Fietsperikelen

Literaire pareltjes van maatschappelijke gebeurtenissen.
Gast

03 nov 2006, 13:56

De fiets, is het een hij of een zij? In alle geval, hij brengt me overal naar toe waar ik wil en af en toe ook eens waar ik niet wil zijn. Naast de berm liggen of in de beek fietsen, geen echte plaatsen om fier over te zijn maar het kan je overkomen. Het fietsseizoen is voorbij voor ons tot ongeveer 1 maart 2007. Niet dat we hem onder het laken laten schimmelen als het droog blijft, helemaal niet. We blijven het crossfietske gebruiken al moet ik erop bevriezen. Dat is nog altijd beter dan uit te regenen ’s zomers wanneer je ver van huis bent afgedwaald. Maar ter vervanging nemen we de mountainbike ter hand en ter voet. En waar kan je zoal je benen tergen gaan, juist ja, in het bos. Wie dus niet thuis wil zitten te verkommeren, kom meedoen met ons en neem een vervoermiddel bij de hand. Laat ik eens het op een rijtje zetten wat ik zoal tegenkom onderweg en hoe het eraan toegaat op de koersfiets of op de MTB. Je stippelt zelf een rit uit met de knooppuntenkaart of je doet mee met een vereniging. Afspreken welke shirt je gaat aandoen en waar we zullen vertrekken. Als ik zin heb om in Antwerpen ergens deel te nemen dat stip ik dat aan op onze kalender. Die dag om zo een uur is het vertrekuur in Balen bijvoorbeeld. De dag van te voren loop je nog eens vlug het parcours af in gedachten als je het al hebt. Anders verken je maar tijdens je vlucht over de weg. Al het materiaal moet nagekeken voor een laatste keer. Genoeg reservebanden bij en mijn pompje zeker niet vergeten denk ik dan hardop. Zijn de bidons al gevuld met suikerwater en hoeveel repen mueslikoeken moet ik meenemen voor zoveel kilometers te doen? Bananen, zeer voornaam om bij te hebben. Wanneer de bananen zwart zien in je achterzak, zijn ze het beste, dan is de suiker optimaal en de langzame suikers heb je broodnodig voor onderweg als je de 50 km voorbij geraasd bent. Ook moet ik er aan denken om zeker droge kleren in de auto mee te nemen. Je kan immers kletternat worden terwijl je je benen pijnigt om door die spetterende regen toch maar het eindpunt te halen. Neem ik nog wat eten mee voor de terugreis of loop ik vlug de kantine in om een broodje gezond te kopen? Drink ik dan ook nog een frisse ice-tea of is dat versneden cola? Dan komt het moment dat de fietsen opgeladen worden op onze auto. Even nakijken of ze er niet vanaf kunnen vallen, gelijk er eentje ooit vertelde. Voor Parijs zag hij alles naar beneden donderen, dat willen we dus vermijden. Waar moeten we nu weer heen? Was het Brabant of was het Antwerpen? Vlug nog eens voor alle geval de wegbeschrijving opgevraagd op mappy en een briefje op de pook gekleefd. Hela, hoor ik iemand vragen, hebben we de klickers bij? Zonder schoenen zal het moeilijk gaan als je ginder aan de start staat. Ja hoor, blauwe en rode klickers, ze zitten in de box. Doen we de lange of de korte broek aan of doen we de kniebroek aan? We kijken eens naar de wolken of die ons kunnen zeggen wat we moeten aantrekken en we kiezen voor de korte zwarte broek. Is het warm weer die dag, doe ik liever een licht kleurtje aan als shirt en bij koud en donker weer kies ik dan voor een groene of rode shirt. Regenjasjes opgeborgen in de achterzak of zouden we die hier laten? Neen hoor, zegt mijn eega, neem die voor alle zekerheid maar mee, je kan nooit weten hoe het zich draait morgen. Blijgezind vertrekken we rond half acht ’s morgens naar de plaats van bestemming. Daar aangekomen zoeken we een degelijke parkeerplaats als die al te vinden is. De fietsen worden eraf gehaald en aan de kant gezet en de helmen krijgen hun plaats op ons hoofd, zo vergeten we niet ons hoofd en de helm. De klickers gaan aan de voeten, het klokje gaat erop, men moet ook kunnen aflezen hoe snel je bergaf gaat hé en hoe langzaam we kruipen om bergop te geraken. Vooraleer je start moet je natuurlijk startgeld betalen, voor niks gaat de zon niet op! Ze geven je soms al van bij de start je wafel mee en dan moet je het daarmee maar doen. Daarom hebben we ook zoveel mondvoorraad van ons eigen bij. Mijn achtertas die ingestikt is in de shirt zakt er haast door van. Je krijgt eveneens een kaartje mee om aan de bevoorraad je er een stempel op te laten zetten. Zo zien ze dat je betaald hebt en als je al iets genomen hebt bij de bevoorrading. Het kan ook zijn dat je twee maal moet stoppen om te stempelen en dat je twee maal bananen of wafels of cake krijgt en drankjes uit de frigo die je zo doen herkomen als je moe bent gefietst of als je zware benen hebt en nog 40 of 50 kilometer voor de boeg hebt.
Gast

03 nov 2006, 13:56

Terwijl mijn eega of ik betalen gaat en de routebeschrijving vraagt, wacht de ander bij de fietsen. Ze moesten maar eens vleugels gekregen hebben ondertussen dat je allebei aan de inschrijvingstafel staat te wachten. Naar oude bekenden wuif je even en je vakbondskaart duw je tegelijkertijd terug in je broekszak. Het gaat nu veel vlugger bij het inschrijven, je hoeft maar te strippen en ze kennen je van binnen en van buiten. We zoeken de startplaats op en zeggen nog eens hardop tegen elkander: “we volgen rood en we doen de 90 km vandaag, niet vergeten hé!” Onze handschoenen waar de vingers half uit zijn kleven aan onze handen en een laatste check-up naar de banden en kledij wordt gedaan. En weg zijn we, tot straks roep ik dan naar een vriendelijke parcoursleider, achter bijna drie-en-een-half uur zijn we terug hier, als alles meezit tenminste. Onderweg bolt het goed, althans de eerste veertig kilometers toch, daarna af en toe wat minder maar we trappelen dapper verder. Dames aan de leiding, niet opgeven en zeker niet onderdoen voor de mannen. Het bochtenwerk begint eraan te komen en elegant zwiert mijn stuur in de richting die ik hem aangeef met mijn knie. Ik zwengel met de linkerknie naar links als we links willen afslaan en met de rechterknie naar rechts uiteraard, andersom zou moeilijk gaan. Oei, we naderen ergens een overweg, je hoort het signaal naderen in je oren en wat nu? Staan blijven jandorie, niet tussen die latten door laveren, niet doen, staan blijven! Vlug de klick eruit gedraaid met een korte beweging anders val je op je schouder en dat is dan ook weer niet de bedoeling. Heel snel is de trein langs ons geraasd, en de hekken gaan omhoog. Klicker terug aan de voeten gedaan met een instapbeweging en weg zijn we alweer. Stoppen kost tijd en die moet je onderweg proberen in te halen door harder op je pedalen te trappen. Hoor ik iemand roepen, “wie heeft naar de kleur gekeken die we volgen en hebben we de pijlen niet verkeerd gevolgd?” Dan roept iemand die de kop trekt met luide stem:” rechts nu en pas op, scherpe draai naar rechts!” “Neen, hoor ik achter me een stem kelen, het was naar links! Twijfel alom en er wordt gekeerd om te zien waar we iets gemist hebben. We zitten nog altijd goed, dus terug naar voren en opnieuw vooruit in volle tred. De honger begint te knagen en de lippen staan droog en gespannen. Tijd om te schaften wordt er geroepen en de mueslirepen worden aangesproken met de sportdrank. “Bwééékes, vieze drank,” merk ik op, te zuur naar mijn goesting en de bidon verdwijnt weer in de bidonhouder aan mijn fiets. Jakkes die banaan is overrijp geworden in die korte tijdsspanne in mijn shirt. Je kan ze bijna opzuigen in plaats van opeten. Even naar beide kanten gekeken en hupsakee, bananenschil foetsie gegooid, in de moestuin van een bekende forummer. Wolken pakken zich tezamen boven ons en dreigen ons fietsfestijn in het honderd te laten lopen. In alle geval worden de regenjasjes bovengehaald en om onze lenden gedaan. Het begint te druppelen en het gaat verder naar gieten. Oude wijven vallen uit de lucht en we zijn nog lang niet aan de bevoorradingsplaats. Eindelijk kunnen we even schuilen onder de kraampjes die ons zullen voorzien van eten en drankjes. Maar je mag niet te lang van je fiets af, anders geraak je er moeilijk terug op. Niet dat je geen goesting meer hebt om verder te crossen maar de benen worden stijf van het te lang staan. Meerdere fietsers komen tezamen hier om hun voorraad binnen te slaan. Even vlug gedag gezegd, over het afgelegde parcours gezeverd en heel vlug weer de fiets op. Stempelkaarten snel opgeborgen, bidon bijgevuld en weg zijn we weer naar de volgende halte of eindbestemming. De klok geeft aan, dat we al twee uren onderweg zijn, we zijn al meer dan halfweg. Het tempo wordt omhoog getrokken en we flitsen tegen 33 voorbij de mensen. “Hooligans,” wordt er ons nageroepen maar dat horen we niet meer de laatste tijd. Het einde nadert, de finish komt in zicht. Moe maar voldaan dat we weeral een heuvel bedwongen hebben lopen we binnen. Met een diepe zucht dat alles goed gegaan is worden de fietsen terug opgeladen. Droge kleren worden aangedaan want met kletsnatte kledij naar huis rijden is niet te doen. Men kan zich in de sporthallen douchen en omkleden maar de vrouwendouchen staan niet altijd apart. De kantine wordt opgezocht, nog een laatste brood met beleg binnen gesmikkeld, een warme tas soep opgeslurpt en weg zijn we naar huis. De wasmachine wacht nog op de natte en vuile spullen. Wat een wielertoeriste toch lijden kan!
Gast

03 nov 2006, 21:39

Opgeven staat voorlopig niet in mijn woordenboek, “ik ga ervoor zeg ik altijd.” We zijn nog niet goed en wel aangekomen in het Bronsgroeneikenhoutendorpje of de kriebels komen terug boven. Er wordt lang nagekaart over de voorbije rit. Hebben we wel de juiste versnellingen gebruikt, konden we niet beter het kleine blad gebruikt hebben om die verdomde Heverlese heuvel op te klimmen? Waanzinnig hoog voor mijn benen en mijn spieren spanden zich tot het uiterste in Oud-Heverlee. Zo plat als het in Balen was, zo hoog ging het rondom Leuven. En het bleef maar omhoog gaan, de hoogtemeters kon ik allang niet meer tellen. Plots kwam er iets in mijn gedacht en ik vroeg me af, waar ben je nu eigenlijk mee bezig? Zie mij hier nu zitten te zwoegen in de hitte van juli. Andere vrouwen zouden wellicht ergens aan een fris zwembad liggen om er te verkwikken en ik moest zo nodig wielrennen kiezen voor hobby. Baantjes zwemmen heb ik jaren geleden genoeg gedaan, valt me ineens te binnen en dat gaf wel voldoening maar geen verkwikking, alleen maar grote stress. Ik zou geen Kwezel zijn geweest als ik niet koos voor dingen die normaal gezien bestemd zijn voor mannen. Terwijl er druk gewandeld wordt in de achtertuinen van Haasrode en menig mens zich te goed doet aan lekkere versnaperingen, puf ik naar boven en ik wil er geraken, ik geef nie oep hé! Op het laatste van de tocht, gaat het steil omhoog en de kasseien dwingen we bijna op de knieën, toch hou ik me kranig en vervloek die lelijke ongelijke straatkasseien tot het verste van België. Misschien is mijn gebed verhoort en liggen ze volgend jaar allemaal op de Koppenberg. Onderweg zie ik mannen naast hun fiets lopen of is het eerder toegeven dat het te zwaar was? “Komaan mannen moedig ik hen aan, trappelen jongens, naar boven met dat vehikel.” De meesten laten zich niet onbetaamd en halen me onderweg terug in met een big smile op hun gezicht. Alhoewel, een dappere Belg vroeg of hij mocht aanklampen aan mijn wiel wat ik graag toestond. Knappe mannen mogen wieltjes zuigen, vrouwen weiger ik categoriek. Het kan al eens gebeuren dat er iemand moet geholpen worden om tot aan de finish getrokken te worden. Ik vergeet niet, dat ik ooit misschien dezelfde hulp kan gebruiken als mijn fles stilaan leeg is. Het is ook al eens voorgevallen, dat ik halverwege echt niet meer verder kon en gewoon eens van de fiets afstapte om mijn benen te strekken. Waren ze te vlug verzuurd geraakt, had ik te weinig gedronken of te laat mijn bananen gegeten? Met de jaren krijg je meer ervaring in zulke dingen, doseren en relativeren. Opstaan, vallen, opstaan, vallen en weer doorgaan zou ik zeggen, kijk niet achterom. Kaart gewoon na over de dingen die fout gegaan zijn en probeer het volgende keer beter te doen. Voor mij blijven de benen jeuken, ze moeten nu eenmaal trappelen, het is mijn lust en mijn leven op mijn kleinkinderen na. Je krijgt weer een doel voor je en je maakt er het beste van. Wist ik veel dat je met wielrennen punten kan verzamelen. Ik verzamel wel bidprentjes en andere dingen zoals glazen maar punten krijgen om gewoon op je fiets te lummelen, dat wist ik niet. Nu weet ik het dus wel en voorlopig mag ik als vrouw en veteraan mijn trofee gaan afhalen volgend voorjaar in Wieze in de Oktoberhallen. En gaan zal ik al moet ik hem met mijn fiets gaan halen. Wellicht vinden veel mannen dit niet eerlijk maar als vrouw ben ik een beetje bevoordeeld. De puntentelling voor een Semi-klassieker die tellen voor een vrouw dubbel, ook dat wist ik niet in het begin. Zo zie je maar, dat ook ik nog veel moet bijleren. Wat ik wel nu kan uitspeculeren is om de Semi-klassiekers er zeker uit te pikken, ik krijg immers dubbele punten, hopelijk geen korting. Doe maar eens als vrouw mee aan het scherpe bochtenwerk naar links en kruip maar eens mee naar het uiterste van de Voerenstreek of naar de Walen. Wie iet of wat bekend is weet waar ik het over heb maar plat tot vals plat is zeker zo moeilijk voor iedereen want dan ligt het tempo torenhoog en je moet ook nog rekening houden met de stoplichten op tijd en met de vele vervelende rotondes die je weg kruisen. Zo lang het maar droog blijft, dan blijven we ook goedgezind en behoeven we de fiets niet zo dikwijls te poetsen.

katana
Lid geworden op: 02 aug 2002, 17:20
Locatie: Leopoldsburg , mijn home

04 nov 2006, 09:55

De fiets van katana staat op stal en dat eist zijn tol , wordt zo stram als een pilaar :!: :)
Senioren het zwijgen opleggen is een misdaad
Gast

04 nov 2006, 16:32

Hoe kouder het wordt hoe beter ik het vind om te toeren, niet met boeren want die routes brengen je alleen rond de boerderijen met hun kalver- en varkensstallen. Ik herinner me nog dat we in het begin van het seizoen in St-Lenaarts vertrokken zijn. De winterkledij deed nog zijn best om ons te verwarmen alhoewel we al in hartje april vertoefden. Het begon redelijk goed en de pijlen op de grond waren duidelijk zichtbaar. Ergens moet men beginnen met kilometers op te bouwen om verdere en moeilijkere ritten te doen. In het begin en zeker na een lange winterperiode zijn we hier maar karig om afstanden te fietsen. Je hebt algauw genoeg aan luttele 65 km en als je die tot een goed einde kan brengen, ja dan ben je weer vertrokken om er tegen aan te gaan in een nieuw fietsseizoen. Wel is het zo als je hard fietst en daar dient trouwens een koersfiets voor, dan zie je amper nog iets van het landschap. Mooie plekjes onthoud je dan om er ooit eens terug te keren als is het dan maar om te wandelen. Alles is beter dan tussen de vier muren te schilderen en te kniezen. Langs kleine verharde paadje slinger je meermaals tussen de boerderijen door en af en toe vang je een glimp op van een vaart. In april is het ferm koud om langs kanalen te fietsen, maar je moet je aan het afgesproken traject houden, niet buiten de lijntjes fietsen hé. We zijn amper een 20 km onderweg of het begint wat te druppelen. De druppels volgen zich sneller en sneller op en werden tot een helse plensbui herschapen. Gelukkig hadden we onze regenjasjes bij om ons te beschermen tegen die grillen van april. Windjacks helpen in feite niet veel tegen het natte weer, ze dienen eerder om je een warme rug te verschaffen tijdens hevige windvlagen. Nu was de vraag: rijden we verder met dit noodweer of keren we om gelijk onze voorgangers die er de brij aan gaven? Opgeven heet dat in termen uitgedrukt, opgeven neen zei ik, zeker niet omkeren, we maken er het beste van vandaag. Je zag geen hand meer voor ogen na veertig km en de bril ging in de achterzak. Een groepje fietsers klampte aan en samen dicht tegen elkander legden we de zware overige kilometers verder af. Wie niet van de streek is, moet in feite bijna verder doen, die weet niet waar hij zich ophoudt en zoek je weg maar eens in tegenrichting? Door en door kletternat geregend vorderden we met mondjesmaat, drinken hadden we nu wel genoeg gekregen onderweg. Onze wafels kleefden aan de handschoenen en de helft viel letterlijk aan flarden uit je handen. Wanneer ik mijn mouwen optrok voelde ik dat die vol water gelopen waren. Ik had nu een kleine goot in mijn mouwen zitten doordrongen van het koude water. Onderweg rook het ook al niet goed tussen die boerderijen door. De boeren mochten immers hun mest op het veld uitstrooien en bij dit slechte weer deden ze dit ook dapper. Alom gemopper in de groep, er kwam geen einde aan de regen en we waren letterlijk aan het eind van ons Latijn gekomen alhoewel we al voor hetere vuren gestaan hebben. Voor mijn part mocht de hele streek hoe mooi het ook daar was, gerust liggen in die modderpoelen, ik wilde naar huis. Eindelijk liepen we met vertraging binnen en ik zocht onmiddellijk de douche op en hoopte dat er nog wat dampende soep ergens te krijgen was. Je ziet dat je niet alleen bent met die natte ervaringen, er zijn nog zotten die de hevige regenbuien getrotseerd hebben. Achteraf, kan je al bij al er nog mee lachen maar onderweg als je totaal niks meer ziet, op dat ogenblik wens je dat je thuis achter de kachel zat met een goed boek dat leest als een trein. De doornatte kleren worden vlug opgeborgen en de fietsen gaan de auto op voor de volgende rit. En wat doet het hier nu? Juist ja, de zon schijnt heerlijk door de voorruit naar binnen. Hadden we niet beter gewacht en een uur later vertrokken opperde ik nog maar dan ben je ook veel later op de dag terug aan je beginpunt. Nog een geluk dat we geen platte band gekregen hadden onderweg, want we waren ons pompje vergeten bij het vertrek. Dus toch nog een fijne fietstocht geweest zonder averij. Hopelijk is het bij de volgende deelname in die buurt droog en kunnen we genieten van het boerenlandschap. Maar teruggaan doen we zeker met of zonder regen en pompje.

telloorlekker
Lid geworden op: 26 nov 2002, 17:46

04 nov 2006, 19:33

Iets om over na te denken...
Het boekje van Midas Dekkers vermeldt in een van de passages het volgende :
Als men alle fitnesscentra zou koppelen aan het lichtnet, zou héél wat gerecupereerd kunnen worden aan overtollige energie. Ten eerste werkt men zich in het zweet om een voorgekouwd figuur te krijgen die anderen je voorspiegelen terwijl er nog moet voor betalen ook.
Anderzijds zijn de uitbaters van die centra te dom om in te zien dat ze eraan kunnen verdienen geduren de sessies; laat de lopers, trimmers, fietsers en halterheffers de energie opbrengen om verlichting, toestellen e.a. te voorzien van de nodige energie om niet in het donker hun zweet aan anderen te tonen.
Het lichaam vaart er wel bij, en de energiemaatschappijen ook... of dat voor dat hoopje vet, dat men wil kwijt raken, ook geldt.... moet nog bewezen worden. :wink:
Gast

05 nov 2006, 19:33

Mensen die de fietssport niet ontdekt hebben of iets anders op hun agenda hebben staan, begrijpen meestal niet hoe een ander hierover kan doordrammen. Wie dezelfde passie heeft deelt dikwijls zijn ervaringen en zijn kennis met elkander. Je leest iets en je herkend onmiddellijk het decor, je bent er immers zelf geweest ooit. De haarspeldbochten, de slechte staat van het wegdek, de hitte en de falingen, heel herkenbaar voor mensen die de fiets hanteren als hun broekzak. De een vertelt dat hij uit de bocht gevlogen is en de ander vult aan met… ja, ik ben ook zo uit de bocht gevlogen en ook ik heb me flink bezeerd. Of ik had het verkeerde spoor gevolgd en heb toch zeker 20 kilometer omweg afgelegd….en ja ik ook heb de verkeerde pijlen al gevolgd hoor je dan zeggen, of er waren er zoveel dat ik het bos niet meer door de bomen zag. Pedaalridders zijn tegenwoordig geen beginnelingen meer, het zijn al gevorderden. Ze doen niet onder voor de eliteploegen en doen alles om nog beter materialen te hebben evenwaardig aan de groten van de wielersport. Oefening baart kunst en om kunst te bereiken met een fiets is men vele uurtjes op de baan. De vele bloemrijke en sappige anekdotes hoort men onderweg als men samen op weg is naar de eindstreep. Je wordt er zowaar ingewijd in de sport en hier of daar leert je iemand de kneepjes onder de knie te krijgen. Zo is het ook dat je niet te hard je linkerrem mag toeknijpen of je vliegt met je frame over kop. Daal je tegen een redelijke snelheid de berg af, neem eerst je rechterrem en pomp met je linker even bij. Klick je schoen op tijd uit de SPT-plaatjes en zorg dat je voet van de grond is wanneer je aan die zijde een bocht wil nemen. Scheer je te laag over de grond en heb je aan die kant ook nog je voet heel laag bij de grond, gegarandeerd dat je een tuimelpartij maakt. Is het tijd om te klimmen, neem op tijd je tijd om het juiste verzet te nemen. Schakel naar de juiste cransjes en wanneer je te laat bent en op het verkeerde verzet staat, ja dan is het maar zo. Schakelen terwijl je bijna stilstaat bij een beklimming kan je ketting doen breken. Beter is het dan gewoon maar de gelegenheid afwachten om in het juiste verzet te geraken. Het gebeurt ook al eens dat je denkt: nu ben ik boven… pppf eindelijk en dan zie je na de volgende bocht dat je nog maar halfweg bent. Hier is het dan dikwijls krabben geblazen, niet opgeven en je kleinste blad van je tripple te gebruiken aan je trapas. En als je dan nog vanachter je 23 gebruikt zal het wel lukken voor de verder beklimming. Zeg nu zelf: zijn we geen noeste werkers in plaats van hardrijders? We zijn tenslotte de dwangarbeiders van de straat. Overal waar we komen valt het op hoe slecht er een fietsenpad kan uitzien. Hoeveel bobbels er teveel in het wegdek voorkomen. Telkens als je over zo’n bobbel fiets tegen een redelijke snelheid krijg je een scheut in je rug of je knie. Honderden rotondes die je voorzichtig moet nemen, en een plots remmen voor een hond die onverwachts de baan oversteekt is niet onbekend. Geparkeerde auto’s die hier in België dwars over het fietsenpad staan en openzwaaiende deuren van onalerte chauffeurs die je van je fiets afslaan zonder pardon. Dan zwijg ik nog van de termen die ze ons toebedenken en ons naroepen, zonder de gebaren op te noemen die ze in braille nabootsen langs de kant. Triest van al vind ik dat er zoveel fietsers omver gereden worden en zelfs dodelijk verongelukken door een aandachtsvermindering. Maar dat weerhoudt de echte fanaten niet om door wind en regen kasseivreters te worden en te zijn. Je wordt er hard van zeggen ze! Ondanks de vele fietsperikelen onderweg opgelopen, staan ze de volgende keer weer trouw aan de startlijn, zij aan zij. Moedig strijden ze onder de drukkende hitte om aan de bevoorradingsplaatsen op tijd te komen, om binnen te lopen en nog altijd iemand achter je te laten, dan ben je niet de rode lantaarndrager. Dan zwijg ik nog van als de groepen bij elkaar zitten in een cafétaria om nog een laatste kriek te drinken, de vele verhalen die ze opdissen en ondanks die dag een ferme smak gevallen te zijn, dat ze er nog mee kunnen lachen. En dat is het voornaamste, blijven lachen en blijven doordoen. Stoempen en zwoegen, zweten en afzien.
Gast

06 nov 2006, 22:16

Waar ik de laatste tijd veel moeite mee heb is dat ik bijna niet mijn banden kan vervangen of beter gezegd een nieuwe binnenband kan steken wanneer die de geest heeft gegeven onderweg. Je trekt er bij een heerlijke temperatuurtje alleen op uit in de hoop dat dit nu de dag is vandaag waar je al zo lang naar uitgekeken hebt. Er kan niks gebeuren denk je dan nog, ik heb alles bij, ik heb me goed voorzien van reservemateriaal. Alles gaat uitstekend, de wind lacht in je haren en de tegenliggers groeten je met hun stralendste glimlach. Na 25 km merk je dat je fiets plots raar gaat doen. Het lijkt wel of hij zingt en dan bedoel ik niet dat zingen als het wegdek goed ligt. Ik kan aan het geluid van mijn fiets horen als het goed bolt en het bolde goed maar er haperde duidelijk iets aan de achterkant. Nu is dat niet dadelijk een groot probleem als de ketting al eens rare geluiden produceert maar als je pprrfffff, zwwwwww hoort is er zeker iets mis met een onderdeel dat onder je zit. Zoveel mogelijk probeer ik slechte wegen te vermijden maar het lukt niet altijd om er langs te kijken. Niet altijd is de straat kiezelvrij gemaakt en dat merkte ik dus op die bewuste zomerdag. Ik reed lek! Nu kom ik aan mijn pijnpunt, het sleutelen en vervangen van de fietsonderdelen met de gepaste sleuteltjes natuurlijk. Je wil wel je platte tupe vervangen maar je bent vergeten de reserve mee te nemen en op de plakkers hoef je ook al niet te rekenen. Geen solutie in de zakken en geen vervangband, geen sleuteltjes en geen gsm bij. Even verder zie ik een manspersoon in zijn tuin werken en met een blozend gezicht vraag ik vriendelijk aan die meneer of ik eventjes naar huis mag telefoneren. De man kijkt me vreemd aan en hij beziet mijn fiets eens met argusogen van voor tot achter. Wel wel wel, mevrouwtje heeft lekgereden? Ja, dat wist ik ondertussen ook wel maar mevrouwtje wilde naar huis. Op dat ogenblik had ik een soort haat-liefdeverhouding met mijn fiets gekregen, met de nadruk op het eerste gedeelte. Bij die moderne fietsen behoef je maar je klem van het wiel af te doen en zo kan je het achterwiel eruit nemen. Je ketting hangt dan wel wat te bommelen in het niets maar voorzichtig zette ik hem tegen de achtergevel van die mensen. Gelukkig was die persoon zelf een wielertoerist en had hij wel materiaal ter beschikking voor mij. Alhoewel ik de band van de velg probeerde te krijgen, lukte het helemaal niet. De band wilde niet vervangen worden en ik hoopte dat het geen onmogelijke opdracht zou worden want dan moest die vriendelijk kerel nog taxichauffeur voor me spelen. Muurvast zat hij, de buitenband. Je had bijna een handleiding nodig om hem klein te krijgen. Nu sta ik mijn mannetje wel als het aankomt op demarreren maar bandenwissel is niet zo mijn ding. Echter de wielertoerist was een krachtpatser en in één-twee-drie, hup had hij de velg naakt voor ons staan. Als je onderweg plakken moet, heb je geen kommeke water bij om het gaatje op te sporen, dan pomp je er wat lucht in en je laat de binnenband aan je oor passeren. Zo hoor je de lucht ontsnappen. Maar meestal zie je onmiddellijk waar het euvel zit. Scherpe steentjes kan je niet altijd vermijden en zo een lastig hebbeding had zich door en door genesteld en verstopt in de buurt van het ventiel. Nu stond ik daar ook nog met een geperforeerde buitenband, een diepe jaap van jewelste was zichtbaar. De wonde werd gedicht met een kei van een rode plakker. Het technische mankement was bijna opgelost. Alles werd netjes terug gemonteerd, band van verse lucht voorzien met de voetpomp, bar speelde nu geen rol, als ik maar thuis kon geraken. Het zwart fentieltje terug er op de sepap gezet, het wiel vastgeklemd en de rem dichtgezet. Klaar is kees hoorde ik de attente man nog zeggen. “Weet je zeker dat je het nu verder kan klaren, vroeg hij nog? Hopelijk zitten alle bouten nog op hun plaats en rammelen de moertjes niet onderweg denk ik hardop maar het gebeurde allemaal niet. Mijn raceband, hij was zo vriendelijk om zich hard te houden, totdat ik thuis kwam. Later op een nieuwe fietstocht, bracht ik de behulpzame man nog een bezoek om hem te bedanken en gaf hem een rood plakkertje. Wellicht kon hijzelf dit ook nog eens nodig hebben onderweg. En mijn racefiets, hij pufde grappig verder tot de volgende vervangbeurt in de buurt kwam. 200 m voor ons huis reed ik opnieuw lek.

Fikske
Lid geworden op: 16 dec 2003, 12:31
Locatie: W-O 1970

07 nov 2006, 17:34

Ik wordt stikjaloers als ik die verhalen van Kwezel lees en dan denk ik vaak aan vroegere tijden …

Toen ik en mijn knieën nog jong waren heb ik me ooit laten ompraten om op zondagmorgen met de wielertoeristen de wegen tussen Brussel en Leuven onveilig te maken.
Ik heb een ongelooflijk respect voor die mannen - en vrouwen – die bovenaan elke heuveltop op mij stonden te wachten tot ik hijgend en met uitgestoken tong bij hen kwam aansluiten.
Naïef dat ik toen was als ik dacht dat ze me even zouden laten uitblazen ... Nee hoor! Zodra mijn voorwiel ter hoogte van het achterwiel van een der wachtende ‘vrienden’ kwam, spurtten ze weer weg - bergafwaarts.
Niet opgeven dacht ik dan en liet me met mijn volle 80 kg in ware doodsverachting naar beneden ‘vallen’. Als de afdaling lang genoeg was kon het zelfs gebeuren dat ik er een paar voorbij zoefde maar na 100 meter bergop staken ze me weer grinnikend voorbij, de stinkerds.
In het stamcafé zaten ze al aan hun tweede of derde pint te nippen als ik puffend het einde had gehaald. Opmerkingen als: “Wel, ben je verloren gereden?” of “ Gij hebt ergens anders al iets gedronken zeker?!” waren niet van de lucht.
Ik verdenk er hen zelfs van om twee, drie pinten tegelijk besteld te hebben om mij te kunnen affronteren. Soit, die martelingen op zondagmorgen hebben niet lang geduurd en de aanleiding om definitief te stoppen kwam ongewild door mijn twee – toen nog – tienerzonen. Hun moeder was bezig met confituur te maken en plots stelde die vast dat ze nog een paar kilo’s griessuiker te kort kwam. Ze stuurde inderhaast de twee rakkers naar de winkel en maande hen aan zich te haasten want het fruit stond al te pruttelen in de koperen ketel.
Mijn (semi-) koersfiets deed dienst als snel vervoermiddel en de snoodaards hadden er niks beter op gevonden dan het pak suiker op de bagagedrager vast te binden.
Thuisgekomen zagen ze dat één van de zakken gescheurd was en er nogal veel zoetigheid tussen het kamwiel en de ketting terecht was gekomen. Niks zeggen natuurlijk, en gauw, gauw de fiets op zijn vertrouwde plaats stallen.

Als pa die zondagmorgen zijn eerste pedaalslagen gaf voelde hij dadelijk dat er iets niet klopte. Nog nooit had hij moeten trappen op dat stukje bergaf naar het stamcafé.
De mecanicien - wielertoerist van dienst had dadelijk gezien wat er scheelde en gaf hem de goede raad om terug naar huis te gaan en vandaag niet mee te fietsen.

Bij mijn thuiskomen lagen die twee schavuiten dubbel geplooid van het lachen.
Met tegenzin hebben ze daarna mijn fiets helemaal schoon gemaakt, maar de goesting om mezelf elke zondag af te beulen was definitief over.
De wielertoeristen konden het beter zonder mij stellen en wanneer ik ze nu op zondagmorgen op de straat in mijn richting zie aankomen haast ik me vlug op de stoep.
Wielertoeristen? ... Wielerterroristen ja!
“Hé, wanneer kom je terug?” Durven ze wel eens roepen.
Terugkomen? In geen honderd jaar! Jullie rijden net als duivels.

Misschien ken ik wel iemand die jullie kan bijhouden, misschien ... als ze in vorm is? :wink: :lol:
Wie tevreden is met wat hij heeft,
is de rijkste die er leeft.

telloorlekker
Lid geworden op: 26 nov 2002, 17:46

07 nov 2006, 18:14

Kén je het middel om die stoefers te ontzenuwen Fikske ? Nochthans vrij makkelijk hoor, alleen moet je dan het seizoen daarvoor afwachten; nu is het al te laat. 't Opstijven duurt nu te lang, het moet daarvoor warm zijn.
Nadat ze hun fiets op het fietsslot hebben gelegd duw je even een klein likje tandpasta in hun slot. Daarna kun je hen ludiek vragen "... en euh, nog niet weg ?"... :lol:

Fikske
Lid geworden op: 16 dec 2003, 12:31
Locatie: W-O 1970

07 nov 2006, 20:22

Ik ben helemaal niet kwaad op mijn vroegere wielermakkers hoor TLL – al zijn er niet veel meer van mijn leeftijd bij de club vrees ik.
Waar ik wel iets tegen heb is dat (sommige) wielertoeristen gevaarlijk dicht langs wandelaars scheren of pas op 20 meter afstand roepen: “ Hop, hop –uit de weg!”
Wanneer je niet vlug genoeg uit de voeten bent wordt je in de graskant gereden.

Anderzijds zijn er natuurlijk ook onvoorzichtige voetgangers die zomaar op het fietspad slenteren en dan stomverbaasd opkijken als voorbij snorrende fietsers hen vloekend proberen te ontwijken.
We moeten een beetje respect hebben voor mekaar … en opletten natuurlijk!

:roll: :wink:
Wie tevreden is met wat hij heeft,
is de rijkste die er leeft.

telloorlekker
Lid geworden op: 26 nov 2002, 17:46

08 nov 2006, 07:39

Dat ene oog dat ik aan de achterkant heb is meestal bedekt als ik over de vaartweg wandel; de aanstormende fietsers kan ik dus niet zien...
Ik ben ten andere ook niet geneigd plaats te maken voor die brutalen die hun fiets niét voorzien van de wettelijke hulpmiddelen, de fietsbel !
Dat ietsje te zwaar kan er meestal niet af om hun peperdure carbonfraime daarvan te voorzien. Er zijn er al meerderen of in de vaart gesukkeld of in de grasberm verdwenen hoor... Ieder heeft z'n rechten op een gemeenschappelijk pad. Ooit heeft er mij ook ene in het water doen belandden, en sindsdien is mijn opvatting omtrent die fietsterroristen gewijzigd.
Op mijn toerfiets staan wél een fietsbel, verlichting en reflectoren; én een stuurbox mét radio (voor diegenen die graag wat anders horen...)
Als ik dus sporadisch een keer fiets, kan enkel een doofstomme blinde zeggen dat ie van niets wist... :)

Fikske
Lid geworden op: 16 dec 2003, 12:31
Locatie: W-O 1970

08 nov 2006, 12:05

Fietsperikelen is de titel van deze topic, niet?

Mijn eerste perikelen op de fiets kan ik me nog levendig herinneren.
Het was vlak na de oorlog. Mijn vader had een verroestte, zware herenfiets weer opgelapt en van nieuwe banden voorzien. Op zondag, als onze ouders naar Kraainem reden, mochten mijn broer ( 8 ) en ik ( 9 ) samen met papa op zijn stalen ros plaats nemen; ik vooraan op de buis en mijn broer achteraan op de bagagedrager.
Met haar oude vrouwenfiets kon moeder ons niet goed volgen en wij schokten van het lachten als vader sneller begon te trappen telkens als ze ons bijna had ingehaald.

Het was met de velo van ma dat pa ons leerde fietsen. Het zadel werd zo laag mogelijk gezet maar toch waren onze beentjes nog te kort om zittend bij de pedalen te geraken.
Op de trappers staan dan maar …
Na een korte leerperiode konden we al zwik-zwakkend het tuinpad op en af fietsen zonder te vallen.
Als pa en ma uit werken waren in Brussel probeerden we om zelfstandig de straat op te rijden en zo tot bij onze tante in Kraainem te geraken. Er was echter één groot probleem; we hadden maar één fiets.
De grote herenfiets van pa stond daar, en keek naar ons …
Prompt stak mijn broer Mil zijn rechterbeen door de opening tussen buis en kader en zocht al kwakkelend zijn evenwicht. De kleine rakker was altijd al haantje de voorste en na enkele valpartijen in de graskant langs de weg lukte het hem om zich recht te houden.
Op de terugweg naar huis wilde ik ook wel eens met die grote fiets rijden.
Door de buis lukte me niet maar mijn benen waren iets langer dan die van mijn broer en boven op de Warandeberg klauterde ik over de buis terwijl Mil me recht hield.
“Hop! Loslaten!” Daar ging ik hotsend de kasseistraat af. Met moeite kon ik mijn stuur vasthouden en van remmen was al helemaal geen sprake. Tot overmaat van ramp schoof mijn linkervoet van de trapper en kwamen mijn edele delen met een kwak op de buis terecht.
“Ai, ai, a…o…a…o…” Schokkend en schreeuwend als een speenvarken bleef ik over de buis hangen tot mijn vaart wat verminderde op de helling naar de kerk toe.
Ik liet me neervallen in de graskant en toen ik van pijn mijn ogen dichtkneep zag ik voor het eerst sterren bij klaarlichte dag.
De ravage tussen mijn benen was niet om aan te zien. Het zakje werd helemaal bauw en het slangetje vertoonde sporen van mishandeling! Al bij al had ik nog geluk.
Bij de eerste slag waren mijn balletjes omhoog geschoten in mijn onderbuikholte en bleef ik gespaard van een onvermijdelijke castratie.
Later is alles nog goed gekomen. Tenminste, mijn vrouw heeft nooit geklaagd en wij hebben drie kinderen waarvan er twee op mij gelijken …


:wink: :lol:
Wie tevreden is met wat hij heeft,
is de rijkste die er leeft.

Fokke
Lid geworden op: 05 aug 2004, 11:09
Locatie: Noorderkempen

08 nov 2006, 16:37

Ik leerde, na de oorlog, ook fietsen op een grote damesfiets. Toen ik al een stukje kon rechtblijven maar nog niet kon stoppen liet ik mij vallen of reed recht in een hoop rapen die op het erf lag. Toen het zo een beetje ging schakelde ik over op een oude herenfiets. Ik reed altijd met mijn rechterbeen onder de buis. Dat was gewoon in die tijd. Kinderfietskes waren er alleen voor de rijke kinderen.
Weet dan dat uw stem door niemand wordt aanhoord zolang ge stamelend bidt en bedelt bij de poort!
Gast

08 nov 2006, 18:13

Algemeen geweten is dat de meeste vrouwen kleiner zijn dan mannen. Niet alle dames zijn reuzinnen op hun fiets en een kleinere vrouw heeft dan ook aangepast materiaal nodig. Ik wil niet beweren dat ik met een kinderfiets de wegen onveilig maak maar mijn frame is wel kleiner dan die van mijn eega en andere mannen. Dikwijls hebben dames een racefiets die een afwijkende geometrie heeft. De bovenbuis is korter en de balhoofdbuis is hoger. Ook zou het nuttig zijn om met een dameszadel te toeren, zit je zo lekker op. Wat ook handig is, is een smaller stuur en een stuurbocht met hendels die aan vrouwennormen voldoen. De lichaamsverhoudingen van man en vrouw zijn wel degelijk verschillend van elkander. Daarom is mijn framegeometrie ook aan die kleine verschillen aangepast. Bedenk dat de vrouwen ook nog kortere armen hebben en meestal geen brede schouders zoals de Hulk. Kleinere voeten waarmee ze harder moeten trappen en dan de lichaamslengte. Al eens een vrouw vooraan op het zadel zien zitten, neen? Graag zou ik nog maar de helft van de beenspieren willen hebben van zo’n topatleet om meer kracht te zetten wanneer je bergop moet volgen. Ooit riep er eentje over zijn schouder: “awel, zouden we niet beter afstappen en te voet naar boven gaan, we staan toch bijna stil op de pedalen.” Heel graag had ik hem mijn 39/5 onder zijn gat geduwd maar deed dit uit fatsoen niet. Dan zwijg ik nog maar van de vrouwentruitjes die zo gegeerd zijn door het vrouwenvolk. Ze lijken gemaakt te zijn om nuchter en dorstig naar boven te schuimen. De achterzakken zijn miniem en zo krijg je amper wat drinken en eten meegezeuld. Alsof wij vrouwen niet moeten eten onderweg naar de top. Minstens drie stukken zitten in de truitjes en wanneer het langere afstanden worden zitten er zelfs vijf stuks in de rugzak. Met één bidon heb je amper genoeg, je krijgt bij warm weer je dorst niet gelest en zo moet er ook een reserve bidon mee maar waar duw je nu een reservefles? Het frame van mij is te klein om er twee aan te hangen, ik ben al blij dat er een mee vervoerd kan worden. Gewoonlijk als de shirt vol zit met bananen en wafels etc… en je wil er nog iets extra in doen, hangt je shirt zo ver over je zadel, alsof het lijkt dat je de waterdrager bent voor een hele ploeg. Zit je mee in een groep word je dikwijls naar de kant gefietst, alleen de sterkste vinden een plaats tussen de waaier en wie aan de kant zit, raakt meestal in de slop. Je voorwiel raakt op het nipperke het fietspad en met veel geluk kieper je niet over een geparkeerde auto. Wanneer er dan iemand voor je wiel jumpt en je ziet het niet op tijd, raak je met deze voorligger ook in de clinch met het gevolg dat er een flinke valpartij is en wanneer je wiel niet krom staat of als je niet geblesseerd bent kan je verder gaan, anders is het stoppen. Wat die fietspaden betreft. Een groepje fietst voor je uit en je wil er langs geraken. Je belt en je belt, en je belt nog eens en plots wordt er gereageerd. Iemand van de voorliggende gelegenheidsfietsers draait het hoofd naar links en vergeet zijn fiets recht te houden. Pardoes draait hij met zijn hele lichaam en natuurlijk met zijn fiets naar links juist op dat moment dat de kust veilig is om er langs te geraken. Sorry mevrouw, ik had je niet gezien. Neen hij had me niet gezien maar ik had het wel gevoeld. Zijn stuur stak onder mijn oksel en plots voelde ik een hevige pijnscheut in mijn ribbenkas. Dit gebeurt wekelijks dat ik geconfronteerd wordt met banale voorvalletjes maar ze kruipen wel in je koude kleren en iedere keer probeer je deze situaties te vermijden maar het lukt niet altijd, het overkomt je gewoon. Tot overmaat van ramp verlies je nog eens je mondvoorraad en waar iemand anders overheen gefietst heeft ga je niet van de straat plukken. Je rijdt verder met de reserve van je maatjes als die al reserve genoeg bijhebben. Maar al bij al is het fietsen tot nog toe goed meegevallen en heb ik al een stukje van België afgelegd en moedig zeker hierbij iedereen aan om aan sport te doen. Als je in beweging blijft en onder de mensen komt, word je niet zo chagrijnig en het houd je gezond. Laat de snotterbellen nu maar komen met dit winterse karakter buiten.