De paashaas of de klokken
ze beroeren kinderharten
De klokken kwamen van Rome
de paashaas van 'k weet niet waar
Ik wou dat ik er nog naar uit kon kijken
net als toen ik zonder vragen
eieren vond in onze tuin
Toen moeder riep: Ik zie ze vliegen
Waar, waar! riep ik
Ach, ze zijn voorbij, je weet, we wonen klein
jongen, het zal voor volgend jaarke zijn
dan ben je alweer een jaarke ouder
misschien, zie je ze dan ook een keertje vliegen
en brengen ze dat grote ei.
Аch, ik zal ze blijvend missen
mijn moeder en de klokken
want ik heb nog zoveel wensen
Moeder, kon je me nu nog maar eens zeggen:
Jongen, het zal voor volgend jaarke zijn.
Dit gedicht werd ingezonden door DY.
Schuilt er in jou ook een dichter? Stuur dan jouw gedicht naar redactie@sennetmagazine.be en wie weet lees je het wel in één van de volgende edities van SenNet Magazine!
Niets missen van SeniorenNet? Volg ons op Facebook en schrijf je gratis in voor onze digitale nieuwsbrief, SenNet Magazine!
3 reacties
Iedere generatie opnieuw herhaalt zich dit, toch ?
Groet - OMI/Els
sublieme ode aan het onschuldig geloof van een kind,
subliem in zijn allesomvattende eenvoud.
Je beroert hiermee vele harten, DY;
Herinneringen waaraan wij ons op onze oude
dag aan vasthouden, als verweer tegen het
huidig niet meer zo onschuldig weten.