De ranke, grijze man vond nog een plaatsje in de schaduw, op het met zon overgoten terras. Hoewel hij nog goed ter been was, geraakte hij maar moeizaam gezeten. Het was laveren tussen het dicht bij mekaar geplaatste meubilair, kwestie natuurlijk van zoveel mogelijk mensen de kans te bieden te genieten van die mooie zomerdag. En ook om daaruit het grootste rendement te halen.
De naaste buur van de ranke, grijze man was ook een eenzaat, eveneens een kerel op leeftijd, leeftijd waarin zich een behoorlijk ronde buik ontwikkeld had.
De grijze man begon, eens gezeten, stevig te hoesten, wat direct aanleiding gaf tot een conversatie met de man naast hem.
-God, toch geen corona zeker, zei die, want anders ben ik onmiddellijk weg. Het is met die besmetting weer flink in gang geschoten, zo hoor of lees ik toch. En je moet dan maar geen onnodige risico’s nemen.
De grijze man stelde onmiddellijk gerust.
Het k-woord
Hij legde nogal omslachtig uit dat hij jaren geleden kanker had gehad, daarvan was afgeraakt, maar nog altijd de gevolgen ondervond, van de behandeling dan. Met slikproblemen en met, zoals zopas gedemonstreerd, hoest- en niesbuien.

De rondbuikige kerel repliceerde daarop met de – eveneens uitvoerige - melding dat hij ook kanker had verwerkt, twee keer trouwens, en de gevolgen ook niet minnetjes bleken te zijn. Hij had, vanuit de blaas, een afvoerkanaaltje zitten om te doen ‘wat meneer wel kon denken’ en verder, nog erger, een STOMA.
-Maar ook dat, zei de kerel, is geen probleem. Mijn vrouw heeft snel geleerd hoe ze mij daarbij kan helpen en in feite verloopt alles nu vlotter dan voorheen, toen ik nogal vaak geconstipeerd was.
-Trouwens, zo sloot hij dat onderwerp af, zo hinderlijk is dat ook allemaal niet. Kijk maar eens hoe klein dat ding, die stoma wil ik zeggen, wel is.
Waarop hij zijn shirt omhoogtrok en liet zien was er op de zijkant van zijn buik bevestigd was.
Rollator
De conversatie veranderde van onderwerp toen nog een man zich aanmeldde, nu aan het tafeltje van de buurman. Het was een veel jongere vent, die echter wel met een rollator tussen al die stoelen moest manoeuvreren om bij zijn kameraad te geraken. Hij plofte zuchtend neer op de nog vrijstaande stoel.
-Die benen, die benen, het is weer lastig vandaag, jammerde hij.
-Komt van het zuipen, zei zijn overbuur kordaat. Hoe oud ben jij trouwens?
-52, antwoordde de andere.

-Ja, en ik ben 73 en zie mij hier zitten, fysiek in betere conditie dan jij, ondanks mijn beide kankers.
-Maar, vervolgde hij, ik ben ook tijdig met zuipen gestopt en dat is toch al wel twintig jaar geleden.
-Ik dronk ook, zo pikte de grijze man in. Ik was eveneens met de drank gaan overdrijven en heb mezelf dan tijdig een halt toegeroepen. Anders had ik hier misschien niet gezeten.
De 52-jarige verklaarde dan dat hij dat drinken, ja, zeg maar zuipen, had geleerd toen hij militair was, in een soort vreemdelingenlegioen dan nog wel.
-En nu geraak ik er met de beste wil van de wereld niet vanaf, ondanks die benen. Maar toch, toch blijf ik erbij dat die tijd van militair zijn de mooiste uit mijn leven gebleken is. Omdat daar in de buurt van de kazerne zoveel knappe meisjes rondliepen.
Dat laatste zette de oude, grijze man aan het denken.
-Zie ons hier nu zitten, zei hij tegen zichzelf. Het is een mooie dag, het is gezellig op het caféterras, zij het dat de ene tonic en de andere cola drinkt en alleen de ex-militair het met een halfliterpint doet. En over wat hebben we heb? Over kanker, de onvermijdelijke prostaat inbegrepen, en de gevolgen daarvan: stoma’s en hoestbuiten bijvoorbeeld, en verder over stoppen of niet stoppen met drinken, over goed of moeilijk stappen. Jaren geleden zou dat wel anders geweest. Dan zouden die mooie meisjes, over wie de gewezen militair het net en heel even had, serieus aan bod gekomen zijn.
Op dat ogenblik liepen twee mooie jonge, luchtig geklede jonge dames voorbij. De oude heren keken er even naar, met de zachte blik van de brave opa. Bij de gewezen militair oogde dat wel anders, heel even maar. Waarna hij weer alle aandacht aan zijn halfliterpint besteedde.
Auteur: Robert Janssens
5 reacties
'' Er is maar één dag in je leven dat je iets kan doen en dat is ... vandaag. ''
Maar voor je het weet is vandaag gisteren...