Allen met vakantie???

Literaire pareltjes van maatschappelijke gebeurtenissen.

zandmannetje
Lid geworden op: 02 feb 2003, 23:15
Locatie: Het land met meer ministers dan inwoners

02 sep 2007, 11:09

Ja Goliard, wat moet een mens nog toevoegen aan die lyrische ontboezemingen van Kwezeltje?
Zover mij bekend, (en met de pinot noir als enige uitzondering) wordt in het GHL. slechts witte wijn geproduceerd, zodat ik even dacht haar op een fout te betrappen, wanneer zij het daar had over rode wijn naar binnen kieperen vooraleer slapen te gaan, maar toen bevond zij zich reeds terug in de fruitstreek...
Zij verplaatst zich dan ook zo razendsnel met die carbonfiets van haar, dat zij soms zeer moeilijk is bij te houden.
De streek waarover sprake hebben wij vroeger zeer dikwijls bezocht, Vianden, het Müllerthal, Echternach met zijn B-wandeling langs de Perekop.
Eénmaal logeerden we in een hotelletje met de grootsprakerige naam
"Hotel des Ambassadeurs" in een dorpje langs de Moezel waarvan ik de naam vergeten ben, maar waarvan ik me wel herinner dat er geen enkele ambassadeur ooit een voet zal binnengezet hebben.
De groenten die je bij het hoofdgerecht kreeg voorgeschoteld, daarvan kreeg je de dag nadien onveranderlijk soep gemaakt!
Maar meestendeels hebben we daar gelogeerd bij particulieren, Frau Hilde en Herr Franz, in het centrum van Echternach.
Gewoonlijk kwamen wij aan op Vrijdagavond, Frau Hilde vroeg ons dan om Herr Franz te verzoeken naar huis te komen, we moesten hem dan gaan zoeken in het kroegje op de hoek, waar hij zijn Diekirch naar binnen speelde met ongelooflijke snelheid.
Waar wij het dan maar hielden op een fris wit wijntje, een Riesling-Sylvaner. Ja dat waren mooie tijden, nog eens in herinnering gebracht door Kwezel!
Zo, dat was het dan.
Heb nog een goed leven en we zien mekaar misschien weer in de hel.
Tot zolang dan zal zandmannetje jou wel in slaap lullen !
Gast

02 sep 2007, 14:45

XXX
Laatst gewijzigd door Gast op 03 sep 2007, 16:03, 1 keer totaal gewijzigd.

telloorlekker
Lid geworden op: 26 nov 2002, 17:46

02 sep 2007, 19:43

Goliard, ik hoop dat jij je niet verwart in het kluwen dat destijds de, wat jij kolderbrigade noemt, schrijversbende heeft na gelaten; 't kan ook nagelaten zijn want met de vernieuwing van de kerkelijke aflaten laten ze het ook niet af elders hun gevoeg te doen. De topic "allen met vakantie" leent zich dan ook niet tot direkte conversatie ten gevolge van de muzenissen van ons aller Kwezelke, daar zijn nog andere hoekjes voor in deze afdeling. Het "afdwalen" van ons aller Zandmannetje heeft ons geleerd dat niet alleen reizen de mot in de bijt moet zijn, verdwalen hoort er ook bij. En ik bv. verdwaal regelmatig zodanig zelfs dat menige replier het verschil nauwelijks merkt in een oplichtende TL, bij vergetelheid de "L" (wit op blauw veld) eraf gevallen. Om mijn nick te lezen krijgen in verschillende gedaanten doet me dan ook vermoeden dat deze bij het spellen van de initialen een 'dikke buis' op zijn naschools rekwest heeft gekregen. TLL is voor deze overjaarse puber nog altijd aannemelijk daar telloorlekker voor de meesten in XXL-formaat te lang uitvalt.
Daarom misschien dat ik zo weinig vernoemd wordt als het om de 'kolderbrigade' gaat... Wat een godsgeschenk dus dat er nog zo zijn als Zandmannetje -verrek ook lang, beter ZMj- en Kwezel, ik zou er nog oneerbiedig "ke" aan kunnen toevoegen; maar aangezien ik het persoontje al de visu heb mogen ontmoeten en haar goudblonde lokken en vlijmscherpe kijkertjes in mijne richting voelde puren, waag ik het niet me verder erover uit te wijden. Die oma zou deze snotter nog een draai om de oren durven verkopen... en dat wil ik ten allen tijde vermeiden... :lol: (niet vermijden !) niet 'vur maai genne draai'... :wink:
Gast

02 sep 2007, 22:30

XXX
Laatst gewijzigd door Gast op 03 sep 2007, 16:40, 4 keer totaal gewijzigd.

telloorlekker
Lid geworden op: 26 nov 2002, 17:46

03 sep 2007, 08:02

:?
Laatst gewijzigd door telloorlekker op 04 sep 2007, 08:00, 2 keer totaal gewijzigd.
Gast

23 sep 2007, 13:29

Mij overkwam het laatst. Een wildvreemde sprak me aan en zei: “ ben ik even blij dat ik u heb mogen leren kennen.”
Ik snapte er geen bars van. Welke vreemde persoon was er nu blij om mij te leren kennen van kortbij of te mogen zien? Iemand hield mijn hand zo lang mogelijk vast alsof hij ze nooit wilde loslaten. Bang dat dit de laatste keer zou zijn om mijn hand vast te mogen houden. Uitleg vragen over die persoon zou onbeleefd zijn, het was immers een onbekende en waarschijnlijk nog afkomstig uit het Brusselse. Op welke plaatsen komt men elkaar gewoonlijk terug tegen? Meestal zijn dat de familiefeesten of de begrafenissen die oude bekenden terug bij elkander brengen. Het eerste is het prettigst, het laatste is de levensloop van een mens. Je kijkt uit naar een nakend familiefeest en ineens komt men tot het besef dat het ook anders kan uitdraaien. Geen feest, geen plechtige familiebijeenkomst maar een droevige gebeurtenis die nooit uit je geheugen gewist wordt. Het staat er voor altijd ingebrand en laat je weer heel klein worden. We wisten het al een tijdje dat het noodlot ons boven het hoofd hing zoals het zwaard van Damocles. De internist had er geen goede hoop meer in en gaf ons dierbaar familielid hoogstens nog 10 dagen. Alhoewel we het al een jaar geleden hadden zien aankomen wilde men het niet geloven. Hoe kon zij ons nu verlaten op een ogenblik dat we met volle vereende krachten aan het jubileum werkten? Ook zij besefte het dat ze niet meer van de partij zou zijn. Ze voelde haar krachten afnemen en gaf nog goede raad aan iedereen mee. Ze regelde zelfs haar kledij, haar uitvaart en troostte de mensen die zouden achter blijven. “Kind,” zei ze op een gegeven moment tegen me als er diepe stilte heerste in de serene ziekenkamer, “kind toch, dit is erg, vind je ook niet?”
“Ja moeder, dit is ook erg, zelfs heel erg nu dat iedereen je het meest nodig heeft.” Het lot heeft anders beschikt over een leven dat eigenlijk nog niet ten einde mocht gaan. Ze had nog zovele dingen willen regelen, willen doen en beleven met de achterkleinkinderen maar ons Heren hier boven besliste er anders over.
Bange dagen en nachten werden het. Telkens als de telefoon overging krompen we ineen met de angstige vraag in ons achterhoofd: “zou dit het verlossende telefoontje zijn of zou het vernietigend zijn voor ons allen?” Men mag nooit de hoop opgeven om een mens in leven te houden maar als het lichaam protesteert is het gedaan met de hoop. Nog een laatste zoen, een laatste vraag en een bevestiging meegeven aan moeder. We zullen zo goed mogelijk zorgen voor elkander, ga maar heen, neem maar je rust die je broodnodig hebt. Niemand houd je nog tegen om weg te gaan naar het zorgenloze land waar geen pijn meer bestaat. En ze ging heen met de glimlach op haar gelaat. Verweest bleven we achter beseffend dat we er nu alleen voor stonden. Geen scherm meer dat je uit de wind zette, geen gouden raad meer, geen tips. Het was een zonnige zondag. De regenbogen die anders verschenen bij regenweder, bewonderden we nu onder de glazen parking op de grond. Dit moet een blije dag worden voor haar ook al waren wij heel verdrietig. Iedereen schenkt je zijn medeleven, voelt met je mee, wil je helpen, je raad geven. Het ergste van al is de dag dat het voorgoed gedaan is hier beneden. Het afscheid, dat je nu dat gezicht niet meer zal zien, alleen de herinneringen blijven. Iedere seconde wil je nog bij haar doorbrengen, maar uiteindelijk wint de tijd het van je. Honderden mensen kwamen ons groeten zowel bekende als onbekende gezichten. Tijdens de plechtigheid werd haar lievelingslied gedraaid. Nog een laatste maal de stem aan haar laten horen waar ze zo dol op was. Alhoewel de kerk nokvol zit, bemerk je niet de vele mensen rondom je heen. Mensen die je tot op het laatste ogenblik steunen, je de hand drukken. Familieleden die je al jaren dood waande, zaten nu in de houten banken en knikten naar je dat je er niet alleen voor staat. Aan de koffietafel werden de babbels boven water gehaald en verbaasd kijkt men rondom zich met de vraag? Wie zijn die mensen allemaal, zijn dat onze familieleden. Ook zij blijken ouder te zijn geworden. Wat je niet kon vermoeden is dat diezelfde dag nog iemand stierf die je dierbaar was. Opnieuw een koffietafel de week erna. Een paar weken later van hetzelfde en verleden week weeral. Maar iedereen blijft zich steunen door dik en dun. Iedereen houdt er de moed in.

telloorlekker
Lid geworden op: 26 nov 2002, 17:46

23 sep 2007, 17:13

Het zal je maar overkomen... " Ben jij niet iemand die ik ken ?" Nou moe, da's ook niet de eerste keer. Sinds vorige geschiedenis in volle verkiezingsstrijd was er gene meer die mij nog herinnerde; ik deed niet eens mee in die mallemolen en toch, toch herkende iedereen in mij die andere persoon. Die persoon die zo bekend was in het correctoer gezelschap, die persoon die ook een aantal koerspaarden onder de motorkap versierde en de wereld verstomd deed staan met z'n wonderbaarlijke "ezeltje strekje" Moneytron !
Na een "sorry meneer, wellicht niét die die je bedoeldt..." bekeek hij me napijnzend en bezorgd aan, net of ik mezelf voor den domme hield. Men weet tenslotte toch van hen die een tijdlang in de knast gezeten hebben zichzelf voor omstaanders te verstoppen. Aan de tranie van deze onbekende te zien, vermoedde ik achterdocht. Hoe kon ik hem uit de nood helpen ? Maar het baatte niet mijn koeterwaals boven te halen, hoewel het nog niemand gelukt is het dialekt van den telloorlekker na te bootsen zonder bijklank; zelfs niet die bedoelde persoon die men van deze jongen vermoedde.
Maar alle bemoederen ten spijt kon ik hem nog niet overtuigen te zeggen dat ik noch Jean-Marie noch Jean-Pierre heette, hoewel van oorsprong misschien wel familielid moet geweest zijn; mijn grijze en kalende pluimen vereeuwigden niet die sproeterige goudkleurige herkomst van mijn voorvaderen. Ook zij noemden niét "Van Rossum", ik dus ook niet...
Zoals de kennis én wetenschap van bedoelde persoon nu enkel nog terug te vinden is in de analen van een vorige verkiezingsstrijd, zo ook is de herinnering aan deze schijnbaar ook voltooid verleden tijd. Niet alleen ik blijf met vragen zitten... ook die van "ken ik je ergens van ...?"
Gast

27 okt 2007, 23:09

Men ziet het aan de bladkleur dat het jaar begint te krimpen. Boeren hebben hun schuren gevuld met graan, hun broodje is gebakken want de oogst is al lang binnen. Hier en daar merkt men ook dat de natuur stil begint in te dommelen. Daar waar het bladerdek anders heel dik was, kan men nu door het loverte naar boven kijken. Een uitkijktoren naar de grauwe vrieslucht die de sterren aan het firmament helderder doen schijnen. Voor velen naderen nu de hele lange nachten en de familieherinneringen worden onder de tafel vandaan gehaald. Ook Allerheiligen komt weer in zicht en juist die dag doet menig mens naar zijn dierbaren gaan. Geliefden die men door de jaren heen heeft verloren of kortelings. Trouw bezoekt men ieder jaar het kerkhof om bloemen op het vaderlijke graf te zetten en dan merkt men plots dat ook moeder reeds hier boven vertoeft. Nare dingen zijn altijd weggelegd voor anderen. Je eigen kan niks gebeuren, je gezin is veilig onder je hoede. Maar dat er mensen ouder worden in de familie gaat dikwijls aan je voorbij. Van de ene op de andere dag sta je als oudste in het leven. Wanneer boven je alles weg is, ben jezelf gezinsoudste of een klein beetje het opperhoofd geworden. Dingen die je zo graag nog zou willen vragen aan je ouders worden nu door je kinderen aan je gevraagd. Je stelt je soms de vraag hoe moeder of vader het tegen je zou zeggen. Maar nu moet jezelf die vragen beantwoorden. Wat moet je nu tegen je kleinkind zeggen als ze plots vraagt tijdens een wandeling: “Oma, waar is die andere oma gebleven? Waar woont nu overgrootmama? Ga jij nu ook dood?” Even sta je stil in het leven bij zulke vraag uit een kindermond. “Overgrootmama is hierboven bij al de rest die ons dierbaar is, antwoordde ik heel voorzichtig. En als je ’s avonds goed kijkt, zie je hele kleine sterren schitteren aan de hemel. De ster die het meest zijn licht naar de aarde zendt, wel, dàt is je overgrootmama.” Ze legt haar kleine hand in mijn hand en samen kijken we omhoog, omhoog naar die duizenden sterren die af en toe pinken. “Maar oma, en als het dan regent komen dan die tranen van moeke? Kunnen sterren dan ook wenen of kennen die geen verdriet. Ik mis moeke heel erg,” zegt mijn kleine schat. “We hoeven niemand te missen, moeke is dicht bij ons ook al zien we ze niet meer,” probeer ik haar te overtuigen. “Weet je wat mijn kleintje, volgende week is het Allerheiligen, de dag waarop we bloemen geven aan ons moeke. We leggen samen een bos bloemen met een kaartje erop op het graf van moeke. Op dat kaartje schrijven we onze namen zodat moeke weet dat we nog heel veel aan haar denken, elke dag.”
“En mag ik ook bij haar nog komen spelen oma? Ik kan al goed sjotten, zie maar,” en ze geeft een ferme mep met haar voetje tegen de bal die voor haar voeten komt gedribbeld. Bij al je verdriet moet je plots lachen om die kleine dingen die een kind kan doen. Gelukkig komen de kleinkinderen af en toe eens op bezoek en mogen we ons gelukkig prijzen dat ze gezond zijn en vol leven zitten. Ons Joske verzamelt gretig de afgevallen bladeren die bruin en gekruld onder zijn voeten krispelen. Een heel baasje is het al geworden die de ene vraag na de andere op je afvuurt. “Oma, ginder in het bos loopt een beekje, is daar toverwater in?” “Toverwater jongen, en wat wil je dan doen met dat toverwater?” “Wel oma, als ik een vinger in dat toverwater zou steken, kan ik toch een wens doen? Misschien kan ik wensen dat moeke weer naar ons komt want het is bijna haar verjaardag en ook is het bijna Kerstmis.” Wat moet ik hierop nu antwoorden, dacht ik? “Ja jongen, doe maar rustig een wens, misschien worden je wensen wel waarheid maar moeke schittert liever hierboven als een ster. Zo kan ze over ons waken wanneer het ons niet goed gaat in het leven.” Blijkbaar waren de kinderen even gerust gesteld hierdoor en je zag dat ze een diepe zucht lieten ontsnappen. “Kom oma, verder sjotten, riep ons kleinkind, meisjes mogen ook voetballen.” En ik dacht aan mijn eerste voetbalmatch ergens in mijn jonge jaren. Vandaag maakten ze me blij en overgelukkig de kleintjes, die al zo volwassen leken. Ze deden je alles rondom je vergeten. Je merkte door die kinderogen dat het leven verder ging en dat de bladeren opnieuw verkleurden en krulden onder je voeten.
Gast

27 okt 2007, 23:11

:?
Laatst gewijzigd door Gast op 28 okt 2007, 13:29, 1 keer totaal gewijzigd.

telloorlekker
Lid geworden op: 26 nov 2002, 17:46

28 okt 2007, 07:03

Voorwaar Kwezel, zie ik er nu eindejaars uit of merk ik overigens tweemaal eenzelfde tekst; nochthans heb ik niet gedronken, noch koffie noch sterke drank. Of komt het door de schittering van de display door de tranen heen. Tranen ja, even verpinken, dan kan ik dit kleine tekstje je als antwoord schenken. Het hele verhaaltje doet me terugdenken naar veel vroegere jaren; niet zozeer de verlaten familieleden maar eerder het veel te vroeg heengaan van een vriendin. Zij zag het leven niet meer zitten na een mislukte relatie en heeft in een vlaag van wanhoop het tijdelijke met het eeuwige verwisseld. Toch raar dat een dialoog tussen oma en kleinkind zo'n gedachten kunnen opwerpen.
Mijn vriendin Lydia... nooit zal ik ze nog van me kunnen afzetten, zelfs niet na al die jaren huwelijk die we al achter de rug hebben.
Waar is de tijd dat we gezellige babbels hielden in het park; 's avonds ook naar de sterren keken en ellenlange dialogen hielden waarin zelfs onze allerdiepste en intiemste gedachten werden blootgelegd.
Ook haar ster fonkelt nog steeds aan de hemel, die ster was mijn buurmeisje kort voor ik mijn ega leerde kennen. Lydia, het ga je goed ...
Gast

28 okt 2007, 17:20

Tja, TLL,

Als kwezel zich aan het schrijven zet, dan kunnen we meegenieten van haar inzichten en schrijftalent!

Ze heeft ogen die erg véél en erg ver kunnen zien!

Enne, ze heeft oog voor wat velen onder ons niet eens opmerken!
Goed maar dat er een kwezel is die anderen helpt te kijken naar de sterren!!!

Sterren met een betekenis en een boodschap!

Zou kwezel misschien ook niet een sterrenwichelaarster zijn?

"Quièn sabe?"



:?: :?: :?:

telloorlekker
Lid geworden op: 26 nov 2002, 17:46

28 okt 2007, 17:53

Goliard, Kwezel ophemelen hoef ik al lang niet meer, en zij wéét dat.
Zonder Kwezelken zou SeniorenNet niet dat zijn wat men ervan verwacht.
Ik zou haar, bijna, de leading-lady van dit gebeuren durven noemen maar vrees dat er een aantal dan wel in 't verweer zullen durven komen, de beide Till's bijvoorbeeld; de ene blijft, de andere schrijft...
Sorry als ik nog enkele dames vergeet, maar kwa emotionele zieleroerselen is er slechts één die zelfs haar tegenpolen niet onberoerd laat.
Dank U ... :wink:
Gast

28 okt 2007, 19:44

Inderdaad, TLL,

We zitten op dezelfde golflengte!

Ik moet wel toegeven dat ik over haar eventuele rivalen (?) geen snars weet!

:wink: :wink: :wink:
Gast

02 nov 2007, 23:59

Jij mijn beste vriend, jij laat een leegte na in mijn hart. Op Allerzielendag heb je me zo maar verlaten, voor goed. Je koos een fijne dag uit om te gaan, om nooit weer te keren. Ik zag je toen je nog heel klein was en ik was meteen verkocht. Je keek me vertederd aan en smeekte me bijna om je mee naar mijn huis te nemen. Je voelde de warmte tussen ons twee opborrelen en ik kon je smekende ogen niet verstaan. Ik nam je heel voorzichtig in mijn armen en knuffelde je voor het eerst. Die dag was het moederdag, een zonnige dag in mei en je had geen betere dag kunnen uitkiezen om deel uit te maken van mijn leven. Je mocht met me mee het veld in. Ik leerde je om zelfzeker te zijn, niet bang te zijn voor anderen. Je mocht immers als mijn makker niet bevreesd zijn. We hoorden bij elkaar door dik en dun. Je was mijn schild, mijn beschermer in nood. Je riskeerde je eigen leven voor het mijne en je nam het altijd voor me op. Niets was je teveel wat ik je ook vroeg. Ik verwachtte de onmogelijke dingen van je en je gehoorzaamde me blindelings. We bleven zo lang samen dag en nacht tot dat onze zielen één werden. Je begroette me ’s morgensvroeg met een natte snoet. Je was altijd tevreden met wat ik je gaf. Jij gaf me nochtans veel meer dan vriendschap, je gaf me zekerheid, liefde zoals alleen jij mijn vriend, me kon geven. Nooit meer je natte snoet voelen tegen mijn handen, het doet pijn. Nooit nog je gegrom horen op de stouterikken, weg alles. Waar je nu ook bent, ik weet het niet maar jij zal het alvast wel weten. De vensters zullen je pootafdrukken missen. Je andere makkers thuis nog meer. Je was de oudste en hun bazinneke. Iedereen ging voor je uit weg, had eerbied voor je. Waarom moest je weg van me gaan? Kon je niet langer blijven, was je levensmoe? Je tijd was daar dat je plots afscheid van me moest nemen. Nochtans wilde ik je niet laten gaan maar ik wilde je niet een onmenselijk leven verder laten zetten. Jij mijn beste vriend, de keuze was hard voor me. Ik moest voor je leven of je dood kiezen. Ik koos het laatste. Je mocht waardig afscheid van me nemen. Je was immers mijn trouwe makker door dik en dun. Ik gunde je je rust, je mocht gaan naar het Nirvana. Nog een laatste knuffel, een laatste aai en je ging met grote ogen me aankijkend. Je wilde dank je wel zeggen maar kon het niet. Niet jij moet dank je wel zeggen maar ik. Ik moet je bedanken voor het leven dat we samen hadden 14 jaar. Ik mis je heel erg als ik ontwaak en ik wilde dat ik de tijd kon terug draaien. Terug naar die eerste keer dat ik je zag als pup. Graatmager en ten dode opgeschreven. Ik verwachtte niet meer dat je bij me oud zou worden maar je deed het. Over het leven beschikken van iemand is heel moeilijk. Het is makkelijk altijd raad te geven aan anderen wat ze in nood moeten doen met hun dier maar wanneer het over je eigen makkertje gaat, lukt het niet. Weet dat je onvervangbaar bent, je was uniek voor me. Het ga je goed mijn vriend.
Jij mijn trouwe vriend die altijd bij me was.
Jij mijn goede vriend die me door en door kende.
Jij mijn liefste vriend die er niet meer is voor me.
Jij mijn grote vriend, jou zal ik heel hard missen.