Alternatieven
Veel vrienden en bekenden waren zo te zien gestrand in Spanje. De vluchten werden afgestopt en de luchthaven van Malaga deed zelfs de poorten dicht. Er werd duchtig over en weer gebeld en gemaild met de Belgische ambassade/consulaten die constant met andere voorstellen of alternatieve oplossingen kwamen. Bijvoorbeeld: rij tot Alicante, daar kan je nog opstijgen en naar Nederland vliegen… Ja, en dan? Sommige vrienden besloten hun appartement een maand langer te huren, tot er hopelijk opnieuw vluchten waren. Gezien de onzekerheid kon dat duren tot juli. Anderen besloten einde maart toch maar met de wagen naar huis te rijden. Ongeveer 2200 km zonder te slapen? Onverantwoord op onze leeftijd en slapen in de auto? Ook geen aanrader. Gebrek aan comfort, en risico op diefstal kunnen in zo´n geval langdurig traumatiserend werken.
Toch zijn er die zo vertrokken zijn, en ze zijn gelukkig veilig thuis gekomen, wel voorzien van de vereiste transitdocumenten voor Spanje en Frankrijk. Een bijkomend probleem was in die periode de totale onbeschikbaarheid van toiletten en sanitaire installaties onderweg. De fysische en psychische gevolgen wil ik hier niet beschrijven, maar laten zich raden.
Enkele andere koppels vonden vooraf een slaapgelegenheid, dicht tegen Bordeaux, dus een rit van 1300 km non-stop…. Dat was ook op de tanden bijten en weinig of geen eten te krijgen, alles gesloten over de gehele rit. Gelukkig hebben ze allemaal gezond en wel België kunnen bereiken. Sporadisch was er ook een Belgische busmaatschappij die de terugkeer verzorgde voor een groep van een twintigtal uitverkorenen, die zover mogelijk gespreid over de volledige lengte en breedte van de bus. De rit Marbella-Brussel duurde wel iets langer dan een gebruikelijk ritje met De Lijn. Doet me sowieso denken aan de oneliner van R.J. Yeatman: "Kies je reisgenoten zorgvuldig, je zult ze misschien moeten opeten."
De planning krijgt vorm
Bij ons begon het dus ook te kriebelen eind april, en we startten een onderzoek naar potentiële accommodaties. Zoals Erma Bombeck ooit terecht schreef: "Als je op je pasfoto begint te lijken, is het tijd om naar huis te gaan."
Reserveren bleek op het eerste zicht geen probleem, en gratis mogelijkheid om te annuleren ook al niet. Dus we pikten enkele geschikte data en plekken uit en begonnen eraan, maar dat was minder definitief dan we dachten. Telkens kwam na enkele dagen de melding dat de bewuste hotels niet open gingen. Te weinig toeristen in omloop, en dus niet haalbaar om een hotel te openen, en hetzelfde gold voor de restaurants onderweg, dus nergens was er de eerste 1000 km mogelijkheid voor een warme maaltijd. Ook telefonisch geraakten we ofwel niet binnen, of kregen we een koekje van hetzelfde. Eigenlijk hadden we een vijftal dagen in de streek van Denia willen verblijven, maar daar ook was de regel in het voorziene hotel: potdicht.
Via het consulaat kregen we toen een lijst van hotels die verplicht werden door de overheid om open te blijven, specifiek gericht op Spanjaarden met cruciale jobs in gezondheid, onderhoud, transport enz. Die hotels kregen (financiële) steun van de Spaanse staat om open te blijven.
Het consulaat had de indruk (?) dat ook reizigers met woonadres in het buitenland daar mochten logeren. Uit die lijst hebben we een adres gepikt dat op onze weg naar het noorden lag. In Vitoria Gasteiz was dat, na ongeveer 900 km. Onze boeking werd in het hotel probleemloos aanvaard. Niet directe eerste keuze, een ruim truckers hotel langs de autoweg, maar goed gelegen, met afgesloten privéparking en restaurant met open deuren.
Eddy is geel
Alle restaurants onderweg hielden de deur toe, dus moesten we zelf een overlevingspakket samenstellen en meenemen. Welke eetbare genoegens moesten we dan zeker inpakken? Fruit, gekookte eieren, bereide sandwiches, drank enz. liggen voor de hand. Alles eigenlijk wat niet te zwaar was en tegen de warmte kon. En er was nog een invalshoek.
Een van de goede dingen in onze collectieve tuin is de beschikbaarheid van appelsien- en citroenbomen. Er staan er een vijftal van elk. De rijpe sinaasappels beginnen spontaan van de takken te vallen vanaf december. De pluktijd komt er dan aan. De meeste bewoners zijn dan afwezig, en de enige plukconcurrentie komt eigenlijk van de tuiniers. Citroenen worden minder vaak gebruikt, en de meeste blijven hangen tot in mei, als de nieuwe bloesems al uitpiepen voor de volgende generatie.
In onze huisvoorraad lagen nog wat stukken fruit, met één uitschieter: citroen Eddy, zoals we hem genoemd hebben. Je ziet hem op de foto. Hem konden we toch echt niet hulpeloos achterlaten. We hebben hem meegenomen naar België, en we genieten er nu nog bijna dagelijks van. Hij is in het stadium gekomen dat hij gedeeltelijk is ingekerfd zoals een spaarpot, om zijn sappen, mits een lichte persing, er voorbeeldig te laten uitvloeien. Omdat zijn carrière als leverancier van zure druppels nu ook ten einde loopt, wou Greta hem omvormen tot sacoche, maar we vinden nergens een passend handvat.
RIP Eddy †

Inpakken, opruimen en wegwezen
Op 15 mei zijn we vertrokken met gemengde gevoelens, blij dat we naar huis konden vertrekken, maar sommigen in ons gezin waren toch een beetje angstig. Voorzien was in de planning: tot thuis in drie dagen rijden met twee overnachtingen, korter en minder relax dan anders. Achteraf gezien waren zowel de rit als de overnachtingen in Spanje tegenover Frankrijk totaal verschillend.
De eerste dag was er regen voorspeld en inderdaad, na een paar uur droog bollen,werd de hemel donkergrijs, bijna zwart. Het begon duchtig water te kletsen en de snelweg veranderde in één regenmist. De oorzaak was de onafgebroken rij vrachtwagens die de volledige rechterkant van de rijweg bezetten. Personenwagens waren nauwelijks in omloop. We kunnen niet met zekerheid zeggen wat er gebeurde, maar plots was een luide klap en schuren van metaal. Gekrijs van moeder de vrouw als gevolg.
Blijkbaar hadden we fysiek contact gehad met de vrachtwagen naast ons. Het enige dat we visueel konden zien was dat onze rechtse zijspiegel tegen de deur aanplakte, maar de wagen bleef mooi rechtdoor rijden. En de aaneensluitende vrachtwagen colonne bleef gewoon doorrijden. We wisten zelfs niet met welke vrachtwagen we gecrasht waren. Iedereen bleef maar rechtdoor rijden en wij zijn gestopt aan het eerste benzinestation. Geen vrachtwagen reed ons achterna en we zullen nooit weten wat er is gebeurd. Wie is tegen wie aangereden? Het is perfect mogelijk dat de chauffeur van de camion zelfs niets gemerkt heeft van het contact. Check van de wagen gaf als resultaat dat de zijspiegel kon teruggedraaid worden, maar de rechter zijflank stond van voor naar achter en van boven naar onder vol met oneffenheden en krassen. De wielkap boven het rechter voorwiel was geblutst, en dat was het.
We profiteerden van de stop om wat uit te blazen. Gelukkig waren in het benzinestation de toiletten open, en er was zelfs mogelijkheid om een kartonnen beker met koffie te bestellen, maar we moesten preventief, met veel aandrang, naar buiten om hem leeg te drinken. Verder was het een moeilijke rit met de constante rij vrachtwagens en spettende regen. Anderzijds was door centrum van Madrid rijden via de M30 een makkie, want er waren slechts sporadisch andere personenwagens te zien... Iedereen moest nog in zijn Spaans kot blijven.
Voorbij Madrid werd het droger, en tot Vitoria waren er geen problemen meer.
(volgende keer: tot de finale eind streep)
2 reacties