7.1.3 Andere familieleden, vrienden, buren
7.1.3 Andere familieleden, vrienden, buren
Een oom of tante, een goede vriendin of een trouwe buurman kunnen in thuiszorg een ondersteunende rol spelen. Vaak is hun hulp welkom wanneer u zelf ziek is, boodschappen moet doen, de kinderen van school haalt of er een weekend tussenuit wil. Zij kunnen u helpen wanneer u de zorg eventjes aan een ander wil overlaten.
Jammer genoeg herkent niet elke thuisverzorger zich hierin. U stoot op onbegrip en dat iemand eens een weekendje inspringt in de zorg voor moeder, zit er helemaal niet in. De familie heeft het altijd te druk en uw vrienden zijn met de tijd ook weggebleven ...
Hoe hard u de hulp van uw omgeving ook nodig heeft, thuiszorg kan niet opgedrongen worden. U mag echter wel van uw omgeving verwachten dat zij begrip en waardering hebben voor uw keuze om aan thuiszorg te doen. U kan dat stimuleren door hen duidelijk te maken wat thuiszorg inhoudt. Vertel hen wat dat voor u betekent en wat u eigenlijk van hen verwacht. Vraag hen ook aan u duidelijk te maken in welke mate zij willen bijdragen tot de zorg. Misschien zal hun antwoord u allerminst verheugen, maar het moet in elk geval duidelijk zijn.
Sinds mijn vrouw ziek is, zijn onze vrienden langzaam maar zeker weggebleven. Een gezellig dineetje of een losse babbel zat er immers niet meer in bij ons. In het begin belden ze nog wel eens, voor vijf minuutjes of zo, en ze beloofden gauw eens langs te komen. Daarop wachten en hopen en de ontgoocheling achteraf wanneer er geen telefoontje meer kwam, maakte me erg moe. Nu weet ik dat ze niet meer zullen komen, en alhoewel dit me nog steeds verdrietig maakt, stelt het me wel gerust te weten op wie ik echt kan rekenen en op wie niet ...
Bron: Werkgroep thuisverzorgers vzw
Deel via