Deel via

Vergeten parel: de Zoo van Gent

July 2016
Mysteriekenner Carl Bries schrijft deze week niet zozeer over een groot mysterie, maar wel over een stukje Belgische geschiedenis dat grotendeels vergeten is: de Zoo van Gent. Bijna 200 jaar geleden werd deze oase van rust gecreƫerd in de Gentse binnenstad, maar jammer genoeg bezweek de dierentuin onder de concurrentie en moest hij al snel weer de deuren sluiten.

Antwerpen achterna

In 1843 opende de Zoo van Antwerpen zijn deuren, en het werd meteen een enorm succes. Gegoede mensen kwamen wekelijks een kijkje nemen in de tuin, waar exotische dieren en planten een rustgevende plek creëerden. De imposante toegangspoort werd wereldberoemd en de ligging vlak naast het Centraal Station was een voltreffer.

Dit succes zette de stad Gent aan tot een identiek idee: ‘als Antwerpen een zoo kan hebben, moet Gent dat ook kunnen!’. Acht jaar later, in 1851, was het zover: de Gentse Zoo opende zijn deuren. In tegenstelling tot die van Antwerpen, had deze dierentuin niet al te veel dieren. Met uitzondering van enkele apen en vogels, was het overgrote deel van de dieren die er wel aanwezig waren niet exotisch. Ze waren uit het binnenland geplukt of hoogstens van net over de grens. De tuin in Gent mikte vooral op de factor rust en gezelligheid, waarbij de dieren in het begin enkel een extraatje waren, maar niet de hoofdattractie.

Expansie

Dat veranderde toen na enkele jaren bleek dat heel wat rijken bereid waren om betalend lid te worden om zo elke dag, maar vooral op zondag, een bezoekje te brengen aan het park. Niet alleen voor de vele parkconcerten of andere evenementen die er werden georganiseerd, maar voornamelijk om de dieren te bekijken. De eigenaar besloot dan maar om een nieuwe stap te wagen en meer exotische exemplaren naar zijn tuin te brengen. Hij kocht dieren uit Afrika, Azië en Amerika: leeuwen, tijgers, panters, buffels, beren, antilopen, giraffen en dergelijke werden naar Gent gebracht. Daarvoor had de eigenaar goede contacten met een reder wiens schepen meermaals in verre gebieden verbleven en die, mits een flinke vergoeding, de dieren op zijn schepen mee naar Engeland voer vanwaar ze naar Gent werden getransporteerd. Geen sinecure voor die tijd.

De bezoekers genoten van elk nieuw dier, maar het populairste van al en dus dé ster van de Zoo was de olifant. Een documentaire die Canvas twee jaar geleden uitzond, leerde dat het park twee olifanten had. De eerste was een vrouwtjesolifant die uit een circus was gehaald en haar laatste jaren in Gent doorbracht, haar opvolger was een mannetje genaamd Jacques. Hij stond vaak afgebeeld op affiches uit die tijd en gold als de grote publiekstrekker, zeker omdat hij vele shows opvoerde.

Trainen met olifanten was en is zeker niet eenvoudig. In een artikel uit die tijd bleek dat een van de verzorgers ooit een dodelijk ongeval had toen hij met een van de olifanten aan het trainen was. Het was het enige incident met dodelijke afloop dat het park ooit kende, maar het blijft toch een trieste zaak. Canvas sprak destijds ook met de achterkleindochter van de laatste olifantenverzorger. Zij had nog een dagboek waarin een foto stond van haar overgrootvader met de olifant Jacques. Zij is bijgevolg een van de weinigen die nog wist dat Gent ooit een Zoo heeft gehad, want andere Gentenaars wisten er niks meer van.

Deze dierentuin was echter niet te vergelijken met die van Antwerpen, Planckendael of Olmen. Zoals al gezegd, mikte deze tuin ook op de rust en idyllische sfeer. Daarom stonden er op verschillende plekken prieeltjes op of vlak naast een kunstmatig aangelegde waterval. In de vijvers eromheen waadden watervogels en errond stonden mooie waterbloemen. In het midden van de tuin stond het centrale prieel met daarop een windmolen bevestigd. Die molen zorgde voor de stroming van het water doorheen het ganse park. Vanaf het prieel had je een prachtig overzicht over het hele park. Het was dan ook de ontmoetingsplaats of rustplaats bij uitstek van de Zoo. Wegdromen was er snel gebeurd, wat het ook een populaire plek maakte voor vele romantische Gentenaars uit die tijd.

Kloof arm – rijk

In het begin kreeg de werkende mens geen toegang tot de Zoo. Simpelweg omdat ze dat niet konden betalen. Hoe raar het ook mag klinken vandaag, een toegangsprijs van pakweg twee frank was veel te veel voor de arbeiders van toen. Zij konden het zich niet permitteren om zoveel geld uit te geven aan luxe als een daguitstapje naar de dierentuin. Het protest tegen die hoge toegangsprijs werd echter steevast groter, tot de eigenaar besliste om het park iedere zondagvoormiddag toegankelijk te maken voor de gewone mens. Voormiddag, want in de namiddag kwamen de rijken en zij wilden hun dag niet verpest zien door te moeten rondlopen tussen het gewone volk. Hoe het ook zij, vanaf toen kon iedereen genieten van de dieren en de rustgevende tuin waarin ze woonden.

Fataal keerpunt

Het ging de Zoo voor de wind en het leek erop dat België naast Antwerpen een tweede succesvolle dierentuin had. Maar tijden veranderden: op een gegeven moment kwam er een keerpunt voor de Gentse Zoo. En dat keerpunt kon niet meer teruggedraaid worden. Redenen hiervoor? Om te beginnen breidde de Antwerpse Zoo verder uit. Antwerpen zag in Gent nauwelijks een concurrent, maar voor de zekerheid investeerden ze toch fors in nieuwe dieren. Dat gaf de kleine Gentse Zoo een eerste serieuze tik, want steeds meer mensen zakten opnieuw af naar Antwerpen en lieten Gent links liggen. Een tweede reden was volgens Canvas dat de rijken rond die tijd een nieuwe toeristische attractie ontdekten: de zee. Dat zorgde voor een massale exodus richting noordkust, want voorheen had nog niemand de zee van zo dichtbij aanschouwd. De ligging tussen Antwerpen en de kust begon een nadeel te worden, want de meeste mensen reisden de Gentse Zoo gewoon voorbij. De kosten lieten echter niet op zich wachten en er kon steeds minder uit inkomsten worden geput, zodat de eigenaar uit eigen zak moest gaan betalen. Dat kon uiteraard niet lang doorgaan.

Sluiting

In 1905 gebeurde dan het onvermijdelijke: de definitieve sluiting van de Gentse Zoo. Met spijt in het hart zag de eigenaar geen andere weg meer. De meeste dieren kon hij verkopen aan buitenlandse dierentuinen, anderen hadden minder geluk. De beren werden bijvoorbeeld gedood en gestroopt. Er gaat zelfs een verhaal de ronde dat hun vlees werd opgegeten tijdens een diner van de burgemeester voor zijn familie en vrienden.

Het meest dramatische verhaal is dat van de olifant Jacques. Het plan was aanvankelijk om hem te verkopen aan de Zoo van Amsterdam. Door een administratieve omweg kwam er echter een kink in de kabel: Amsterdam had het geduld niet en kocht een andere olifant. Hierdoor werd de eigenaar verplicht op zoek te gaan naar een andere gegadigde zoo. Die leek hij gevonden te hebben in Hamburg. Uiteindelijk ging die deal toch ook niet door, en zo verzeilde de eigenaar in de piste die hij het liefst van al wilde vermijden: de olifant afschieten. Hij had echter geen keus, want er was geen geld noch plaats om Jacques te verzorgen. De eigenaar nam het hartverscheurende besluit en op een avond werd de olifant naar zijn stal gebracht en geketend. Canvas liet deze gebeurtenis op een emotionele wijze nabootsen en het werd het dieptepunt van de documentaire. De eigenaar ging nog een laatste keer bij zijn favoriete dier staan en aaide hem over het hoofd. De olifant wist dat er iets vreselijks zou gebeuren en in een document uit die tijd stond geschreven dat hij zacht weende toen de eigenaar naar buiten ging. Een gespecialiseerde olifantenjager, die door de eigenaar was betaald om de klus te klaren, zou het dier met een welgemikt schot in het oog hebben neergeschoten. Een tweede schot werd nog gelost om er zeker van te zijn dat het dier niet meer afzag. Volgens een legende werd de olifant versneden en verdeeld tijdens een kermis, maar een ander verhaal gaat dat hij naar Nederland werd vervoerd en daar in worsten werd gedraaid. Allemaal erg spectaculaire verhalen, maar het kan evengoed fantasie zijn. Voor hetzelfde geld werd de olifant alsnog verkocht zonder dat iemand daar weet van had. Met deze gebeurtenis werd er definitief een streep getrokken onder de Gentse Zoo. 

Heden

Hoewel er van de Zoo geen spoor meer te bekennen is, leeft hij ergens nog wel. In het natuurhistorisch museum in Gent vind je vandaag bijvoorbeeld nog skeletten van dieren die er destijds geleefd hebben, zoals antilopen, buffels en vogels.

In het Muinkpark, waar vroeger de Zoo deels stond, staat nog één klein hokje dat ooit dienst heeft gedaan als stal en in de reportage op Canvas zagen we nog een stukje rots waarop ooit de moeflons rond klauterden.

De straten rondom het park dragen nog de namen van dieren die er ooit gestaan hebben, maar menig Gentenaar heeft hiervan geen besef. In de documentaire op Canvas dachten velen van hen dat deze straatnamen verwezen naar een circus dat er ooit halt had gehouden en bijna allemaal vielen ze uit de lucht toen ze hoorden dat ze in een straat wonen waar ooit een zoo gehuisvest was.

De Zoo is fysiek niet meer aanwezig in Gent. Gelukkig leeft zijn ziel wel nog verder, en mag hij, onder meer dankzij de reportage op Canvas en het internet, nog deel uitmaken van de Belgische legendes. Zijn eens zo geroemde grandeur zal daardoor nooit meer vergeten worden.


Wist jij van het bestaan van de Gentse Zoo af? Vertel het ons in de reacties!


 

 

Auteur: Carl Bries

0 reacties

Login Registreer

Carl Bries

Mysteriekenner
Mysteriekenner
Carl Bries (1983) is een sociaal werker uit de Kempen met een passie voor mysteries over heel de wereld. Hij neemt in zijn vrije tijd allerhande mysteries, waar (bewust) weinig over gesproken wordt, onder de loep. Het is aan jou om samen met hem deze mysteries te ontrafelen of ze te laten voor wat ze zijn.

Meer artikels van Carl Bries

Recente Artikels

Gerelateerde Artikels