Deel via

Zogezegd: De dag nadien

May 2020

Brugman is oud en lomp, en weet dat zelf maar al te goed. Niets aan de hand. Met het onafscheidelijke jeneverglaasje in zijn stevige hand kan hij uren voor het raam staan kijken, en telt hij de boten. Veel meer kan je hier eigenlijk niet doen.

Vooral de Rusticana draagt zijn aandacht weg. Het houtwerk moet dringend eens geschilderd worden. Hij denkt er ineens aan dat zijn voordeelbons van de supermarkt vandaag vervallen. Het staat op zijn Niet Te Vergeten-lijstje dat aan de ijskast hangt. En Anja heeft er hem al drie keer aan herinnerd. Telkens antwoordde hij haar heftig dat ze zijn werkster en niet zijn oppas is, maar zo'n jong pront ding laat niet op haar kop zitten. Hij heeft heel wat overredingskracht nodig gehad, aan de telefoon. Ze komt maar terug als ze eindelijk die beloofde loonsverhoging krijgt. "Leg niet neer, leg niet neer!" hoorde hij haar vrijer op de achtergrond roepen, en de baby krijste.
Anja heeft de centen nodig, dus dat geeft Brugman een zekere macht. 's Namiddags was ze er weer, en ze had zelfs een bosje rozen voor mevrouw Brugman mee.
Brugman weet zich niet zo onmiddellijk een houding aan te meten. Hij knijpt zijn jeneverglas stuk, en vlucht naar de zolder. Met zijn postzegelpincet haalt hij twee stukjes glas uit zijn handpalm, er zit nog een derde in dat hij maar moeizaam weet los te peuteren. Hij zuigt de wondjes schoon.
Dat verdient een opkikkertje. Hij vindt nergens nog een glaasje, en drinkt dan maar uit een eierdopje. Het smaakt nog lekker ook. Vroeger meende hij dat jenever alleen maar in het juiste glas tot zijn recht komt, net zoals whisky in zo'n vierkant glas hoort dat Sue Ellen in 'Dallas' altijd gebruikt om niet aan JR te moeten denken. Dacht hij. Maar gaandeweg is hij zijn geloof in al die heisa verloren.
Zonder dat dit zijn goed humeur bederft. 's Ochtends schopt hij met beide voeten vooruit nog altijd welgezind het laken van zich af, zeer tot ongenoegen van mevrouw Brugman die dan helemaal bloot ligt. Haar lumbago is bepaald hardnekkig. Drie jaar nu al moet ze het bed houden.
Mevrouw Brugman heeft er zich allang bij neergelegd dat ze nooit meer paard zal rijden, zij die in de manege van haar neef lessen nam. Normaal konden de Brugmans dat nooit betalen, maar de neef wil op die manier zijn dank tonen voor de maanden dat ze vol toewijding op zijn zieke vrouw gelet heeft. En ook Brugman heeft zich in het noodlot geschikt. Veel hebben ze elkaar niet te zeggen. Brugman houdt niet zo van paarden, alleen op zijn bord.

Vanavond heeft Brugman nog net voor afsluiten zijn lottoformulier ingeleverd, bij de krantenwinkel om de hoek aan de brug. En de verkoper maar grijnzen, daar heb je hem weer, zou ik de deur net voor zijn neus op slot doen? Sinds het invoeren van de lotto heeft Brugman nog geen enkele trekking overgeslagen.
Brugman is op weg naar zijn wekelijkse afspraak met de psychiater. O nee, hij is niet gek. Maar hij is er mee begonnen omdat hij in een geloofscrisis zat. Dat woord las hij in een dik boek, en het klonk zodanig gewichtig dat hij er meteen last van had. De psychiatrische odyssee verloopt wonderwel. Ze zijn amper zeventien sessies ver, en hij is al behoorlijk wat over zichzelf te weten gekomen dat hij verdrongen had. Dat zijn moeder hem in het kolenhok opsloot bijvoorbeeld. Vandaar dat het nachtlampje nog altijd aan moet. Hij heeft zich daar altijd over geschaamd, maar is er nu overheen. Gewoon de schuld van zijn moeder, het leven wordt zoveel makkelijker als je leert je fouten en falen in andermans schoenen te schuiven.
Onderweg botst hij in gedachten verzonken tegen Anja aan. Ze is fris gerokt, en hij schaamt zich niet toe te geven dat ze mooie benen heeft. En wat mooi is, mag gezien worden.
Ook dat heeft hij aan psychiater Donderwolk (niet zijn echte naam, maar een bijnaam die Brugman hem gegeven heeft) te danken. Had hij zich in zijn jeugd maar wat slechter gedragen. Toen waren The Rolling Stones en Twiggy aan de macht, en iedereen deed vrolijk mee. Rebels zijn en zo. De stoutste dingen die hij zich uit zijn jeugd kan herinneren zijn dat hij soms zonder licht fietste en margrietjes uit de tuin van de buurvrouw plukte.
Anja wipt van haar snorfiets. Haar rokje komt even wat omhoog. Galant wandelt Brugman het eindje met haar terug en opent de voordeur. Dan moet ze niet aanbellen en kan mevrouw Brugman in bed blijven. Hij biedt Anja een kopje thee aan om de vrede te tekenen. De Brugmans lusten alleen koffie, en speciaal voor haar is hij een doos Nachtschaduw gaan halen bij de Turkse bazaar.
Anja drinkt erg sierlijk. Zoals zij met haar kopje elegant kan doen, Brugman is er een beetje jaloers op. Hij vraagt zich af hoe het in godsnaam mogelijk is dat deze bloem zich door zo'n engerd als die Willem van haar heeft laten versieren. Wat een klier van een vent is dat. Hij durft haar niet vragen of het kind van hem is.
Soms komt Anja met een gekneusd oog werken, of staat ze vol blauwe plekken. Eén keer heeft hij gepolst wat er aan de hand was, heel voorzichtig want hij wil vooral de indruk niet wekken nieuwsgierig te zijn. "Van de trap gevallen. Door een tram overreden. Een paard dat me schopte. Kies zelf maar, Brugman," zei ze, en ze keek hem uitdagend aan. En ze hanteerde haar zwabber zodanig hardhandig dat het zeepsop in het rond spatte.
Maar door de band valt er niets op Anja aan te merken. Ze doet haar werk plichtsbewust, sjoemelt nooit met de gewerkte uren en informeert telkens naar de gezondheid van mevrouw Brugman. Ze is een meisje uit de duizend. Hij prijst zich gelukkig dat hij haar vorig jaar toevallig ontmoet heeft. Ze stond met haar dikke buik op de bus te wachten, de bus die hem naar zijn psychiater moest brengen. Wat klaagde ze tegen de dochter van de apotheker over de levensduurte, en dat ze wanhopig op zoek was naar werk, om het even wat. De volgende dag sprak hij haar bij de halte aan. Hoe hij het aandurfde, hij weet het nog altijd niet. Maar het is het beste wat hij ooit in zijn leven heeft gedaan. Hij vertelde over zijn vrouw, meteen om haar niet het gevoel te geven dat hij haar kwam opvrijen. En zei meteen dat hij haar maar heel weinig kon betalen.

Anja drinkt nog een kopje thee, en Brugman besluit heel genereus die vijf minuten niet van haar loon af te trekken.
Hij hangt haar fiets keurig aan de haak in het berghok. Je hoort de laatste tijd zoveel over diefstallen.
Anja zegt dat hij haar vorige week vijf euro teveel heeft gegeven. Dat raakt hem.
"Hou het maar."
Dat wil ze niet.
"Koop er een speeltje mee, voor de kleine."
Dat is goed. Ze knikt. En trekt haar werkschort aan. Hij blijft even naar haar kijken, zoals ze daar met al haar energie de vuile vloer te lijf gaat. En hij zal haar nooit vragen of het waar is dat Willem haar vorige week in het holst van de nacht op straat gezet heeft omdat hij niet meer tegen haar gezeur kon. Hoe minder je je met andermans leven bemoeit, hoe beter. Daar komt alleen maar narigheid van.
Werkelijk, het is een lief meisje, zegt hij die avond tegen mevrouw Brugman. Maar ze slaapt al, en draait zich snurkend op haar andere zij.

Brugman staat voor het raam. Het eerste licht valt de slaapkamer binnen. Hij wacht daar geduldig tot mevrouw Brugman wakker wordt. De radio speelt zacht klassieke muziek.
Ze geeuwt hem een routineuze goedemorgen toe.
"We hebben gewonnen," zegt hij. Hij probeert het heel gewoon te laten klinken, maar hoort zijn eigen stem beven.
Het duurt even voor ze vraagt waarmee, en hoeveel. Ze slikt.
Hij weet het heel precies. Voor alle zekerheid heeft hij na de uitzending op de radio meteen naar de Lottofoon gebeld. "Zesduizend vierhonderdzestien euro, en nog wat centen na de komma." 
"O jee," zegt mevrouw Brugman. "Wat gaan we daar in hemelsnaam mee beginnen?"
Hij ziet het haar denken. Vijf jaar geleden zou ze met dat geld meteen een paard gekocht hebben.
"Ik zou het echt niet weten," zegt Brugman. Hij kijkt nog eens naar buiten, naar de Rusticana die er langsom meer uitgeleefd uitziet, en schudt het kussen van mevrouw Brugman lichtjes op.

Auteur: Stefaan Van Laere

1 reactie

wimverbeke
Mooi verwoord! Ik zie het al helemaal voor me...
31/05/20 17:43 REAGEER

Login Registreer

Stefaan Van Laere

Hoofdredacteur
Hoofdredacteur
Hoofdredacteur van SenNet Magazine Stefaan Van Laere (1963) wilde als kind de Tour de France of toch minstens het wereldkampioenschap veldrijden winnen. Door omstandigheden geheel buiten zijn wil is dat er vooralsnog niet van gekomen. Hij is sinds 1988 actief als beroepsauteur en journalist met een brede waaier aan interesses. Hij schreef intussen meer dan 80 boeken (zowel fictie als non-fictie) voor jeugd en volwassenen en publiceerde artikels in tal van kranten en magazines. Ook heeft hij zijn eigen uitgeverij (Partizaan). Hij is van oordeel dat elk onderwerp interessant genoeg is om over te schrijven en dat leeftijd vooral een getal is. www.stefaanvanlaere.be www.partizaan.befacebook

Meer artikels van Stefaan Van Laere

Recente Artikels

Gerelateerde Artikels