Deel via

Categorieën

Categorieën

  1. Werknemers (of uitkeringsgerechtigde werklozen), ambtenaren en zelfstandigen
    Mensen met dit statuut krijgen een deel van hun uitgaven voor gezondheidszorg terugbetaald, ook wanneer zij ziek of gepensioneerd zijn.

    Is u wegens ziekte of ongeval niet meer in staat om te werken, dan kan u een beroep doen op een vervangingsinkomen van het ziekenfonds. (Vastbenoemd overheidspersoneel heeft op dit vlak een apart statuut.) Is de arbeidsongeschiktheid te wijten aan een arbeidsongeval of een beroepsziekte, dan valt u onder een speciale reglementering, waar we hier niet verder op ingaan.

    Werknemers en ambtenaren hebben, in tegenstelling tot zelfstandigen en werklozen, gedurende een bepaalde periode en onder bepaalde voorwaarden recht op een gewaarborgd inkomen, d.w.z. dat hun wedde verder uitbetaald wordt. Is deze periode voorbij, dan vallen zij onder de 'primaire arbeidsongeschiktheid': zij krijgen gedurende een jaar 60% van hun loon, ongeacht hun gezinstoestand. Er gelden wel minimum- en maximumbedragen. De adviserend geneesheer controleert in deze periode of ze wel arbeidsongeschikt zijn.

    Vanaf het tweede jaar arbeidsongeschiktheid spreekt men van invaliditeit. In deze periode wordt er wel een onderscheid gemaakt tussen personen met en personen zonder gezinslast. Er is een minimumuitkering voorzien (tussen de 65% en de 40% van uw verloren loon).

    Voor zelfstandigen zijn er in de gezondheidszorg de zogenaamde 'grote' en 'kleine' risico's. Werknemers zijn verplicht verzekerd voor beiden. Zelfstandigen kunnen vanuit de verplichte ziekteverzekering enkel terugbetaling krijgen van de 'grote' risico's. De voordelen zijn dezelfde als voor de werknemers. Voor 'kleine' risico's' hebben zelfstandigen de mogelijkheid om zich 'vrijwillig' te verzekeren.

    Bij arbeidsongeschiktheid ontvangt u, als zelfstandige, van de eerste tot de 90ste ziektedag geen uitkering wegens arbeidsongeschiktheid. Deze 90 dagen noemt men de periode van 'niet-vergoedbare arbeidsongeschiktheid'. Wel kan u zich voor deze periode vrijwillig verzekeren bij uw ziekenfonds. De primaire arbeidsongeschiktheid vangt aan na de 90ste dag en loopt tijdens de volgende 9 maanden. Hierna vangt de periode van invaliditeit aan.

  2. Rechthebbenden op de verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering
    De verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering wordt toegekend aan :
  • WIGW's (weduwen, invaliden, gepensioneerden en wezen);
  • rechthebbenden op het gewaarborgd inkomen voor bejaarden of rentebijslag, tegemoetkoming aan gehandicapten of verhoogde kinderbijslag voor kinderen met een handicap;
  • bestaansminimumtrekkers of OCMW-steuntrekkers;
  • langdurig werklozen, minstens 1 jaar volledig werkloos, met het statuut van werknemer (gezinshoofd of alleenstaande), die 50 jaar of ouder zijn.

Deze personen betalen een lagere persoonlijke bijdrage in de kosten van de gewone geneeskundige verzorging, een lagere persoonlijke bijdrage in de kosten van een verblijf in een gewoon ziekenhuis en een lagere persoonlijke bijdrage voor bepaalde geneesmiddelen (zie rubriek 7.2.2: ' de apotheker'). Daarnaast kunnen zij genieten van een aantal sociale en fiscale voordelen. Soms kunnen zij genieten van een volledige terugbetaling van medische behandelingen. Ook hun personen ten laste genieten van dit sociaal voordeel. De verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering geldt voor personen met een inkomen lager dan 12138.25 euro per jaar voor een alleenstaande. Per persoon ten laste wordt dit vermeerderd met 2265.63 euro (bedragen op 1 januari 2002). Bij de berekening van het inkomen worden de inkomens van al de gezinsleden mee in aanmerking genomen.

Voor bestaansminimumtrekkers die minimum drie maanden een bestaansminimum krijgen, gelden geen bijkomende inkomensgrenzen.

Bron: Werkgroep thuisverzorgers vzw

Dossier inhoud

Poll

    Aantal Stemmen: