Awel, de luisterlijn voor kinderen en jongeren, wordt gedragen door vrijwillige beantwoorders. Mensen van alle slag zitten aan de lijn of achter het scherm: studenten die hun talenten volop ontdekken, ouders die de liefde voor hun kinderen willen vermenigvuldigen, mensen op zoek naar meerwaarde. Er zijn psychologen onder de intussen meer dan vierhonderd vrijwilligers, maar ook bankbedienden, leerkrachten, magazijniers. Ze verbreden elkaars kijk op de wereld en zorgen zo voor een heerlijke ruimdenkendheid binnen de organisatie, zodat elk kind, elke jongere zich in al zijn diversiteit welkom mag voelen bij Awel.
Ook grootouders welkom
Iedere unieke invalshoek is het delen waard. In dit artikel die van… grootouders!
Want hoe mooi is het dat ook een pakweg zestigplusser en een kind samen een helpend gesprek kunnen voeren? Bij Awel kan het, en liefst ook daarbuiten. Want een generatiekloof hoeft niet negatief te zijn. Sterker nog: wanneer je actief naar elkaar luistert, ontstaan er de mooiste bruggen. Dan geven kleinkind en grootouder elkaar geschenken voor het leven.
Een anoniem interview met Awel medewerkers, die ook grootouder zijn.
(Awel) Wanneer praat jij met je kleinkinderen?
(Beantwoorder) Als we samen in de auto zitten, bijvoorbeeld. Je kijkt elkaar niet rechtstreeks aan en dat maakt het praten soms makkelijker. We praten over dagelijkse gebeurtenissen, over het journaal, over Karrewiet. Soms heeft mijn kleinzoon vragen bij het nieuws. Dan vraag ik wat hij al weet en probeer ik aan te vullen met mijn kennis over het topic. Ik hou het eenvoudig en vertel niet meer dan de informatie die hij vraagt. Daar is hij dan tevreden mee.
(Beantwoorder) Ook voor mij is de wagen een echte babbelplek. Ik rijd bijna dagelijks met een van de kleinkinderen naar of van school of een hobby. Tijdens zulke ritjes beginnen ze vaak spontaan te vertellen, soms hun beklag te doen of vragen te stellen. Spontaan ben ik dan vooral een luisterend oor. Soms vraag ik eens iets, om wat dieper te graven. Is het verhaal pittig en boos, dan gebruik ik regelmatig humor om een beetje te temperen.
(Awel) Willen jouw kleinkinderen altijd met je praten?
(Beantwoorder) Zeker niet. En dat is oké. Kleinkinderen willen niet altijd alles met hun grootouders bespreken, hoe sterk de band ook is. Soms delen ze hun gevoelens via tekeningen en briefjes met mij. Dat is prachtig en minstens even krachtig als een goed gesprek. Ik dring dan niet aan om het erover te hebben maar laat wel een ballonnetje op, zodat ze weten: oma heeft het begrepen, en ze is er mocht ik erover willen babbelen.
(Beantwoorder) Met het ene kleinkind gaat het vlotter dan met het andere. Bij mijn kleindochter heeft het bijvoorbeeld even geduurd voor ik het vertrouwen kreeg. Twee jaar geleden, met Kerst, kon ik kennismaken met haar partner. Hij vertelde me wat hij beroepshalve doet en verschoonde zich dat ik het waarschijnlijk moeilijk zou kunnen plaatsen. Dadelijk verklaarde mijn kleindochter dat mami dat zeker wél kon. Wat een mooie bevestiging voor mijn luisterende oren.
(Beantwoorder) Twee van mijn kleinkinderen hebben een autismespectrumstoornis. Er zit ook een groot leeftijdsverschil tussen onze kleinkinderen. Er is geen rechte lijn te trekken in de manier waarop wij als grootouders met onze kleinkinderen in gesprek gaan. Ieder kind is anders. We laten zien dat we er zijn en proberen zo goed mogelijk rekening te houden met hun verschillende persoonlijkheden.
Mijn oudste kleinzoon wordt straks vier en leeft nog onbekommerd. Maar de vragen en bezorgdheden van de kinderen die me vandaag bij Awel bellen zullen morgen misschien ook in zijn hoofd omgaan. Zeker weet ik het niet, maar ik voel me zo alvast beter voorbereid om er te zijn voor mijn kleinkinderen en hen de hand te reiken waar ik kan.
(Awel) Hoe begin je een babbel met je kleinkind?
(Beantwoorder) Ik maak geregeld gebruik van een actueel thema om een gewoon gesprek met mijn kleinkinderen (vijftien en dertien jaar) te voeren. Ik stel dan een vraag over de actualiteit en wat ze ervan vinden. Ik kies een onderwerp dat in hun leefwereld zeker aan bod komt. Door open vragen te stellen kan ik inschatten wat hun mening is, als ze er een hebben. Zo komen we op thema's uit zoals sociale media en kan ik inschatten hoe ze ermee omgaan. Ik leer hen en meteen ook het thema beter kennen!
(Awel) Welke houding neem je aan tijdens een gesprek?
(Beantwoorder) Ik ga mee in het verhaal van mijn kleinkinderen. Zo had ik vorige week nog een gesprek met mijn kleinzoon van dertien. Hij was op zoek naar zijn talenten en welk beroep hij er later mee zou kunnen doen. Ik liet hem eerst vertellen wat hij graag doet, waar hij goed in is. Ik stuurde nergens op aan, stelde louter open vragen. Hij studeert niet graag en zou later zeker niet gaan doen wat mama doet, de hele dag aan haar computer werken (IT-job). Zo kwamen we op 'actieve' beroepen uit, inspecteur bij de politie of iets met sport. Omdat hij een empathische jongen is en heel sociaal, zei ik dat hij goed zou passen in een job bij de politie maar dat ik hem ook wel zie als leerkracht, lichamelijke opvoeding bijvoorbeeld .’Oh, ja,’ zei hij, ‘maar dan in het lager onderwijs’. Door wat extra bevraging kwam hij tot het besluit dat hij toch nog een aantal jaren zijn best moet doen, want dat diploma secundair zou wel nodig zijn. Ik sloot af met een compliment en met de geruststelling dat hij zeker zijn weg zal vinden. Dat hij alvast over z’n toekomst mag nadenken, maar nog heel veel tijd heeft om keuzes te maken. Het was een mooi voorbeeld van samen dromen en redeneren.
(Awel) Wat wil jij betekenen voor je kleinkinderen?
(Beantwoorder) Grootouders zijn een uitvalsbasis om het gemoed te luchten of het enthousiasme vrij spel te geven. Hoe jonger, hoe meer de kleinkinderen hun boeiende belevenissen kwijt willen, hoe ouder hoe meer hun verhaal al eens verschuift naar wat hen dwars zit.
(Beantwoorder) Ik help mijn kleinkinderen graag de wereld te begrijpen. Mijn kleinzoon is nogal gevoelig en ervaart plagen snel als pesten, of lachen met een grappige situatie als uitlachen. Dan leg ik uit wat het verschil is tussen lachen met iets en uitlachen aan de hand van het verborgen camera concept, waarbij met de situatie gelachen wordt en niet met de persoon in het filmpje.
(Beantwoorder) Mijn kleinkinderen probeer ik te leren hun gevoelens en emoties te verwoorden.
Recent vertelde mijn kleinzoon van dertien dat een meisje uit zijn klas het had aangevraagd enkele dagen geleden en dat hij ja gezegd had. Zijn eerste liefje! Hij wil nog even wachten om het zijn ouders te vertellen, maar hij weet dat zijn geheimpje veilig is bij mij. Omdat hij nog geen foto had, stuurde hij direct naar zijn liefje en vroeg om een foto om mij te kunnen tonen. Die kreeg ik even nadat hij terug thuis was. Als je kleinkinderen je hiermee vertrouwen is de kans veel groter dat ze ook naar je toe komen wanneer ze met een probleem zitten of zich niet goed in hun vel voelen.
(Awel) Wat is jouw gouden tip voor grootouders die een gesprek met hun kleinkinderen willen aanknopen?
(Beantwoorder) Een regeltje dat wij onszelf hebben opgelegd: wij praten met onze kleinkinderen zo veel mogelijk in een volwassen taal en over om het even welk onderwerp dat ze willen aankaarten. Eigenlijk is praten met hen vaker luisteren dan spreken.
(Beantwoorder) Ik vind dat kleinkinderen bij grootouders plezier moeten kunnen maken. Daarom doorspek ik vaak mijn gesprekjes met hen met grappen en grollen. Vaak heel ontwapenend wanneer ze niet goed in hun vel zitten.
(Beantwoorder) Ken je plaats in elk verhaal. Grootouders zijn in de eerste plaats ouders van de ouders. Het zijn de ouders die de zorg van hun kinderen op zich nemen, daarvoor keuzes maken en navenant handelen. Dat is niet altijd wat je als grootouder zou verwachten of zou doen. Als grootouder kan je er dan vooral over waken dat de kleinkinderen mee zijn met het verhaal van hun ouders. Dan is je plaats die van bevoorrechte en volgende toeschouwer. Dat is mijn motto geweest, vanaf de eerste dag dat we het geluk van een eerste kleinkind mochten proeven: geniet van dat geluk, maar vanop je plaats in het verhaal, als grootouder, niet als bijna-ouder. Dat is niet altijd gemakkelijk, hoor. Je mening af en toe eens meegeven aan je zoon of dochter, kan. Maar ik zal het nooit doen in het bijzijn van de kleinkinderen. Laat de loyaliteit van kinderen aan hun ouders, die vaak ontzettend groot is, bestaan.
(Beantwoorder) Tijd maken om te luisteren is voor mij het belangrijkste. Ouders hebben die tijd niet altijd, grootouders leven vaak wat rustiger en kunnen met geduld en levenservaring ruimte maken voor heerlijke gesprekjes.
Ze zijn nu nog klein, maar ik vraag me voortdurend af wat er in hun hoofdje omgaat. Ik luister geboeid naar hun soms verrassende vragen, probeer hun verdrietjes en twijfels te begrijpen. Zo probeer ik dat ook te doen bij de jongeren die Awel contacteren. De kinderen van Awel en de kleinkinderen, beide leren ze me goed luisteren en meevoelen. Het is een mooie en leerrijke wisselwerking.
Dit artikel verscheen in de nieuwsbrief van Awel. Schrijf je hier gratis in om meer zoals dit te lezen.
Bekijk ook dit filmpje.
Auteur: Stefaan Van Laere
2 reacties