We kunnen niet meer zonder internet

In Vlaanderen beseft minister van innovatie Philip Muyters dat we niet mogen achterblijven in de internetrace. Daarom ontvouwt hij plannen om overal een supersnel datanetwerk te voorzien. De almaar toenemende stroom van data wordt nog versneld nu steeds meer apparaten zoals thermostaten, koelkasten, ovens, witgoed, verlichting … hun data over het net gaan versturen.

Digitaal is het nieuwe normaal

De overheid, scholen en bedrijven zetten massaal in op digitalisering om de kwaliteit en snelheid van hun dienstverlening te verbeteren. Daarnaast kan dat hen ook geld besparen omdat het internet ervoor zorgt dat ze efficiënter kunnen werken. De tijd waarin mensen het overschrijvingsformulier onderaan een factuur invulden en bij de bank inleverden, ligt lang achter ons. Vandaag de dag nemen we onze smartphone erbij en binnen een aantal seconden is het bedrag overgeschreven. Ook mobiel betalen via services als Payconiq is flink in opmars, het einde van cash geld is nu stilaan in zicht.

Is iedereen wel mee met deze radicale digitalisering?

Uit onderzoek van de Gezinsbond blijkt dat niet iedereen kan volgen, en de cijfers zijn ietwat ontstellend. Om er een veelzeggend voorbeeld uit te halen: 20% van de Belgische gezinnen kan of wil niet omgaan met e-mail. Vooral bij ouderen is dat probleem het grootst. Minder dan 60% van de 65-tot 85-jarigen maakte de afgelopen maanden gebruik van het internet. Volgens de Vlaamse Ouderenraad lopen veel ouderen zo het risico om buitengesloten te worden in onze digitale samenleving.

Digitale immigranten?

Mark Prensky, Amerikaans schrijver en gerenommeerd spreker over opvoeding, situeert de digitale kloof in het jaar 1985, het begin van de digitale revolutie. Prensky maakt het onderscheid tussen digital immigrants of personen geboren voor 1985, en digitale natives, zij die opgroeiden in het digitale tijdperk.

Digital immigrants hebben leren omgaan met nieuwe technologie toen ze al volwassen waren. Ze hebben zichzelf de technologie moeten aanleren, en gaan er bijgevolg op een heel andere manier mee om dan de natives. Digital immigrants zijn constant onder de indruk van technologie. Dat is ook normaal: ze vergelijken al die nieuwigheden met hoe het vroeger was.

Digital natives daarentegen zijn met de moderne technologie opgegroeid en gaan er vlotjes mee om. Natives zien technologie niet als exotisch maar als iets dat even normaal is als water uit de kraan. Het is aangeboren, gewoontjes, en al zeker niet aangeleerd.

Oplossingen

Verschillende organisaties, gemeenten en provincies organiseren ondertussen lesmomenten, gratis of voor een appel en een ei. Dat is een stap in de goede richting maar verwacht initiatief en interesse om les op locatie en in groep te volgen, veelal op toestellen die ter beschikking worden gesteld en die men niet steeds eigen zijn.

Momenteel loopt er bijvoorbeeld een sensibiliseringactie, gesteund door de overheid. Van 20 oktober tot en met 5 november 2017 loopt de twaalfde editie van de Digitale Week. Tijdens deze extra lange editie organiseren honderden lokale organisaties in heel Vlaanderen en Brussel tal van laagdrempelige activiteiten waarbij het gebruik van multimedia centraal staat. Meer informatie vind je op deze website. 

Om in te spelen op de behoefte aan persoonlijke begeleiding aan huis, werd in Antwerpen een nieuwe start-up BEEGO gelanceerd. Een team van sociaal vaardige ICT-studenten komt per fiets aan huis om alle vragen over of problemen met computers, smartphones, tablets … de wereld uit te helpen. BEEGO zet in op drie pijlers: voordelig, laagdrempelig en snel ter plaatse!

BEEGO is momenteel enkel actief in en rond de stad Antwerpen, maar verwacht snel uit te breiden naar andere steden. Antwerpenaars kunnen BEEGO alvast bereiken op 0493 07 05 07, op deze website of op de Facebookpagina.

Hou zeker SenNet Magazine in de gaten, want vanaf eind november zullen de studenten van BEEGO een artikelenreeks schrijven met ICT-weetjes, tips en tricks zodat we allemaal bijblijven in de digitale wereld!