreeuwen boven 't golfgedruis...

27 feb 2020, 12:07

Z E N O


Onlangs las ik een interview met professor Rosa Rademakers over dementie. Zij is DE deskundige op dit terrein, tevens de opvolger van Christine Van Broeckhoven, die nu met pensioen gaat. Na lectuur van de zes varianten, las ik de wenken ter voorkoming van deze ziekte. Het viel me op dat de wijze raadgevingen hiervoor eigenlijk weinig of niets verschillen van deze die ook geldig zijn voor bijna alle andere kwalen als daar zijn : hypertensie, obesitas, hartstoornissen of gewrichtspijnen. Het komt er in al die gevallen op neer de levenswijze te veranderen door middel van een dieet en daarbij veel te bewegen. In al die gevallen is het dieet in 3 punten te omschrijven :
1. Van alles wat je zeer graag eet of drinkt, daar moet je absoluut af blijven. Complete abstinentie !
2. Datgene wat je niet echt graag lust, maar desnoods toch gebruikt omdat er niets anders beschikbaar is, dat mag je in beperkte mate verorberen.
3. Waar je een gloeiende hekel aan hebt, mag je, neen moet je, in grote hoeveelheden verbruiken.
Wat beweging betreft : vóór uw sober ontbijt een koude douche en erna een stevige wandeling. Na de noen een tweetal uurtjes joggen en tot slot ‘s avonds, als een kleine tegemoetkoming, een kopje thee (zonder suiker natuurlijk) tijdens je inspanningen op de home-trainer fiets.
Deze levenshouding wordt stoïcijns genoemd. De grondlegger ervan was de Grieks-Cypriotische wijsgeer Zeno, ongeveer 300 jaar v.C. Diens filosofie werd en wordt toegepast door veel kloosterlingen zoals de paters trappisten, althans naar men zegt, maar ook door de moderne mens in de hoop op een lang en gelukkig leven. Het ligt voor de hand dat Zeno zelf volgens zijn eigen regels leefde want hij pleegde dan ook zelfmoord in 264 v.C. Zeer begrijpelijk uiteraard.
Hoewel ik zelf een groot bewonderaar ben van de Griekse wijsgeren, ben ik toch niet geneigd mij een aanhanger te voelen van Zeno’s filosofie. Ik geef namelijk de voorkeur aan warme douches, croissantjes met boter en marmelade en nooit haal ik het in mijn hoofd om dingen in huis te halen zoals home-trainers en dergelijke foltertuigen, die men aantreft in bepaalde lokalen die men fitness-centres pleegt te noemen.
Na verder denkwerk botste ik op zijn tijdgenoot Epicurus. Zijn volledige leer hier uiteenzetten kan natuurlijk niet, daarom beperk ik me tot enkele van zijn kerngedachten. Letterlijk zei hij : “De dood gaat ons niets aan”, en dat het ook het een door de natuur gegeven feit is, dat mens en dier nastreven : “het vermijden van pijn en het verkrijgen van genot”. Hij schreef er dan wel bij dat je met die zaken nu ook niet moet gaan overdrijven. Want, zo liet hij verstaan, je kunt dan wel best genieten van een stevige en lekkere maaltijd maar je moet opletten dat je je geen indigestie eet of een kater drinkt, want dan is het helemaal geen genot meer. Ook was hij van oordeel dat je roem en drukte dient te vermijden : “Leef in het verborgene”, zei hij. Hij zal waarschijnlijk bedoeld hebben “op vrijwillige basis”, want ja, sommigen verdwijnen al eens in het verborgene uit noodzaak nadat ze het een beetje te bont hebben gemaakt.
Waarschijnlijk zal de lezer(es) al begrepen hebben dat mijn voorkeur uitgaat naar de filosofie van Epicurus : wars van alle gewoel, lekker in het verborgene, in een gemakkelijke zetel met een drankje en een boekje en de kat op mijn knie. Geen hond want daar moet je driemaal per dag mee buiten, ook als het regent, waait, vriest of te warm is. Katten liggen mij beter : die doen ook niets. Natuurlijk weet ik dat er mensen zijn die liever een actief leven leiden. Zo heb ik een buurman die aan veldrijden doet. Zo maar, als hobby. Naar veldrijden kijk ik soms op de televisie. Is me dat labeur zeg ! Ploeteren door de modder, heuvels op kruipen met een fiets over je schouder om je daarna met ware doodsverachting naar beneden te smijten op gevaar van je botten te breken, en dat alles onder het gekrijs van een uitzinnige meute kijkers die soms kwakken bier in je gezicht gooien. Hiermee vergeleken waren de schermutselingen tussen de gladiatoren in de antieke Romeinse theaters zoals het Colosseum, nog toonbeelden van beschaving. Het valt te verstaan dat Matthieu Vanderpoel, Toon Aerts, Wout Van Aert en konsoorten dat doen want dat is hun broodwinning en ik zou niet graag op die manier aan de kost komen, maar als hobby ??? Nochtans ziet mijn buurman er voorts heel normaal uit : hij gaat al eens winkelen, net zoals ik, ik zie hem al eens een krant kopen en ook als hij praat hoor je daar niks vreemds aan.
Men kan zich nu afvragen of ik dan helemaal niet aan sport doe. Toch wel, zo wandel ik bijna elke donderdag naar ‘t café om te manillen, behalve wanneer het regent, waait, vriest of te warm is, dan neem ik de auto. Goed, manillen is een denksport weliswaar, maar dan een sport die mede helpt om dementie te voorkomen. Rosa Rademakers heeft dit nu niet specifiek vernoemd in haar interview maar andere bronnen hebben me dat diets gemaakt. Of die andere bronnen dan weer goed ingelicht zijn, betwijfel ik, want ik lijd eigenlijk aan een ernstige vorm van dementie. Alleen kan ik dat goed verbergen. Om het met Epicurus te zeggen : ook mijn ziekte “leeft in het verborgene”.

figaretto
Lid geworden op: 13 aug 2005, 14:10
Locatie: waar de meeuwen schreeuwen boven 't golfgedruis...

21 jun 2020, 11:38

B E T O G I N G

Eerlijk gezegd, het is nooit mijn sterkste kant geweest. Mijn vroegste herinnering over betogingen gaat terug naar De Schoolstrijd toen ik ongeveer 8 jaar oud was. Uiteraard begreep ik nog niet waarover het precies ging maar uit het gedaas in mijn omgeving kon ik wel al afleiden wie de grote boosdoener was : Collard. Dat die man weg moest was voor iedereen overduidelijk en dat werd luidkeels verkondigd : “WEG MET COLLARD !”, klonk het door vele straten uit mijn buurt. Wat de man nu op zijn kerfstok had was me weliswaar niet duidelijk maar in elk geval werd zijn misdadig gedrag nog verzwaard toen bleek dat hij ook nog eens een socialist was. Lager kon iemand niet vallen ! Immers, socialisten gingen ‘s zondags niet naar de mis en aten ongegeneerd ‘s vrijdags al eens vlees. Over een van hen werd gefluisterd dat hij dit zelfs al op Goede Vrijdag had gedaan, maar dat kon ik zelf niet geloven. Ook aan blasfemische uitspattingen zijn grenzen.
Vijftig jaar later heb ik zelf eens deelgenomen aan een betoging in Vilvoorde. Dit was ter gelegenheid van de herrie rond de splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde. Een collega met wie ik goede professionele contacten had, zat in de organisatie ervan en was er in geslaagd, na enig aandringen, om me er heen te krijgen. Die aandrang was er nodig geweest, niet omdat ik de zaak ongenegen was, maar omdat ik een beroerd betoger ben. Ik ben totaal ongeschikt in de discipline van het scanderen. Ik kan het gewoon niet. Kort na mijn aankomst werd me door iemand van de ordedienst een bordje in de hand gedrukt. Hoe de tekst er op precies luidde herinner ik me niet meer maar het was alleszins geen stichtende boodschap. Het ging over een of andere politica die het misprijzen van ons allen had opgewekt en die dan ook maar beter haar biezen zou pakken. Ik overhandigde dan ook vlug het bordje aan een jongere bordloze deelnemer die het gretig aanvaardde en me er nog voor bedankte ook.
De stoet zette zich dan in beweging. Klassieke vertoning. Kreten, fluitjes, awoertgeroep uit vensters van andersdenkenden met tegenreacties van onze kant en voetzoekertjes. Aan dat laatste heb ik nog de meeste hekel want ik schrik me telkens een aap als zo’n dingetje in mijn omgeving ontploft.
Maar situaties nemen soms een rare wending. Iedereen kent bijvoorbeeld het fenomeen dat zich veelvuldig voordoet in voetbalstadions. Een deftige brave boekhouder die op weekdagen zich bezighoudt met nuchtere cijfers en ‘s zaterdags met vrouw en kinderen boodschappen doet en mee aan de vaat staat met een keukenvod, geraakt in de tribune soms meegezweept door het gehuil van supporters en ontpopt zich tot een nietsontziende huilebalk waarbij hij spelers van de tegenpartij of de scheidsrechter verrot scheldt.
Weliswaar is het zo’n vaart bij mij dan wel niet gelopen maar niettemin ging het toch wat in die richting. Toen ik daar als een houten klaas tussen de joelende menigte voortbewoog bekroop me een zombie-achtig gevoel. Ik paste niet helemaal in het plaatje, of beter gezegd, helemaal niet zelfs. “Ik sla hier een figuur”, dacht ik, “ik zal meedoen met de anderen”. En ik uitte plots uit volle borst de slogan die het toch zo goed had gedaan in het verleden : WEG MET COLLARD !
Enkele seconden viel er een abrupte stilte rondom mij en iedereen bekeek me. Tot iemand zei : “Hé, da’s een goeie !”. Dan begonnen sommigen te lachen en herhaalden mijn slogan. En na weinig tijd klonk het bijna even hard als de officiële versies. Wat verderop achtte een ietwat oudere deelnemer het wenselijk de zaken wat op de spits te drijven en lanceerde er eentje uit de periode van Gaston Eyskens en de Eenheidswet, toen Gaston ook weg moest voor velen: ESKES BOOITE !. Een socialist waarschijnlijk. Nog meer gelach….
Mijn collega/organisator moet ergens vermoed hebben dat ik de aanleiding zou kunnen geweest zijn van het onheil want plots stond hij naast mij met het vriendelijk verzoek de zaak een beetje ernstig te houden want dat het hier geen carnavalstoet betrof. Daar heb ik dan braaf gehoor aan gegeven en heb stilzwijgend de tocht verder afgehaspeld.
En aangezien die dag niemand nog zin had in plunderingen, ruitengooien of brandstichtingen, dronken we nog een pint en gingen blijgemoed naar huis.

zandmannetje
Lid geworden op: 02 feb 2003, 23:15
Locatie: Het land met meer ministers dan inwoners

05 jun 2021, 20:29

:D Het zal toch niet waar zijn hé?
Na zovele jaren de weg terug gevonden naar de heimat, al resideer ik 'tegenswoordigs' in het land der toreadors. Daarmede beantwoord ikzelf mijn vraag "waar zijn ze?"
Maar dus nog altijd onder de levenden, al hebben mijn vrienden van weleer allemaal het loodje gelegd hou ik nog altijd stand, al heb ik me reeds geruime tijd gevoegd bij het clubje der +80 jarigen.
Zolang ik des morgens mijn rek-en strek oefeningen nog kan uitvoeren, raak ik nog gezwind de dag door.
En zolang ik mij de weg nog kan herinneren naar het sportcafé waar mijn dochter de scepter zwaait, plan ik er nog heel wat jaartjes bij te doen.
Daar waar ik veel jaartjes geleden fier was een Schot te zijn als zijnde een inwoner van Schoten, ben ik nu fier een Catalaan (catamaran, Cataloniër of Catalist, zoek het zelf maar uit) te wezen.
En in feite veranderd er niets, of toch niet veel, want ik lees nog maar juist dat de regering van Catalonië de meest corrupte van Europa is, niets nieuws onder de zon!
Ik heb er zowaar al enkele woordjes Spaans bij opgestoken, al zijn die Catalanen hier dikwijls zo fanatiek om je alleen in het Catalaans te woord te staan, waar ik dan gene ene moer van begrijp.
Maar sangria en cerveza schijnen woorden uit een universele taal te zijn, en overmorgen krijg ik mijn eerste prik, met Pfizer nogal!
Kan ik er weer voor een tijdje tegen, hopelijk toch... :wink:
Zo, dat was het dan.
Heb nog een goed leven en we zien mekaar misschien weer in de hel.
Tot zolang dan zal zandmannetje jou wel in slaap lullen !

Fazal
Lid geworden op: 08 sep 2019, 13:00

07 jun 2021, 18:55

Van harte weder-welkom in ons midden ZM. :D
Maar moest je daarvoor wachten tot je 80 was (of bent) ...??? :roll: