Het kan erg frustrerend zijn om met moeilijke mensen om te gaan. Ons geduld en onze grenzen worden soms behoorlijk op de proef gesteld. Wanneer iemand met opzet moeilijk doet en op onze zenuwen werkt, lijkt het bijna onmogelijk om niet te ontploffen en hen eens goed op hun plaats te zetten. Maar vandaag wil ik je uitnodigen om het te laten gaan.
Het boek “Loving what is” van Byron Katie veranderde volledig de manier waarop ik naar conflicten kijk en hoe ik erover denk. In dit artikel wil ik je tonen hoe jezelf begrijpen het makkelijker maakt om met moeilijke mensen om te gaan. Het kan je leven veranderen.
Stap 1. Schrijf op wat je ergert aan iemand
Neem een blad papier en schrijf over een moeilijk persoon die jou ergert. Schrijf in volledige zinnen op wat je voelt, en wat jou precies ergert. Bijvoorbeeld: “Karel waardeert me niet!” of “Rita is zo frustrerend, ze ruimt nooit op. Ze is zo lui!”
Wees eerlijk met jezelf: niemand zal dit lezen behalve jij, dus hoe eerlijker je bent tegenover jezelf, hoe beter deze oefening je zal helpen.
Doe dit nu eerst vooraleer je de volgende stappen zet.
Stap 2. Vraag jezelf af: “Is dit waar?”
Bekijk zin per zin, en stel bij elke zin de volgende vragen. Dus bij de zin “Rita ruimt nooit op”, stel jezelf de vraag: “Is dit waar?” Bekijk wat er bij je opkomt.
Stap 3. Vraag jezelf: “Kan ik absoluut zeker weten dat dit waar is?”
Wanneer je erg gefrustreerd bent, is de kans groot dat je bij de vorige vraag “Ja” hebt geantwoord. Wanneer dat gebeurt, vraag jezelf dan: “Kan ik er absoluut zeker van zijn dat het waar is?” Het is erg belangrijk dat je honderd procent zeker bent van wat je beweert.
Ruimt Rita nooit op? Heeft ze nog nooit in haar leven opgeruimd? Echt niets? En hoe kan je dat weten? Hou je Rita 24 uur per dag in de gaten? Wellicht niet. Dus het antwoord op de vraag kan eigenlijk “Nee” zijn, omdat je er niet honderd procent zeker kan van zijn. Misschien ruimt ze soms wel op, op momenten dat jij het niet ziet. Wie weet.
Stap 4. Herken jouw reactie wanneer je die gedachte hebt
Denk aan de originele gedachte: “Rita ruimt nooit op.” Frustrerend, niet? Hoe reageer je wanneer die gedachte bij je opkomt? Voel je boosheid, frustratie, irritatie, iets anders? Herken het, en breng het onder woorden.
Stap 5. Vraag jezelf: “Wie of wat zou ik zijn zonder die gedachte?”
Deze vraag is erg belangrijk. Bedenk hoe je door het leven zou gaan wanneer je de gedachte “Rita ruimt nooit op” niet zou hebben. Nooit.
Hoe zou je je dan voelen? Vrediger? Rustiger? Hoe zou je zijn in de buurt van Rita, wanneer je die gedachte niet zou hebben? Zou je vriendelijker en blijer zijn, en in staat om haar aanwezigheid te appreciëren, in plaats van te focussen op het feit dat ze niet heeft opgeruimd? Wellicht kan je hier “ja” op antwoorden. Deze vragen laten je zien dat je deze persoon alleen maar ‘moeilijk’ vindt, door de gedachten die je erover hebt. Het gaat niet om wat Rita echt doet, het zijn jouw gedachten over haar die jouw frustratie voeden.
Stap 6. Kan je een reden zien om de gedachte te laten vallen?
Aangezien de gedachte alle negatieve gevoelens veroorzaakt, kan je een reden zien om deze gedachte niet te hebben?
Weet dat je een gedachte niet zomaar kan laten vallen. Je kan niet voorkomen dat je iets denkt. Maar eens je erkent dat deze gedachte niet nodig is en je ziet wat ermee samenhangt, kan de gedachte misschien vanzelf weer weggaan.
Stap 7. Draai de stelling om
Na dit onderzoek is het tijd om de stelling om te draaien. Vervang de naam van de persoon door “ik”. Laat de stelling dus over jezelf gaan. Dus in plaats van “Rita ruimt nooit op”, schrijf je: “Ik ruim nooit op.” Denk hierover na. Is dit even waar of misschien meer waar dan de originele stelling?
Dit kan tot verrassende aha-momenten leiden!
Neem de tijd om dit te doen en onderzoek jezelf. Spring niet meteen naar de laatste vraag, werk de vragen in volgorde af om het meest positieve effect te verkrijgen. Veel succes!
Ontdek hier nog extra 7 inzichten over het omgaan met moeilijke mensen
Auteur: Wim Annerel
9 reacties
Van zodra je hem hebt laten vallen, komt Baasje terug en bezorgt je opnieuw ergernis. En weer, en weer.
En tenzij je je ontslag indient, valt er niet aan te ontsnappen. Aan jou om daar een oplossing voor te vinden, meneer Annerel.
Maar wat als sje te doen heb met een psychopaat, een narcist , enz..
Dan helpen die stappen niet.
Sylvain Cuypers