De reserve
Ons erfrecht geeft aan twee gezinsleden een bijzondere bescherming: aan de langstlevende huwelijkspartner en aan de kinderen. Zij hebben beiden een reservatair erfdeel. Voor de kinderen betekent deze regel dat een ouder minstens de helft van zijn vermogen moet “parkeren” voor zijn kinderen. Bij het uitwerken van een successieplanning, bv. bij een schenking, moet een ouder rekening houden met deze reserve. Hoeveel ieder kind individueel krijgt, hangt af van het aantal kinderen: zijn er twee kinderen, dan krijgen ze elk minimaal 1/4de van de nalatenschap. Zijn er vier kinderen, dan krijgen ze 1/8ste.
Volledig onterven?
Vaak lezen we dat je een kind niet volledig kan onterven. Dit klopt, maar er is een nuance. Je kan als ouder “formeel” je kind onterven door een testament op te stellen. Of door te veel te schenken. Als het benadeelde kind - bij het afwikkelen van de nalatenschap - ervoor kiest om het daarbij te laten, dan is het kind onterfd. Wil het kind integendeel op dat ogenblik zijn rechten laten gelden? Dan kan dat met een ‘vordering tot inkorting’ bij de rechtbank. Wat je te veel hebt geschonken of via een testament hebt nagelaten aan je andere kinderen, wordt dan gekortwiekt zodat het benadeelde kind zijn minimum erfdeel kan krijgen. Met andere woorden: je kan een kind niet volledig onterven… tenzij hij of zij daar zelf geen graten in ziet. De wet voorziet geen automatische bescherming voor benadeelde kinderen. De kinderen die menen dat hun minimum erfdeel is aangetast, moeten tot een minnelijk akkoord komen met de andere erfgenamen of een procedure starten.
Niet onterven, maar anderen bevoordelen
Dat de helft van het vermogen voorbehouden is voor de kinderen, betekent meteen ook dat de andere helft ‘beschikbaar is’. Mensen die van plan zijn om te schenken of een testament op te stellen, kunnen dit deel dus benutten. Ouders kunnen dit deel ook gebruiken om schenkingen te doen aan hun andere kinderen, bijvoorbeeld aan een zwaar zorgbehoevend kind. Dit houdt in dat sommige kinderen meer erven dan anderen.
Het deel waarover je vrij mag beschikken, kan ook benut worden om de langstlevende huwelijkspartner te bevoordelen. Volgens ons recht erft de langstlevende huwelijkspartner het vruchtgebruik op de goederen van de nalatenschap, wanneer de overledene ook kinderen nalaat. Het vruchtgebruik is het recht om te genieten van de goederen en deze te beheren. Zo kan de huwelijkspartner bijvoorbeeld in de woning blijven wonen na het overlijden van zijn of haar partner.
Een huwelijkscontract op maat van… stiefouders
Vaak willen koppels elkaar meer nalaten dan louter een vruchtgebruik. Ook met een huwelijkscontract kunnen partners bepaalde regelingen treffen. Deze regelingen noemen we ‘huwelijksvoordelen’. En deze huwelijksvoordelen kunnen, onder bepaalde voorwaarden, als effect hebben dat bepaalde goederen buiten het erfdeel van de kinderen vallen.
Een voorbeeld zijn de tijdens het huwelijk gespaarde inkomsten. Vaak willen getrouwde koppels een groot deel van de gemeenschappelijk gespaarde inkomsten overhevelen naar de langstlevende. Maar opgelet: als er sprake is van een stiefkind-stiefouder relatie, geldt een belangrijke beperking. Men kan niet zonder meer alle gespaarde inkomsten laten toekomen aan de langstlevende huwelijkspartner. Dit zou het stiefkind – die geen juridische band heeft met de langstlevende – immers benadelen. Een groot deel van het vermogen zou zonder meer overgedragen worden aan zijn stiefouder en - later - aan diens biologische kinderen.
Daarom kan slechts de helft van de tijdens het huwelijk gespaarde inkomsten naar de overlevende (stief)ouder gaan, zonder dat het stiefkind daar kan aan morrelen. Wordt dit deel echter overschreden, dan kan het stiefkind aanspraak maken op het surplus indien zijn minimum erfrecht wordt aangetast.
Assepoester
In sommige gevallen kan een stiefouder verplicht worden om in een zeker onderhoud van zijn stiefkind te voorzien. Dit binnen de grenzen van wat de stiefouder kreeg uit de nalatenschap van de overleden ouder. Daarnaast wordt ook rekening gehouden met wat de stiefouder krijgt via een huwelijkscontract en schenkingen. De onderhoudsverplichtingen kunnen uitmonden in bijdragen voor de opvoeding, het toezicht, de gezondheid, het levensonderhoud, de opleiding, de huisvesting en de ontplooiing van het minderjarig stiefkind. Het betreft een persoonlijke vordering van de kinderen ten opzichte van de onderhoudsplichtige. Ook het stiefkind van een “wettelijk” samenwonende partner kan deze vordering tegen zijn stiefouder instellen.
Meer info? Spreek erover met je notaris of neem alvast een kijkje op www.notaris.be.
Auteur: Notaris.be
17 reacties
Bij nieuw samengestelde gezinnen waar slechts één ouder een kind heeft en deze komt te overlijden heeft de andere slechts zeggenschap over zijn reservatair deel ook al had de overleden partner op het ogenblik geen spaargeld noch job maar een werkloosheidsuitkering. In de loop der jaren werd een aardig spaarcentje opgebouwd op basis van het loon van de langstlevende kinderloze huwelijkspartner. En nu moet deze zijn eigen centen nog eens voor een deel gaan voorbehouden met iemand die in het opgespaarde kapitaal geen rooie bal gestoken heeft. Zijn reservatair gedeelte noemen ze dat dan. Nee, lachen in het vuistje noem ik dat.
Als de kinderen fout zijn en jaren niet meer naar hun ouders omzien kunnen ze toch NOG erven;!!!!
En zijt maar zeker ze staan de eerste bij de notaris.
Als ze daar eens iets aandoen om hen helemaal te onterven, zou eerlijker zijn tegenover de andere kinderen die wel voor hun ouders hebben gezorgd.
Geen van beiden op de begrafenis. Hij vindt echter wel de tijd om naar de notaris te komen en het nalatenschap te betwisten van de jongere broer.
Een schande dat er wettelijk niets aan gedaan kan worden. En er zijn tal van gevallen gekend dat oudjes in het goedkoopste rusthuis achtergelaten worden om het nalatenschap niet te verminderen.
Niet doen ! ! Het zwaarbehoevend kind heeft in vele gevallen een "gehandicapten inkomen". Het verzorgingstehuis waar het kind verblijft wordt omzeggens volledig betaald via dat gehandicapten inkomen. Dat kind staat heel vaak na het overlijden van beide ouders, onder het bewind van ... ja inderdaad : een advocaat, aangesteld door de Vrederechter. Vaak was een Vrederechter ooit zelf advocaat. En ..ons kent ons.
Dat kind, dat vaak héél véél toebedeeld krijgt is ook nog soms in de onmogelijkheid te genieten van dat extra geld dat het erft. (Zware lichamelijke of geestelijke handicap). En zodoende wordt er een dikke spaarpot opgebouwd. Waar de bewindvoerende advocaat niet aan komt.
Gevolg : ooit erven broers en zussen van hun gehandicapte broer of zus. Kassa, kassa voor Vlaanderen.
Wie wint er ? De bewindvoerende advocaat, die jaar na jaar een beheersvergoeding krijgt.
En Vlaanderen, via de successierechten.
Vraag je dus vooraf af, of het gehandicapte kind wel degelijk kan "genieten" (!!) van dat extra deel van de erfenis.