Een burn-out behoort tot een van de meest gevreesde aandoeningen van onze moderne tijd. Niemand van ons is er vrij van, en een van de grote problemen is om het te (h)erkennen en er vervolgens een oplossing naar te zoeken. Maar, en dat is goed nieuws, een burn-out is wel degelijk te behandelen en dat geeft hoop voor wie er zelf of in zijn directe omgeving mee te maken heeft.
Als een donderslag bij heldere hemel
Iedereen kent intussen in zijn nabijheid wel iemand die lijdt aan een burn-out of er ooit mee te kampen gehad heeft. Het wordt niet voor niets een van de ‘ziektes’ van onze moderne tijd genoemd en niemand is er nu immuun voor. Een burn-out kan zowel mannen als vrouwen treffen, en geen enkele leeftijd is er vrij van.
Veelheid van factoren
Waarom iemand wel, en een andere persoon geen burn-out krijgt, valt moeilijk te verklaren. Feit is dat het meestal het gevolg is van een veelheid van factoren en dat die vaak in stijgende lijn gaan. Met andere woorden, een burn-out treft je niet zomaar van de ene dag op de andere, het is een kwestie van een opeenstapeling van factoren die uiteindelijk tot een ‘crash’ leiden.
‘Het groeide me allemaal boven het hoofd’
Vaak treft het mensen die zich gaandeweg in een bedrijf of een organisatie hebben opgewerkt en in een positie terechtkomen die ze niet meer aankunnen. Een burn-out is dan ook een gevreesde ziekte in de middens van managers en bedrijfsleiders, en andere personen die een grote verantwoordelijkheid dragen. ‘Het groeide me allemaal boven het hoofd!’ is een veel gehoorde verzuchting in verband met burn-out.
Hetzelfde mechanisme kan ook buiten de werkkring optreden. Zo bijvoorbeeld bij actieve grootouders die hun kleinkinderen opvangen en dat op een bepaald moment niet meer aankunnen maar het niet willen toegeven.
Scenario van een burn-out
Het scenario van een burn-out is vaak hetzelfde: meneer de manager (het mag natuurlijk ook ‘mevrouw’ zijn maar laten we hem nu gemakshalve maar ‘meneer’ noemen…) steekt al zijn tijd in het werk. Het begint al ’s morgens heel vroeg wanneer hij bij het ontbijt in de krant of op de smartphone al de aandelen checkt, zijn mails leest, de eerste mails verstuurt,…
Vaak is dat ontbijt ook niet gezond en eet meneer de manager snel wat om de honger te stillen. Op weg naar het bedrijf (waarbij hij al dan niet zelf rijdt of een chauffeur in dienst heeft) zit hij al meteen te werken, en nog voor hij op het bedrijf aankomt heeft hij misschien al een berg werk verzet die anderen op één dag doen.
Dan begint het pas
Maar op het bedrijf begint het pas. De ene na de andere medewerker moet meneer de manager ‘even spreken’, er zijn de tegenvallende kwartaalcijfers, de gevolgen van de coronacrisis laten zich voelen, de staf van aandeelhouders trekt aan de alarmbel,… en noem maar op.
Kortom, stress en nog eens stress, en het moeten sterke benen zijn die dat kunnen dragen.
‘Ik wist op de duur niet meer waar mijn hoofd stond!’, zo zou je het kunnen omschrijven.
Zelfs de ontspanning is inspannend
Niets zo goed om stoom af te laten als wat ontspanning, zou je denken. Klinkt goed, maar ook hier kent meneer de manager vaak geen maat. Wat zogezegd ontspannend moet zijn kan eigenlijk weer een inspanning worden. Denken we maar aan bijvoorbeeld een partijtje golfen, wat natuurlijk weer gebeurt met zakencontacten en die hebben het tussen twee holes door over omzetcijfers, nieuwe exportstrategieën en noem maar op. Idem dito voor het zogenaamd recreatief sporten zoals fietsen. Ik zou de managers niet te eten willen geven die zich zwoegend op hun dure Eddy Merckx-fiets hijsen om zogenaamd wat te fietsen, maar die er met hun collega’s van andere bedrijven toch maar weer een wedstrijdje van maken.
En dan barst de bom
Vroeg of laat moet het onvermijdelijke gebeuren en barst de bom. Zeker wanneer er ook thuis nog problemen zijn met de partner en de kinderen kan het niet anders dan dat de situatie moet escaleren. Resultaat is dat meneer de manager op een blauwe maandag (het mag ook een groene dinsdag zijn…) ineens gewoon ineenstort en dan gaan alle remmen los.
Op veel begrip hoeft hij doorgaans van zijn omgeving niet te rekenen. Hopelijk krijgt hij de steun van zijn geliefden, want van de bedrijfswereld hoeft hij niet veel te verwachten. Uit het oog is hier algauw uit het hart, en een lange revalidatie wenkt.
Maar er is hoop voor wie goedleers is
Kan er dan niets aan een burn-out gedaan worden? Gelukkig wel. Het is van belang om tijdig in te grijpen en het liefst niet zo ver te laten komen, maar eens het toch gebeurd is kan een burn-out mits de juiste begeleiding aangepakt en genezen worden.
Van belang is dat de persoon die aan een burn-out lijdt uit zijn stresserende omgeving gehaald wordt, en liefst voor lange tijd of zelfs voor altijd. Met andere woorden, dus niet gewoon een paar weekjes vakantie nemen en je dan weer in de stress van alledag storten want binnen de kortste keren zit je dan weer tot aan je nek in de problemen.
Nadenken over je toekomst
Heb je met een burn-out te maken, dan moet je vooral heel goed nadenken over je toekomst. Ben je bereid om ooit nog hetzelfde werk te doen en opnieuw in die ‘rat race’ te stappen, dan zal je de nodige mechanismes moeten inbouwen om het op tijd rustiger aan te doen en zo opnieuw de burn-out te vermijden. Veel beter is het allicht om je leven te heroriënteren en andere horizonten op te zoeken. Misschien zal dat een job met minder prestige en een lager loon zijn, maar dat is allicht te verkiezen boven een nieuwe, misschien wel fatale inzinking. Daar is niemand mee gebaat, en het is net een uitdaging om je leven een zinvolle invulling te geven. Geld, macht en uitstraling zijn niet alles, want intussen gaat je leven ook voorbij en heb je er misschien niets aan gehad…
Voor die actieve grootouders die graag de kleinkinderen opvangen (eens dat weer mogelijk is): het is fantastisch dat je dat wil doen. Maar durf je eigen grenzen stellen en ga niet over je limiet. Beter je kleinkind één keer per week opvangen op een manier die voor jou prettig aanvoelt dan dat het een verplichting wordt waarbij je je eigen gezondheid aantast. En daar is uiteindelijk niemand mee gebaat, ook je kinderen en kleinkinderen niet.
Auteur: Stefaan Van Laere
1 reactie
De heer Jan Michel, formeel bankier van ING bank