'Les excuses sont faites pour s’en servir', klinkt het in het Frans. Met andere woorden, je vindt altijd wel een uitvlucht om iets niet te moeten doen. Zo gaat het ook met bewegen op latere leeftijd, nochtans letterlijk van levensbelang.
Herken je jezelf in een van deze 6 mythes rond bewegen op latere leeftijd? Iedereen heeft zeker wel al eens één of meerdere van deze dooddoeners in de mond genomen. Ook ik, ik beken...
Mythe 1: Trainen heeft geen zin. Ik word sowieso oud.
Feit: regelmatige lichaamsbeweging helpt u er jonger uit te zien en aan te voelen en langer onafhankelijk te blijven. Het verlaagt ook het risico op verschillende aandoeningen, waaronder Alzheimer en dementie, hartaandoeningen, diabetes, bepaalde kankers, hoge bloeddruk en obesitas. En de stemmingsvoordelen van lichaamsbeweging kunnen op 70 of 80 net zo groot zijn als op 20 of 30.
Mythe 2: Oefening heeft het risico om te vallen.
Feit: Regelmatige lichaamsbeweging, door kracht en uithoudingsvermogen op te bouwen, voorkomt verlies van botmassa en verbetert de balans, waardoor het risico op vallen daadwerkelijk wordt verminderd.
Mythe 3: het is te frustrerend: ik zal nooit de atleet zijn die ik ooit was.
Feit: veranderingen in hormonen, metabolisme, botdichtheid en spiermassa betekenen dat kracht- en prestatieniveaus onvermijdelijk afnemen met de leeftijd, maar dat betekent niet dat je niet langer een gevoel van voldoening kunt ontlenen aan fysieke activiteit of je gezondheid kunt verbeteren. De sleutel is om lifestyle-doelen te stellen die geschikt zijn voor je leeftijd. En onthoud: een zittende levensstijl eist veel meer van atletisch vermogen dan biologische veroudering.
Mythe 4: ik ben te oud om te beginnen met trainen.
Feit: je bent nooit te oud om in beweging te komen en je gezondheid te verbeteren! Sterker nog, volwassenen die later in hun leven actief worden, vertonen vaak grotere fysieke en mentale verbeteringen dan hun jongere tegenhangers. Als je nog nooit eerder hebt getraind of als het een tijdje geleden is, zul je niet worden belast door dezelfde sportblessures die veel reguliere sporters op latere leeftijd ervaren. Met andere woorden, je hebt zoveel kilometers op je teller, dus je zult snel de vruchten plukken. Begin gewoon met zachte activiteiten en bouw vanaf daar op.
Mythe 5: Ik kan niet trainen omdat ik ben vastgeroest.
Feit: mensen met een beperkte beweging staan voor speciale uitdagingen, maar kunnen lichte gewichten heffen, stretchen en stoelaerobics, stoelyoga en stoel Tai Chi doen om hun bewegingsbereik te vergroten, de spiertonus en flexibiliteit te verbeteren en de cardiovasculaire gezondheid te bevorderen. Veel zwembaden bieden toegang voor rolstoelgebruikers en er zijn aangepaste oefenprogramma's voor rolstoelsporten zoals basketbal.
Mythe 6: ik ben te zwak of heb te veel pijntjes en kwalen.
Feit: in beweging komen kan je helpen pijn te beheersen en je kracht en zelfvertrouwen te verbeteren. Veel oudere mensen vinden dat regelmatige activiteit niet alleen helpt de achteruitgang in kracht en vitaliteit die met de leeftijd gepaard gaat, tegen te gaan, maar het zelfs verbetert. De sleutel is om voorzichtig te beginnen.
Auteur: Stefaan Van Laere
5 reacties
De heer Jan Michel, formeel bankier van ING bank