De moord op Kennedy is wellicht de bekendste moord uit de geschiedenis, maar er zijn er nog geweest die al dan niet het wereldnieuws hebben gehaald. Wij belichten er hier een aantal en trachten te achterhalen wie er nu eigenlijk de ware schuldige was.
Moorden op Valentijnsdag
Het Valentijnsdagbloedbad vond plaats op 14 februari 1929. De stad waar het gebeurde was Chicago. De moord zelf vond plek bij SMC Cartage Company, een bedrijf dat als dekmantel werd gebruikt door de North Side Gang onder leiding van George ‘Bugs’ Moran. De Amerikaans-Ierse bende had het noordelijke deel van de stad onder controle, terwijl een andere bende de rest onder haar hoede had. Die bende werd geleid door wellicht de meest beruchte maffiabaas aller tijden: Al Capone. Deze bende had Italiaanse achtergrond en hun relatie met de Ierse rivalen was zeker niet top.
Rond 10 uur die bewuste dag verzamelde een groep van zeven mannen zich op de plek. Vijf van hen waren gangsters, één iemand was automonteur die voor de bende werkte en dan was er nog een opticien die graag met de bende optrok. De mannen wachtten op hun leider Bugs Moran, maar op een gegeven moment stopte er een politiewagen voor het pand. De mannen dachten dat het om een controle ging, hetgeen in die tijd wel vaker gebeurde. Ze schrokken er dan ook niet van toen de agenten hen vroegen om met hun gezicht naar de muur te gaan staan met hun benen gespreid en hun armen in de lucht. Wat daarna volgde, was wel niet hetgeen de mannen hadden verwacht.
De ‘agenten’ namen hun machinegeweren en begonnen op de mannen te vuren. De slachtoffers vielen weerloos tegen de grond en werden dus genadeloos afgemaakt. Daarna stapten de daders weer in hun wagen. Buurtbewoners hadden de schoten gehoord en kwamen af, maar dachten dat de ‘agenten’ een vuurgevecht waren aangegaan met de gangsters en dus keerden ze terug huiswaarts. Pas uren later kwamen de eerste echte agenten ter plaatse. Die waren namelijk opgeroepen omdat buurtbewoners al urenlang een hond hoorden janken in het gebouw.
Onderzoek
Toen de agenten achterom gingen kijken, kwamen ze uit bij het bloedbad. Ze troffen er de zeven mannen doorzeefd met kogels aan. In totaal werden er 72 kogelhulzen op de vloer gevonden. 70 waren er van Thompson machinegeweren en twee waren afkomstig van twee verschillende jachtgeweren. Toen men erachter kwam dat het allemaal slachtoffers waren van de bende van Bugs Moran werd beslist er de FBI bij te roepen. Die kwam al snel tot de conclusie dat dit een aanslag was op maffiabaas Bugs Moran en dat dranksmokkel wellicht centraal stond in deze afrekening.
Verdachtenlijst
Eén van de hoofdverdachten in de zaak was de meest gekende maffiabaas aller tijden: Al Capone. Uiteraard heeft hij de moorden niet zelf begaan, maar deed hij dit via een huurmoordenaar. Dat zou volgens de speurders een zekere Jack McGurn geweest zijn, bijgenaamd ‘Machine Gun’. Deze had echter het alibi dat hij een suite had geboekt in een chique hotel en dat hij op de dag van de aanslag daar vertoefde met zijn geliefde. Capone zelf zat die dag niet eens in Chicago, maar in Florida. Natuurlijk hoefde hij ook niet aanwezig te zijn als hij de moordaanslag had besteld en kon hij alles regelen vanuit zijn vakantieoord. Het is echter nooit bewezen dat dit het geval was en dat de maffiabaas ook maar iets met de aanslag te maken had.
Ook een andere bende werd verdacht, met name de Purple Gang. Dit waren Joodse gangsters uit Detroit die zich voornamelijk met dranksmokkel bezighielden. Niet dat men dacht dat zij de moorden helemaal zelf hadden georganiseerd, maar ze deden wel zaken met Al Capone en schuwden grof geweld niet. De vrachtwagen met illegale drank die in het SMC gebouw aanwezig was, bleek overigens van de Purple Gang te zijn. En zij maakten destijds gretig gebruik van een huurling die voor de speurders als hoofdverdachte nummer één gold.
Die hoofdverdachte was een zekere Fred Burke, bijgenaamd ‘Killer’. Hij voerde in die tijd geregeld liquidaties uit voor de Purple Gang en gebruikte daarvoor steevast een Thompson machinegeweer. Met dat type wapen werden ook de moorden gepleegd. Hoewel hij op het moment van de feiten in onmin leefde met de Purple Gang, leverde hij wel zijn diensten aan Al Capone. Dit was misschien de cruciale link die de speurders konden leggen tussen deze zaak en de topgangster.
In december 1929 deed de politie een inval in de bungalow van Burke. Ze vonden er een kogelvrije vest, geld, pistolen, twee Thompson machinegeweren en duizenden kogels. Uit ballistisch onderzoek kwam men te weten dat de geweren bij de aanslag werden gebruikt net als bij de moord op een andere notoire gangster uit die tijd, een zekere Frank Yale. Voor de rest was er geen bewijs tegen Burke.
Auteur: Carl Bries
9 reacties