3.3.3 Een definitieve opname
3.3.3 Een definitieve opname
De vriend van Bert heeft AIDS. Omdat de verzorging van een terminale patiënt te zwaar werd voor Bert, overwogen hij en zijn vriend een opname, alhoewel ze dit reeds maanden probeerden te vermijden. Toen hen echter gewezen werd op het bestaan van palliatieve teams, zagen zij een nieuwe mogelijkheid. Met deze extra professionele ondersteuning kon Bert z'n vriend tot het einde toe thuis verzorgen.
Uw thuiszorgsituatie kan echter definitief onderbroken worden. Omdat het niet langer mogelijk is om de zorgbehoevende persoon nog verder thuis te verzorgen, wordt een plaatsing overwogen, al dan niet na een ziekenhuisopname. Voor thuisverzorgers is dit geen gemakkelijke keuze. Vaak heeft een thuisverzorger het gevoel 'gefaald' te hebben. Het was immers zijn bedoeling om de zorgbehoevende persoon zolang mogelijk, en liefst tot het einde toe, thuis te kunnen verzorgen.
Dit niet meer kunnen waarmaken leidt tot begrijpelijke, maar onterechte schuldgevoelens. Ga na wat uw draagkracht precies heeft aangetast en zoek uit of er oplossingen zijn. Zijn deze er niet, dan is een definitieve opname onafwendbaar.
Thuiszorg is een zware en vaak een langdurige opdracht waarin vele factoren een rol spelen. Een thuiszorgsituatie is ook zelden een stabiel gegeven. De situatie kan van dag tot dag, zelfs van uur tot uur wijzigen. Uzelf of de zorgbehoevende persoon beloven om nooit tot plaatsing over te gaan, is dus een belofte waarvan u niet weet of u ze kan waarmaken. Laat u er dan ook niet toe verleiden.
In sommige thuiszorgsituaties zal het, gezien de omstandigheden, beter zijn tot een plaatsing over te gaan. Thuiszorg heeft immers zijn grenzen. Toch kan deze beslissing enkel genomen worden door de zorgbehoevende persoon en de thuisverzorger zelf. Het plaatsen van een zorgbehoevende persoon in een instelling moet een weloverwogen beslissing zijn, waar men niet lichtvaardig mee omspringt. Hulpverleners, vrijwilligers of andere betrokkenen, die de situatie vaak vanop iets meer afstand beleven, kunnen signaleren dat zij menen dat de grenzen in deze thuiszorgsituatie bereikt zijn. Maar zoals gezegd: het laatste woord is aan de zorgbehoevende persoon en de thuisverzorger.
Moeder is een aantal maanden bij ons gebleven. Mijn man, de kinderen en ik hadden ook ten volle voor thuiszorg gekozen. Door de maanden heen zijn de verhoudingen in ons gezin echter zo scheefgegroeid dat we de thuiszorg niet langer konden volhouden. We hebben nochtans geprobeerd oplossingen te zoeken: praten met moeder, praten met broers en zussen, dagopvang zoeken zodat we enkel 's nachts de zorg voor moeder droegen, andere medicatie toedienen, meer medicatie, minder medicatie, moeder zachtjes toespreken, moeder kordaat aanpakken, regels stellen voor de kinderen, enzovoort. Uiteindelijk stonden we voor de keuze : moeder thuis of ons gezin 'redden'. Met pijn in ons hart hebben we voor moeder een rust- en verzorgingstehuis in de onmiddellijke omgeving gezocht. Nu zijn we twee maanden verder en stellen we vast dat wij weer een 'normaal' gezinsleven kunnen leiden. En de relatie met moeder is er sterk op verbeterd nu we dagelijks op bezoek kunnen gaan, maar de zorg aan anderen overlaten.
Mevrouw en mijnheer Declerck zijn beide in de 80. Tot vorig jaar woonden zij zelfstandig in hun huisje. Mevrouw Declerck was toen al dementerend, maar met de hulp van hun vijf kinderen, haar man en de bejaardenhelpster kregen ze de zorg georganiseerd. Voor mijnheer Declerck, die de belangrijkste zorgdrager was, werd het stilaan toch te veel. Naarmate zijn vrouw achteruitging, zagen zijn kinderen ook hun vader stilletjes aan wegkwijnen. Eerst probeerden ze om de zorg wat beter onder hun vijven te verdelen, maar voor mijnheer Declerck bleef het erg zwaar. Uiteindelijk hebben de kinderen samen met hun vader een rusthuis gezocht waar het echtpaar samen kon blijven en waar mevrouw Declerck de nodige zorgen kreeg. Mijnheer Declerck heeft zijn levenslust teruggevonden, nu hij nog met zijn vrouw kan wandelen of in de zon zitten, maar de dagelijkse verzorging aan anderen kan overlaten.
Deel via