Historie van Belgie

Dit is de plaats voor cultuur en historie. Ook voor nostalgie en geschiedenis van steden, dorpen, kerken, rivieren, enz. kan je hier terecht.

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

07 aug 2006, 19:50

SEDAN.
*****
Afbeelding.
In deze grote stad, gelegen aan de rivier de Maas, wonen meer dan 16000 mensen. in de stad kunt u genieten van schitterende Middeleeuwse architectuur, zoals het beroemde Château Fort, de grootste militaire vesting van Europa. Deze imposante vesting werd in de 15de eeuw gebouwd. De door grachten omgeven muren zijn 30 meter hoog en vormden voor veel belagers een te hoog obstakel. Het Château komt in veel geschiedenisboeken voor. Zo capituleerde Napoleon III in het Château Fort tijdens de Frans-Duitse Oorlog van 1870. Zijn leger van 100.000 Fransen was wekenlang belegerd door 250.000 Pruisen. In het enorme complex kan men uren dwalen door de vele gangen en zalen. In de vesting is een museum ondergebracht over de bouw van de verdedigingswerken.
Afbeelding.
Ook in de 20ste eeuw speelde de stad een belangrijke rol. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog, in mei 1940, rukten het Duitse leger in sneltreinvaart op richting de Franse grens. Bij Sedan lag een belangrijke Franse verdedigingslinie. Echter, het Duitse leger was te sterk zodat de Duitsers konden doorstoten in de richting van Duinkerken. Hier werden de geallieerden de zee in gedreven en kwamen veel voorraden in handen van de Duitsers.
*******
SERAING.
*******
Afbeelding.
Seraing is een plaatsje in de provincie Luik. In feite is Seraing een echte stad aan het worden want in 2002 woonden er meer dan 60.000 mensen. Een bezoek aan deze industriestad is geen echte aanrader. In de dorpje in de omgeving echter hangt een heel speciale sfeer. Jaren geleden kwamen hier duizenden Italianen, Spanjaarden, Portugezen en Marokkanen wonen om in de steenkoolmijnen te werken. Vandaag de dag hangt er nog een buitenlands sfeertje. De bekendste attractie van Seraing is de kristalfabriek van Val-Saint-Lambert. Deze beroemde fabriek heeft een eigen museum opgericht dat dagelijks geopend is.
***
ARBORETUM VAN HET BOS VAN DE VECQUEE .
****************
Afbeelding.
Het arboretum van de Vecquée, dat een echt bosmuseum is, bestaat niet alleen uit een prachtig park, maar tevens uit een teelt- en proefstation. Men ziet er veel Europese, Aziatische en Amerikaanse boomsoorten (loofbomen en harsachtigen, waaronder zeldzame soorten). Zo staat er onder andere een sequoia van de Californische coniferenfamilie, die in 1916 geplant is. Het park is tegen betaling te bezichtigen.
************
SOMME-LEUZE.
**************
Afbeelding.
Het dorpje Somme-Leuze is gelegen in de provincie Namen, de provincie die bekend staat om de vele kastelen. Volgens de overlevering genas de heilige Léger brandwonden op de ogen na ze te hebben gebaad in het water van een bronnetje in Maffe. Daar staat tegenwoordig een kapel die zijn naam draagt. Mensen die lijden aan een oogziekte komen hierheen om te genezen. In de buurt van Somme-Leuze liggen enkele leuke dorpjes zoals Méan en Verlée, het dorpje staat bekend staat om het middeleeuwse kasteel van Chantraine.
************
NAMEN.
*******
Afbeelding
De hoofdstad van Wallonië, Namen (Namur), ligt op een boogscheut van Brussel. Vele blikken richten zich de laatste tijd op deze stad die ingenesteld ligt in een aantrekkelijke regio met een brede kijk op de wereld. Snel toegankelijk via de weg, de lucht, het spoor, het water maar het hart van Namen is voor de voetgangers.
Afbeelding.
Namen is een schitterende stad die wordt gekenmerkt door talloze onderdelen; de Maas, de ronde buiken van de Condroz, de schaterlach van de valleien, het zinderende koren van Haspengouw en de kracht van Famenne en Ardenne. De dorpen sporen met deze harmonie en zelfs de steden zijn erin geslaagd om, hun monumenten en sites voorbij, deze tedere kleinoden te koesteren. Maar als hier iets ingesluimerd lijkt, is dat maar schijn.

Als deze charme levenloos was, zou ze niet aanspreken. Maar de bevolking van de provincie groeit aan. Het percentage jongeren onder de twintig ligt er hoger dan 's lands gemiddelde. De Namenaar wil bewegen, creëren. Van de film tot de koorzang, via de poëzie, de saxofoon, de kermiskunsten, de gitaar en zelfs de lach : wel tien festivals met internationale weerklank ontstonden in de provincie.
Afbeelding.
Namur li glotte ('de fijnproever', in het Waals) heeft zijn naam niet gestolen. Zeker het proeven waard zijn de beroemde aardbeien van Wépion, de Biétrumés van Namur (karamellen), de Flamiche van Dinant (kaastaart), de boulettes van Thiérache (kaas), de calcaires van Couvin (koekjes), de avisances (worst in bladerdeeg) en de peket (jenever), de couque van Dinant (koek), de kaas en het bier van Maredsous, de ganzenlever van Upigny, de 'petits gris' (wijngaardslakken) van Bierwart of Warnant, de kweekforellen en natuurlijk ook de Trappist van Rochefort en alle andere ambachtelijke bieren. Liefhebbers kunnen dit feestmaal afronden met een goede tabak van de Semois.
Afbeelding.
De folklore is niet weg te denken uit Namen. Er is zelfs een internationaal festival aan gewijd dat midden augustus plaatsvindt. Van mei tot oktober steken de bewoners van de streek tussen Samber en Maas zich in kostuums uit de Napoleontische tijd, terwijl in Namen het 'Bataillon des Canaris' de opstand van de Nederlanden tegen Oostenrijk in 1789 herdenkt. De folklore is ook geworteld in de anekdotische geschiedenis, zoals deze van de Chinels (van 'polichinelles', Jan Klaassen), in Fosses, van de Echasseurs (steltenlopers) in Namen, van de 'Frairie des Masuis et Côtelis' in Jambes of van de 'bonhommes hiver' (winter-stropoppen) die tijdens grote dorpsfeesten in brand worden gestoken om de komst van de lente te vieren. Het Huis van de Tradities in Namen, meer dan een bezoek waard, vertelt er u alles over.
***
KONINKLIJK THEATER (NAMEN) .
Afbeelding.
Het Theater van Namen biedt elk jaar bijna 100 verschillende voorstellingen en concerten, waarvan ongeveer de helft plaatsvinden in het prachtige Koninklijk Theater van Namen uit 1868. Het Theater van Namen biedt tevens voorstellingen in de Grand Manège in Namen, concerten in verscheidene mooie kerken in de stad, maar ook prestigieuze evenementen in de Citadel (Zingaro, le Cirque Plume...).
*******
MUSEE PROVINCIAL DES ARTS ANCIENS DU NAMUROIS.
********
Afbeelding.
Het Musée provincial des Arts anciens du Namurois, het Museum voor Oude Kunsten van Namen, is gevestigd in het Hôtel Gaiffier d’Estroy, een 18de eeuws herenhuis. In dit museum is kunst uit de Middeleeuwen tentoongesteld, evenals schilderijen van de Naamse kunstenaars Henri Blès.

De collectie bestaat verder uit werken die afkomstig zijn uit de Renaissance welke voornamelijk uit de regio Namen komen. Naast vele schilderijen zijn er ook schitterende andere kunstwerken te zien zoals gouden en zilveren voorwerpen en sieraden.
*************
LOUISE-MARIEPARK .
*******
Afbeelding.
Het mooie park, dat de naam van de eerste koningin van België draagt, en dat in 1878 volgens het ontwerp van Constantin Schmitz tot stand kwam, is het oudste van de stad. Het werd bij een concours zelfs uitgeroepen tot nummer één. Dit romantische park met ronde vormen die op de Duitse stijl zijn geïnspireerd, is aangelegd op de oude schachten van de vestingmuren van de stad en bevat een kunstgrot, prieeltjes en een vijver die tot een wandeling uitnodigen. Het bevat ook enkele opmerkelijke boomsoorten. De renovatie ervan begon in 1988 met het vrijmaken van de `Hollandse` Brug, de resten van de laatste Brusselse Poort. Door zijn minigolfbaan en zijn speeltuin vormt het eveneens een gebied voor ontspanning.
********
SOUMAGNE .
********
Afbeelding.
In het dal van de Magne ligt dit mooie dorpje. Echt veel bezienswaardigheden heeft het dorpje niet maar de 17de-eeuwse Sint-Lambertuskerk is zeker de moeite waard. Het interieur, opgetrokken in de rococostijl, is versierd met mooie koorbanken en reliëfs van Evrard en Lagasse. In de buurt van Soumagne bevindt zich een mooi kasteel dat dateert uit 1614. Tegenwoordig wordt het complex gebruikt door toeristen die er kunnen overnachten.
************
http://www.ardennen.nl/bezienswaardig/dorpen.php
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

11 aug 2006, 12:39

THUIN.
******
Afbeelding.
De geschiedenis van het middeleeuwse stadje Thuin, aan de samenvloeiing van Samber en Biesmelle, is nauw verbonden met de abdijen van Lobbes en Aulne. Beiden bezaten tot in de 18de eeuw een refugiehuis in de stad. De geschiedenis is nauw verbonden met Notger, prinsbisschop van Luik, die er tijdens de 10de eeuw een eerste omwalling liet aanleggen. Met uitzondering van enkele korte perioden bleef Thuin deel uitmaken van het prinsbisdom. De abdij van Lobbes was lange tijd het bindteken tussen het stadje en Luik. Zo bezaten de monniken in de stad heel wat huizen, een kerk en zelfs een kasteel.
**
Vandaag de dag is Thuin een schilderachtig stadje dat uitsteekt boven de Sambervallei. Het stratenpatroon, de talrijke historische gebouwen (belfort, kerken, herenhuizen,…) en de omwallingen maken dat het zijn oorspronkelijk karakter goed wist te bewaren. De stad krijgt vandaag nog een extra pigment door zijn hangende tuinen langs de steile flanken van de vallei. Daarnaast is in het stadje het Rijdend Buurtram Museum gevestigd.
***
MUSEE VIVANT DU CHEMIN DE FER VICINAL.
****
Afbeelding.
Het museum illustreert de geschiedenis van secondair transport in België. Het museum in Thuin herbergt verscheidene trams van de NMVB oftewel Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen, opgericht in 1885. De oudste tram die tentoongesteld is, dateert van 1888. Vanaf het museum vertrekt een tram waarop u tegen een kleine vergoeding mee kunt rijden. Alle tramritten vertrekken vanaf het museum aan de “rue du Fosteau”, te Thuin.

De tramlijn die Thuin en Lobbes verbindt, volgt een traject waar geen auto’s kunnen komen. Het circa 6 km lange traject gaat door schitterende velden en kruist slechts op een enkele plaats het “moderne leven”. Het college St. Ursmer, het klooster van Lobbes en het oversteken van de Sambre vormen een ongekend panorama dat alleen een trampassagier kan ervaren. Kortom, een rit op dit traject is een unieke gelegenheid om te genieten van de buitenlucht en een stukje geschiedenis.
***************
THY-LE-CHATEAU.
*************

Afbeelding.
In dit idyllische dorp komt u vooral oude arbeiderswoningen tegen. Vooral bij de beek de Thyria staan rijen van deze armoedige huizen die werden gebouwd vanaf de 13de eeuw. In die tijd bloeide de ijzerindustrie op en dat trok vele arbeiders aan. Een andere bezienswaardigheid van Thy-le-Château is het 12de-eeuwse kasteel. Dit kasteel werd aan het begin van de 19de eeuw getroffen door een grote brand maar in 1931 werd het kasteel weer opgebouwd. Vandaag de dag biedt het kasteel onderdak aan het Musée Delporte, een museum waar u onder meer mooie schilderijen en beeldhouwwerken kunt bewonderen. Als u nog tijd over heeft, raden wij u aan om een bezoek te brengen aan de 16de-eeuwse Sint-Pieter-en-Pauluskerk. In deze kerk staan enkele schitterende zilveren voorwerpen.
*********
TINTIGNY .
*********.
Afbeelding.
Het leuke plaatsje Tintigny heeft meer dan 3000 inwoners en is mooi gelegen aan de rivier de Semois. De stad heeft enkele mooie bezienswaardigheden zoals de 18de eeuwse kerk, die recentelijk werd opgenomen op de Belgische monumentenlijst. In 1837 werd de mooie Chenois kapel gebouwd ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de pestepidemie. Door de pest lieten honderden inwoners in de 16de eeuw het leven. Ook de Eerste Wereldoorlog heeft zijn sporen achtergelaten in de stad. Door hevige bombardementen werd de gehele binnenstad vernietigd. Vandaag de dag is de stad een handelscentrum waar het goed vertoeven is.
*****
TORGNY .
********.
Afbeelding.
Dit dorp is gelegen op het hoogste punt van de Gaume, de de 365 meter hoge Trou-la-Roue. Torgny is een klein en ligt ideaal beschut op deze heuvel. De huizen in het dorp doen denken aan de Provence. De dakpannen, die alle huizen in het dorp sieren, komen dan ook echt uit deze streek. De Romeinen begonnen met de invoer ervan, vele honderden jaren geleden.
Afbeelding.
Vandaag de dag is er niet veel te beleven in het dorp. De dorpelingen maken sinds 1958 enkele heerlijke wijnen en verdienen daarmee een goede boterham. Vooral de witte Clos de la Zolette is volgens kenners een heerlijke wijn. De wijn wordt gemaakt van 3000 wijnstokken die in 1958 uit Zwitserland werden ingevoerd.
Afbeelding.
In de omgeving van Torgny kunt u genieten van schitterende natuur. In het nabijgelegen zes hectare grote natuurreservaat kunt u onder andere wilde orchideeën zien en vele diersoorten. In het reservaat zijn enkele wandelpaden aangelegd. In het dal van de rivier de Ton liggen enkele kleine dorpen zoals Montquintin en Dampicourt. Vergeet zeker niet om deze dorpen tijdens uw wandeling aan te doen. U krijgt er zeker geen spijt van.
*******.
TROISVIERGES .
*************
Afbeelding.
Dit 1000 inwoners tellende dorp is gelegen in het noorden van Luxemburg. De naam van het dorp is afgeleid van drie kleine beeldjes die staan op het hoofdaltaar van de dorpskerk. Ze stellen de drie maagden Fides, Caritas en Spes voor, zinnebeelden van het geloof, de liefde en de hoop. Al eeuwenlang zijn deze Drie Maagden het doel van talrijke bedevaartgangers. Vooral in de zomermaanden is het een drukte van jewelste in het dorp. In de directe omgeving kunt u mooie wandelingen maken en zijn er enkele fietsroutes uitgezet.
*********
UCIMONT.
********.
Afbeelding.
Dit dorp staat vooral bekend door het Graf van de Reus, de Tombeau du Géant. Het uitzicht op deze door een meander omspoelde heuvel, behoort tot de mooiste plekjes van de Ardennen. Vele duizenden toeristen hebben dit plekje bovenaan hun lijstje met bezienswaardigheden staan. Het graf ligt met de voet bij het gehucht Botassart aan de rivier de Semois. Het bestaat uit een robuust kasteel met een 17de-eeuwse kapel en wordt omringd door een vijftal huizen met leistenen daken. De oevers van de Semois zijn uitermate geschikt voor korte en lange wandelingen. In het gebied zijn talrijke wandelroutes uitgezet. Zo is er onder meer een wandelroute naar het vrouwenklooster van het gehucht Cordemois.
******
VENCIMONT.
**************.
Afbeelding.
Vencimont is een fraai gelegen dorpje in de vallei van de Houille. Het dorp is omgeven door groen en u kunt hier dan ook heerlijk wandelen. In de stroompjes rond het dorp kunt u ook heerlijk kanoën. Vanaf de nabijgelegen Sin-Antoniuskapel heeft u een mooi uitzicht over het dorpje. Rond Vencimont liggen rotsformaties die passende namen hebben meegekregen als Tête de Chien (Hondenkop) en de Châmbre du Curé (Kamer van de Pastoor). In het dorp kunnen fietsen en mountainbikes worden gehuurd en u kunt prachtige tochten maken door de heuvelachtige omgeving.
*****
VERVIERS.
*********
Afbeelding.
Verviers is een fusiestad die in 1976 na de samenvoeging van de gemeenten bij 60.000 inwoners telde. Verviers ligt aan de rivier de Vesdre en was vroeger een stad van weinig belang. Pas na de Slag van Waterloo in 1815 werd Verviers een belangrijke industriestad. De opkomst van de lakennijverheid trok textielfabrieken aan, die op hun beurt weer zorgden voor de komst van leerlooierijen. Door de komst van de leerlooierijen is Verviers bekend geworden als schoenenstad. Echte bekendheid genoot Verviers als wolstad. Na de Eerste Wereldoorlog was Verviers zelfs de wereldhoofdstad van de wol, een titel waar de inwoners van Verviers maar wat trots op zijn. Na 1930 werd het belang van de textiel- en schoennijverheid langzaam minder. Tegenwoordig is Verviers een druk handelscentrum. De stad is niet erg toeristisch, maar vanuit de naburige dorpen is het leuk om de stad een dag te vereren met een bezoek.
STADHUIS VAN VERVIERS.
**
Afbeelding.
Dit stadhuis is gebouwd in de periode 1775-1780 naar een ontwerp van J.B. Renoz. Deze elegante constructie van ruw witte baksteen en kalksteen heeft negen overspanningen, waarvan drie in de uitbouw, met trapdelen, waarboven een gebogen fronton, waarop tegenwoordig de wapens en de lijfspreuk van de stad prijken. Het stadhuis is vrij of met een gids te bezoeken, de gids geeft rondleidingen op zaterdag om 15.00 en op zondag om 11.00 en 14.30.
********
VIANDEN.
*******
Afbeelding.
Vianden is één van de meest toeristische plaatsen van Luxemburg. De oude stad ligt dan ook in een prachtige omgeving op beide oevers van de rivier de Our. De beroemde Franse schrijver Victor Hugo kwam hier graag en schreef er ook over. In de bovenstad, het oude stadsdeel, ligt op de rechteroever van de Our een kasteel uit de 9de eeuw. Aan het begin van de 15de eeuw kwam de burcht in het bezit van de familie Nassau. Aan het begin van de 19de eeuw werd het kasteel voor iets meer dan 3000 gulden verkocht aan een koopman. De koopman haalde alle waardevolle materialen uit het slot, tot en met het hout van de ramen en deuren aan toe. In de tijd van de Franse schrijver Victor Hugo was het kasteel inmiddels vervallen tot een ruïne, men had in die tijd helaas weinig oog voor historische bouwwerken. Prins Hendrik, de broer van de Nederlandse koning en de Luxemburgse groothertog Willem III hebben zich in 1865 ingezet voor het herstel van de kapel. Sinds die tijd is ook de rest van het kasteel in ere hersteld. U kunt een bezoek brengen aan het fraaie kasteel.
************
VIELSALM.
******
Afbeelding.
Vielsalm is gelegen aan de rivier de Salm. Het stadje telt ongeveer 7000 inwoners en is prachtig gelegen tussen rotsen, bossen en heuvels. In het naburige Salmchâteau ligt de ruïne van een kasteel uit de 14de eeuw, dat werd bewoond door de graven van Salm. De burcht werd gebouwd op fundamenten uit de 9de eeuw. Salm heeft ook zijn eigen legende. Volgens de overlevering staken de graven van Salm hun goud in de grond en dit goud werd bewaakt door een gouden geit. Tijdens opgravingen aan het begin van de 20ste eeuw werden bij Salmchâteau in ieder geval grote hoeveelheden gouden munten gevonden. Van een gouden geit is overigens nooit iets ontdekt.
*****
BOS VAN HET DOMEIN VAN GRAND BOIS.
******************************
Afbeelding.
Enkele honderden jaren geleden was dit bos samengesteld uit beuken, heide en brem, waartussen wilgen, bosbessen, wolgras en jeneverbessen groeiden. Tevens waren er open plekken, waarop berken, lijsterbessen, bosbessen en andere inheemse vegetatie groeide. In de 13de eeuw werden de beuken in grote getale door de bevolking gekapt en gebruikt als brandhout voor verwarming en smederijen.
Afbeelding.
Het nabijgelegen bos heeft meerdere eigenaars gekend. Een groot deel van het oppervlak kwam in 1897 in handen van de staat. Als gevolg van opeenvolgende aankopen besloeg de oppervlakte van het bos in 1996 bijna 2.000 hectare. Hoewel er op de open plekken diverse soorten bomen staan, werd in de herfst van 1996 toch een arboretum ontworpen. Aan de rand van de open plek is ook een wilde tuin te vinden.
***********************
http://www.ardennen.nl/bezienswaardig/dorpen.php
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

15 aug 2006, 16:56

VIERVES-SUR-VIROIN.
*****************.
Afbeelding.
Vierves-sur-Viroin was vroeger een belangrijke plaats, wat ook is terug te zien aan het kasteel dat bij het dorp te vinden is. Het kasteel dat er nu staat stamt uit het einde van de 18de eeuw. Het kasteel dat eerder op deze plek stond was platgebrand tijdens de strijd tussen Henegouwen en Luik. Tijdens de 16de en de 17de eeuw werden in het kasteel heksenprocessen gevoerd. In de omgeving van Vierves-sur-Viroin kan heerlijk worden gewandeld en gefietst. Vanaf de boven het dorp gelegen heuvel heeft men een prachtig panorama en bij helder weer kan men tot in Frankrijk kijken. Op de heuvel lag de enige barietmijn van België, die nu in gebruik is als museum.
********.
LUIK .
*******.
Afbeelding.
Luik (Frans: Liège (voor 1949: Liége), Duits: Lüttich, Waals: Lîdje) is een stad in Wallonië, België, en de hoofdstad van de provincie Luik. De stad ligt aan de Maas, ongeveer 30 kilometer stroomopwaarts van Maastricht. De stad telt ruim 186.000 inwoners. De agglomeratie Luik (met voorsteden als Seraing, Saint-Nicolas, Ans, Herstal en Flémalle) telt ongeveer 600.000 inwoners. Halverwege de 20ste eeuw was Luik het centrum van de mijnbouw en staalindustrie, die Wallonië tot welvaart brachten. De problemen die er later in de eeuw tot vermindering van het belang van de mijnbouw en staalindustrie leidden hebben hun effect op de omgeving van Luik niet nagelaten.
***
Vele eeuwen lang, tot 1795, werd Luik geregeerd door prins-bisschoppen. Het prinsbisdom Luik strekte zich uit over het grootste deel van de huidige provincie Luik en de zuidelijke helft van de huidige provincie Namen. Bovendien verwierven de bisschoppen van Luik in 1366 ook het graafschap Loon, dat grotendeels samenvalt met de huidige Belgische provincie Limburg. De stad Luik was de voornaamste van de 23 Goede Steden van het prinsdom.
***.
Afbeelding.
De geschiedenis van Luik wordt gekenmerkt door talloze conflicten tussen de stad Luik en zijn bisschoppen, waarbij het er soms heet aan toe ging. In 1468 werd in het kader van een dergelijke machtstrijd de stad getuchtigd door de Bourgondische hertog Karel de Stoute. Zijn soldaten hebben zich buitengewoon misdragen in de stad: ongeveer een kwart van de 20.000 inwoners verloor hierbij het leven.
**
Toen de hertogen van Bourgondië - en later de Habsburgse koningen van Spanje - allengs de hele Nederlanden onder hun gezag verenigden, bleef het prinsbisdom Luik als onafhankelijke staat daarbuiten. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog probeerden de bisschoppen van Luik neutraal te blijven tussen de twee strijdende partijen. Luik had zich ontwikkeld tot een belangrijk centrum van metaalindustrie en ook van de wapenindustrie.
**
In 1795 hebben burgers van de stad Luik, die verbolgen waren over het autoritaire optreden van hun bisschop, zodra de stad door de Franse revolutie-legers was veroverd, de gothische Sint-Lambrechtskathedraal gesloopt. De lege plaats daarvan vormt de huidige Place Saint-Lambert. In de 19e eeuw is de Sint-Pauluskerk verheven tot Sint-Pauluskathedraal. In 1887 werd besloten tot de oprichting van de forten rond Luik.
**
De eerste veldslag van de Eerste Wereldoorlog speelt zich af rondom Luik, aangezien deze stad op de Duitse route door België lag. Via Luik wilden de Duitsers naar Namen om zo Frankrijk binnen te vallen.
*******.
BASILIEK SAINT-MARTIN (LUIK).
*************************.
Afbeelding.
De Basilique Saint-Martin beheerst een groot deel van het centrum van Luik. De voormalige collegiale kerk werd gesticht in de 10de eeuw en door een brand beschadigd in 1312. De nieuwe vierkante toren werd omstreeks 1410 voltooid. De rest van de gotische kerk dateert van de 16de eeuw. In de vroegere kerk werd in 1251 voor de eerste maal Sacramentsdag gevierd. Bewonderenswaardig zijn: de calvarieberg van begin 16de eeuw, het mausoleum van Eraclus, een gepolychromeerd beeld van Onze-Lieve-Vrouw van St. Séverin, de kapel van het Heilig Sacrament versierd met medaillons van Jean Del Cour, de reliekschrijn van de zalige Eva, aandenken aan de Sacramentsdag en in de crypte het graf met de zwart marmeren liggende figuur uit Theux gemaakt door Koenraad van Gaveren (+1602), proost van het kapittel van St. Martin.
*******.
BOTANISCHE TUIN .
****************.
Afbeelding.
De Botanische Tuin werd in 1840 op aanwijzing van Charles Morren ingericht, waarna zijn zoon Edouard de collectie enorm uitbreidde. Dit park, waarin in 1880 het `Institut de Pharmacie` beheerd door de `Service des Plantations de la Ville de Liège` (Plantsoendienst van de Stad Luik) werd gevestigd, bevat bomen die zowel zeldzaam als interessant zijn: Carya glabra (zes in België), de mooiste exemplaren van de Torreya californica in België, de gleditschia, de moeras hickory, de geweiboom, de Canadese dadelpruimenbooom, de witte moerbeiboom, de micocoulier uit Virginia, de Japanse cryptomeria, de Perzische parrotie en andere weinig voorkomende planten. In de gerestaureerde serres uit de vorige eeuw zijn zo`n 7.000 planten samengebracht op een oppervlak van iets meer dan 1.000 vierkante meter.
********.
BRUG VAN FRAGNEE (LUIK).
*****************
Afbeelding.
Deze waardevolle brug, die men vindt bij de samenvloeiing van Maas en Ourthe, heeft door een recente restauratie zijn oorspronkelijke pracht en praal herkregen, met zijn vergulde snaakshoofden en rijke decoraties van planten, zijn beeldhouwwerken van Tritons (zeemonsters die op een schelp blazen) en de veel hoger geplaatste `Renommées` (engelen die op een trompet blazen). `s Avonds is de brug op een zeer originele en toverachtige manier verlicht. Voor groepen is er de mogelijkheid om een rondleiding te volgen.
****.
KONINKLIJKE SCHOUWBURG (LUIK).
******************************.
Afbeelding.
Dit theater, dat werd gebouwd aan het eind van het eerste kwartaal van de 19de eeuw door architect Duckers, heeft de vorm van een massief parallellepipedum. De hoofdgevel is versierd met een marmeren zuilengalerij, afkomstig uit de oude kerk van Chartreux in Cornillon, en begrensd met een balustrade, met daarboven de bogen van de begane grond. Op de grote geveldriehoek ziet men gebeeldhouwde allegorische figuren.
****.
COLLEGIALE KERK SAINT-BARTHELEMY .
*************
Afbeelding.
Deze voormalige collegiale kerk werd buiten de stadsomwalling van Luikopgericht en is kenmerkend voor de imposante Ottoniaanse stijl. De in kolenzandsteen gebouwde kerk werd tussen eind 11de eeuw (koor) en de laatste jaren van de 12de eeuw (westbouw met de in 1876 herbouwde tweelingtorens naar Rijnlands model) opgetrokken. In de 18de eeuw kreeg de kerk twee bijkomende zijbeuken, een binnenversiering in Franse barokstijl en een neoklassiek portaal. Het interieur van de westbouw wordt momenteel in de oorspronkelijke Romaanse stijl gerestaureerd. De geelkoperen doopvont komt van de voormalige doopkerk van de stad, waar ze begin 12de eeuw werd geplaatst. Ze werd lang toegeschreven aan de goudsmid Renier van Huy (Hoei) en wordt als één van de zeven wonderen van België beschouwd.
******
MUSEE DE LA VIE WALONNE .
********
Afbeelding.
In de Rue Pery staat het belangrijkste museum van Wallonië. Het is ondergebracht in een geheel gerestaureerd klooster van de orde der miniemen. Het `Museum van het Waalse Leven` omvat meer dan 350.000 documenten en andere voorwerpen die betrekking hebben op de zeden en gewoonten van de Walen, vroeger en nu. Het is een echte `must`.
***
Met name de nijverheid en techniek komen er uitgebreid aan de orde. Zo is er een verzameling met alle flessen en potten waarin ooit het bronwater van Spa werd verkocht, van aardewerk tot (afbreekbaar) plastic. De kelderverdieping is gewijd aan het werk in de mijnen. In een aparte zaal staat de collectie zonnewijzers en aanverwante toestellen, die door de dichter Max Elskamp aan het museum is geschonken. Alleen Oxford beschikt over een rijkere collectie. In het zeer aantrekkelijke museum is ook een marionettentheater ondergebracht.
*********.
DOOPVONT.
*********.
Afbeelding.
De bijzondere doopvont in de Sint-Bartolomeuskerk werd vermoedelijk gegoten door Reinier van Hoei (Renier d`Huy), een edelsmid die in de eerste helft van de twaalfde eeuw werkte in Huy. Aartsdeken Hellin van Luik zou de bestelling bij Reinier hebben geplaatst voor zijn kerk Onze-Lieve-Vrouw-der-Doopvont, de enige kerk in Luik waar gedoopt mocht worden. Die kerk werd tijdens de Franse Revolutie geheel vernietigd, maar de doopvont van Reinier is gespaard gebleven omdat hij tijdig werd ondergebracht bij particulieren. Na het Concordaat tussen kerk en staat werd hij geplaatst in de Sint-Bartolomeuskerk, die aan de algemene vernielzucht was ontsnapt. Het originele bronzen deksel van de doopvont verdween tijdens deze gebeurtenissen. Het werd nooit teruggevonden.
Reinier verwerkte in zijn doopvont elementen van de Byzantijnse, de antieke en de Maaslandse kunst tot een uniek geheel, dat als voorbode van de latere Italiaanse Renaissance wordt beschouwd. Hij maakte de doopvont in een wassen vorm; de taferelen werden daarbij in de was gebeeldhouwd. Het wassen model werd in een laag klei ingebed, waarin afvoerkanaaltjes werden gemaakt. Eromheen legde men warme stenen, om de was te smelten. In de gietvorm werd daarna vloeibare messing gegoten. Zodra het metaal was afgekoeld, werd het met fijn zand gepolijst, en kreeg het nog een laagje stofgoud.
Afbeelding.
Het `Genie` rust op vier steunen uit massief steen, maar wekt de indruk gedragen te worden door tien (oorspronkelijk twaalf) ossen. In deze dieren is een verwijzing te zien naar de twaalf apostelen die het geloof in de Drievuldigheid over de hele wereld hebben verkondigd. Wellicht verwijzen de twaalf ossen nog meer naar het Boek der Koningen, waarin het bestaan van een dergelijk monument (de zogenaamde `Bronzen Zee`) in het voorhof van de tempel van Salomon werd vermeld.
**
Op de kuip van de doopvont zijn de handelingen van vijf dopers in brons vereeuwigd, waarbij de doper telkens groter is afgebeeld dan zijn dopelingen. In het interessantste toneel wordt de doop getoond van Christus, door de prediker Johannes de Doper. Links daarvan roept de prediker een groep van tollenaars op tot boetevaardigheid. Deze zijn gekleed als rijke kooplui uit de eeuw van Reinier van Hoei. Een soldaat kijkt toe. Hij draagt de maliënkolder, het schild en de helm van de Noormannen. Daarnaast ziet u het doopsel van de neofieten, of nieuwe bekeerlingen, en weer daarnaast doopt Petrus een Romeinse centurion, genaamd Cornelius. Tenslotte ontvangt in een laatste tafereel ook de Griekse wijsgeer Craton het doopsel van Sint Jan de Evangelist.
***
PLACE DU MARCHE .
*****************.
Afbeelding.
Het marktplein is het ware centrum van de stad. Hier werd de geschiedenis van Luik geschreven. Het Perron op dit plein is het symbool van de vrijheidszin van de Luikenaars. Boven op deze bronzen zuil staan de Drie Gratiën, die een kruis en een dennenappel dragen. Het monument is een kopie van het oorspronkelijke marmeren beeldhouwwerk van Jean del Cour uit het einde van de 17de eeuw.
**
Tegenover het perron staat het stadhuis, ook `La Violette` geheten, dat in de 18de eeuw werd gebouwd op de plaats van de bescheiden woning waar de bestuurders van de stad sinds de Middeleeuwen waren bijeengekomen. Nog steeds komt de gemeenteraad hier bijeen: de vergaderingen kennen vaak een zeer woelig verloop. De huizen rond deze drukke markt zijn gebouwd in de 17de eeuw. Boven de daken is nog net de koepel te zien van de kerk van Sint-Andries (Saint-André), die dient als tentoonstellingsruimte.
************************.
http://www.ardennen.nl/bezienswaardig/dorpen.php
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

19 aug 2006, 00:05

VILLERS-LA-VILLE.
**************.
Afbeelding.
Villers-La-Ville herbergt één van de meest fascinerende middeleeuwse ruïnes in Europa. De ruïnes zijn van de cisterciënzerabdij van Villers-la-Ville welke in 1146 werd gesticht op initiatief van St-Bernard. De abdij, die een perfecte weergave is van de wens van de monniken destijds om zich terug te trekken uit de wereld, heeft tijdens de veelbewogen momenten in de geschiedenis heel wat over zich heen gehad: de christelijke eenheid in de middeleeuwen; de politieke en religieuze omwentelingen die plaatsvonden vanaf het bewind van Karel V; de Europese oorlogen in de moderne tijd; de terugkeer van de vrede en de vernieuwing in de 18de eeuw en de revolutionaire koorts aan het einde vWalcourt ligt aan de samenvloeiing van de rivieren de Eau d’Heure en de Eau d’Yves. Vroeger was Walcourt een versterkte stad die heel strategisch gelegen was. Vanuit het centrum van het hooggelegen Walcourt leiden steilen steegjes en een straatje naar het dal. Het doet een beetje denken aan een Spaanse stad. Walcourt werd tegen een uitstekende rots gebouwd. Op de rots ligt de toren van de basiliek. De kerk heette vroeger ‘église’, maar paus Pius XII schonk de Sint-Maderne in 1951 de titel van basiliek. De toren van de basiliek stamt uit de 11de eeuw, de rest van de basiliek uit de 13de eeuw.
an de Eeuw der Verlichting, die de abdij noodlottig is geworden. Na de opheffing van het klooster in 1796, trokken de statige ruïnes tijdens de hele 19de eeuw veel kunstenaars, schilders en romanschrijvers aan. Tijdens de avonduren wordt er een klank- en lichtspel georganiseerd. Er heerst dan een schitterende, magische.
****
ABDIJ VAN VILLERS-LA-VILLE.
**
Afbeelding.
Dertig km ten zuiden van Brussel, in de diepte van een vallei omzoomd door bossen en weilanden, ligt de Abdij van Villers-la-Ville. Haar ruïnes, die beschermd en geklasseerd zijn als uitzonderlijk erfgoed van Wallonië, vormen één van de mooiste architecturale sites van Europa. Het cisterciënzerklooster van Villers werd gesticht in de 12de eeuw, onder impuls van Sint-Bernardus. Het nodigt u uit om meer dan 850 jaar geschiedenis en het dagelijkse leven van de monniken te ontdekken aan de hand van een plattegrond of een rondleiding.
Deze plek, die een echo is uit het verleden, wordt bovendien het hele jaar door tot leven gewekt door talloze culturele evenementen: theatervoorstellingen of koorgezangen in open lucht, concerten, tentoonstellingen, bezoeken met voordrachten, gezinsactiviteiten en wandelingen. Er worden ook prestigieuze zalen ter beschikking gesteld van particulieren of ondernemingen voor de organisatie van seminaries, voordrachten, promotie-evenementen, huwelijken of andere gelegenheden. De cisterciënzerabdij van Villers-in-Brabant, een plek van ontdekking en ontspanning! Alleen, met uw gezin of in groep, overdag of ‘s avonds, in de zomer zowel als in de winter, om te wandelen, te bezoeken, bij te leren of gewoon om u te ontspannen.
*************.
VIRTON.
*******
Afbeelding.
Virton is de hoofdstad van het ‘Pays de Gaume. Bij Virton vloeien de beekjes Vire en Ton samen, maar hier ontleent de stad niet zijn naam. De naam is afgeleid van Vertunum, de Keltische benaming voor ‘goed verdedigde heuvel’. In de 4de eeuw werd Vertunum door de Barbaren, een Germaanse stam in opmars, dusdanig verwoest, dat de stad enkele kilometers verderop herbouwd moest worden. De nieuwe stad kreeg de naam ‘Nieuw-Virton’, die nu door het leven gaat als Virton.
Afbeelding.
Er is heel wat strijd geleverd om deze strategisch gelegen stad. Om verder bloedvergieten tegen te gaan besloten de inwoners in 1657 de verdedigingswerken en vestingen af te breken. De Fransen waren het daar niet mee eens en hielden het tegen door de vesting te bezetten. Hierdoor bleef een gedeelte van de versterkingen bewaard.
Tegenwoordig is Virton een stad met een Franse uitstraling. Er wonen ongeveer 4000 mensen. De kerk en het stadhuis van het stadje zijn in een Franse stijl opgetrokken. Het stadhuis heet in Virton ook ‘Mairie’, zoals in Frankrijk, en niet zoals in de rest van Wallonië ‘Hôtel de Ville’. Iedere vrijdag is er een markt die doet denken aan een markt aan de Franse Rivièra.
Afbeelding.
Sinds 1939 is er in een 17de-eeuws klooster in Virton het Musée de la Vie Gaumais gevestigd. Dit museum herbergt een opvallende archeologische verzameling. Ook wordt er aandacht besteed aan de regionale folklore en de ambachten van de streek, die in nagemaakte werkplaatsen en interieurs tot leven worden gebracht. Ook bezit het museum een collectie van niet minder dan 150 haardplaten, evenals andere vormen van smeedwerk.
**************
VISE.
*****
Afbeelding.
Visé is gelegen aan de grens met Nederland. Het stadje telt ongeveer 8000 inwoners. Vanuit Visé zijn zowel het gebied rond het drielandenpunt en de Maasvlakte goed bereikbaar. Visé is een rustig stadje in een groene omgeving. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd Visé vrijwel geheel verwoest door de Duitsers. In het stadje is een streekmuseum te vinden die is gevestigd in het gerestaureerde 16de-eeuwse stadhuis. In het centrum van Visé is een gezellige winkelstraat te vinden waar u leuke streekproducten kunt kopen. In de Maas is een eiland gelegen, het Robinsoneiland, waarop een openbaar park is aangelegd. Vanuit Luik kunt u een boottocht maken naar het Nederlandse Maastricht. Deze boottocht doet ook even Visé aan, waarna de beroemde sluis van Lanaken wordt doorgevaren naar Maasstricht.
*****************.
VRESSE.
********.
Afbeelding.
Vresse is een kunstenaarsdorp waar schilders bijeenkomen. Tot de favoriete schildersonderwerpen behoren onder meer de 18de-eeuwse Sint-Lambertusbrug en een houten bruggetje in het nabijgelegen Laforêt. Na de Sint-Lambertusbrug mondt de Petit-Fay uit in de rivier de Semois. Dit tien kilometer lange beekje heeft een diepe kloof uitgeslepen die veel bewondering kent bij natuurliefhebbers.
Vresse heeft een museum dat is gewijd aan de tabaksteelt en de folklore van de streek. In het museum is een houten kopie van de eerste Belgische locomotief te bezichtigen. In de bossen rond Vresse ligt een verzetskamp uit de Tweede Wereldoorlog, het Camp du Maquis des Blaireaux. De omgeving van Vresse is zeer populair bij scoutingsgroepen.
Iets ten noorden van het kunstenaarscentrum ligt het hooggelegen Orchimont. Bij het dorp zijn enkele delen te vinden van een versterkte burcht die vroeger het dorp moest verdedigen. In de omgeving kunt u genieten van verscheidene panorama’s, bijvoorbeeld die van de Roche des Fées (Feeënrots) en de Rocher au Corbeau (Rots met de Raaf).
********************.
WALCOURT.
**********.
Afbeelding.
Walcourt ligt aan de samenvloeiing van de rivieren de Eau d’Heure en de Eau d’Yves. Vroeger was Walcourt een versterkte stad die heel strategisch gelegen was. Vanuit het centrum van het hooggelegen Walcourt leiden steilen steegjes en een straatje naar het dal. Het doet een beetje denken aan een Spaanse stad. Walcourt werd tegen een uitstekende rots gebouwd. Op de rots ligt de toren van de basiliek. De kerk heette vroeger ‘église’, maar paus Pius XII schonk de Sint-Maderne in 1951 de titel van basiliek. De toren van de basiliek stamt uit de 11de eeuw, de rest van de basiliek uit de 13de eeuw.
Afbeelding.
De Onze-Lieve-Vrouwe van Walcourt, een houten beeld uit de 10de eeuw, trekt jaarlijks nog bedevaartgangers. Dit fraaie beeld is sinds de 12de eeuw bedekt met zilveren platen. In de 17de eeuw werd het beeld gekleed naar de Spaanse mode uit die tijd. De basiliek beschikt over een prachtige kerkschat, waaronder verschillende monstransen die nog.door Hugo d’Oignies zouden zijn gemaakt.
Afbeelding.
Even ten zuiden van Walcourt verandert het landschap van kleur en krijgt het groen van de bossen de overhand op het bruin van de velden en het grijs van de dorpen. Dit gedeelte van de Botte is het meest verlaten stukje van Wallonnië. U begrijpt dat u hier heerlijk kunt wandelen en fietsen in een prachtige omgeving. Fietsen kunnen worden gehuurd in het station van Walcourt. Er zijn verschillende fietsroutes in de omgeving uitgestippeld, onder meer naar het minuscule Pry, waar overblijfselen te vinden zijn van een Frankische burcht uit de 3de eeuw. Een andere route leidt naar Yves-Gomezée, waar oude ijzersmederijen van de nagelmakers langs de beek de Yves te vinden zijn.
*******************..
http://www.ardennen.nl/bezienswaardig/dorpen.php
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

21 aug 2006, 19:37

WANLIN.
*******
Afbeelding.
Wanlin is een rustig dorpje dat in het zuiden van België en ligt aan de oever van de Lesse. Eén keer per jaar wordt het dorp letterlijk op stelten gezet. Op Pinksterzondag viert Wanlin het feest van de Skassis. Skassis zijn steltlopers die op hun lange latten de rivier de Lesse oversteken. Dit is een oud gebruik maar in 1962 is er een vereniging opgericht die het gebruik weer in ere heeft hersteld.
********
WASSERBILLIG.
*******
Afbeelding.
Het in Luxemburg gelegen Wasserbillig telt ongeveer 2500 inwoners. Bij het dorpje stroomt het riviertje de Sûre in de Moezel. Op dat punt is een groot mozaïek te vinden waarop de waterwegen van het Groothertogdom Luxemburg zijn afgebeeld. Vanuit de plaats kunt u met een boot een tocht maken over de Moezel. Een veerpont verbindt Wasserbillig met de Duitse oever.
Afbeelding.
In en rond het stadje kunt u heerlijk recreëren. In het dorp is bijvoorbeeld een zoetwateraquarium te vinden. Er zijn weinig monumentale gebouwen bewaard gebleven maar het dorp bezit een fraaie barokke kerk met een altaar van halverwege de 18de eeuw. In het Weilerbos bij het iets westelijker gelegen Lellig liggen de restanten van een Gallo-Romeins kerkhof. Wilt u echt genieten van uw rust dan is het verstandig om een aantal dagen door te brengen in de nabijgelegen dorpen Bron en Moesdorf, waar u een speld kunt horen vallen.
****
WEISWAMPACH.
*************
Afbeelding.
Weiswampach ligt in het noorden van Luxemburg, omringd door bossen. Bij het dorp liggen twee kunstmatig aangelegde meertjes. Weiswampach ligt dicht bij de ongerepte en romantische vallei van de rivier de Oer. In de omgeving van Weiswampach kunt u heerlijk wandelen over meer dan 50 kilometer aangelegde wandelpaden. De rots van Mauleslay is één van de favoriete bestemmingen. In de winter is het gebied vrij sneeuwzeker en er kan dan worden gelanglauft door de prachtige natuur. De nabijgelegen dorpjes Binsfeld, Holler en Breidfeld zijn het bezoeken ook zeker waard en verkeren nog in een authentieke landelijke staat. In Binsfeld is een leuk streekmuseum te vinden, dat is ondergebracht in een woning uit het begin van de 18de eeuw. Holler heeft een Romaanse kerk uit de 11de eeuw met mooie fresco’s uit de 14de eeuw.
*********
WEPION.
********
Afbeelding.
Wépion is de Waalse hoofdstad van de aardbei. In het dorpje is zelfs een museum te vinden dat is gewijd aan deze vrucht en in het eerste weekend van september wordt in het dorp het feest van de aardbei gevierd. Wépion is gelegen aan de Maas en langs de oever van de rivier kunt u een vijf kiloemter lang jaagpad bewandelen. In de omgeving van het dorp is een ruïne van een klooster uit de 17de eeuw te vinden, de Marlagne. Lodewijk XIV verbleef hier tijdens het beleg van Namen. Tijdens de Franse Revolutie werd het karmelietessenklooster verwoest. In de omgeving van Wépion kunt u heerlijk recreëren, waaronder het beoefenen van verschillende watersporten.
*********
Werbomont.
*********
Afbeelding.
Het dorpje Werbomont ligt in de provincie Luik. In de omgeving van dit typisch Ardense dorpen kunt u heerlijk wandelen. Vanuit Werbomont beginnen veel wandeltochten die zich afspelen in het stroomgebied van de Lienne. U kunt wandelen via de bovenloop van de Lienne maar beter kiest u voor de benedenloop. Deze is vele malen mooier. Onderweg komt u zeker langs het oorlogsmonument. Dat is hier geplaatst ter herinnering aan de eerste dagen van het Ardennenoffensief van december 1944. Hier is hevig strijd geleverd door onderdelen van de 82ste Airborne Division.
Op 16 december beginnen de Duitsers een verrassingsaanval. Ze willen via Werbomont een wig drijven in de Amerikaanse linies en zo doorstoten naar Antwerpen. Hiervoor brengen ze twee pantserdivisies, drie infanteriedivisies en een paradivisie in de strijd. De gevechtsgroep Peiper van de 1e Panzer Division probeert een doorgang te zoeken via de Lienne, nadat door de geallieerden de bruggen bij Trois-Ponts en Stoumont zijn opgeblazen.
Afbeelding.
Ze rukken op via Cheneux en Rahier, maar worden met fel artillerievuur teruggeslagen door onderdelen van de 82e Airborne Division: Het 504e PIR ten noordwesten van Rahier, het 505e PIR vanaf de hoogte bij Haut-Bodeux en het 508e PIR vanuit Chevron.

Het 325e GIR blijft in Werbomont. Enkele kilometer voor Werbomont bij Habiémont, op de tegenwoordige N 66, wordt bij de nadering van Peipers Tigertanks de brug over de rivier de Lienne opgeblazen door Corporal Fred Chapin en soldaat Shorty Nickell. Het doorstoten naar de Maas is nu helemaal verhinderd. Het is het einde van de lange weg die Peiper heeft afgelegd. Peiper moet zich terugtrekken, tegengehouden door een handjevol mannen van het 291st Combat Engineers. Deze gevechtshandelingen vinden plaats op 19 en 20 december 1944.
*************
WERIS.
******
Afbeelding.
Van alle megalithische monumenten in België zijn die van Wéris de best bewaarde en de meest toegankelijke. De dolmens en menhirs in dit dorpje bij Famenne wekten reeds sinds het eind van de 19de eeuw de interesse van de wetenschappers. Maar het was pas in het begin van de jaren 1980 dat systematische opgravingen werden aangevat, waarbij diverse onbekende stenen aan de oppervlakte kwamen. Tot op vandaag werden in de omgeving van Wéris twee dolmens en zestien menhirs geteld, die samen een lijn vormen van zo’n 7,4 kilometer lang. Liefhebbers van geschiedenis en mysterie doen dan ook niets liever dan rond te trekken tussen deze legendarische stenen, die steeds tot de menselijke verbeelding hebben gesproken.

Wéris, dat beschouwd wordt als één van de mooiste dorpjes in Wallonië, is absoluut een bezoek waard. Het dorp groepeert enkele mooie perfect gerestaureerde vakwerkhuizen die een blik meer dan waard zijn. De gevarieerde ligging van deze huizen met puntgevels zorgt voor een mooi optisch effect. De materialen die overheersen, zijn kalksteen en zandsteen, gemengd met enkele blokken puddingsteen.
Afbeelding.
Wat u gezien moet hebben, is het kleine Museum der Megalieten, sinds 1994 ondergebracht in een oud huisje waarvan al het binnenvakwerk bewaard is gebleven. Het museum is het hele jaar door open en biedt onder andere een didactische videomontage over de megalieten aan. Dit is vooral heel nuttig wanneer u deze stenen op het terrein wilt gaan ontdekken. Een maquette verklaart hoe de mensen uit de prehistorie deze loodzware blokken van enkele tonnen over kilometerslange afstanden verplaatsten. Ze maakten immers gebruik van boomstammen om de grote steenmassa vooruit te rollen, waarna ze die vervolgens rechtop stelden via een systeem bestaande uit een hefboom en enkele koorden.
DOLMEN VAN WERIS
****
Afbeelding.
De omgeving van Wéris is één van de geheimzinnigste, zo niet dé geheimzinnigste streek van geheel Wallonië. De dolmen van Wéris, later de "allée couverte nord" (noordelijk ganggraaf) genoemd, was bekend rond 1850, maar de Belgische Staat kocht het monument alleen in 1882 voor de som van 1200 BEF. Opgravingen vonden plaats vanaf 1888, maar serieuze opgravingen begonnen in het begin van de jaren tachtig met François Hubert, archeoloog van de "Service national des Fouilles" (Nationale Dienst voor Opgravingen), tegenwoordig de "Service des Fouilles de la Région wallonne" (Dienst voor Opgravingen van het Waals Gewest).

Het hunebed van Wéris, dat noord-noordoostelijk geörienteerd is, bestaat uit een rechthoekige grafkamer (6 x 1,70 x 1,50 m) en een kort, onoverdekt voorportaal. De kamer is ingesloten tussen vier pijlers waarop twee dallen rusten, die het dak uitmaken. De steen aan het hoofdeinde wordt ondersteund door een omvangrijke blok puddingsteen. De menhir, die tegenwoordig weer op zijn oorspronkelijke plaats staat, wordt dan weer ondersteund door een andere puddingsteen. Met een hoogte van 2,84 m was deze zonder twijfel de aanwijzingsmenhir. Volgens François Hubert reikte de glooiing ten oosten van het hunebed oorspronkelijk tot over het monument. Deze grafheuvel werd aan het licht gebracht door Gallo-Romeinen, toen deze een weg aanlegden die nu nog "Chemin des Romains" wordt genoemd.
***
MUSEE DES MEGALITHES .
*******************
Afbeelding.
Het ‘Musée des Mégalithes’, het Megalietenmuseum, geeft een heldere kijk op de cultuur die de megalieten heeft versleept en gebruikt. Aan het einde van het stenen tijdperk werden ze sedentair. Ze ontdekten de landbouw en de veeteelt en begonnen met het bouwen van hunebedden en menhirs. Deze hele geschiedenis wordt in het museum uitgebreid uit de doeken gedaan aan de hand van didactische panelen, maquettes, afgietsels, archeologisch materiaal en een Franstalige video.
Afbeelding.
In het museum is een kleine museumwinkel gevestigd. Hier kunt u gerelateerde boeken, catalogi, brochures, briefkaarten, wandelkaarten en toeristische inlichtingen verkrijgen. Daarnaast kunt u ook nog even bijkomen in het inpandige café of op het terras. Naast de heerlijke koffie wordt er ook Dolmenius geschonken, een heerlijk bier dat speciaal voor het museum wordt gebrouwen.
***********************************
http://www.ardennen.nl/bezienswaardig/dorpen.php
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

24 aug 2006, 19:47

WILTZ.
******.
Afbeelding.
Wiltz is de hoofdstad van de Luxemburgse Ardennen. Er wonen ongeveer 400 mensen verdeeld over Oberwiltz (bovenstad) en Niederwiltz (benedenstad). De stad is vooral bekend vanwege de bierbrouwerij. Wiltz is het centrum van de Europese padvinderij. Het hele jaar door zijn er jeugdkampen te vinden in deze regio. Er staat hier ook een monument voor de oprichter van de padvinderij, Baden-Powell.
Afbeelding.
In Oberwiltz staat een kasteel dat vroeger werd bewoond door de graven van Wiltz. De toren stamt uit de 13de eeuw, het hoofdgebouw uit 1631. Tegenwoordig zijn in het kasteel twee musea ondergebracht, een folkloremuseum en een museum dat is gewijd aan de Slag om de Ardennen.
Afbeelding.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Wiltz zwaar getroffen. In boeken over de oorlog wordt Wiltz ook wel de Martelaarsstad genoemd. Een monument herinnert aan de staking van 31 augustus 1942, toen de inwoners het werk neerlegde uit protest tegen de Duitse bezetter. Als herinnering staan in de stad een Amerikaanse tank en enkele kanonnen.
Afbeelding.
Wilt is een prima startpunt voor wandeltochten. Ook liefhebbers van de watersport komen hier aan hun trekken rond of op de diverse riviertjes en meren in de omgeving. Bij de stad is een klein vliegveld aangelegd voor sportvliegers. .
********
WILWERWILTZ .
***********.
Afbeelding.
Aan beide oevers van het riviertje de Clerve liggen vier rustige dorpjes die behoren tot de gemeente Wilwerwiltz, of Kischpelt zoals het dorpje door de Luxemburgers wordt genoemd. Wilwerwiltz ligt in een prachtige, groene omgeving en het station van de plaats ligt aan de spoorlijn Luik- Luxemburg. Pinsch, een van de dorpjes die behoren tot de gemeente Wilwerwiltz, heeft een mooie kerk met een oorspronkelijk barok interieur uit 1737. Eveneens in Pinsch is een oude leerlooierij te vinden, de Lohmüle.
Afbeelding.
De gemeente Wilwerwitz staat vooral bekend om de natuurlijke omgeving. Vanuit de plaats kunt u prachtige wandeltochten maken en op het riviertje de Clerve kunt u kanoën (van maart – mei en van september – november). Het water is visrijk en op de hellingen van de Penzeberg leven dan ook nog veel ijsvogels. Op de Lohr, een heuvel in de buurt, bloeien bosanemonen, orchideeën en narcissen in het wild. Met Pasen viert men in Wilwerwiltz het Narcissusfeest. In Wilwerwiltz is een manege te vinden waarvandaan u tochten per paard door de natuur kunt maken.
**************
WINSELER .
********.
Afbeelding.
Winseler is een gemeente waar onder meer het rustige recreatiedorp Schleiff behoort. Vanuit Schleiff kunt u heerlijke wandel- en fietstochten ondernemen in de prachtige omgeving. In het dorpje kunt u handgesneden wandelstokken kopen die in Schleiff zelf worden gesneden. Winseler is landelijk en pittoresk gelegen en vormt met de omliggende dorpen een prachtig plaatje. Iets ten noorden van Winseler ligt het dorpje Grümelscheid, waar een openluchttentoonstelling over de landbouw te vinden is. Richting de Belgische grens ligt het kleinde dorpje Oberwampach, waar een gotische kerk uit de 16de eeuw met een barok interieur te vinden is. .
*******************.
WORMELDANGE .
*************.
Afbeelding.
Wormeldange is een plaatsje met nauwelijks meer dan 1000 inwoners. Het dorpje is fraai gelegen onder de meest beroemde wijnheuvel van Luxemburg, de Köppchen. Hiervandaan komt volgens de wijnkenners de beste wijn van het Moezeldal. Wormeldange wordt ook wel ‘hoofdstad van de riesling’ genoemd en is het wijncentrum van Luxemburg.

Ten noorden van Wormeldange vinden we het plaatsje Ahn waar een heuvel met wilde orchideeën mediterraan aandoet. Ten zuiden van Wormeldange liggen meerder wijndorpen waarvan Ehnen zeker het bezoeken waard is. Het plaatsje heeft een ronde kerk en is hiermee de enige in Luxemburg. Ook vindt men hier enkele mooie oude straatjes en steegjes. In Ehnen zijn een wijngaard en een wijnmuseum te bezoeken.
***************.
YVOIR .
******.
Afbeelding.
Yvoir ligt op de plaats waar het riviertje de Bocq uitkomt in de Maas. In het plaatsje werd van halverwege de 14de eeuw tot eind 19de eeuw ijzer verwerkt en langs de oever van het riviertje de Bocq ziet men nog steeds ijzersmederijen staan. De smederijen zijn vandaag de dag niet meer in gebruik. In de maas ligt een eiland waarvan men een recreatieplek heeft gemaakt. Hier kunt u allerhande watersport beoefenen. Een bezienswaardigheid in het dorpje is de vlindertuin, het Euro Butterfly Center.
******************.
ZOTTEGEM .
*********.
Afbeelding.
Aan de voet van de Vlaamse Ardennen bevindt zich dit schitterende stukje Vlaanderen. Een uitgestrekte streek van beboste heuvels, verrassende panorama's met zichten op molens en kastelen, pittoreske dorpen, de Zwalmvallei en de steden Oudenaarde, Ronse en Zottegem. Dit dorpje wordt ook wel eens, naar de welbekende Graaf van Egmont, ‘Egmontstad’ genoemd.
**
PAMZOV IN VELZEKE .
*****************.
Afbeelding.
Eind 1972 werd op de eerste verdieping van de vroegere onderwijzerswoning in de Paddestraat een rijke verzameling bodemvondsten uit de streek ondergebracht. Onder de impuls van de toenmalige conservator Luc Van Durme werd tien jaar later gestart met een ambitieus project: de realisatie van wat uitgegroeid is tot het huidige Provenciaal Archeologisch Museum Zuid- Oost- Vlaanderen, kortweg PAMZOV.

Het museum verhaalt hoe men in de prehistorie, de Gallo-Romeinse tijd en de vroege middeleeuwen leefde in deze streek. De tentoonstelling is opgebouwd rond thema's gegroepeerd in modules. Overal zijn er verduidelijkende teksten, kaarten en overzichten aangebracht zodat elke bezoeker ook zonder begeleiding zijn weg vindt. Naast een algemene brochure zijn er lespakketten, afgestemd op deze of gene doelgroep, te verkrijgen. Bovendien is het mogelijk in het museum een rondleiding te volgen.

In het museum kunt u twee diamontages bekijken. Een diaserie gaat over de prehistorie en de andere over de Gallo-Romeinse periode. Verder is er ook een kledijproject. Wie zelf wil voelen hoe een Romeinse tunica aanvoelt of een toga om het lichaam wil slaan, kan ook in dit museum terecht..
*******.
MUSEUM VOOR FOLKLORE (ZOTTEGEM).
********************************.
Afbeelding.
Dit museum was eerst gehuisvest in het kasteeltje op het Domein van Breivelde maar is sinds januari 1997 gevestigd in de Grotenbergestraat. Dit was in de 19de eeuw een pastorie. Verscholen achter een muur komt men langs een smal poortje op een binnenpleintje met daarop het gebouw, compleet met klokkentorentje en haan.

Het museum geeft een beeld van de preïndustriële samenleving met oud huisraad, landbouw- en ambachtenalaam en souvenirs van het vroegere verenigingsleven. Daarnaast treft u in dit museum de beroemde handschoenkamer aan. De familie Schollaert, van Sint-Maria-Oudenhove, schonk aan de stad Zottegem een collectie handschoenen, die een beeld geeft van de handschoennijverheid vanaf het einde van de 19de eeuw tot pakweg de jaren ’50-‘60. Een deel van deze collectie wordt nu tentoongesteld in het Museum van Folklore.

De verzameling, door de familie Schollaert geschonken, geeft een overzicht van de diverse bewerkingen om van leder - of een andere stof - tot een handschoen te komen. Typerend voor de streek was het getrapte systeem, met de fabrikant, de uitgever en de thuiswerkster. Het snijden van de handschoen gebeurde bij de fabrikant. De Belgische fabrikanten woonden vooral in Brussel. Buitenlandse fabrikanten waren voor de Tweede Wereldoorlog vooral Duitsers. Later kwamen ze uit Nederland, Frankrijk en de Verenigde Staten en, na het koelen van de oorlogsweeën, opnieuw uit Duitsland.

De fabrikant zond de gesneden handschoenen naar een naaiatelier. Ze werden ter plaatse genaaid of uitgegeven aan thuiswerksters, die van de uitgever de nodige machines kregen. Thuiswerksters waren typisch voor onze streek. Aanvankelijk naaiden zowel mannen als vrouwen handschoenen, maar na de aanleg van de spoorweg naar Henegouwen, verlieten de meeste mannen de handschoennijverheid om te gaan werken in de mijnen of de staalfabrieken, vooral bij de Usines Gustave Boël.

De naaisters waren gespecialiseerd in handbroderie, fantasie met de machine, stepnaadwanten, oversteeknaadwanten of Celliernaadwanten. Elke naaister had een specialiteit. Dat betekent dat aan één paar handschoenen door verscheidene thuiswerksters werd gewerkt. Bij elke tussenstap werden de handschoenen terug naar de uitgever gebracht, die ze dan verder verdeelde, tot de handschoen helemaal af was.

In de handschoenkamer ziet u vertrekkend van de diverse soorten leder en stof, hoe een handschoen werd gesneden en hoe dan die verschillende onderdelen aan elkaar werden genaaid. Aanvankelijk gebeurde dat met de hand, later met het zogenaamde kleine mechaniek, om omstreeks 1865 over te schakelen op naai- en stepmachines. Van al deze toestellen zijn er voorbeelden te zien.

Een belangrijk onderdeel van de handschoennijverheid was de broderie en fantaisie. Het eerste slaat op de met de hand genaaide versieringen; de tweede term wordt gebruikt voor machinaal aangebrachte versieringen. Een opvallend instrument is het broderie-ijzer. Om aan te geven waar de broderie moest komen, werd de handschoen eerst voorzien van merktekens. Deze werden in het leder geklopt met specifieke ijzers, de broderie-ijzers. Bij het snijden van de handschoen was het beginpunt van de broderie al aangebracht onder de vorm van een gaatje.

Een eerste persoon, de klopper, zette hier het begin van het ijzer. De onderkant werd aangepast door de handschoen iets verder of iets korter op de blok te leggen. Een tweede persoon klopte dan met een houten hamer het ijzer in het leder. De blok was meestal uit lindehout, of uit een andere zachte houtsoort. De vorm van de ijzers wisselde naargelang het gewenste patroon. Er bestonden honderden soorten, die de mode volgden. Gespecialiseerde smeden maakten de ijzers ter plaatse. Elk ijzertype had een specifieke naam, bijvoorbeeld de broderie grecque.

De allerlaatste bewerking van de handschoen was het opkuisen. Dit werd gewoonlijk gedaan op het atelier van de uitgever. Eerst werden de vingers en de duim nagekeken met de baget. Met dit instrument kon men de vingers uitrekken om na te gaan of er geen steken gevallen waren, dat wil zeggen dat alle steken gedaan waren en er geen gaten vielen. Vervolgens werd het patroon bovengehaald. Dit is een kartonnen mal van de juiste grootte. De handschoen werd erop gelegd en uitgetrokken tot ze de vereiste grootte had. Bij werksters die een te grote boord naaiden, kon de handschoen wel eens krimpen. Deze kartonnen mal werd later vervangen door de houten handen.

Nu werd de maat van de handschoen in het leder gestempeld. Dan koppelde men de linker handschoen aan de rechter, dit met een speciale steek aan de zijkant, ongeveer 5 cm van de bovenboord, de duimen naar binnen. Als laatste bewerking werden de glacé handschoenen nog een extra gepolijst op een fluwelen draaiende rol. De suède handschoenen werden met een fijn metalen borsteltje geborsteld. Ieder paar handschoenen werd dan verpakt in een plastic of mica zakje, waarop de naam van de fabrikant. Alles werd nu ingepakt en naar de fabrikant teruggezonden. Hij stond in voor de verdeling naar de winkels. Al die toestellen en machines, samen met een schitterende collectie handschoenen kan je gaan bekijken in dit schitterende Museum voor Folklore. .
*******
http://www.ardennen.nl/bezienswaardig/dorpen.php
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

28 aug 2006, 09:33

Aalst (Oost-Vlaanderen).
*******************
Aalst is een Vlaamse stad gelegen in de provincie Oost-Vlaanderen. De stad telt ruim 77.000 inwoners. In het Frans heet de stad Alost.
***
Geschiedenis
***********
Vanaf de Frankische tijd lag het graafschap Aalst in de gouw Brabant. Nadat het deel van deze gouw tussen Schelde en Dender in de 11e eeuw veroverd werd door de (Franse) graven van Vlaanderen kon het Land van Aalst toch nog een eeuw van een zekere zelfstandigheid binnen Rijks-Vlaanderen genieten. De hertogen van Brabant-Lotharingen probeerden nog twee eeuwen de fictie van hun opperleenrecht over Aalst te doen gelden. De wapenkleuren van de stad Aalst zijn nog altijd die van Lotharingen : wit en rood.
*
Kerkelijk ressorteerde de stad Aalst overigens eerst nog onder het aartsdiakenaat Brabant, en later onder het aartsdiakenaat Brussel van het bisdom Kamerijk. Na de herindeling van de bisdommen in de 16e eeuw hoorde het dan bij het (aarts-)bisdom Mechelen.
*
Aalst lag strategisch op de handelsweg Brugge-Keulen, ter hoogte van de Brabants-Vlaamse grens. De Bourgondische eenmaking maakte een einde aan de militaire grenssituatie.
*
Baardegem en Meldert lagen tot 1795 in de Vrijheid van Asse, in het Hertogdom Brabant.
*****
Aalst ligt ongeveer halverwege de verbinding Brussel-Gent en is het meest bekend om zijn jaarlijks carnaval en zijn carnavaleske vete met de stad Dendermonde over de rechten op het Ros Beiaard en ook wel om zijn 'Zwarte Man', het standbeeld van Dirk Martens in het midden van de Grote Markt. Dirk Martens drukte het eerste boek met losse letters in de Nederlanden; hij was bevriend met Erasmus.
*
Afbeelding
Dirk Martens.
*******.
Een al even beroemde telg is de romanschrijver Louis Paul Boon. Aalst maakte in het begin van de twintigste eeuw ook een stukje van de Belgische politieke geschiedenis met als centrale figuur priester Adolf Daens, waar Louis Paul Boon overigens zijn beroemdste boek over schreef. Het belichaamt de sociale geschiedenis van een stad, streek, volk en tijdperk.
*
Aalst dankte vroeger zijn welvaart onder andere aan de hopteelt. De kathedraal van Amiens was het voorbeeld voor de Aalsterse Sint-Maartenskerk die echter niet werd afgebouwd. Het belfort van Aalst stamt uit het einde van de 15e eeuw
*.
Afbeelding.
Belfort van Aalst.
**************.
Het wapenschild van Aalst is een ontwerp van de zilversmid Nicolaas Colijn. Hij ontwierp het in 1394 als stadszegel voor poorterszaken voor de stad. Het wapenschild toont in het midden een zwaard; het symboliseert de autonome rechtsmacht en militaire weerstand van de stad. Als symbool voor de horigheid aan de Duitse keizen en de Graaf van Vlaanderen, staan respectievelijk de Duitse adelaar en de Vlaamse Leeuw ook afgebeeld.

Aalst kent vele kerken, in het stadscentrum bevinden zich de Sint-Martinuskerk en de Sint-Jozefskerk. Buiten de stad zijn er in Aalst zelf (deelgemeenten buiten beschouwen gelaten) nog onder andere de Heilig Hartkerk (1928) en de Onze-Lieve-Vrouw-van-Bijstand-Kerk; Kerk van Mijlbeek (1902). De Sint-Martinuskerk moest oorspronkelijk bij de aanvang van de bouw in 1481 een kathedraal worden van het Land van Aalst. De werken zouden 180 jaar duren maar wegens geldnood van de stad is de kerk nooit geworden wat ze zou moeten geworden zijn. Men heeft de plannen om de kerk verder te bouwen dan maar laten bevriezen. Maar er kwamen nog meer problemen. Om 4.12 op 29 maart 1947, kwam er rook uit het dak van de kerk. Het was het begin van een grote verwoesting van de Kerk. De kerk is gerestaureerd geworden maar daar bleef het bij. Vroeger bevatte de kerk heel wat meesterwerken maar tijdens zowel de Spaanse, Franse als Hollandse overheersing zijn deze geplunderd. De Aalstenaars hebben wel het werk 'De Heilige Rochus en de Pestlijders' van Pieter Paul Rubens kunnen behouden. Ook met de brand hebben enkele Aalstenaars meteen het werk uit het brandende gebouw gered. Een anekdote hierbij is dat er eens een Amerikaan was die Aalst bezocht en de Rubens wou kopen. In ruil hiervoor zou hij niet enkel het werk kopen, maar ook de afwerking van de Sint-Martinuskerk betalen. De Stad heeft dit geweigerd.
******
http://nl.wikipedia.org/wiki/Aalst_%28O ... schiedenis
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

30 aug 2006, 14:01

Diest
******
Geschiedenis van Diest
***
Diest was een graafschap van het Karolingische rijk. De stad dankte haar opkomst aan haar gunstige ligging: Diest lag langs de handelsweg Brugge-Keulen en aan de rivier de Demer.
*
In 1229 kreeg Diest stadsrechten van Hendrik I, hertog van Brabant.
*
In de 14e en 15e eeuw leefden de inwoners in grote welstand door een drukbezochte landbouwmarkt, graan- en veemarkten, maar vooral door de lakennijverheid en -handel. Het Diestse laken was op bijna alle grote West-Europese markten te koop.
*
In 1499 kwam Diest door ruil in het bezit van Engelbrecht II van Nassau, graaf van Nassau. Een van zijn opvolgers, René van Châlon, voerde ook de titel Prins van Oranje. Zo bleef Diest eigendom van het huis Oranje-Nassau tot 1795, toen de Zuidelijke Nederlanden bij Frankrijk werden aangehecht. De oudste zoon van Willem van Oranje, Filips-Willem, ligt er begraven in de Sint-Sulpitiuskerk.
*
Door haar ligging bij de Demer, op de grens van het Brabant en het prinsbisdom Luik en de connecties met Oranje-Nassau werd de stad vaak belegerd, geplunderd en verwoest. Tussen 1701 en 1705 kreeg ze te maken met Franse, Hollandse en Spaanse bezetting.
*
Onder de Oostenrijkers (1713-1790) herstelde de stad zich. Er werd weer volop handel gedreven en bier gebrouwen. Ook hier waren de Oostenrijkers niet populair en zag men de Fransen in 1792 als bevrijders. Zij gingen nog veel verder dan de Oostenrijkers met de repressie van het katholicisme, het invoeren van de conscriptie en het afschaffen van het Ancien Régime. Als gevolg hiervan brak de Boerenkrijg uit in 1798.
*
Het boerenleger bezette vier dagen de stad die de Fransen omsingeld hielden. Het grootste deel van het boerenleger kon via een noodbrug over de Demer ontsnappen en het onverdedigde stadje werd nog maar eens, ditmaal door de Sansculotten, geplunderd.
*
Tussen 1815 en 1830 volgde de Hollandse periode. Tussen 1837 en 1853 werd Diest voorzien van nieuwe wallen en versterkingen, gericht tegen een mogelijke Hollandse inval. Deze fortificaties waren al verouderd bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.
*
Pas in 1929 kreeg de stad zeggingsschap over de vroegere fortificaties. Tijdens WOII werd een groot deel van het nog resterende gedeelte afgebroken. Beide wereldoorlogen veroorzaakten geen verdere grote schade.
****
Afbeelding.
Sint-Sulpitiuskerk
***
Afbeelding.
Ingang van het Begijnhof in Diest.
Foto genomen door Tim Bekaert .
*************************
http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_ ... _gemeenten
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

01 sep 2006, 10:55

Halle (Vlaams-Brabant)
***
Halle is een plaats en stad in de provincie Vlaams-Brabant in België. De stad telt ruim 34.500 inwoners. De stad grenst aan het Pajottenland. De huidige burgemeester is Dirk Pieters van de CD&V.

De buurgemeenten zijn: Pepingen, Sint-Pieters-Leeuw, Beersel, Eigenbrakel, Kasteelbrakel en Tubeke.

De gemeente heeft een partnerschap met de Duitse gemeente Werl en de Franse gemeente Mouvaux.

Halle is een regionaal diensten- en verzorgingscentrum: handel, verschillende onderwijsinstellingen, algemeen ziekenhuis, openbare diensten (61% van de actieve bevolking is werkzaam in de dienstensector).

Halle is ook een drukbezochte Mariabedevaartplaats: de Mariadevotie is in de huidige vorm minstens zeven eeuwen oud.

In Halle wordt elk jaar gedurende 3 dagen in het midden van de vasten carnaval gevierd. Dit is een kleurrijke bedoening waarbij elke groep zijn eigen praalwagen, kostuum en dans ontwerpt. Het Halse carnaval wordt sinds 1905 georganiseerd en is de laatste jaren uitgegroeid tot een van de grotere carnavals in België.
****
Geschiedenis van Halle.
*********************.
Inleiding
Geografisch ligt Halle op het grensgebied tussen de Vlaamse laagvlakte (met dikke leemlaag) en het Brabantse Massief (dunne leemlaag, heuvelachtig). Staatkundig is Halle de meest zuidelijk gelegen stad van het Nederlandse taalgebied, op de taalgrens tussen de Germaanse en de Romaanse talen, gekneld in een smalle strook land tussen het Brusselse en het Waalse Gewest. Grenzen spelen dan ook in de geschiedenis van Halle een bepalende rol: tot de Franse Revolutie hing dit gebied in mindere of meerdere mate van Henegouwen af.
*
De taalkundige dubbelzinnigheid dateert niet van het Koninkrijk België maar reeds van de prehistorie. Toen de Romeinen deze gewesten veroverden leefde hier de stam van de Nerviërs. Tot op heden weet men niet met zekerheid of de Nerviërs gegermaniseerde Kelten of ‘gekeltiseerde’ Germanen waren. Niet dat de wereld daarvan wakker ligt, maar het is wel typerend voor de enigszins halfslachtige situatie waarin de stad zich bevin
*.
De Vroege Middeleeuwen
De (Heilige) Waltrudis (ook Waldetrudis, Duits Waltraud, Frans Waudru), een belangrijk lid van de Frankische dynastie der Merovingers, bezat een eigengoed in Halle. Zij schonk dit landgoed in 686 aan het kapittel van de abdij van Bergen (Mons) die zij in 661 had gesticht. Waltrudis werd na haar dood (688?) ook heilig verklaard, en begraven in de abdij van Bergen. Door erfenissen kregen later achtereenvolgens de Graven van Henegouwen, de Hertogen van Bourgondië en de Habsburgse vorsten voogdijschap over Halle en omgeving.

Tot het landgoed van Halle behoorde ook een uitgestrekt bos op de heuvels ten oosten van de stad, het Hallerbos. Omdat het zo afgelegen was, lieten de Henegouwse landheren het beheer over aan het kapittel van Brussel dat daarvoor 1/3 van de opbrengst kreeg. Samen met het Zoniënwoud, het Meerdaelwoud en Buggenhout-bos vormt het Hallerbos de laatste resten van het oorspronkelijke Kolenwoud, een oerwoud dat zich vóór de komst van de Romeinen uitstrekte van de Zenne tot de Maasvallei.
*
Een andere bron vermeldt dat de heilige Hubertus (bisschop van Tongeren en Luik, de patroonheilige van de jagers), die omstreeks 705 zijn bekeringswerk in Brabant begonnen was, in 727 een eerste bescheiden kerkje te Halle heeft ingewijd, enkele weken voor hij in Tervuren zou overlijden. Mogelijk was dit kerkje reeds een cultusplaats voor Onze-Lieve-Vrouw. Dat zou kunnen blijken uit het feit dat de bouwmeesters van de crypte in de 14e eeuw een eeuwenoude boomtronk met respect behandelden, misschien omdat op deze boom ooit het allereerste Mariabeeld prijkte? Of is deze boom een getuigenis van een vóórchristelijke, Keltische vruchtbaarheidscultus?
******
De Hoge Middeleeuwen.
******************
Afbeelding.
Het wonderbeeld van Onze-Lieve-Vrouw, waaraan Halle zijn beroemdheid dankt.
Foto Guy Debognies.
***********
De Nieuwe Tijden
**************
De strategische ligging van Halle in het grensgebied tussen Henegouwen, Brabant en Vlaanderen zou echter ook geregeld voor problemen zorgen. Toen Maria van Bourgondië in 1482 overleed, keerden de grote Vlaamse en Brabantse steden zich tegen haar autoritaire echtgenoot Maximiliaan van Habsburg, die het moeilijk had met de stedelijke privileges. Zo ook het nabije Brussel. Als Henegouwse stad behoorde Halle echter tot het kamp van Maximiliaan. In 1489 slaagde een Brussels leger onder de leiding van Filips van Kleef er maar niet in Halle te veroveren: twee pogingen daartoe mislukten. In de 16e eeuw bleef Halle relatief gespaard van de ergste godsdienstige troebelen en van de Beeldenstorm, maar in 1580 werd het nogmaals bedreigd door het nabije Brussel, waar Olivier van den Tympel door Willem de Zwijger aangesteld was tot militair gouverneur, met de bedoeling de Spanjaarden te bestrijden in het Brabantse. In 1579, bij de ondertekening van de Unie van Atrecht, verkoos Henegouwen echter in het katholieke kamp te blijven, tot ergernis van het calvinistische Brussel. Van den Tympel probeerde Halle in te nemen, verzekerd van de rijke buit die daar in het bedevaartsoord op hem te wachten lag. Opnieuw liep de belegering met een sisser af... Twee mislukte belegeringen kort na elkaar deden in de stad de legende ontstaan dat het miraculeuze Mariabeeld persoonlijk haar stad had beschermd. Ondanks de onrust in het land bleven de bedevaarders in Halle toestromen...
Afbeelding.
De gotische Sint-Martinuskerk domineert nog steeds het stadsbeeld.
**
Foto Guy Debognies.
***
Vóór zijn huwelijk met Isabella kwam aartshertog Albrecht van Oostenrijk op 13 juli 1598 eerst naar Halle, waar hij zijn kardinaalspurper aflegde op het hoofdaltaar van de Kerk. Na hun machtsovername verbleven Albrecht en Isabella nog vaak in de stad. Met de steun van de aartshertogen kwamen ook de Jezuïeten in 1621 naar Halle: zij startten er met het onderwijs en hadden grote invloed op het religieuze leven.

In 1648 gaf koning Filips IV van Spanje de stad Halle en het Hallerbos aan de hertog van Arenberg, als onderpand voor een lening. Toen de koning zijn schuld niet kon aflossen, werd de hertog in 1655 heer van Halle en eigenaar van 2/3 van het bos. Het kapittel van Sint-Waltrudis bleef eigenaar van één derde. Om een einde te maken aan eindeloze burenruzies, lieten de eigenaars het bos in 1779 opmeten. Ze plaatsten 24 piramidevormige grenspalen met aan de ene kant het opschrift SW ("van Sint Waltrudis") en aan de andere kant AR ("voor Arenberg"). Daarvan staan er nog altijd negentien stuks in het bos.
De oorlogen van Lodewijk XIV brachten de stad zware schade toe: de wallen werden gesloopt en het economische leven kwijnde. Maar in de 18e eeuw tijdens het Oostenrijks bewind bleef de bedevaart even levendig als voordien.
De Franse overheersing was een moeilijke periode: het gedachtegoed van de Franse Revolutie was niet bepaald heilzaam voor het religieuze leven in het algemeen, en werd zeker door de Hallenaren allerminst geapprecieerd. Het wonderbeeld en de kerkschatten ontsnapten ternauwernood aan de confiscatie, dankzij het initiatief en de inzet van enkele burgers. De Franse overheid ontbond het Kapittel van Mons en zo konden de hertogen van Arenberg de enige eigenaar van het Hallerbos worden. Het was toen nog maar 644 ha groot: de rest was gerooid om er landbouwgrond van te maken.

Toen de eredienst onder Napoleon Bonaparte weer werd hersteld (zie: Concordaat van 15 juli 1801) kon het beeld zijn vroegere plaats innemen en de bedevaarders vonden de weg naar Halle terug. Bij de Pinksterfeesten van 1805 werden er naar verluidt 150.000 geteld.

De traditie van vorstelijke bezoeken werd ook door het Belgisch koningshuis in ere gehouden: de koningsparen Boudewijn I & Fabiola en Albert II & Paola brachten recent nog een bezoek aan de stad, en na het huwelijk van kroonprins Filip en prinses Mathilde schonk het prinsenpaar het bruidsboeket van de prinses aan de kerk van Halle. Als laatste blijk van hoge waardering van de Mariaverering in Halle vermelden wij tenslotte het feit dat paus Pius XII in 1946 de Martinuskerk de eretitel verleende van “Onze-Lieve-Vrouwebasiliek”.
*
Op 9 mei 2004 vond er een bijzonder grote betoging van 80.000 mensen van de Vlaamse Beweging plaats om de communautaire eis tot splitsing van het arrondissement en de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde kracht bij te zetten. Deze eis was geformuleerd door de 19 burgemeesters van de Vlaamse Rand, verenigd in Haviko en een vervolg op de Rondzendbrief-Peeters.
*
Afbeelding.
Het stadhuis (1616) op de Grote Markt te Halle.
*
foto: Napoleon Vier.
************
http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_steden_in_Belgie
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

04 sep 2006, 16:00

Tervuren
*****
Tervuren is een plaats en gemeente in de provincie Vlaams-Brabant in België.
**
Afbeelding.
De Sint-Jan-Evangelistkerk te Tervuren.
***
In Tervuren staat het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika met een prachtig vijverpark, het vroegere jachtdomein van de hertogen van Brabant nabij het Zoniënwoud. Deze vijvers vormen de bron van het riviertje de Voer waaraan de gemeente haar naam dankt. Soms wordt aangenomen dat Tervuren dezelfde plaats is als "Fura", waar de heilige Hubertus in 727 stierf. Een document uit 1213 vermeldt dat door hertog Hendrik I van Brabant hier een houten vesting liet bouwen. Deze groeide uit tot het kasteel van Tervuren, verblijfplaats van de Brabantse hertogen in de 14e en 15e eeuw. Het kasteel werd afgebroken in 1782 op bevel van Jozef II. De kapel - de gewijd aan Sint-Hubertus - en de stallen - die nu als kazerne dienen werden gespaard.
*
Tijdens de Wereldtentoonstelling van 1897 werd het koloniale gedeelte tentoongesteld in het Koloniënpaleis, gebouwd aan het einde van de Tervurenlaan. In dit gebouw was ook eerst het museum gevestigd. Toen dit echter te klein werd, gaf koning Leopold II in 1904 opdracht het huidige museum te bouwen. Het werd voltooid in 1910.
*
Afbeelding
Tervuren_museum_afrika
Foto genomen door Walter te Tervuren.
***
Tervuren kent minderheden van EU-burgers, Amerikanen, Britten (mede door de lokale Britse school) en Franstaligen. De eerste groep bestaat deels uit tijdelijk hier verblijvenden, werkend voor internationale bedrijven of organisaties. De Franstalige minderheid bestaat vooral uit inwijkelingen uit Brussel en Walloni.
**
Bezienswaardigheden
***
Afbeelding.
De Sint-Hubertuskapel.
***
De Sint-Jan-Evangelistkerk: De kerk werd gebouwd in de dertiende eeuw. Opmerkelijk is het ontbreken van een toren: in 1777 werd hij om stabiliteitsredenen afgebroken. Er liggen drie Brabantse hertogen begraven.
De Sint-Hubertuskapel: Op deze plaats zou de H. Hubertus gestorven zijn. De kapel werd gebouwd als slotkapel van het Hertogelijk Kasteel, op vraag van Albrecht en Isabella.
Het Koloniënpaleis: Het eerste gebouw van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika. Aan de achterkant vindt men het gebinte dat door Georges Hobé voor de tentoonstelling van 1897 was gebouwd.
Het KMMA
La Nouvelle Maison: in 1927 door Henry Van de Velde als eigen woning gebouwd.
Hof van Melijn: Gemeentelijk museum met interessante collectie schilderijen uit de 'School van Tervuren', archieven, geschiedenis van Tervuren. Sinds 1962 als monument geklasseerd.
Arboretum: Het Geografisch Arboretum, ongeveer 100 ha. groot, werd vanaf 1902 door koning Leopold II aangelegd. De bomen zijn niet geordend naar geslacht, maar naar natuurlijk milieu. Het is nu een prachtig stuk natuur in het Zoniënwoud.
*******
http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_steden_in_Belgie
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

08 sep 2006, 11:40

Turnhout
*****
Turnhout is een stad in het noorden van België gelegen in de Provincie Antwerpen. Turnhout wordt de 'hoofdstad van de Kempen' genoemd alsook de 'speelkaartenstad'. De stad heeft bijna 40.000 inwoners, waarvan 1448 inwoners (3,36 %) met Nederlandse nationaliteit.
***.
Geschiedenis
************
Turnhout is ontstaan op het kruispunt van twee grote handelsroutes en in de bescherming van het jachtkasteel van de hertogen van Brabant dat reeds voor 1110 zou hebben bestaan. Dit jachtverleden wordt nog steeds weerspiegeld in het wapen van de stad. In ongeveer 1212 verkreeg de kleine gemeenschap zijn stadsrechten van hertog Hendrik I van Brabant. In 1338 werd het privilege toegekend om op zaterdag een markt te organiseren, een traditie die ook nu nog in ere wordt gehouden. In 1466 beschreef een reiziger de goedgebouwde huizen en hij telde vijf kerken.
*
Tegen de 16de eeuw was Turnhout een rijk commercieel centrum geworden, maar het einde van de eeuw brachten oorlog, vuur, confiscaties en epidemieën. De onderdrukking en de Inquisitie deden vele progressieven naar Nederland vluchten, waardoor de streek rond Turnhout verarmd achterbleef. De stad en zijn omgeving waren verscheidene keren het toneel van gevechten, en twee grote veldslagen zijn naar Turnhout genoemd: een in 1597 en een in 1789. Beiden worden de Slag bij Turnhout genoemd.
*
In 1830 werd België onafhankelijk, en Turnhout viel net onder de nieuwe grens met Nederland. In de periode van vrede tussen 1831 en 1914 werden het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten (1844-1846) en de spoorlijn aangelegd (1855).
*
In de late middeleeuwen was Turnhout een gekend centrum voor het weven van bedlinnen en de handel in linnen. Aan het begin van de 19de eeuw werden deze industrieën verdrongen door die gebaseerd op papier. Philippus Jacobus Brepols wordt beschouwd als de stichter van die industrie. Veel van die industrie blijft tot op vandaag behouden met verschillende grafische bedrijven en Cartamundi, de wereldleider van speelkaarten.
*
Bezienswaardigheden
******
Afbeelding
Het kasteel
***
Kasteel van de hertogen van Brabant
Ga naar: navigatie, zoek
Het Kasteel van de hertogen van Brabant is gelegen in het centrum van Turnhout.
Het kasteel stamt uit de 12e eeuw, en werd herhaaldelijk verbouwd. In de tijd van Maria van Hongarije, landvoogdes van de Nederlanden, was het een "Hof van plaisanterie" .
In de 18e en 19e eeuw raakte het kasteel in verval. De provincie kocht het gebouw rond het begin van de 20ste eeuw van de gemeente en ging na de Eerste Wereldoorlog tot een grondige restauratie over.
Tegenwoordig is het gerechtshof er gehuisvest.
In de grote rechtszaal hangen muurschilderingen van Karel Boom, die het gerecht ten tijde van Maria van Hongarije voorstellen. De gangen en zalen zijn getooid met historische relieken.
*****
Station Turnhout.
***
Afbeelding.
Station Turnhout is in neogotische stijl gebouwd en dateert van 1896. Het station is het eindpunt van het traject Herentals - Turnhout en is een kopstation. In vroeger tijden was het station geen kopstation, omdat het toen onderdeel uitmaakte van het Bels lijntje, waarmee het traject doorliep naar Tilburg in Nederland.
Afbeelding
Interieur Station Turnhout rond 1900
****
Afbeelding.
Exterieur Station Turnhout rond 1900
*******.
Begijnhof (Turnhout)
****
Afbeelding.
Poort.
***
Het begijnhof van Turnhout is een van de Vlaamse begijnhoven die in 1998 opgenomen werd op de werelderfgoedlijst.

Van het begijnhof van Turnhout is geen precieze stichtingsdatum bekend, maar waarschijnlijk in de 13e eeuw.

Het vroegclassicistische poortgebouw en het langwerpig beboomde plein typeren dit begijnhof. Er is een goed bewaarde barokkerk, infirmerie en huizen uit de 16e en 17e eeuw.

Er is een museum waar men meer over de begijnencultuur te weten kan komen.
*****
http://nl.wikipedia.org/wiki/Turnhout
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

13 sep 2006, 14:53

Lot is een sterk geïndustrialiseerd deel van de Belgische gemeente Beersel (provincie Vlaams-Brabant), voor industriële vestigingen gunstig gelegen aan de spoorweg Brussel-Bergen-Parijs en het Kanaal Brussel-Charleroi. Lot telde in 2002 4121 inwoners.
Geschiedenis
***********
De naam Lot is een verbastering van het Middelnederlandse woord laeck(t), dat waterloop in moerasgrond betekent: de rivier Zenne stroomt inderdaad midden door het centrum van het dorp. Tijdens het rechttrekken van een meander in deze rivier kwamen in 1959 Gallo-Romeinse overblijfselen aan het licht, die toelaten de Romeinse aanwezigheid ter plekke te dateren tussen eind 1e en eind 3e eeuw.
*
In de Middeleeuwen kregen de heren van Wolfshagen in Lot het voogdijrecht over de Sint-Jobskapel, die afhankelijk was van de parochie Sint-Pieters-Leeuw. In de 15e eeuw bestond hier ook een gasthuis voor bedevaarders op weg naar het heiligdom van Onze-Lieve-Vrouw van Halle. Het gasthuis ging verloren tijdens een brand in 1566: van de Sint-Jobskapel bestaan nog (nauwelijks herkenbare) resten uit eind 14e eeuw, die verwerkt werden in een industrieel complex (aan de Fr. Walravenssstraat)
*
Afbeelding.
De neogotische Sint-Jozefskerk van Lot (1910).
**
Lot kende een kortstondig bestaan als zelfstandige gemeente tussen 1927 en 1977. De gemeente ontstond in 1927 door de samenvoeging van delen van de toenmalige gemeenten Dworp (aan de rechteroever van de Zenne) en Sint-Pieters-Leeuw (aan de linkeroever), die sinds de 19e eeuw sterk geïndustrialiseerd en feitelijk tot één organisch geheel vergoeid waren. Het wapenschild van Lot was dan ook samengesteld uit de (linker)helft van dat van Sint-Pieters-Leeuw en de (rechter)helft van dat van Dworp. Door de bestuurlijke hervorming in 1977 werd Lot een deel van de fusiegemeente Beersel.

Door zijn gunstige ligging kende Lot een sterke industriële bloei, en de talrijke industriële vestigingen verschaften veel arbeidsplaatsen tot ver buiten de grenzen van de gemeente. Vooral onder de impuls van burgemeester Renaat Van Elslande groeide Lot uit tot een bloeiende gemeente. Door de crisis in de Belgische industrie aan het einde van de 20e eeuw raakte het echter als industrieel centrum sterk in verval. Inwijking, hoofdzakelijk van kansarmen uit de naburige Brusselse agglomeratie, heeft het algemeen verval nog in de hand gewerkt.
De neogotische Sint-Jozefskerk (1907-1910) was een ontwerp van de architecten C. Veraert en H. Lemaire.
**
Afbeelding.
Nog nauwelijks herkenbaar: de resten van de Sint-Jobskapel (14e eeuw).
***

http://nl.wikipedia.org/wiki/Vlaams-Brabant
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

19 sep 2006, 11:53

Sint-Martens-Bodegem.
********************
Ligging
******
Afbeelding.
Sint-Martens-Bodegem is gelegen in Vlaams-Brabant, waar de heuvels van het Pajottenland uitdeinen naar de vlakte van Dender en Schelde.
Op administratief gebied maakt de gemeente deel uit van de provincie Vlaams-Brabant, van het bestuurlijk arrondissement Halle-Vilvoorde en het gerechtelijk arrondissement Brussel. Sint-Martens-Bodegem is sinds 1977 gefusioneerd met de gemeente Dilbeek. De parochie hangt af van het Bisdom Mechelen-Brussel en tot de dekenij Dilbeek.
Ze grenst ten noorden aan Sint-Urliks-Kapelle en Groot-Bijgaarden, ten oosten aan Dilbeek en Itterbeek, ten zuiden aan Schepdaal en ten Westen aan Ternat. Bodegem heeft een oppervlakte van 567 hectaren met een grensomtrek van ongeveer 12km.
De bodem is golvende en bestaat in hoofdzaak uit kleizandgrond. De kerk staat op een hoogte van ongeveer 39,50 m boven de zeespiegel. De Rondenbos is het hoogste punt van de gemeente, ongeveer 65 m en de laagstgelegen plaats is de watermolen op de Molenstraat op een hoogte van ongeveer 22 m boven de zeespiegel.
Het dorp wordt bespoeld door de Molenbeek, zij ontspringt in Groot-Bijgaarden en vormt een deel met de grens van Sint-Urliks-Kapelle. Een paar honderd meter voor de watermolen mondt de Plankenbeek of Zibbeek erin uit, na in de nabijheid van het dorpsplein het water van de Zierbeek opgenomen te hebben. De twee laatstgenoemde beken ontspringen in Schepdaal. Na onder verschillende benamingen de gemeenten Ternat en Essene bespoeld te hebben, mondt de Molenbeek uit in de Dender.
****
De dorpskeure van Bodegem.
****
Afbeelding Afbeelding Afbeelding.
***
Op donderdag 19 januari 1279 werd de Bodegemse dorspkeure geschreven. Evenals wij hadden de mensen uit die verre tijden hun eigen vaste gewoonten waarop gans hun doen en laten afgestemd was, wat dan ook tot uiting kwam in het gesproken en geschreven woord. Wouter van Bodegem, de toenmalige dorpsheer, ging bij zijn betrekkingen met zijn onderhandelingen op willekeurige wijze tewerk en hield geen rekening met het gewoontenrecht waaraan het volk ten zeerste gehecht was. Dit was het geval bij het vaststellen en innen van boeten in geval van inbreuk op de toen gebruikelijke voorschriften. Als blijk van goedkeuring hechtte Hendrik van Leuven zijn zegel aan deze keure, waardoor zij een bindende kracht verkreeg. Het geschrift werd in de jaren 50 gevonden door een Gentse hoogleraar. De originele versies bevinden zich in het Algemeen Rijksarchief te Brussel.

Hier volgt een probeersel van een omzetting naar begrijpelijke taal van de tekst van de toenmalige keure. ( versie van 27 juni 1612)
Er weze bekend gemaakt aan alle die dit geschrift zullen lezen dat wij, Wouter van Couckelberghe, Leondys van Heerse, ridders, Jan van Hamme, Iweine van Honsem en Jan de Loose als bemiddelaar, verklaren dat wij op onsgenomen hebben een einde te maken aan het geschil dat grenzen tussen Wouter van Bodegem, de ridder, en de schepenen en inwoners van Bodegem, en dit op dusdanige wijze:

Dat de heer Wouter zijn preter zal aanstellen in het dorp, beëdigd zoals preters gewoonlijk beëdigd worden; en zodra hij deze preter zal aangesteld hebben, zal hij hem voorstellen aan de schepenen; en zij deze van oordeel dat er niets op aan te merken valt, dan mag hij aanblijven; achten zij hem minder goed befaamd, dan zal hij een ander aanstellen die een goede ambtenaar is en de bewoners bevalt.
Een voor elk loslopend stuk vee dat hij opsluit bij dag zal hij twee penningen ontvangen zo dikwijls dat gebeurt, en voor elk loslopend dier dat hij 's nachts opsluit, vier penningen. En wanneer hij loslopende dieren aantreft, zal de schade vastgesteld worden door de schepenen of de geburen en deze schade zal heer Wouter bij voorrang doet vergoeden volgens uitspraak van schepenen of geburen.
En wanneer afgekondigd wordt dat het vee op de akkers mag weiden, zal ieder zijn vee naar de gemeenschappelijke kudde brengen, en wil iemand zijn vee afzonderlijk laten hoeden, hij zal daarom niet vrijgesteld zijn van betaling van zijn aandeel, hij zal de gemeenschappelijke herder geven wat hem toekomt.
In geval iemand weigert de herder eten te geven en gaat deze in de herberg eten, dan zal de in gebreke geblevene dit eetmaal vergoeden.
In geval iemand zijn vee niet wil laten hoeden en treft heer Wouter dit vee aan opzijn gronden, dan mag hij er naar goeddunken over beschikken.
Voor het onrechtmatig betreden van iemands veld, wat verboden is, zal de preter vanwege degene die zich daaraan vergrijpt, recht hebben op zes penningen zo dikwijls dit gebeurt.
Als men beveelt de weideplaatsen af te sluiten, zullen degenen die daaraan binnen de gestelde tijd geen gevolg zouden geven, een boete van twaalf penningen betalen en zullen zij gehouden zijn van gebeurlijke schade, die daarvan het gevolg zou zijn, te vergoeden.
Heeft iemand een afsluiting in slechte staat en werd hij daarvoor terecht gewezen en door de schepenen aan gemaand deze in orde te brengen, en gebeurt dit niet binnen de tijd door de schepenen vastgesteld, dan zal hij een boete van twaalf penningen moeten betalen en de schade vergoeden die daarvan het gevolg zou zijn.
Indien iemand andermans afsluiting beschadigt, zal hij een boete van 5 schellingen betalen en de schade vergoeden die daarvan het gevolg zou zijn.
Wie zou zanten op andermans koren als dit zou verboden zijn, dan zal hij aan de preter een boete van drie penningen betalen zo dikwijls dit gebeurt.
Om het even wanneer men ganzen aantreft die schade aanrichten, mag de preter een gans uit de kudde nemen zo dikwijls als hij ze daar aantreft, en kan de eigenaar van de gans deze terugbekomen door betaling van twee penningen dezelfde dag.
Die op andermans voorstuk zou eggen, zal aan de preter twee penningen betalen zo dikwijls hij daar aangetroffen wordt en de schade, door zijn gespan veroorzaakt vergoeden.
Wie in gebreken zou blijven als in de oogsttijd samenwerking bevolen wordt, zou aan heer Wouter een boete van vijf schellingen betalen en dit zo dikwijls als hij in gebreke zou blijven.
In geval iemands oogst onder toezicht van heer Wouter ontvreemd wordt en heer Wouter de ontvreemder niet kan opsporen, zal hij deze oogst vergoeden.
Indien hij de oogst terechtbrangt, zal hij daarop evenveel recht hebben als vroeger.
Treft de aangestelde preter van de heer Wouter na de avondklok iemand aan in het veld of iemand die koren vervoert, dan mag hij deze aanhouden en deze zal vijf schellingen boete moeten betalen, en dit zovaak hij daar aangetroffen wordt.
Dient iemand klacht in, hetzij over een erfdeel een omheining of een geldschuld, dan zal heer Wouter handelen volgens vonnis van zijn schepenen en daarop de boete leggen door de schepenen uitgesproken.
In geval heer Wouter een cijns moet derven ( indien iemand zijn cijns aan heer Wouter niet betaalt), mag hij bij de eerstvolgende gerechtszitting een vergoeding van twee schellingen heffen, en dit bij iedere vergadering, zolang de cijns niet betaald is.
Voor wat verder de keuren betreft, dit zal geregeld worden zoals de schepenen van Leuven en de schepenen van de heer van Bodegem zullen overeenkomen en de heer van Bodegem zal dezelfde rechten hebben als de heer (Hendrik van) Leuven.
Indien iemand die buiten het land van (Hendrik van) Leuven (het land van Gaasbeek) woont, de aan de heer Wouter verschuldigde cijns zou achterhouden en de vergoeding van twee schellingen niet zou betalen, zou de heer Wouter hem gerechtelijk achtervolgen.
Gecolationeerd met het originele landcharter van Bodegem, geschreven op perkament, gedagtekend en voorzien van een zegel van groen was met dubbele staart uithangende en bevonden van woord tot woord overeen te stemmen, door mij ondergetekende, als griffier van de schepenbank van Bodegem, in aanwezigheid en in bijzijn van Peeter Tambuyser, Peeter de Raet, Jan Mertens en Cornelius de Reuwe, schepenen van de voormelde heerlijkheid, deze 27 juni 1612.
*
Preter = Politiebeambte van lagere rang, belast met het toezicht op velden, weiden, bossen en wegen.
Cijns = Vergoeding voor het gebruik van de grond die de eigenaar van de grondheerlijkheid toekwam.
***
De kerk
******
AfbeeldingAfbeelding.
De Bodegemse Sint-Martinuskerk is een Gotisch bouwwerk dat dateert uit het einde van de 15de of het begin van de 16de eeuw. De bouwwerken namen in totaal meer dan twee eeuwen in beslag. Ze is opgetrokken op een kunstmatig plateau. Het kerkhof ligt aan de voet van de kerk. De ingang van de kerk is gelegen op een hoogte van 39,39 meter boven de zeespiegel. De bliksemafleider aan de toren bereikt een hoogte van 52,5 meter. Gemeten tot aan het hoogste metselwerk bereikt de toren een hoogte van 25,98 meter, hieruit blijkt dat de hoogte van de torenspits ongeveer 20 meter bedraagt. De lengte van de kerk bedraagt gemiddeld 30,69 meter, de breedte van de voorgevel 13,33 meter, de breedte ter hoogte van de zijkapellen 24,21 meter en de breedte van het koor 6,74 meter. De grondvorm van de kerk is een Latijns kruis,maar wegens de aanwezigheid van de zijkapellen komt deze kruisvorm minder tot zijn recht. De torenspits zou opgetrokken zijn in 1645. Ze werd ontworpen door Lodewijk van Bodeghem. (1470-1540)
Tussen 1754 en 1791 werden er grootte herstellingswerken uitgevoerd aan het kerkdak en de toren. Het hoofdaltaar ontworpen door Livinus Maes, werd geplaatst in 1764, in1769 en 1777 maakte hij ook de zijaltaren. De biechtstoel werd eveneens door L.Maes geleverd in het jaar 1777. Het hoogzaal werd geplaatst in 1788. Het torenuurwerk, een werk van Petrus Meganck kwam er in 1722. Wanneer de eerste klokken in de kerk kwamen is nergens terug te vinden maar in geschriften uit het jaar 1610 kan men wel lezen dat de klokken ontvreemd waren. Uit een verslag van 1617 blijkt dat er minstens 2 klokken waren. Door A.L.Van der Gheyn werd in 1820 een nieuwe klok gegoten, deze woog ongeveer 350 kg en had een diameter van 82,5 cm en een totale hoogte van 80 cm, ze werd geleverd op 17 mei 1821, het is deze klok die zich hedentendage nog in de toren bevind. In het jaar 1842 kwam er weer een nieuwe klok die iets groter was. Deze klok werd tijdens de oorlog 1940-45 door de bezetter opgeëist en weggevoerd. Na de oorlog werd deze klok vervangen door een nieuwe klok met een diamater van 91 cm en een hoogte van 88 cm met een gewicht van ongeveer 500 kg. De prijs bedroeg 147.500 fr. Zij werd ingewijd op 4 oktober 1970.
*
In 1887 werd de toren door bliksem getroffen en hij brandde gedeeltelijk uit. Een voorgenomen restauratie bleef ingevolge het uitbreken van de oorlog in 1914 onuitgevoerd. Deze dringende herstellingswerken lieten nog meer dan een halve eeuw op zich wachten.
*
AfbeeldingAfbeelding
AfbeeldingAfbeelding.
****
Afbeelding.
Lucht foto van het dorp
Sint-Martens-Bodegem.
*********
http://users.skynet.be/degreefjohan/Bodegem/index.htm
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

23 sep 2006, 12:08

vervolg van Sint-Martens-Bodegem.
*****
De pastorij.
***
Afbeelding.
De grond waarop de pastorij werd gebouwd, behoorde aanvankelijk tot het personaatgoed, dat toen tot aan de huidige Kerkstraat reikte.
Over het uitzicht van het vroegere "curenhuys" is weinig geweten.
Waarscheinlijk was het een gebouw opgetrokken uit hout en leem.

In 1592 werd de pastorij door Franse troepen in brand gestoken. In 1720 het tot een proces tussen pastoor Van Overstraten en zijn gebuur Nicolaas Stoefs omwille van de scheidingshaag, omdat deze niet optijd bijgesnoeid werd en er vuile was werd op gehangen.
Bij de aanstelling van pastoor De Turck in 1750 verkeerde de pastorij in een ellendige toestand. Pastoor De Turck deed beroep op het Kapittel van Mechelen dat moest instaan voor het onderhoud van dat gebouw, om een nieuwe pastorij te laten bouwen. Het Kapittel weigerde.
Er werd een proces ingespannen tegen het Kapittel, na deze procedure die twee jaar duurde werd het Kapittel veroordeeld om de pastorij terug te herstellen en te heropbouwen. Het nieuwe gebouw kostte in totaal 1016 gulden 13 stuivers en 3 oorden.
Later wisten de heren in Mechelen het toch zover te krijgen dat de pastoor 1000 gulden moest terugbetalen als aandeel in de gemaakte onkosten. De pastoor betaalde het grootste deel van de som met eigen middelen.
Verder zijn er geen bezondere feiten te melden uit de geschiedenis van de pastorij.
*******
Het Castelhof.
************
Afbeelding.
de Binnen koer.
**
Afbeelding.
Het gastelhof heden ten dagen.
**
Afbeelding.
Schilderij van het Gastelhof
uit de twede helft van de 18de eeuw.
****
Het Castelhof heeft in de geschiedenis van Sint-Martens-Bodegem een zeer voorname rol gespeeld. Het Castelhof was de zetel van de Dongelenbergse leen in Bodegem. Uit verschillende schriften kan men afleiden dat het domein Castelhof reeds gevestigd was in 1266.
Het is gelegen in het noordwesten van Bodegem. Het kasteel heeft in de loop der tijden ongetwijfeld verscheidene verbouwingen ondergaan, o.m. in 1642, het jaartal dat nu op de binnenkoer zichtbaar is. Waarschijnlijk vormen de midden en de linkervleugel het oudste gedeelte. Wanneer de rechtervleugel gebouwd is heeft men nog niet kunnen achterhalen. Op een kaart van 1713 is het kasteel in L-vorm gebouwd, dus zonder de rechtervleugel.
In 1594 werd het kasteel beschreven als " een groot schoon huis rondsomme int watere met een optreckende brugge daer aff die hooffde zijn gemetst, een sale twee neercamers, Capelle Cuecken, ende andere bovencamers alsoe tselve staende in de prochie van Buedeghem ... "
Aan het kasteel was een neerhof verbonden, en werdt beschreven als " een schoon hoeve metten huisjes, schuere, peertstal, schaepstal, koijstal, verckenstal, met eene rijstal, coelhove, wagenhuisje, een opgemetselde poorte metten duijfhuise daerop staende, liggende rondsomme int watere ...."
Kasteel en neerhof waren dus omringd door een wal die ook het hoofdgebouw van de hoeve scheidde. Er was een verbinding tussen beide langs een ophaalbrug. Een gedeelte van de wal is gebleven tot rond 1950.
Vroeger was het kasteel toegangkelijk langs een dreef die langs de beek naar de huidige Sint-Martinusstraat leidde. Door de aanleg van de spoorweg werd deze toegang echter onmogelijk gemaakt en bleef nog alleen de toegang langs de Molenstraat in gebruik.

Tot 1749, het jaar van de verkoop van de heerlijkheid aan de graaf van Tirimont, maakte het Castelhof al de wederwaardigheden van de heerlijkheden mee.
De Familie Fierlant was in die periode eigenaar van het Castelhof en de watermolen.
Rond 1815 kwam het Castelhof in het bezit van Prosper Bilaut, afkomstig van Parijs. Deze heer heeft een belangrijke rol gespeeld in Bodegem van die tijd. Hij stond bekend als pachter, waaruit wij kunnen aflijden dat het Castelhof toen de zetel was belangrijk landbouwbedrijf. Hij was gedurende zekere tijd lid van de kerkfabriek en van 1847 tot 1854 was hij burgemeester.
Het was tijdens zijn beheer dat het huidige gemeentehuis en aanpalende school gebouwd werden. Tot 1903 bleef het Castelhof eigendom van de afstammelingen van Prosper Bilaut.
Tijdens de oorlogsjaren stond het gebouw verlaten en werd het gebruikt als opslagplaats voor hop waarvan de opbrengst moest dienen voor hulp aan de behoeftigen uit de gemeente.Gedurende enkele jaren na de oorlog werd het gebouw gebruikt als fabriek van schoensmeer.
Op 18 januari 1949 werd het Castelhof met de bijhorende gronden verkocht aan de Congregatie van de Witte Zusters van Afrika, die het wouden inrichten als noviciaat. Er werden verbouwingswerken uitgevoerd waardoor er veranderingen kwamen in het algemeen uitzicht. Ook het kloostergebouw onderging grote wijzigingen. In 1950-51 werd de kapel gebouwd naar het plan van bouwmeester Daniel Lipszyc. Dit neo-gotisch bedhuis is modern opgevat. Gedurnde de restauratiewerken van de parochiekerk, van 1973 tot 1975, was de kapel het centrum van het parochiaal leven en sedertdien bleef ze ingeschakeld als hulpkerk.
In het jaar 1999 zijn de Witte Zusters uit de gebouwen getrokken en hebben zij plaatsgeruimde voor een jeugdcentrum en de bibliotheek en enkele gemeentelijke diensten.
****

Afbeelding.
De achterzijde van het Gastelhof (1944).
***
Afbeelding.
De kapel van de Wiite Zusters van Afrika
voor de ingang van het Gastelhof.
*******
De Spoorweg.
************
Afbeelding.
Het station van Sint-Martens-Bodegem.
**.
Rond 1840 werd de spoorweg Brussel-Gent aangelegd.
De eerste proefrit werd gereden op 2-2-1856 en de spoorlijn werd in dienst gesteld op 1 mei 1956. Bodegem kreeg dus zijn station. Het stationsgebouw van Sint-Martens-Bodegem werd geopend op 1-9-1864.
Dit station wasaanvankelijk geplandin de nabijheid van het Hof te Voorde, dus dichter bij het dorpscentrum.
Door bepaalde invloeden werd het uiteindelijk op de huidige plaats gebouwd.
Door het aanegen van de spoorlijn heeft de Potaardestraat veel van haar belang ingeboet, zij fungeerde niet meer als eerste verbindingsweg naar Sint-Urliks-Kapelle. De Molenstraat werd heraangelegd.
****
http://users.skynet.be/degreefjohan/Bodegem/index.htm
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

02 okt 2006, 10:01

Doel is een deelgemeente van de Belgische gemeente Beveren (provincie Oost-Vlaanderen) en ligt aan de oever van de Schelde, in de Scheldepolders van het Waasland. In de Wase dialecten heet het dorp "Den Doel".
*
Doel raakte sinds de jaren '60 meermaals in heel het land bekend door uitbreidingsplannen voor de haven van Antwerpen die het dorp zouden laten verdwijnen.
*
Doel was tot 1977 een zelfstandige gemeente met een oppervlakte van 25,61 km² en telde in 1972 ca. 1300 inwoners. De deelgemeente Doel omvat naast de dorpskern de gehuchten Rapenburg, Saftinge en Ouden Doel. Net ten noorden van het dorp staat een kerncentrale, die stroom levert aan afnemers in België, Nederland en Duitsland.
*
Afbeelding.
Doel: Kerncentrale en 17de-eeuwse molen op de Scheldedijk.
***
Geschiedenis
************
Doel wordt voor het eerst vermeld in 1267 als "De Doolen". De precieze betekenis is onduidelijk, mogelijk verwijst het naar de "dalen" in de zin van uitgegraven zandhopen. In de middeleeuwen zouden De Doolen nog eilandjes in de Schelde geweest zijn. Het gebied rond Doel was oorspronkelijk veengebied en maakte deel uit van een brede oost-west georiënteerde veenzone over heel Zeeuws-Vlaanderen en het noorden van Oost-Vlaanderen. Vooral ten noorden van Doel, in wat nu het Verdronken Land van Saeftinghe is, was de veenlaag bijzonder dik. Vanaf de 13e eeuw werd in deze veenzone intensief turf gewonnen. Doel en omliggende gebieden behoorden oorspronkelijk toe aan de heer van Beveren, die de turfwinning stimuleerde. In 1571 werd Doel samen met Kieldrecht een afzonderlijke heerlijkheid.

De turfafgraving in het veen verlaagde op veel plaatsen het bodempeil en maakte het gebied kwetsbaar voor overstromingen. Tegelijk kwam de Schelde vanaf de 12e eeuw steeds sterker onder invloed van de Noordzee. Daardoor raakten Doel en andere noordelijke delen van het Land van Beveren vanaf de 14e eeuw regelmatig volledig overstroomd en werden dijken en polders aangelegd.

Heel het middeleeuwse polder- en turfwinningstelsel in de streek ging verloren bij catastrofale overstromingen in de 16e eeuw en de onderwaterzettingen om strategische redenen tijdens de Tachtigjarige Oorlog, voor het eerst bij het beleg van Antwerpen door Alexander Farnese. Doel en de Doelpolder werden vanaf 1585 bezet door de Staatse legers.

Bij de vrede tijdens het Twaalfjarig Bestand (1609-1621) was de hele streek een desolaat gebied waar Scheldeoverstromingen en getijden vrij spel hadden. De dijken rond de Doelpolder waren echter nog rond 1567 extra versterkt en gedeeltelijk bewaard. Doel fungeerde als steunpunt in de oorlogslinies en ter hoogte van de huidige molen bevond zich een fort met een Hollands garnizoen. In 1614 gaven de Staten-Generaal van de Republiek der Verenigde Nederlanden de toestemming om Doel te bedijken en werd begonnen met de planmatige aanleg van het dorp en de polder. Doel en de Doelpolder vormden zeer lang de facto een eiland, omgeven door de Schelde, kreken en slikken. De vandaag nog bestaande Doelse Polderdijk in het noorden vormde de grens met latere inpolderingen en laat een deel van de contouren van het eiland nog goed zien.
Doel hoorde kerkelijk bij de parochie Kieldrecht en werd pas in 1792 een zelfstandige parochie. In dat jaar werd Doel ook toegewezen aan de keizer van Oostenrijk en kwam het definitief bij de Zuidelijke Nederlanden. Pas na de Belgische onafhankelijkheid werd Doel een zelfstandige gemeente.
**
Afbeelding.
Doel: Hooghuis (1614).
****
Bedreiging door industriële expansie.
*********************************
Plannen uit de jaren '60
De eerste plannen voor de havenexpansie op de linker Scheldeoever stammen uit 1963 en voorzagen dat heel de Wase Scheldepolders en Doel zouden verdwijnen voor havendokken en industriegronden. In 1968 werd in het dorp een bouwverbod van kracht. Na de economische terugval werden de expansieplannen teruggeschroefd. Op het gewestplan van 1978 kwam de zgn. De Bondtlijn tot stand: een lijn van oost naar west net ten zuiden van Doel die de uitbreidingszone beperkte tot het zuidelijke deel van de Scheldepolders. Het bouwverbod werd datzelfde jaar opgeheven. In de eerste helft van de jaren '80 kwam ten zuiden van Doel het nooit gebruikte Doeldok tot stand.
**
De oudste moderne industriële inplanting in Doel was de kerncentrale 1 km ten noorden van het dorp en begonnen in 1969. Ze bestaat uit vier reactoren (Doel I, in gebruik genomen in 1974, Doel II in 1975, Doel III in 1982 en Doel IV in 1985) en twee koeltorens van ca. 170 meter ho
**
Plannen uit de jaren '90 en 2000
*
Protestopschriften in de CamermanstraatIn 1995 raakten uitbreidingsplannen bekend van de Administratie Waterwegen en Zeewezen van het Vlaamse gewest om een nieuw containerdok net ten zuiden van Doel aan te leggen: het Deurganckdok. De uitvoering van het Deurganckdok deed vragen rijzen over de leefbaarheid van Doel en in de jaren daarna kwam het tot een bittere strijd om het voortbestaan van het dorp. In 1997 werd het actiecomité Doel 2020 opgericht en engageerden bekende figuren als oud-senator Ferdinand De Bondt en cineast Frank Van Passel zich in het protest. Onduidelijke politieke beslissingen en juridische blunders leidden tot grote vertragingen bij de bouw van het Deurganckdok en jarenlange onzekerheid over de toekomst van het dorp. De bewoners raakten verdeeld in een deel dat wenste te blijven en een deel dat een duidelijke en billijke onteigeningsregeling eiste. Op 1 juni 1999 besliste de Vlaamse regering na een eerdere voorlopige gewestplanwijziging uit 1998 dat Doel als woongebied van het gewestplan moest verdwijnen.
*
Na de wissel in de Vlaamse regering in 1999 werd op aandringen van Agalev een studie uitgevoerd naar de leefbaarheid van Doel na de voltooiing van het Deurganckdok. Deze studie veranderde niets aan de gewestplanwijziging en de beslissing Doel op termijn te laten verdwijnen. Op 30 juli 2002 heeft de Raad van State de tenuitvoerlegging van het gewijzigde gewestplan (met o.a. de intekening van Doel als industriegebied) geschorst. Daardoor geldt in rechte het gewestplan van 1978, dat Doel als woonzone indeelt. Door het zgn. Nooddecreet of Validatiedecreet dat op 14 december 2001 in het Vlaams parlement werd gestemd, kan de Vlaamse regering voor de bouw van het Deurganckdok echter bouwvergunningen uitreiken en ze door het parlement laten bekrachtigen. Zo hoeft ze geen rekening te houden met het gewestplan. Dit Nooddecreet was een reactie van de Vlaamse regering op de stillegging van de werken aan het Deurganckdok door een arrest van de Raad van State. Klachten van actiecomités hadden procedurefouten aan het licht gebracht bij de totstandkoming van de gewestplanwijzigingen. Omdat het Nooddecreet ingreep in lopende procedures en de normale rechtsbescherming van de burgers gedeeltelijk omzeilt, wordt het door velen als strijdig met de principes van de rechtsstaat beschouwd.
*
Intussen werd in oktober 1999 gestart met de bouw van het Deurganckdok, dat in juli 2005 werd ingehuldigd. Reeds in het voorjaar van 1999 zijn verdere plannen bekend gemaakt voor een tweede containerdok, het Saeftinghedok, dat dwars over Doel zou komen. De uitvoering daarvan is echter nog onzeker. Een beslissing wordt ten vroegste in 2007 verwacht.
Afbeelding.
Protestopschriften in de Camermanstraat.
****
Huidige woonsituatie
Bewoners die dat wilden, konden zich sinds 1999 laten onteigenen. De onteigende huizen kwamen in handen van de Maatschappij voor Grond- en Industrialisatiebeleid van het Linkerscheldeoevergebied, maar de onteigende bewoners hebben een bewoningsrecht dat gegarandeerd wordt tot 2007. Er werd tevens een sociaal bemiddelaar aangesteld die het sociaal begeleidingsplan moest uitvoeren en bewoners begeleiden die vrijwillig wegtrekken uit het dorp. Op 31 december 2003 liep dit sociaal plan af. Deze werkwijze heeft een groot deel van het oorspronkelijke dorp in enkele jaren geruisloos laten leegbloeden: op 1 mei 2003 woonden in het centrum van Doel nog 214 inwoners van de 645 die op 20 januari 1998 ingeschreven waren. Het reële inwonertal in het centrum bedroeg op 1 mei 2003 echter nog 301. Op 1 september 2003 werd de dorpsschool gesloten, toen bleek dat nog slechts 8 leerlingen waren ingeschreven.

Het officiële inwoneraantal is sindsdien verder gedaald (nog 202 in maart 2006), maar het reële inwoneraantal is geleidelijk weer toegenomen. Dit is voor een klein deel te danken aan nieuwe huurders in bepaalde onteigende huizen, voor het grootste deel echter door mensen die een leegstaande woning kraakten (schattingen spreken van 150 tot 200). Deze situatie werd lang gedoogd door de Maatschappij die eigenaar is van de leegstaande huizen en de gemeente Beveren.
*
In het begin van 2006 kreeg Doel onder meer omwille van het grote aantal krakers nogal wat media-aandacht. Daardoor raakte het beeld verspreid dat in Doel een zekere mate van wetteloosheid heerste waarbij men zich probleemloos een leegstaande woning kon toeëigenen. Dit leidde tot een golf van nieuwe krakers en inbraken. Op 22 maart 2006 kondigde de burgemeester van Beveren aan dat de politiecontrole in Doel opgedreven werd en nultolerantie gold voor alle illegale activiteiten. Bepaalde krakers zijn vragende partij om hun toestand te regulariseren.
*
Dorpen als Doel
************
Voor de uitbreiding van de Antwerpse haven werden eerder op de rechter Scheldeoever de dorpen Oosterweel, Oorderen, Wilmarsdonk en Lillo van de kaart geveegd. Ook elders in Europa zijn door industrieplannen dorpen verdwenen, bijv. Altenwerder bij Hamburg (Duitsland); de grootste ontruimingen vonden plaats voor de oppervlaktewinning van bruinkool in Duitsland, bijv. de winningen Garzweiler I en II in Noord-Rijnland-Westfalen, waar ettelijke dorpen reeds vernietigd zijn en de ontruiming van nog meer dan 10 woonkernen in één aaneengesloten gebied gepland is.
*****
Bezienswaardigheden
******************
Afbeelding
(Oud Gemeentehuis, Camermanstraat).
***
Afbeelding.
(Kerk van O.L.V.-ten-Hemelopneming)
****
Afbeelding.
(Waaslandhaven, Gemeinde Beveren).
*****
Afbeelding.
), Scheldedenkmal, Ecke Havenstraat - Vissersstraat. Gedicht von Emile Verhaeren .
*********
Fotograf: Friedrich Tellberg
********************
http://nl.wikipedia.org/wiki/Doel
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet