Deel via

Ziekte van Lyme

Ziekte van Lyme

Algemeen:
De ziekte van Lyme wordt veroorzaakt door een spirocheet (spiraalvormige bacterie) genaamd Borrelia Burgdorferi die wordt overgedragen door teken die besmet zijn met dit beestje. Voor Nederland (en delen van Europa) is dit de schapenteek Ixodus ricinus. De meeste gevallen doen zich voor in de zomer. Vooral in bosrijke gebieden en in gebieden met hoog gras kunnen mensen gebeten worden door teken. De ziekte dankt zijn naam aan het plaatsje Lyme in Connecticut waar de ziekte het eerst beschreven is. Afhankelijk van de gebruikte testmethode wordt tot bij 27% van de teken een besmetting met B. burgdorferi gevonden waarbij er weinig verschil was tussen de regio's.

Verloop:
De ziekte verloopt in 3 fasen. Na een incubatietijd van 3 tot 32 dagen begint de eerste fase in de vorm van een huidafwijking, Erythema Migrans, die in 60-80% van de infecties optreedt. Het begin is een rood plekje dat langzaam groter wordt. De rand is vaak duidelijk rood terwijl het centrum minder duidelijk zichtbaar wordt. Het is meestal niet pijnlijk. Soms verspreid de bacterie zich via het bloed en vormt het soortgelijke huidafwijkingen op andere plaatsen. Samen met de huidafwijking treden nogal eens andere symptomen op zoals o.m. hoofdpijn, spierpijn, arthritis, koorts, lichte nekstijfheid, vermoeidheid en malaise. Deze vermoeidheid is vaak aanwezig, de overige symptomen kunnen steeds wisselen van karakter. Na enkele weken is de eerste fase doorgaans over, zij het dat de mogelijkheid bestaat dat moeheid nog maanden aan kan houden.

In de tweede fase die na enkele maanden optreedt, zijn er neurologische afwijkingen. Ondanks de lichte nekstijfheid die kan optreden in fase 1, worden er dan gewoonlijk geen neurologische afwijkingen gevonden. Bij zo'n 15% van de patiënten worden deze afwijkingen wel gevonden: meningitis, neuritis, aangezichtsverlamming, myelitis enz. Meestal ontstaat een in ernst wisselende meningitis met aangezichtsverlamming en een perifere radiculoneuropathie. In de cerebrospinale vloeistof worden afwijkingen gevonden. Na enkele maanden verdwijnen deze klachten vanzelf. Bij 8% van de patiënten is het hart ook aangedaan, meestal gedurende enkele weken. Het meest voorkomend is een vorm van een AV-dissociatie (AV-block). Gedurende deze fase zijn verspringende pijnen zonder zwelling in het bewegingapparaat aanwezig. Bijvoorbeeld in gewrichten, pezen, bursae of spieren.

De derde fase treedt enkele weken tot jaren na het begin van de infectie op. Het gaat om gewrichtspijn tot arthritis in een klein aantal gewrichten (oligo-arthritis) die een paar maanden kan aanhouden om later steeds weer terug te keren. Ieder jaar komen bij 10-20% van de patiënten deze klachten niet meer terug. Soms ontstaan neurologische afwijkingen als paresthesieen die jaren kunnen aanhouden. Zeldzamer zijn pareses, dementie en myelitis, om er een paar te noemen.

Diagnose:
De diagnose kan op grond van vooral de typische huidafwijkingen die bij 60-80% van de gevallen optreden, gesteld worden. Vaak wordt serologie ingezet om meer zekerheid te krijgen omdat de bijkomende symptomen zo veel kunnen verschillen. Een probleem is dat een oude infectie onopgemerkt verlopen kan zijn maar toch een positieve testuitslag kan geven. Daarom is het niet zeker of een positieve testuitslag wijst op een recente of een oude infectie.

Uit onderzoek in het najaar van 1989 bleek dat bij 9% van de bloeddonors uit het hele land anti-stoffen aantoonbaar zijn tegen de B. Burgdorferi. Bij jachthondenbezitters was dit 15%. In deze groep herkende slechts 3% een foto van de typische huidafwijkingen zoals die voorkomen bij de ziekte van Lyme. Van de 440 ondervraagde jachthondbezitters hadden er 68 (15%) een positieve testuitslag. De helft kon zich geen tekenbeet herinneren. Door 25 van de 68 werden klachten genoemd die kunnen passen bij de ziekte van Lyme. Met de leeftijd nam het voorkomen van antistoffen toe. Ook bleek dat het percentage sero-positieven voor B. Burgdorferi bij de bloeddonoren varieerde tussen de 2 (Groningen) en 17% (Leiden) , dus afhankelijk van de regio waar ze vandaan kwamen. Uit een later verricht onderzoek bleek dat het risico op Lyme verhoogd was in de volgende gebieden: Zuid-Friesland, Drenthe, Veluwe, Achterhoek, Utrechtse heuvelrug en in duingebieden. De jaarincidentie voor EM wordt geschat op 4,3 per 100.000 personen. De interpretatie van deze test is niet eenduidig. Het is zinloos een Lyme-test aan te vragen als er geen klinische aanwijzingen zijn (geweest) voor Lyme.

 

Behandeling:
De behandeling bestaat uit het zo vroeg mogelijk toedienen van antibiotica, zoals bijvoorbeeld een penicilline of een tetracycline, om de kans op genezing te vergroten. Genezing kan maanden duren. Uiteindelijk geneest dan de meerderheid van de patiënten.

 

Bron: Stichting Care Net

Poll

De neuwe website van Seniorennet is intussen al enige tijd online. Vind je het....