Fietsperikelen

Literaire pareltjes van maatschappelijke gebeurtenissen.
Gast

21 jul 2008, 21:36

Het veelvuldig fietsen begint bij iedereen stilaan zijn sporen na te laten. Waarschijnlijk zit het slechte weer er voor iets tussen dat de mensen niet meer kunnen lachen. Overal rondom waar je ook maar kijkt, zie je triestige blikken. Niemand kan er nog mee lachen als ze uitgewaaierd en letterlijk uitgeregend terug binnen komen van een vermoeiende fietstocht. Bij de suikermannen in Tienen liepen de eerste 10 km vlotjes onder de wielen maar eenmaal je Landen uit was begon de ellende. Echte ellende kon je het nog niet noemen want we wisten immers niet wat ons nog te wachten zou staan enkele dagen later. Overal probeerde je je te verstoppen waar je ook maar de kans kreeg. Terwijl er toch nog grote groepen aan je voorbij vlogen laveerden wij van groepje naar groepje om ergens aan te pikken maar volgen was iets anders. Het leek wel alsof we meer achteruit en opzij gingen, waggelend gelijk een eend stilaan naar boven. Elke heuvel die we opgingen leek een heuse berg, nochtans was het parcours niet zo moeilijk. Eindelijk zagen we het bord van de controle staan. Ik denk dat iedereen opgelucht was dat we al halfweg zaten en dat we eens van de fiets af mochten. Gretig ga je naar de tafel, je neemt je stukje cake, een halve banaan, wat drinken. Nergens zaten er slokkoppen op de loer, iedereen hield zich keurig aan de opgelegde voorraadverdeling. Duidelijk merkte je dat het een beetje te veel van alles aan het worden was. Er was geen rust meer tussenin. Eerder is het een afmattingrace geworden tegen de tijd, wie het eerste ten onder gaat door de stress valt uit de boot. Terug op de fiets vergeet je even dat je ver van huis bent, dat je wind in de fokke hebt gehad. Vanaf het punt dat we de bevoorradingstafel verlieten, liep alles gelijk een klok. De wind keerde zich en hielp ons de zeilen in de rug blazen. Wat we eerst bergop mochten presteren werd nu een daalfestijn. Je hoefde niet meer mee te trappen, de fiets ging van alleen vooruit. Echter opgepast als we Landen terug naderden. Op enkele meters van elkaar stond rechtdoor en plots linksaf. Als een bezetene gooide iedereen het stuur om in de goede richting en op het nippertje konden enkelen de auto vermijden die van rechts kwam. Later hoorden we dat in die zelfde bocht enkelen over kop gegaan zijn, jammer. Dralen zat er vandaag niet in, we moesten verder, naar huis. Als trofee kregen we suikerklontjes mee naar huis, koffiezoetjes voor onderweg.
De volgende dag sta je ondanks de hevige wind wat je ontmoet hebt, terug vertrekkens klaar. Geen drup regen gezien en bijna geen wind in Wijgmaal. Deze keer vlogen we de glooiingen over. De streek is ons bekend en als je weet hoe hier en daar een helling uitziet, durf je je remmen al eens los te laten wanneer het bergaf gaat. Nieuwrode en Gelrode, zusterlijk langs elkaar met hun pittige straten, het lukte allemaal prima. Voordat we op ’t Rot onze stempel kregen moesten we rechtstaan op de pedalen, goed voor de lijn dacht ik. De MTB-kers kwamen ons tegen boven aan de heuvel. Eentje had de grond gekust, recht in een poel water. Heinde en ver niks te zien en juist in die poel viel hij zolang als hij gewassen was. Zo kon hij meteen met fiets en al in de afspuitzone. We hoefden niet te stempelen, geen kaartje binnen deponeren. Onze benen voelden niet vermoeid aan maar rusten zat er niet in.
De derde dag op rij traden we aan. Een dag die geschiedenis zou schrijven. Vanaf het eerste moment dat we vertrokken kregen we Gods zegen mee. Hij begeleidde ons 85 km. Hoe we ook om genade smeekten, hij gaf ons hemelwater. Het Maasland had haar naam niet gestolen, het was er inderdaad nat. Toch zag het er eventjes naar uit alsof we de regenjas mochten uitdoen. Fout gedacht! We deden hem uit, daalden af langs het Preventorium in Rekem, langs het Psychiatrisch ziekenhuis recht naar Opgrimbie. Richting Boorsem stond aangegeven dat ons bij de hand nam naar Kotem en wie Kotem denkt, denkt aan de Maas. Een stukje van de Maas mochten we achter de winterbedding aanschouwen. Langs het kanaal van Maasmechelen vlieden we naar Vucht. Kris-kras door de veldwegen belandden we in de armen van moeder Leut. Eerste stempel genomen en een reep. De Dreef was bedoeld voor de groep die de grote ronde nam. Wij mochten naar Meeswijk richting Stokkem en Dilsen nemen. Opgepast, de afpijling was hier en daar onzichtbaar geworden en je kan je zo goed vergissen van weg. Juist op tijd zagen we de pijlen naar rechts draaien. Het kanaal naderde, we staken de brug over naar de kapel van de Weerstand. Nog een paar kilometer en we zaten halfweg. De tweede bevoorrading in Dorne gaf meer te bieden. Ach, zie ik daar fragipannekes liggen? De cake was nog niet naar beneden of Gods sluizen gingen verder openstaan en zouden niet meer dicht gaan tot aan het einde. Vlug de regenjasjes terug aan getrokken, even geschuild onder de eikenbomen die dicht tegen elkaar stonden en maar weer verder door Niel dat ons naar het stationneke van As bracht om de oversteek te wagen naar de Heiwijk waar ze een tijdje geleden die fietser dood gereden hebben. Op de hoek van de Heiwijk stonden tafels maar de Franse stemmen bevestigden iedereen dat het niet voor ons was: pas pour vous. Recht tegenover de Heiwijk ligt het Koninklijk domein. Ook dit ligt er denkelijk op dit ogenblik maar zielig bij. Geen enkele non kwam ons tegen, geen mediterenden in lange pijen. Zutendaal met zijn FN, het liet ons koud want we hadden het op ons eigen al koud genoeg. Voeten begonnen tegen te pruttelen en de drankbus smaakte naar slijk. Toch moesten we verder, terug aan de finish komen. Nog even doorduwen, volhouden is nu de boodschap. Oef, Gellik kwam in zicht, de kilometers werden afgeteld. Eindelijk het kanaal in Eigenbilzen dat ons naar de brug van Genk bracht als we ze nog herkenden. Zien deed je allang niet meer door je bril. Kleren die door en door nat waren voelde je zelfs niet meer om je lijk zitten. Je voeten zaten vast geplakt aan je klickers, je tenen lieten het afweten. Nog vijf kilometers te gaan. Nu niet de verkeerde richting indraaien, Schoonbeek roken we al vanop een paar km. Nog twee te gaan, even nog doorbijten. Daar zagen we de parking in zicht komen. Nog nooit zo blij geweest als die dag dat we terug binnen liepen. Iedereen morde, té slecht weer, te rot voor de tijd van het jaar. We komen hier niet meer zeiden anderen, de pijlen waren uit- en weg geregend. Moddersporen en grassprieten zaten overal aan ons vast, weg propere fiets. In zeven haasten sprong iedereen in zijn auto en zonder ook nog een woord of groet waren allen ribbedebie. Blij dat we eindelijk mochten rusten gaan en rust verdienden we allen. Geen gefietst meer voor ons deze week, geen regenbuien over ons af, we kunnen geen water meer zien of ruiken. :evil:
Laatst gewijzigd door Gast op 22 jul 2008, 09:32, 1 keer totaal gewijzigd.

jeronimo
Lid geworden op: 23 jan 2005, 22:18
Locatie: pajottenland

21 jul 2008, 22:20

Wat een hobby fietser :lol: lijden kan ! ! ! !
niet wat ge zegt telt maar hoe ge het zegt.

air
Lid geworden op: 06 jul 2006, 17:00
Locatie: In de A van mAai! Antwerpen dus!

22 jul 2008, 10:04

Vanaf donderdag ga je nog smeken om water om de bidons te vullen! :wink:
I'm fluent in two languages: sarcasm and movie quotes.
Gast

28 jul 2008, 22:28

Het zag er niet zo goed uit boven ons als we het stuur richting Halle-Booienhoven wendden. Eerst nog eens nakijken of ons gele armbandje netjes om de pols bleef zitten en dan weg wezen. Zouden we het riskeren zonder regenjasje vandaag? We riskeerden het en wisten het onmiddellijk dat zelfs maar een heel dun jasje ons die morgen welkom zou zijn geweest. Een onweer boven je hoofd hebben hangen, dit gebeurt alleen in films. Onze ketting was beschermd met een duurdere olie die niet afgeregend zou worden na de eerste regenbui. Regent je ketting zo af hoor je ze kraken en wordt trappen moeilijker. Het lijkt eerder dat je met een brommer naar de heuvels in Luik wil trekken. In de provincie Luik heb je een waaier aan mogelijkheden om je benen te pijnigen. Eenmaal je Velm achter je gelaten hebt, krijg je te maken met hellingen die steiler liggen, landschappen die veranderen van fruitstreek naar landbouwgebied. Door de velden die aan twee kanten met allerlei gewassen zijn doordrongen, fiets je verder naar Jeuk. De naam alleen al geeft je kriebelingen, Jeuk! Voor je zie je de golvende leemplateaux liggen van droog Haspengouw . Een prachtig gaaf landschap met haar hoeves en kastelen. Maar droog zal het er niet lang meer blijven. Dreigende loden wolken die naar ons knikten komen dichterbij. Ze worden zwaarder en zwaarder en we zetten er flink de pas in. In Hannut –Rosoux was nog altijd niet veel hemelwater te bekennen maar eenmaal we ongeveer 27 km ver waren en Hollogne sur Geer binnen fietsten, werd het de weergoden te machtig en kregen we ons deel van de koek. Een hevige stortbui boorden zich door ons heen. Op een wip werd het landschap en het centrum herschapen tot een plensfestijn. Schuilen roept er ene, schuilen mannen en vlug voordat de bliksem om van de fiets afblaft. Iedereen stoof uit elkaar, de fietsers voor ons zochten hun heil in een hangar en wij vlogen als een kanonsbal een gebouw binnen. Hopelijk namen de mensen het ons niet kwalijk dat we even hun huis leenden om ons te verschuilen voor het hevige onweer dat was losgebroken boven ons. Donderslagen knalden van overal, een lichtspel van flitsende schichten zag je van verre al. Toch zagen we er nog voorbij rijden op zoek naarstig naar een droge plek. Creativelingen zag je met een omgekieperde PMD-zak over hun hoofd verder hollen. We wachtten een kwartierke tot het afgelopen was en trokken verder door de druppels. Zo vlug als het gekomen was loste het onweer zich op. De eerste splitsing volgde in Omal. Het parcours splitste zich in drie. Wij kozen voor het hazenpad dat rechtdoor liep. Nu zou het benenwerk niet lang meer op zich laten wachten en een voorsmaakje kregen we hiervan in Latinne. De steile beklimming van Falais met zijn 9% deed je even van de trappers komen. Eenmaal je boven was volgde gewoon een zachtere. Naarmate je vordert in het seizoen, gaat het makkelijker om beklimmingen te doen. Je weet wanneer je moet rechtstaan en je kent jezelf om te beseffen wat je aankan of niet. Voordat we de eerste bevoorradingspost aandoen te Ville-en-Hesbaye, komen de parcours terug samen. Hier kwamen we wat bekenden tegen die we groetten en een babbeltje sloegen met de frisse drank in de hand die ze uitdeelden. Veel tijd mag je nu niet meer verliezen met het oponthoud van kms te voren. Braives is dan niet zo steil maar toch zwaar als je juist van je fiets bent geweest. Gelukkig waaiden we droog, geen drup regen meer gezien onder weg naar de finish. Terug over Montenaken waar ze ons nog even deden klimmen om aan de tweede stempelcontrole te belandden. Vlug de innerlijke gespekt, hup de fiets op en verder. Nog 18 km te gaan hoorde ik zeggen. Het eindpunt naderde met rasse schreden, nog even trappelen in Attenhoven waar we voor de rest van het traject over vlakke wegen mochten glijden. Zoutleeuw kwam in zicht waar de stempelkaarten netjes werden afgeleverd. Even kijken of we bij de gelukkigen waren met de tombola, niks voor ons erbij. Dan maar douchen en in een oogwenk spoelden we de vuile velden die onze benen op een klei-man lieten lijken, af. Verdorie waar staan we nu hier geparkeerd? In welke richting moet ik de auto zoeken?
Gast

31 jul 2008, 11:11

De strijd om het goud is begonnen. Wie zal het halen? Wie is stressbestendig genoeg om straks de handen te mogen opsteken? Wie haalt het podium en heeft nog genoeg lef in zijn lijf om het aan te durven? Niemand gunt de ander nog een blik, geen groet. Iedereen houdt zich afzijdig en waagt een poging om te zien of de ander al uitgeput is. Speculaties worden gedaan, intimideren onder elkaar, elkaar uitvragen, elkaar testen. Hier hoor je zeggen, dat de benen niet meer mee willen, daar hoor je iemand hardop denken dat hij op verlof is dat weekend. In de hoop dat een ander het hoort wordt er een spel gespeeld van psychologische beïnvloeding. Het spel wordt hard gespeeld in een competitie en als je met geestelijke beïnvloeding iemand uit de run kan werken, is dat lekker meegenomen. Al de hele week zijn de voorzorgen genomen om de berg te beklimmen, La Redoute komt in zicht. Zelfs degenen die er nog niet geweest zijn, hebben in hun achterhoofd al een plan bedacht van hoe moet het nu verder als de hellingen te steil zijn? Mag ik dan van mijn fiets afstappen en de indruk geven aan anderen dat ik een watje ben of dat het te hoog gegrepen is voor mijn kunnen? In gedachten schat je je eigen kansen in, je telt de deelnemende vrouwen. Je kent ze al uit je hoofd als je de namen laat voorbij glijden door de schim van je hersenen. Al de tijd die je deze week over hebt, steek je in voorbereidingen van het materiaal. Er mag niks fout gaan. Remmen testen of ze de bergaf wel aankunnen. Zadel niet te veel boenen anders glij je ervanaf. Welke koersbroek zou het beste zijn om zo goed mogelijk op je zadel te zitten als een fiere ridder?! En welke shirt zou ik aantrekken die niet te veel plakt aan mijn lijf? Hoeveel bar zouden de banden kunnen verdragen, mag de achterste ietske minder hebben dan de voorste? Zou het parcours me wel liggen die dag en blijven we de zenuwen onder controle houden? Zouden we het parcours al gaan verkennen of laat ik me verrassen en het gewoon op me afkomen zoals het komt, komt het maar? Wat mag ik nog eten de dag ervoor en wat mag ik zeker niet eten juist voor de start? De keuze uit bandana’s is niet zo belangrijk maar als vrouw wil je hip zijn. Je kiest een lichtere kleur als het heel warm is maar iets dat meer elastisch is blijft beter op je hoofd zitten. De helm mag niet te zwaar doorwegen, anders belast je je nek te veel maar een zonneklep zou welkom zijn of anders een witte pet onder de helm doen, die je nek tegen de hete zonnestralen beschermd. Handschoenen en kousen in dezelfde kleur met de clubnaam op geven je outfit een speciaal cachet mee. Je kleding zegt veel over je zelf, het houdt het moreel hoger. Wat als ik zonder drinken zou vallen? Liefst twee bidons mee zeulen naar boven. De ene gevuld met sportdrank, de ander met water. Water zou best fris mogen zijn maar met dat geschud op de fiets warmt het zich op en wordt smaakloos. In de winter doen we het in thermosbidons maar die zijn te klein voor de warme periode. We zijn geen kamelen die met hun twee bulten kunnen overleven in de hitte van de strijd. Teren op je vetreserve zou ook kunnen om boven te geraken op de piste maar af en toe een dikke banaan eten om je calcium op peil te houden is aangeraden. Bananen in twee gesneden, zodat je twee keer kleinere stukjes kan eten is beter dan in ene keer een reuze banaan binnen te schrokken. Energierepen of gellekes bij je hebben, om je suiker en koolhydraten bij te vullen onderweg. Maar van teveel geef je over, het vecht. En als je twee sportdranken onder elkaar drink, kan het zijn dat je hiérvan misselijk wordt. Niet iedereen kan dit in zijn maag verdragen. Het voornaamste is echter dat je goed gemotiveerd bent. Je moet het echt willen om boven te geraken en aan te komen op de Barak Frituur. Verleden week zagen we een bordje staan met Friterie DonQuichote, even een opwarmertje gekregen in de benen. Ons ros zal ons dragen en wij zullen fier zijn om even een bergridder te wezen. We zullen vechten als een leeuw tot de laatste trap en gewapend met goede moed trekken we ten strijde in het komende weekend. Laat ons zeggen mannen en vrouwen: we gaan ervoor. En als het niet lukt zoals we willen, je bent erbij geweest. Is deelnemen niet belangrijker dan winnen? Niet altijd, men gaat tenslotte om te winnen. Men gaat toch ook naar Peking om te winnen, erbij zijn is dan bijzaak. Het is het goud wat telt! Veel fietsplezier aan iedereen. :wink: :lol:

jeronimo
Lid geworden op: 23 jan 2005, 22:18
Locatie: pajottenland

31 jul 2008, 20:29

Hé kwezel,
Dat ge " Bornem" fietst is toch niets bijzonders. ! ! !
Mijn schoonbroer daagde me uit om de 100 km te stappen.
We, mijn vrouw en ik , zijn wel gewoon van stappen maar we
houden het op max 25 km, zo zou het mij wel veel tainingsuren
gekost hebben om die afstand aan te kunnen.
Maar, ik zing ook in een vierstemmig zangkoor en wie weet ben
ik niet "out" na zo'n afmattende tocht.
Aan de lezers van aan de kust, we zingen in de nieuwe kerk van
Kosijde op zondag10 Augst om 10uur.. 't schijnt dat we goed zingen??
niet wat ge zegt telt maar hoe ge het zegt.
Gast

05 aug 2008, 11:08

Waar kan je beter de kalmte en de rust tot je door laten dringen dan in de Ardennen? Je vindt er veel pittoresk dorpjes die in een bevredigende omgeving liggen. Meestal tref je er ook nog tal van ruïnes aan tussen een geparfumeerde natuur. Aan de flank van stevige heuvels, in de buurt van bloemrijke tuinen ligt Vielsalm. Uiteraard is het misschien beter deze streek te voet af te dweilen maar met een fiets gaat het even goed. Degenen die de provincie Luxemburg al bezocht hebben voor haar geschiedenis of voor iets anders zal het beamen: de ruimte en de natuur die overal aanwezig is straalt een enorme rust uit. Een blik op de Ardennen toont je een uitgestrekt en heuvelachtig landschap, grote bossen, weiden en vochtige venen. Niet alleen dit maar ook gigantische diepe valleien die zich tussen de rivieren en indrukwekkende reliëfs een weg bakenen. Laat het nu net die twee dingen zijn die gegeerd zijn door de wielertoeristen. Van heinde en verre komen ze in getale afgezakt naar de Baraque Fraiture om hun prestigedrang aan te scherpen. De meesten zijn al een dagje of twee op voorhand daar. Het aangename aan het nuttige koppelen is zeker een must. Op voorhand de heuvels wat verkennen en tot je door laten dringen. Je geestelijk voorbereiden op wat onverwachts op je af kan komen. De avondtraining zat er op en het ging prima voor ons. Maar ergens schoot ik nog te kort om het diepste uit de kan te halen. Je bekijkt het programma nog eens, weegt af wat je zou kunnen en wat je nog mag doen en kiest voor de gulden tussenweg. Overbelasting van je spieren en melkzuur oproepen dat je zuur zou kunnen oprispen erna is nergens goed voor. ’s Nachts hoor je in de buurt het kabbelen van een riviertje maar het stoort je slaap die je zo broodnodig hebt. Na een frisse douche en een ontbijt dat we beter deels vermeden hadden trokken we ten strijde met andere koene ridders die zich eveneens waagden aan een nieuw avontuur. Bij de inschrijving stonden de rijen al tot buiten aan te schuiven maar het ging vlotjes. Eventjes rondom me gekeken om de bekende gezichten te groeten en weg ben je. In het begin liep het bergaf over hele slechte wegen. Nu begrijpen we beter waarom we Wallonië niet moeten laten vallen. Ze kunnen ons geld van Vlaanderen heel goed gebruiken en dringend, ze krijgen prioritair met zwaailicht en al van ons. Een eerste helling na die fikse afdaling kon niet uitblijven. Côte-de-Malempre giechelde toen hij ons zag afkomen. Deze was maar een voorsmaakje wat ons nog te wachten zou staan. Na een beklimming volgt de beloning, het gaat bergaf en hoe gaat het bergaf in die streek?! De ene meander volgt op de andere en je ogen kijken al om de volgende bocht of die niet té scherp is. Haarspeldbochten die je kippenvel bezorgen maar je mag hier niet bij stilstaan. De bochten komen op je af en je weet dat je gewicht in de schaal moet leggen, op tijd bijsturen met je knieën en vooral dapper wezen. Tijdens de afdaling van Les Forges hoorden we iemand schreeuwen en roepen uit volle borst dat we moesten stoppen. Omkijken gaat moeilijk en je hoopt maar dat degene die achter je was niet plots voor je ligt twee verdiepingen lager. Hij had geluk, de jonge man, ei zo na niet over het staketsel getuimeld. Hij zou het nog kunnen navertellen en een wijze les hieruit kunnen trekken. Oerenhard gaat het tegen 55 naar beneden en hier mogen je remmen niet weigeren. Werbomont geeft ons de eerste bevoorrading en een stopgelegenheid die we nodig hadden. Een diep gevoel in mijn maag begon een rol te spelen in het circus van de wielerdag. Iets had ik gegeten dat niet mocht vanmorgen en het zou me begeleiden op de hele tocht. Doorbijten en je niet laten hangen dacht ik nog, niet opgeven. We flitsen door Grand Bru waar we plots met de Col du Rideux geconfronteerd werden. Eerst dacht ik dat we hem al voorbij waren maar om de bocht naar links begon het klimwerk pas. Een morele opdoffer krijg je hier bij het zien van die enorme hoogte die je nog moet nemen. Dapper begonnen we aan de klim. Hier en daar zag je al mensen rusten, ze maanden me aan om niet over mijn limiet te gaan, is nergens voor nodig. Nog een paar meters, nog even trekken aan je pedalen en hups, de benen werden zwaar en dan voel je grond onder je voeten. Is niks riep iemand, doe op je gemak die laatste meters. Daarna volgt een afdaling van jewelste. Mormont gaf verkwikking aan iedereen. Je herneemt je, schud de benen wat los en na een vijftal minuten rust te hebben genomen spring je terug op je fiets. Vanaf dit punt gaat alles goed. Mijn maagstory leek voorbij, de benen wilden weer verder. Grand Menil krikte het peil weer omhoog en de bekende streken zoals Bomal en Durbuy kwamen in ons geheugen naar boven. Côte d’Oster mochten we temmen na eerst een citroensap gedronken te hebben. Citroen geeft je vit. C die je spieren een beetje ontzuurd maar lang duurt het niet. Hier moet je het doen met je trainingsschema dat je door het jaar opgebouwd hebt. Nog 10 kilometer klimwerk stond ons te wachten. Moulin Crahay en Odeigne deden hun best om het ons zo veel mogelijk lastig te maken maar je ziet in de verte de toren van de Fraiture opduiken en alleen dit hou je voor ogen. Je einddoel is in zicht en je trekt uit alle macht aan je klickers, je zucht en je controleert nog je adem als je dit nog kan en klimt verder. Het zweet proeft zout aan dat over je gezicht sijpelt en de dorst komt de kop opzetten. Niet opgeven zeggen we onder elkaar, we zijn er bijna. Poteau d’Odeigne verdwijnt onder je wielen en met nog een laatste krachtinspanning kom je aan waar je uren geleden vertrokken bent. Vandaag siert een hele mooie flashy gele badhanddoek mijn stoel. Een gouden kleur om terecht fier op te zijn. Volgend jaar zetten we hem weer op het programma en hopen dat we een les geleerd hebben uit de heuvels die je niet moet uitdagen. Salve

Mathieu
Lid geworden op: 03 nov 2003, 12:19
Locatie: Aan de rand van de stad langs het groene bos

18 aug 2008, 16:40

jeronimo schreef:Hé kwezel,
Dat ge " Bornem" fietst is toch niets bijzonders. ! ! !
Mijn schoonbroer daagde me uit om de 100 km te stappen.
We, mijn vrouw en ik , zijn wel gewoon van stappen maar we
houden het op max 25 km, zo zou het mij wel veel tainingsuren
gekost hebben om die afstand aan te kunnen.
Maar, ik zing ook in een vierstemmig zangkoor en wie weet ben
ik niet "out" na zo'n afmattende tocht.
Aan de lezers van aan de kust, we zingen in de nieuwe kerk van
Kosijde op zondag10 Augst om 10uur.. 't schijnt dat we goed zingen??

Heb dat al fietsend, bevoorrader van familieleden, al tweemaal gedaan maar op het laatste begint je achterste toch te reclameren. Maar er zitten er dan ook een pak meer km op dan de 100, en dat voelt je op de lange duur toch. Aan stappen over die afstand zou ik nooit beginnen ondanks het feit dat ik dagdagelijks een wandelaar ben door alle weer en wind.
Gisteren is historie, vandaag is weten, en morgen een misterie

Mathieu
Lid geworden op: 03 nov 2003, 12:19
Locatie: Aan de rand van de stad langs het groene bos

18 aug 2008, 16:42

Er is dan nog zo iets : beklimmen van de Mont ventoux. Niets voor mij maar onze jongste heeft het gedaan verleden zaterdag en is boven gekomen als primo van 20 fietsers. Hij had één uur en 42 minuten nodig om boven te geraken. Of dat een goede tijd is heb ik geen benul van maar mij krijgen ze daar niet op met de fiets.
Gisteren is historie, vandaag is weten, en morgen een misterie

telloorlekker
Lid geworden op: 26 nov 2002, 17:46

18 aug 2008, 17:42

jeronimo schreef:Maar, ik zing ook in een vierstemmig zangkoor en wie weet ben
ik niet "out" na zo'n afmattende tocht.
Aan de lezers van aan de kust, we zingen in de nieuwe kerk van
Kosijde op zondag10 Augst om 10uur.. 't schijnt dat we goed zingen??
"Goed, goed, cout qui cout..." Zo zijn er ook die wat eten, maar ik lust geen "wat"... Goed zingen dan maar, maar bij één taal begint dat toch te vervelen... Ik zing al even niet meer in een koor wegens onenigheid om het repertoire... ik heb nu andere bezigheden die, hoewel monotoon, ook met muziek te maken heeft... :wink:

jeronimo
Lid geworden op: 23 jan 2005, 22:18
Locatie: pajottenland

18 aug 2008, 18:14

Nee, teloorlekker aan ons kwezelke kan niemand rieken.
niet aan haar lange doch goedleesbare verhalen noch aan haar
fietstochten. Ik hou mij aan stappen, volgend jaar ???stap ik ook
den dodentocht tot ze me op de draagberrie naar de finnisch dragen.
Wat het zingen betreft; wij zingen in alle talen, zelfs in het Russisch.
Hoe het klinkt, vraag dat maar aan Mira.
niet wat ge zegt telt maar hoe ge het zegt.

telloorlekker
Lid geworden op: 26 nov 2002, 17:46

19 aug 2008, 09:54

jeronimo schreef: Wat het zingen betreft; wij zingen in alle talen, zelfs in het Russisch.
Hoe het klinkt, vraag dat maar aan Mira.
Tja, Jeronimo... er zijn ook senioren die weten wat voor geluid hieruit komt hoor, vraag dat maar eens aan Kwezel... :wink:
Soms, als de wind gunstig zit, hoor je mijn naven ook zingen... en dan rij ik niet eens als toerist; ik rij maar occasioneel, maar stap des te meer...
van kroechie naar kroechie... :lol:
Gast

07 sep 2008, 19:12

Stilaan loopt het fietsseizoen op haar laatste benen. Hier en daar pikken we nog vlug een graantje mee om de fel begeerde punten te verzamelen. Als vrouw mag ik best trots zijn dat ik bijna heel Vlaanderen doorkruist heb op mijn fiets. Mijn fiets, hij bracht me op plekjes waar God nog nooit geweest was en ook op plaatsen dat je zou willen dat Hij daar even langs ging. We sprongen van Limburg naar West-Vlaanderen, van Antwerpen naar Brabant, van Oost-Vlaanderen terug naar Limburg. Klimmetjes en afdalingen bij de vleet kregen we en telkens liep het goed af. Ook viel het me op dat na drie maanden fietsen de organisaties beter en zelfs prima hun best deden om het iedere fietser zo goed mogelijk naar de zin te maken. De wegmarkeringen werden duidelijker en veelvuldiger aangebracht, bevoorradingen deden mee aan een wedstrijd om ter meest op tafel te toveren. We werden verwend op culinaire gebied. Rijsttaartjes en bokes met hoofdkaas; allerlei cake; drank werd in flesjes aangeboden zodat we het konden meenemen voor onderweg. Het fruit keurig in stukjes gesneden ontbrak niet en navuldrank mocht iedereen nemen. De handleidingen voor onderweg werden leesbaarder, het noodnummer was duidelijk zichtbaar en goddank we hoefden het nog niet te gebruiken. Platte banden gingen de laatste maanden aan ons voorbij maar regen werd een goede vriend van ons dit jaar. Nog nooit zo veel regen over me af gekregen als de voorbije maanden. Zwaardere ritten zoals de Sean Kelly en De Omloop Van Vlaanderen werden vlug vergeten, we trokken overal een les uit om het de volgende keer beter te doen. Je lette op je fouten die je maakte en kwamen we terug in die buurt, dan probeerden we het beter te doen. Trainingen werden voorbereid in verband met de ritten die volgden maar trainen voor een platte rit of een heuvelachtige rit is iets anders. Ene dag sturen ze je de heuvels op, de volgende dag mochten we vals plat ontmoeten. Train je te veel in heuvelachtige streken krijg je dikke kuiten en kom je te weinig in gebieden die je uithoudingsvermogen en kracht geven in de benen, kom je te kort voor die TT die zwaar is en zwaar hebben we er eentje gekregen. Banneux mochten we aanschouwen na eerst 48 km gezwoegd en gezweet te hebben. Tot Blégny is het een normale hoogte, zelfs de Hallembaye is een lachertje na hetgeen nog moet komen. Geen zwaar parcours maar ben je eenmaal richting Barchon ingeslagen, kan je niet meer terug. Uit de voorbereidingen weet je dat iedere tred die je nu doet een zekerheid moet inhouden. Je mag niet vallen, niet wiebelen, geen stuurfouten maken. De visvijvers die je voorbij raast laat je gewoon rechts liggen, de viswedstrijd langs het kanaal was iets anders. Te laat hadden ze de doorgang laten afzetten met het gevolg dat heel de bende die naar Banneux wilde over en langs de vele stokken moesten laveren. Boze vissers alom die ons een vingertje nagaven. Voordat je Banneux binnen komt moet je nog eerst over Micheroux die je over Soumagne naar Oine brengt. Nog even het onderste uit de kan persen in Nessonvaux maar Transenster mag niet onderschat worden. Deze doet menig fietser de das om en het vat is dikwijls al leeg voor je boven geraakt. Je voelt dat je spieren zich spannen, je geeft niet op, je wil hoger geraken, je wil in het Heiligdom aankomen. Eventjes nog wat bijdrinken, geen eten meer nemen, dat schommelt in de maag en dan maar hopen dat de heuvels je genadig zijn. Ook al roep je alle heiligen aan en maak je een kruisteken wanneer je ergens de processie tegenkomt, je zal het zelf moeten doen op de pedalen. Maar als je als een gelukkig mens boven bent geraakt in Banneux en Gods zegen hebt gekregen van de buurvrouw dat we er niet onze fiets mochten parkeren, moet je nog naar beneden. Snelheden van 67,7 zijn een normaal verschijnsel wanneer je een afdaling krijgt, de snelle vliegen zelfs nog harder naar beneden. In Fraipon moet je goede remmen hebben, ze mogen geen moment falen want je kan zo tegen een muur aanvliegen wanneer je tegen hoge snelheid de heuvel afraast. Je komt weer in lager gebied maar Prayon en Fléron laten je nog even op je tanden bijten. Saive met haar kazerne, we zien het nog nauwelijks, geen tijd om te salueren. Eindelijk, na vier uur hard labeur komen we terug door Valmeer en in Herderen is het leed bijna gelegen. De kale velden wijzen ons de weg terug naar Riemst waar we in Vlijtingen eerst onze zoutreserve bijvulden. Nu we dan toch heilig genoeg zijn kunnen we er weer een tijdje tegen om de regen te trotseren elders in het land.

jeronimo
Lid geworden op: 23 jan 2005, 22:18
Locatie: pajottenland

07 sep 2008, 19:26

hé kwezel, "'k heb u op de gordel niet gezien. !
Gij hebt toch van een beetje regen gene schrik. ?
niet wat ge zegt telt maar hoe ge het zegt.
Gast

08 sep 2008, 09:07

Wind en regen zijn twee natuurelementen waar je eigenlijk niks tegen kan doen. Je wapenen met moed is het beste om mee te nemen op je fiets. Als de regen je beste vriend wordt op een lange tocht van 85 km kan je moeilijk erlangs kijken. Regenjas aandoen en maar verder trekken denk je dan. Eventjes voor acht uur ’s morgens schrijf je in, je doet mee, regen of geen regen. Winterkleren zijn dit jaar in de mode geweest bij ons, amper een zomertenue kunnen aantrekken. Trotseer je toch met blote benen het slechte weer moet je de benen goed insmeren met een olie dat je benen goed warm houdt en het water van je afhoudt. Vol goede moed vertrek je in De Klinge, de rugzak vol gepropt met regenspullen die we hard nodig zouden krijgen onder weg. De eerste 20 km gingen vlot en de volgende 10 ook. Daarna begon de drup voller te worden, het werd een regenvlaag die niet meer zou ophouden tot aan de finish. Hadden we nu maar niet over wegen gefietst die Sluis en Dijk in hun naam hadden, misschien waren we dan droog gebleven?! De streek is er prachtig eenmaal je over de ellenlange dijken glijd. Het uitzicht is goddelijk maar je kan er met dit weertype niet van genieten. Je bent al blij dat je nog wat snelheid hebt en dat je niet uitglijdt in de bochten. Zeedijken heb je er genoeg, de ene verbindt de andere, de wind krijg je er gratis bij. Voordàt we aan de bevoorrading komen die zich in the Middle of Nowhere bevindt, gingen de regenjasjes al aan over de windjasjes. Ik telde vier stuks over elkaar, teveel zou je denken? Neen hoor, drie is best en wanneer je onderlijfje dun is mag zelfs een vierde deel aan. De mensen die aan de tafels stonden probeerden je wat op te peppen met een grapje. Veel liever at ik de rijstetaartjes die we kregen en de cake die smolt op je tong. Lang kan je niet van je fiets afblijven, dus maar verder voor de grote tocht. We konden nog kiezen, snijden we de weg af naar de 60 km of doen we door aan de grote rit? We deden verder en reden rechtdoor de grote rit in. Weinig fietsers die me inhaalden, waarschijnlijk hadden ze gekozen voor de Gordel maar aan punaises in de banden had ik een broerke aan dood. Gods zegen van hier boven hield aan, Hij gaf niet op en zegende ons de laatste 30 km met hemelwater waarmee je een groot zwembad kon vullen. Je vond je energierepen doorweekt in je achterzak en je bidon had eerder iets weg van een vies modderig ding dat juist iemand gedropt had in je frame. De eindeloze dijken die eigenlijk dienden om te racen wilde je zo vlug mogelijk verlaten maar het duurde een eeuwigheid vooraleer we mochten slalommen. Draaide je naar links kwam de wind in het spel, draaide je naar rechts was de hevige regen een spelbreker. Na 60 km zocht ik naar de bananen die een vieze troep waren geworden. Ze leken eerder op een zuigbanaan die je hele gezicht plakkerig maakte. Je doorweekte kleren plakten aan je lijf vast, je zwoegde verder door de kale velden waar vooreerst nog een geur van aardappelpuree hing. Vanaf 70 km voelde je niet meer of je nog vingers had. Tenen zwemden in je schoenen en je gevoel voor humor was verdwenen. Ineens voelde je geen koude meer, er was geen koude meer. Je voelde geen regen meer, de regen bestond niet meer en je gedachten waren elders bij de warme kachel. Kalverdijk en Paardendijk, Vogelweg, Zoutstraat, ze konden me wat op dat ogenblik. Krom over het stuur scheurde en sleurde je aan de pedalen. Alle spetters die je opving in je gezicht leken eerder kogels te zijn, ze sneden in je gezicht. Gevoel in vingers en benen ging in een lager dementie staan. Af en toe blies je op je vingers om ze terug tot leven te brengen. Je verstand zei, doordoen, niet opgeven en de rest wilde wel maar het tempo gleed uit je benen. Concentreren op je voorganger was het enigste nog dat je kon en dan maar hopen dat die de juiste pijlen volgde. De Clinge kwam in zicht stond er op een bordje, in zicht wel maar het naderde niet. Het leek alsof iemand de weg langer gemaakt had, de kerk verplaatst naar drogere oorden. Nochtans wees het klokje aan dat we er bijna moesten zijn. Je telde je pedaalslagen, pepte jezelf op, je wilde kost wat kost aankomen. Eindelijk Klingedorp met zijn gladde klinkers in het centrum. Nog een laatste zucht, de regen uit je gezicht blazen en dan de finish over. Oef, we waren binnen, nog nooit zo blij geweest als vandaag. Onherkenbaar waren we, geen enkel plekje dat nog droog of proper was gebleven. Maar de boterham met hoofdkaas smaakte goed en de zoveelste bidon siert nu onze trofeekast. Moet er nog water zijn?