Geen reden tot feestvreugde
Nu zou iedereen het vreemd vinden als het drietal dat deze conclusie trekt, ministers Koen Geens van Justitie, Jan Jambon van Binnenlandse Zaken en commissaris-generaal Cathérine De Bolle van de federale politie, het tegendeel zou beweren. Dat zou een soort schuldbekentenis betekenen dat zij hun job niet goed hebben gedaan, aangezien zij de eerste verantwoordelijken zijn bij de bestrijding van de lichte en zware criminaliteit in ons land. Je moet nu eenmaal oppassen als politici en politiechefs, maar ook commentatoren, wetenschappers en echte of zelfverklaarde experts, ongeacht tot welke politieke of maatschappelijke stroming zij behoren, misdaad- en andere statistieken niet alleen bekend maken, maar ook becommentariëren, interpreteren, nuanceren of (in het ergste geval) negeren, zoals (in dit laatste geval) door linkse en politiek-correcte politici gebeurt. Een nadere toelichting van de nieuwste misdaadgegevens aan de hand van de belangrijkste cijfers is dus wel gewenst. (foto: Koen Geens)
De criminaliteit mag dan wel met ruim 5 procent zijn gedaald, de cijfers over de verschillende misdaadtakken blijven ronduit zorgwekkend, temeer omdat ze op een aantal cruciale terreinen fors zijn gestegen. Daarom zijn de vreugdekreten bij de verantwoordelijken toch wel wat misplaatst. Zo werden in 2016 nog altijd 870.655 processen-verbaal opgesteld, terwijl dat er in 2015 nog 917.526 waren. Het gaat om een daling met 46.871 gevallen. Deze daling doet zich al enkele jaren voor, niet alleen in België, maar ook in andere landen. De sterkste daling is merkbaar bij de inbraken en diefstallen (-17 procent). Het zou wellicht interessant zijn om een politiek-onafhankelijk onderzoeksbureau het verband te laten bestuderen tussen de daling van de criminaliteit in deze sectoren en de inkrimping van het politiepersoneel en de mindere bereidheid bij de bevolking om aangifte te doen. Daarnaast is de bevolking door allerlei campagnes alerter geworden tegen diefstallen en inbraken. Dat heeft de misdaadcijfers ongetwijfeld beïnvloed; waarschijnlijk heeft het minder te maken met direct politieoptreden. Het kan bovendien niet ontkend worden dat niet alleen in België maar ook in het buitenland veel politiepersoneel moet worden ingezet tegen de terreurdreiging en andere vormen van geweld, waardoor criminelen op bepaalde terreinen vrij spel hebben.
De cijfers voor terrorisme, mensensmokkel en cybercrime zijn wel gestegen, met resp. 25,3%, 44,9 % en 10,9%
Tegenover de daling van het aantal inbraken en diefstallen staat echter dat terrorisme, mensensmokkel en cybercrime wel een sterk stijgende lijn vertonen, met respectievelijk 25,3 procent, 44,9 procent en 10,9 procent. Daarbij moeten we ook bedenken dat het bij terrorisme om voortdurend dreigend dodelijk of anderszins fysiek geweld gaat. De stijging van het aantal processen-verbaal over terreurmisdrijven is grotendeels het gevolg van de burgeroorlog in Syrië, de oprichting van het IS-kalifaat, de tientallen Belgen die naar Syrië vertrokken zijn en de aanslagen die in West-Europa hebben plaatsgevonden, zo verklaarde minister Jambon. Volgens Geens is daarnaast ook het wettelijk kader uitgebreid, waardoor meer feiten strafbaar zijn gesteld. In dat verband kan men zich blijven afvragen waarom potentiële aanslagplegers die naar België terugkeren niet beter in de gaten worden gehouden of wel tot het land toegelaten moeten worden.
Cybercrime
De evolutie van internetcriminaliteit of cybercrime is dan weer te verklaren door de grotere plaats die het internet in het dagelijks leven van de mensen inneemt. ‘We organiseren ons leven meer online, zodat ook de criminelen hun pijlen daarop richten’, zegt commissaris-generaal Cathérine De Bolle van de federale politie. Ongetwijfeld heeft de politiechef hier deels gelijk, maar de criminelen die het internet platleggen, hebben zich tot nu toe vooral gericht op grote bedrijven en overheidsinstellingen; zo kunnen zij de maatschappij het meeste kwaad doen. De recente wereldwijde cyberaanvallen maken pijnlijk duidelijk dat de criminelen hiermee een middel hebben gevonden om grote economische schade aan te richten. Het is bovendien ook mogelijk dat deze gewiekste en vooral gewetenloze internationale bendes er niet voor zullen terugdeinzen ooit de controle te verwerven over onze voedings-, energie- en waterinfrastructuur, wat ongetwijfeld rampzalige gevolgen zou hebben voor honderden miljoenen mensen.
Nu werd de strijd tegen deze cybercriminaliteit de laatste jaren gelukkig overal ter wereld en ook hier te lande fors opgevoerd, maar de criminelen blijken steeds iets slimmer dan de diensten die hen bestrijden. Bij particulieren zijn de computers doorgaans automatisch goed beveiligd, zodat die voor criminelen minder interessant zijn (tenzij de gebruikers onvoorzichtig zijn). Bij bedrijven is dat een ander verhaal. Maatregelen tegen cybercriminelen kunnen ook een gevaar betekenen voor de eigen bedrijfsgegevens.
Oververtegenwoordigd
Onlangs verkondigde een expert in de pers dat ‘statistieken cijfers zijn die interpretatie, nuancering en plaatsing in hun context nodig hebben om begrepen te worden’.
Akkoord, maar als daarmee bepaalde zaken goedgepraat of ontkend worden, is dat onzin. Wanneer uit de cijfers blijkt dat met name in Nederland en België Marokkaanse jongeren tussen 14 en 24 jaar meer criminele feiten plegen dan Turkse, Nederlandse of Belgische jongeren, mag dat worden gezegd zonder van racisme te worden beschuldigd. Een onmiskenbare oververtegenwoordiging van Marokkaanse mannen in de misdaadstatistieken wordt door tal van onderzoeken trouwens bevestigd. Die oververtegenwoordiging (ook in de gevangenissen) linken onderzoekers ook aan het socio-economisch profiel van de delinquenten. Vroeger onderzoek van Walter de Pauw van VUB, dat gebaseerd was op statistieken van de correctionele rechtbank in Brussel, bevestigt dat. De oververtegenwoordiging blijft echter beperkt tot mannen, wat erop wijst dat er belangrijke sociale verschillen bestaan tussen Marokkaanse meisjes en jongens, meent deze onderzoeker. Volgens hem toont internationaal en nationaal onderzoek aan dat afwijkend sociaal gedrag en criminaliteit van minderheidsgroepen een gevolg is van de uitzichtloze situatie waarin ze verkeren. Tal van auteurs waarschuwen voor onvoorzichtige en veralgemenende interpretaties van criminaliteitsstatistieken, zegt de VUB-onderzoeker. Opnieuw akkoord, maar concrete misdaadcijfers negeren of om sociale of politieke redenen interpreteren of manipuleren is incorrect en misleidt de publieke opinie.
Misplaatste tolerantie
Volgens sommige criminologen moet men er rekening mee houden dat de politiek een zekere terughoudendheid aan de dag legt bij de publicatie van de officiële criminaliteitscijfers uit vrees dat uiterst rechts die gegevens gebruikt om zijn politieke doelstellingen kracht bij te zetten. Daardoor zou slechts de helft van de werkelijk gepleegde criminele feiten in de databanken van de politie terechtkomen. De Nederlandse criminoloog Jan van Dijk verklaarde niet zo lang geleden dat ‘door het buiten werking stellen van de veiligheidsmonitor in België men niets meer met zekerheid kan zeggen over de omvang van de criminaliteit in België’.
Dat is overigens geen exclusief Belgisch fenomeen. In Nederland bijvoorbeeld worden de laatste maanden opvallend veel criminele feiten die vluchtelingen plegen, zoals mishandelingen, diefstallen, berovingen en zelfs verkrachtingen en geweld door moslimjongeren, door de politie onder de mat geveegd. Op die manier willen ze het vluchtelingenbeleid van de intussen aftredende liberaal-socialistische regering overeind houden en vermijden de afkeer tegen moslims aan te wakkeren. Deze misdrijven worden vooral in steden die een socialistische burgemeester hebben, met Amsterdam als uitschieter, uit de politiestatistieken geweerd. Hier is duidelijk sprake van misplaatste tolerantie.
Misdaadorganisaties
In de criminaliteitsgegevens wordt ook te weinig aandacht besteed aan de tientallen georganiseerde misdaadorganisaties (vaak uit Oost-Europa) die er in ons land bestaan. Met de hulp van specialisten als advocaten, informatici, financiële experts, boekhouders en mogelijk ook ambtenaren plegen die een hele reeks uiteenlopende criminele feiten gaande van mensenhandel, drugssmokkel, afpersing, hold-ups, diefstallen en inbraken tot financiële misdaden, cyberaanvallen, vervalsing van documenten zoals paspoorten en valsemunterij e.d. Volgens politiegegevens zijn er alleen al in België honderden inbrekersbendes uit Bulgarije, Roemenië, Bosnië en andere Oost-Europese landen actief, die vaak kinderen enige tijd inzetten, vervolgens de buit verkopen of in veiligheid brengen in hun thuisland, om nadien weer voor een tijdje in België neer te strijken om opnieuw toe te slaan.
Auteur: Jan Schils
6 reacties
Als het geloof in politiek en dus ook in politie wankelt , wel dat hebben mensen in beide geen vertrouwen meer en doen een aangifte van bepaalde criminaliteit ; er ontstaat een groter " dark number" en uiteraard weerspiegelen de statistieken dat .
Er zijn de laatste jaren heel wat meer " veiligheidsagenten" ( leger , politie , e.a;" ) op openbare en op privé plaatsen , ook dat heeft ongetwijfeld een reële invloed voor de tijd dat zoiets houdbaar is .
Criminaliteit is tevens een product dat verkoopt ten voordele van politici . Over de werkelijk grove fenomenen , daar wordt niets of heel weinig aan gedaan ; fraude en bedriegerijen allerhande staan niet in die statistieken omdat er niet wordt op gejaagd , zeg maar " de witte boordcriminaliteit" , de machthebbers boven de politiek , zij die doen wat ze willen .