Deel via

5.5 Hoe maakt u afspraken ?

5.5 Hoe maakt u afspraken ?

Wanneer u afspreekt, zorg voor duidelijkheid en wees erg concreet. Er mag geen twijfel meer bestaan over wat precies bedoeld wordt.

Afspraken maken is een kunst op zich. Opdat alles naar wens zou verlopen, is het belangrijk dat ze zo concreet en zo precies mogelijk zijn. Bovendien moeten ze zó gemaakt worden dat iedereen zich gehoord en erkend weet en dat niemand zich tot iets gedwongen voelt. Hier enkele tips:

  • Duidelijkheid
    'Ik kom af en toe helpen' is geen goede afspraak. U weet immers niet wat bedoeld wordt met 'af en toe' en ook niet wat bedoeld wordt met 'helpen'. Deze afspraak is erg vaag en daarom waardeloos.

    'Ik wil één weekend per maand, van vrijdagavond 19u tot zondagavond 17u voor moeder zorgen.' Deze afspraak is veel duidelijker. Toch is hiermee nog niet alles opgelost. U weet immers nog niet welk weekend (het eerste of het derde van de maand), of moeder wordt afgehaald of moet gebracht worden, of u pampers moet meegeven of niet, ...
  • Volledigheid
    Er moet een aantal elementen in de afspraak vervat zijn: wie voert een bepaalde taak uit, wat is de specifieke taakomschrijving en wat is daarvoor nodig (materiaal, tijd, ...), op welk(e) moment(en) wordt de taak uitgevoerd, welke vergoeding is hier eventueel voor voorzien (zie hoofdstuk 6 'Financiële afspraken'), ...
  • Op papier
    Zet zoveel mogelijk op papier. Misschien heeft u het schriftelijk bewijs van de afspraak nooit nodig en is u blij dat alles zo vlot verloopt. Maar misschien zijn er wel wat spanningen of zullen er later discussies ontstaan. Dan kan een papier waarop alle afspraken staan duidelijkheid scheppen.
  • Buitenstaander
    Soms kan het zinvol zijn om aan een buitenstaander te vragen om het afspraken maken te begeleiden. Zo iemand kan makkelijker vragen stellen, voorstellen doen, problemen signaleren. Hij is dan wel best iemand die de thuiszorgwereld een beetje kent en de situatie objectief kan inschatten. Indien er in uw omgeving een zorgbemiddelaar werkzaam is (zie 7.3.1 'SIT's'), dan kan hij deze taak op zich nemen. Een maatschappelijk werker van het OCMW of ziekenfonds kan hierbij ook behulpzaam zijn.
  • Ieder voor zich
    Praat bij deze besprekingen steeds voor uzelf. Elk moet immers voor zichzelf uitmaken in hoeverre hij zich in thuiszorg wil engageren. U doet dus best geen uitspraken als 'Mijn man vindt ...' of 'Veerle zal ...'. Uw man en Veerle kunnen best zelf vertellen wat zij willen of zullen doen. U praat voor uzelf wanneer u elke uitspraak begint met 'ik...'. Ik denk, ik vind, ik wil, ik zal, ik doe, ...

Bron: Werkgroep thuisverzorgers vzw

 

Dossier inhoud

Poll

    Aantal Stemmen: