Deel via

“Een zware verkoudheid, meneer!”

December 2021

Een tijdje geleden geraakte ik toch nog eens in paniek, gevoel dat ik almaar minder ervaar omdat ik meen in mijn lang leven al ongeveer alles meegemaakt te hebben.

Nu voelde ik, dagen en nachten na mekaar, dezelfde last die ik zes à zeven jaar geleden ervoer toen een weerbarstige kanker zich aanmeldde. Halskanker zowaar. Ik wist niet eens dat er zoiets bestond. Trouwens, als je dat woord met een correctieprogramma in je laptop intikt, wordt het prompt in het rood onderlijnd. Oorpijn, het idee dat de helft van mijn gelaat opgezwollen was en nog een paar andere symptomen leidden mij destijds naar een lange en pijnlijke behandeling en naar nog wat naweeën als extraatje.

En nu scheen dat weer op mij af te komen, wat mij dus angstig stemde en bijstand van de specialist van destijds onvermijdelijk maakte. Ja, van die halsspecialist, woord dat op mijn scherm weer met rood onderlijnd verschijnt.

Ik ga zijn naam niet vermelden, hoewel ik meen dat ik, met zijn verschijning destijds in mijn leven, het groot lot getrokken heb. Die man straalt echt kennis en zelfzekerheid errond uit, zonder daarbij ongepast autoritair over te komen. Je ervaart zijn diagnose onmiddellijk als de juiste, als de enige aanvaardbare, wat ook geldt voor de onvermijdelijke behandelingen.

Maar geen naam dus, omdat ik niet weet of zoiets gepast is en ook niet of die bewonderenswaardige specialist daarmee gediend zou zijn. Want je voelt bij hem naast die evidente, op kennis en aanleg gebaseerde zelfzekerheid, ook een niet te miskennen discretie in zijn persoonlijkheid. Wat het allemaal nog geloofwaardiger maakt.

Dus, ik met oorpijn en aanverwante symptomen terug naar die halsspecialist (weer met rode lijn) en tot mijn grote verbazing was er, in volle vierde coronagolf, de dag na mijn telefoontje al een plaatsje vrij. Gebeurde dan wat ik al dikwijls meemaakte in die lange controletijd, die op mijn ziekzijn volgde. Onaangenaam onderzoek tot ver in de mondholte, slangetje met lamp de neus in, tot diep in de keel. En nu onmiddellijk de geruststellende conclusie: niets te zien wat verontrustend kan lijken. De voorzichtige specialist vond wel dat ik nog eens onder de scan moest, maar gaf meteen vrij wat men als zijn definitieve diagnose mocht beschouwen.

-U hebt wel een verkoudheid, een ZWARE VERKOUDHEID, meneer!

Ik had dat zelf nog niet geraden omdat ik, met mijn op de kanker volgende slikproblemen, dag in dag uit loop te hoesten en te niezen. En een ZWARE verkoudheid, ik wist gewoon niet wat dat is, vermits ik, meen ik mij te herinneren, zelfs nooit een GEWONE verkoudheid kreeg. “Een valling”, zoals wij zeggen, en ik kwam er zo weinig mee in contact, dat ik mij nooit afgevraagd heb waar dat zonderling woord, ‘valling’ dus, vandaan komt. Googelen meteen, om uit te komen bij onder meer deze definitie: kou ik op een lichaamsdeel valt.

Nu, verkoudheid of valling, ik kon tot nu toe nooit vatten waarom mensen zoveel heisa maakten rond zo’n onnozel kwaaltje, dat ik zelf zelden of nooit te bekampen kreeg.

Nu oordeel ik daar wel anders over.

Met die ‘zware verkoudheid, meneer’ werd ik gedurende dagen tot de zetel veroordeeld, onbekwaam om gelijk wat te doen. Als ik mezelf toch eens tot aan de laptop sleepte, bleek ik geen controle over mijn vingers te hebben. De letters schenen overal rond te vliegen.

Dat is nu al sinds een tijdje voorbij, maar ik blijf bij mijn voornemen om nooit nog te spotten met mensen die kampen met een ‘valling’ en biedt zelfs mijn excuses aan, aan hen met wie ik dat in het verleden wel deed.                                                       

Auteur: Robert Janssens

4 reacties

jam
De pijn van de ander voelt men niet.Je eigen pijn,en of ongemak,is soms moeilijk te omschrijven.Vraag het aan mensen die op een bepaald moment naar de pijnkliniek worden verwezen.
20/12/21 17:23 REAGEER
ferventelezer
Mooi beschreven!
21/12/21 10:51 REAGEER
karel2
Iets wat mijn pa zei en als er weer eens over een profiteur gepraat werd, dat was dan over iemand die bvb; niet direct een nieuwe job vond, of iemand die regelmatig ziek was.
Pa zei, er scheelt iets, anders zou die wel werken.
Dat is iets wat ik nooit vergeet, en zeer dikwijls waar.
21/12/21 11:22 REAGEER
Nimue
(H)Eerlijke bedenking van de schrijver.
Als we jonge kinderen waren (ik en de zussen) lachtten we ons te pletter als Bomma weer eens voor de tigste keer zei ' het tocht hier zo , doe die deur rap toe.. t'is koud op m'n knieën' . Bomma had artrose en was moeilijk te been, later zelfs invalide. Maar als je jong bent , dan weet je niet wat kou is, tocht in huis is onbelangrijk en bomma's kunnen zagen...pff.. wie lag daar nu wakker van.
Tot ik enkele jaren geleden naar de dokter moest omwille van pijn in m'n knie. Ik dacht lelijk gestoten, zoals vaker gebeurt. Dokter keek er raar bij , stuurde me door voor foto's en scan. Toen viel het woord 'artrose' , gevorderde staat. Nu denk ik anders over m'n bomma van toen, lach ik niet meer als het 'tocht' in huis.
3/01/22 15:54 REAGEER

Login Registreer

Robert Janssens

journalist-auteur
journalist-auteur
Robert Janssens (Borgerhout, 25 juni 1939) is een voormalige Vlaamse sportjournalist. Hij maakte naam als wielerjournalist voor eerst de Volksgazet en later vooral Het Laatste Nieuws. Hij schreef een 15-tal fel gewaardeerde wielerboeken en maakt in 2021 op 81-jarige leeftijd met 'Sukkelaar' zijn romandebuut. Boek 'Sukkelaar'

Meer artikels van Robert Janssens

Recente Artikels

Gerelateerde Artikels