Deel via

Onder het licht van de lampions

November 2020
Over de geschiedenis van de tango zijn al talloze naslagwerken geschreven. De tango zoals we die nu kennen, gaat terug tot op het einde van de 19de eeuw en onderging de invloed van verschillende continenten. Destijds was het een typische volkse dans in de hoofdsteden Buenos Aires (Argentinië) en Montevideo (Uruguay), steden die gescheiden worden door de Río de la Plata.

De metropolen Buenos Aires en Montevideo lokten een massa voornamelijk mannelijke inwijkelingen, waaronder heel wat werkloze gaucho’s (Argentijnse cowboys). In oorsprong werd de tango gedanst in de bordelen en de conventillo’s (wijkkazernes in de buitenwijken). Italiaanse en Spaanse seizoenarbeiders kwamen in groten getale overwinteren, maar hadden vaak de middelen niet om terug te keren en bleven hangen. Begin 20ste eeuw overtrof het aantal immigranten in Buenos Aires zelfs de oorspronkelijke bevolking.

De porteños (havenarbeiders) dansten op hun eigen manier met een knipoog naar de Afrikaanse candombe en de habanera van de Cubanen. Getooid in hun typische wijde broeken en bewapend met messen, het waren ruige tijden. Om indruk te maken op de meisjes dansten ze onderling in het schimmige licht van de farolitos (lantaarns) op de straatstenen. Ze hadden het over gebroken liefdes en over het verre vaderland dat ze misten. Tango werd algauw pure melancholie.

Invloed van verschillende culturen

De invloed van die verschillende culturen is duidelijk in de tango terug te vinden. We merken de typisch Spaanse trots en het fierheidsgevoel van de flamencodanser. Ook de sierlijke elegantie van de Italiaan is meteen herkenbaar. Dit spanningsveld levert een vinnige dualiteit op tussen enerzijds het ogenschijnlijk onbewogene en ingetogene, en anderzijds het uitbundige.

Een ander autochtoon ingrediënt werd geleverd door de oorspronkelijke indiaanse bevolking van het land, die door hun mythische teksten de tango een meeslepend karakter meegaven. Wat dieper gravend, kunnen we ook Afrikaanse ritmes ontdekken. Het ritme van de tango vindt haar oorsprong bij de Afrikaanse slaven, en weerklinkt nog steeds in de Barrio Sur van Montevideo.

Prima la musica

Eerst was er de muziek. Die ontstond bijna overal in havenbuurten. Matrozen beïnvloedden elkaar muzikaal, en vandaar bestaat een verwantschap tussen de rembetika in Griekenland, de fado in Portugal, de blues in Noord-Amerika en de Zuid-Amerikaanse tango. De weemoed van passanten op reis en hun heimwee naar huis werden via de muziek gekanaliseerd.

Tango ontstond in de lagere klassen, en sijpelde via een omweg door naar boven. Pas na het succes bij de betere kringen in Parijs werd de tango opgevist door rijke Argentijnse veekooplui die in Frankrijk zaken deden. Overal ontstonden dansscholen waar steeds ingewikkelder danspassen werden aangeleerd. Daarnaast ontstond het uitgangscircuit van de milonga’s, de dansclubs waar geroutineerde dansers elkaar ontmoetten.

 Het feestritme van de lege maag

Belangrijkste voorloper van de tango is de milonga. Deze dans vindt haar oorsprong in de volkscultuur uit de tweede helft van de 19de eeuw in Buenos Aires en Montevideo. Negerslaven mochten tijdens het carnavalgebeuren in de Barrio Sur éénmaal per jaar hun heimwee muzikaal uiten. Plaatselijke blanke muzikanten maakten een parodie op de candombemuziek, die al snel een eigen muziekvorm werd en als milonga bekend raakte.

Aanvankelijk werd de milonga ook vaak op het platteland gespeeld door de pajadores, troubadours die er ware levensliederen van maakten. Het bandoneon gaf een nieuwe dimensie aan deze ritmische dans waaruit de tango ontstond.

De menselijke stem is niet weg te denken uit deze muziek, die net als de tango de gedrevenheid van zanger, muzikanten en dansers verenigt. De thema’s zijn in de milonga lichtvoetiger en vrolijker dan in de tango.

Het oudere zusje van de tango leeft volgens een snellere hartslag, maar af en toe wordt het ritme vertraagd en is de kloof met tango erg dun. Beide dansen zijn in de mengkroes van het gebied van de Río de la Plata van essentieel belang geweest bij de zoektocht van de vele immigranten naar een eigen identiteit.

In Buenos Aires is de milonga nog steeds razend populair. De term slaat er niet alleen op de dans, maar ook op de plaats waar de tangueros en milongueros samenkomen en op meisjes die met meerdere mannen dansen.

Duivelse dans?

tangovalentino Vandaag heeft ook de Hollywood-tango op dansvlak een onmiskenbare invloed. In de film Four Horsemen of the Apocalypse brengt Rudolf Valentino als gaucho een heel eigen versie van de tango. Deze bijwijlen parodiërende interpretatie, volgens sommige Argentijnen een verkrachting, is bepalend geweest voor het beeld dat heel wat mensen zich van tango zouden vormen.

Net voor de Eerste Wereldoorlog werd de tango in Parijs erg populair. In de naweeën van La Belle Epoque werd de tango er ontdaan van de sociale context en toonde de plaatselijke kunstenaarsscène zich een gretig bewonderaar. Vooral het exotische karakter lokte de mondaine wereld,  maar zorgde anderzijds voor tegenstanders. Zo veroordeelde de aartsbisschop van Parijs in 1914 ‘deze vreemde dans die indruist tegen de moraal’.

Op zich was dit niet verwonderlijk, want rond de eeuwwisseling heerste nog steeds de strenge victoriaanse moraal in de dans. De dames werden letterlijk ingesnoerd en droegen brede jurken en hoepelrokken, zodat de dansers elkaar amper raakten. De kledij schiep dus automatisch een afstand.

In dit strakke keurslijf was een dans waarbij toenadering tussen twee lichamen gezocht werd en waarbij de vrouw naar de normen van die tijd schaars gekleed danste een donderslag bij heldere hemel. De mogelijkheid om op de dansvloer lichamelijk contact te hebben, betekende een mijlpaal in de dansgeschiedenis. Elkaar al dansend effectief omhelzen was voor moraalridders een shockerend gebeuren dat inging tegen alle regels van het goed fatsoen.

Schunnige teksten

tango1 Ook werd tango in die jaren vaak geassocieerd met carnaval en schunnige teksten. De klassieker Adíos muchachos werd ineens ‘het vogelke kon niet kakken, er was een pluimpke aan zijn poepke blijven plakken’.

Maar de opmars was niet meer te stuiten. Zo droegen Franse prostituees die terugkeerden uit Argentinië bij tot de verdere doorbraak van de tango in de Parijse salons. Al voor de Eerste Wereldoorlog gingen tal van Argentijnse orkesten geregeld op tournee door Europa.

In de jaren twintig probeerden de Engelsen de tango te standaardiseren, wat voor een verarming zorgde. Door het vastleggen van de tango in regels, verloor die meteen haar levendigheid.

De Japanse baron Megata die in 1920 in het Parijse cabaret El Garrón de tango had leren kennen, keerde terug naar zijn eigen land met in zijn koffer een collectie tangoplaten van Franse platenlabels. Wat daar meteen het misverstand deed ontstaan dat de tango een Frans fenomeen was.

In de loop van de jaren twintig verdwenen tal van vooraanstaande tango-orkesten. De jazz werd steeds populairder en verdrong de tango op de achtergrond.

In de jaren vijftig bloedde de tango langzaam dood. Enkel de lagere sociale klassen dansten de tango nog, en tegelijk met de staatsgrepen in 1955 werd ook het Gouden Tijdperk van de tango afgesloten.

Auteur: Stefaan Van Laere

1 reactie

Olé !
30/11/20 18:05 REAGEER

Login Registreer

Stefaan Van Laere

Hoofdredacteur
Hoofdredacteur
Hoofdredacteur van SenNet Magazine Stefaan Van Laere (1963) wilde als kind de Tour de France of toch minstens het wereldkampioenschap veldrijden winnen. Door omstandigheden geheel buiten zijn wil is dat er vooralsnog niet van gekomen. Hij is sinds 1988 actief als beroepsauteur en journalist met een brede waaier aan interesses. Hij schreef intussen meer dan 80 boeken (zowel fictie als non-fictie) voor jeugd en volwassenen en publiceerde artikels in tal van kranten en magazines. Ook heeft hij zijn eigen uitgeverij (Partizaan). Hij is van oordeel dat elk onderwerp interessant genoeg is om over te schrijven en dat leeftijd vooral een getal is. www.stefaanvanlaere.be www.partizaan.befacebook

Meer artikels van Stefaan Van Laere

Recente Artikels

Gerelateerde Artikels