Deel via

Er is een trio voor én na deze cd

May 2017
Een album opnemen: het doet wat met een ensemble. Barbara Baltussen en Pieter Jansen kunnen er met het Trio Khaldei over meespreken. Hun eerste cd ligt sinds vorige maand in de rekken en bevat onder meer de beide pianotrio’s van Sjostakovitsj. ‘Zijn muziek heeft zo’n onwaarschijnlijke geladenheid en is tegelijk ook bijzonder gelaagd en ambigu. Net dat spreekt ons ontzettend aan.’

Tim De Backer in gesprek met het Trio Khaldei

Het is de dag na Pasen. De klok van de Sint-Katelijnekerk slaat voor de vijfde keer. Op de parvis staan twee muzikanten mij op te wachten. Het zijn pianiste Barbara Baltussen en violist Pieter Jansen, die samen met cellist Francis Mourey het Trio Khaldei vormen. Dit pianotrio, dat in 2011 werd opgericht, heeft zopas een nieuwe mijlpaal bereikt: in maart kwam hun allereerste cd op de markt, met daarop werken van Dmitri Sjostakovitsj en Sergej Prokofjev. En daar valt natuurlijk wel het een en het ander over te vertellen. Voldoende reden dus om beide over dit schijfje aan de tand te voelen. ‘Je maakt zo’n opname voor een groot stuk voor jezelf, omwille van de muzikale weg die je op die manier aflegt. Die evolutie is eigenlijk de grootste winst.’

De directe aanleiding voor dit gesprek is jullie eerste opname met daarop werk van Sjostakovitsj en Prokofjev. Vanwaar de keuze voor deze twee componisten, en jullie sterke hang naar de Russische kamermuziek, in het bijzonder deze uit de 20ste eeuw? Is er voor dit debuut soms ook aan ander repertoire gedacht?

Barbara: Persoonlijk heb ik een heel grote voorkeur voor Russische muziek. Ik heb in het verleden ook vaak Rachmaninov gespeeld. En het tweede pianotrio van Sjostakovitsj is ook het eerste werk dat we als Trio Khaldei op concert hebben gebracht. Gaandeweg is dat dan geëvolueerd tot ons lijfstuk, en het heeft ook mede onze naam bepaald. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat we van in het begin besloten hebben dat we ons enkel op deze muziek zouden toespitsen, maar het is wel muziek die we ongelooflijk krachtig vinden en al het langste spelen. Onze interpretatie ervan is dus al het meest gerijpt.

Pieter: We hebben het tweede trio ook voor Canvas opgenomen. Het is één van dé ankerpunten in het 20ste-eeuwse kamermuziekrepertoire. Toch hebben we er een tijd over nagedacht wat we precies zouden opnemen. Er zijn nog een aantal andere stukken in de running geweest. Zo hebben we een nieuw programma met allemaal werken van jonge componisten, en dat leek ons als eerste cd ook wel leuk. Daar stond dan onder meer het eerste trio van Sjostakovitsj bij, maar bijvoorbeeld ook een trio van Sibelius. Net zoals in onze concertprogramma’s wilden we uiteindelijk vooral de combinatie maken tussen bekend en minder bekend werk. Op die manier zijn we ook bij de duo’s van Prokofjev uitgekomen.

Het is onbegonnen werk om de sterk uiteenlopende pianotrio’s van Sjostakovitsj in één of enkele woorden te typeren, maar wat trekt jullie eigenlijk zo aan in deze componist?

Pieter: Wat ik dikwijls ervaar als je met mensen over Sjostakovitsj spreekt, is dat ze ofwel zeer fel door zijn muziek aangegrepen worden, of het ronduit oppervlakkig of bijna kitsch vinden. Je kan met andere woorden niet neutraal zijn over Sjostakovitsj: hij heeft sterke voor- én tegenstanders. Maar los van de muzikale inhoud was het wel een zeer groot vakman. Schrijven voor pianotrio is sowieso heel moeilijk en de manier waarop zijn tweede trio in elkaar steekt, is echt buitengewoon.

Barbara: Wat we tijdens concerten wel merken, is dat zijn muziek live altijd heel sterk op de toehoorders overkomt. Het helpt daarbij natuurlijk wel als je die wat in zijn context plaatst. Het werk uitvoeren vraagt ook bijzonder veel energie. Want zijn muziek heeft zo’n onwaarschijnlijke geladenheid en is tegelijk ook bijzonder gelaagd en ambigu. Maar net dat spreekt ons ontzettend aan.

Het eerste pianotrio van Sjostakovitsj is een jeugdwerk (opus 8, 1923), geschreven door een tiener in een roes van verliefdheid, zo leert de tekst in het cd-boekje van musicoloog Pieter Bergé. Toch is het in dit eendelige stuk niet allemaal rozengeur en maneschijn. Wat is jullie aanvoelen bij dit werk? Welke klemtonen werden er in de opname gelegd?

Pieter: Verliefdheid is natuurlijk ook niet alleen rozengeur en maneschijn. Het verhaal achter deze compositie is dat Sjostakovitsj in die periode erg ziek was. Hij moest naar een kuuroord en leerde daar een meisje kennen. Maar Sjostakovitsj was een heel timide jongen, die veel moeite had om met haar contact te leggen. En die moeite om zich uit te drukken, voel je ook in dat trio. Hij kon zich veel makkelijker in muziek uitdrukken dan in woorden. Tegelijk voel je in dit werk reeds de kiemen van wat daarna zal komen: het sarcasme, de ijlheid, de ongerustheid ook.   

Barbara: Toch moeten we er elkaar regelmatig aan herinneren dat dit pas het eerste trio is. Het risico bestaat immers dat we het karakter van het tweede pianotrio ook in het eerste gaan projecteren. We moeten nochtans romantisch blijven spelen, omdat het werk zo ook is opgevat, en het gevaar is dat we dat niet zouden durven te doen. In dat geval klinkt het algauw te cerebraal. Het is dus toch wel belangrijk om beide werken op een verschillende manier te benaderen. De eenvoud en naïviteit van het eerste trio mogen immers niet verloren gaan.

Het tweede pianotrio van Sjostakovitsj (opus 67, 1944) is van een heel andere orde, geschreven in tijden van dood en vernieling en opgedragen aan diens overleden vriend Ivan Sollertinski. Dit is dus zonder meer een emotioneel diepgravend en veeleisend werk, met sterk wisselende karakters ook. Hoe pak je zoiets aan? Wat is jullie visie op dit bijzondere trio?

Pieter: Het is een cliché, maar je blijft in dit werk steeds nieuwe dingen ontdekken. Al bestaat er na verloop van tijd ook het gevaar dat je het te ver gaat zoeken. Soms zit je gewoon op de goede weg en is het niet erg om daarbij te blijven. Of je keert na enkele jaren terug naar je eerste interpretatie. Dat is trouwens nog zo’n cliché: dat je elk stuk moet spelen alsof het de eerste keer is. En dat is ook wel zo. Het publiek voelt het namelijk meteen als je op routine aan het spelen bent. We hebben de cd ook bewust in een concertzaal opgenomen (de Blauwe Zaal van deSingel, nvdr.), en niet in een studio. Want zelfs al zit er dan geen publiek, toch krijg je op die manier veel meer de context van een concert. De sfeer is dan compleet anders.    

Barbara: We spelen het trio op een concert ook elke keer anders. We hebben geen manier van werken waarbij we elk detail gaan vastleggen. Want als je de dingen te veel gaat beredeneren, dan werkt het vaak niet. Wel proberen we tijdens repetities bepaalde openingen te maken, maar het echte werk gebeurt op het podium. Het is daar dat iets pas echt ontstaat. Daarvoor is natuurlijk wel een groot vertrouwen nodig. En er moet ook ongelooflijk goed naar elkaar geluisterd worden.

Hoe belangrijk is deze eerste cd eigenlijk voor het trio? Wat hopen jullie hiermee precies te bereiken of aan te tonen?

Barbara: Met deze cd willen we uitstralen dat we als pianotrio proberen om conceptueler te denken dan het doorsnee ensemble. Het is de bedoeling om zowel bekendere als minder bekende werken met het grote publiek te delen. We zijn ook wel al even bezig, en dus werd ons dikwijls gevraagd of we nog geen cd hadden. Met deze opname hebben we dat hiaat willen opvullen.

Pieter: Sowieso maak je in deze tijd geen cd’s meer om rijk te worden. Je maakt zo’n opname voor een groot stuk voor jezelf, omwille van de muzikale weg die je op die manier aflegt. Die evolutie is eigenlijk de grootste winst. Omdat je voor een opname nog dieper graaft dan voor een concert. Francis neemt standaard elk concert op en het verschil in de Sjostakovitsj is onwaarschijnlijk groot. Er is zonder enige twijfel een trio voor én na deze cd.

WAT: interview met het Trio Khaldei naar aanleiding van het verschijnen van hun nieuwste cd met werk van Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975) en Sergej Prokofjev (1891-1953), een uitgave van het Franse label Paraty en verdeeld door Harmonia Mundi. Het volledige interview lees je hier.
WIE: Barbara Baltussen (piano), Pieter Jansen (viool) en Francis Mourey (cello)
WANNEER: maandag 17 april 2017
CREDIT FOTO: Nicolas Draps

 

Auteur: Tim De Backer

0 reacties

Login Registreer

Tim De Backer

Muziekliefhebber
Muziekliefhebber
Tim De Backer raakte in zijn studententijd gepassioneerd door klassieke muziek en schrijft die goedaardige microbe sinds enkele jaren van zich af voor de website Klassiek Centraal - dé Webstek voor de Muziekliefhebber (m/v)!
www.klassiek-centraal.be.

Meer artikels van Tim De Backer

Recente Artikels

Gerelateerde Artikels