Steeds meer mensen die al op pensioen zijn - of dit binnen afzienbare tijd zullen doen - maken zich zorgen om hun pensioen. Zal het wel voldoende zijn om alle kosten te betalen? Of moeten we met zijn allen aan onze spaarcenten zitten? En wat als we die niet hebben?
Tijdens ons actieve leven dragen we door middel van belastingen en sociale lasten bij tot 'het algemeen nut'. Daar behoort ondermeer ook het pensioenfonds toe. Maar dit dreigt voor steeds meer onrust bij de bevolking te zorgen. Enerzijds ondernemen politici wel stappen om het pensioen op te trekken naar een minimumbedrag van 1500 euro per maand, maar anderzijds loeren heel wat gevaren om de hoek.
De laagste pensioenen zijn onvoldoende
Heel wat mensen met een klein pensioen maken zich - terecht? - zorgen. Het voorbije jaar hadden we - al dan niet als gevolg van de oorlog in Oekraïne - te maken met een duidelijke stijging van de kosten voor ons dagelijks onderhoud. De uit de pan swingende energiefactuur, de intussen ietwat gestabiliseerde brandstofprijzen, de alom gestegen prijzen voor voeding en eigenlijk zowat alles wat in je winkelkar ligt, maar even goed een cafébezoek of reizen: het zijn maar enkele voorbeelden die aantonen dat er sprake is van een duidelijke inflatie.
Lig jij er ook van wakker?
Zeker wie slechts van een laag pensioen geniet ligt er letterlijk van wakker. Zal ik de rekeningen wel kunnen blijven betalen? En wat als ik zorgbehoevend word en naar een rvt moet? Het moeizaam opgebouwde spaarpotje (voor zover je dat al hebt) zal dan snel als sneeuw voor de zon smelten. Zo is de dagprijs voor een woonzorgcentrum voor het vierde opeenvolgende jaar gestegen en zitten we nu al aan gemiddelde maandprijzen van rond de 2000 euro.
Maar hoog tijd dat we er de experts bijhalen. Journalisten Michaël Van Droogenbroeck en Ewald Pironet schreven over de pensioenproblematiek het boek 'Investeren in de derde helft van je leven' met als ondertitel 'Hoe je (comfortabel) van je pensioen geniet en tegelijk je (klein)kinderen op weg helpt'.
De auteurs zijn niet de eerste de beste. Michaël Van Droogenbroeck (1978) is financieel journalist bij de VRT. Van 2017 tot juni 2020 presenteerde hij op Radio 1 het actualiteitsprogramma De Ochtend. In HLN bracht hij regelmatig een bijdrage over de meest courante vragen die mensen zich stellen over geld.
Ewald Pironet (1961) is senior writer bij het weekblad Knack. Hij startte zijn carrière in de journalistiek bij de Nederlandse krant NRC Handelsblad. Van 1987 tot 1992 was hij redacteur bij Trends en van 1992 tot 2007 werkte hij bij de krant De (Financieel-Economische) Tijd. Daarna werd hij redacteur bij Knack, waar hij over economie en financiën schrijft.

Foto auteurs: copyright Bjorn Comhaire
Investeren in de derde helft van je leven
Het boek geeft een realistische maar hoopvolle kijk op het pensioen. Hoe je (comfortabel) van je pensioen geniet en tegelijk je (klein)kinderen op weg helpt: het is vraag die velen van ons bezighoudt.
'In het voetbal is de derde helft, de nabespreking van de match tussen pot en pint, niet zelden de beste helft. Volgens sommigen geldt dat ook voor het leven. Vanaf je zestigste verjaardag kun je het zo langzamerhand wat rustiger aan gaan doen en wat meer genieten, met zicht op je pensioen. En dat brengt specifieke financiële vragen met zich mee. (Michaël Van Droogenbroeck en Ewald Pironet)
Wat kost oud worden?
Het is een cliché, maar zoals alle clichés bevat het een kern van waarheid: iedereen wil oud worden, maar niemand wil oud zijn. Om van een zorgeloze dag te kunnen genieten moet je je volgens de auteurs tijdig een aantal vragen stellen:
"Je bent (binnenkort) met pensioen, en je hebt een appeltje voor de dorst bij elkaar gespaard. Maar wat kost oud(er) worden? Moet je (veel) belastingen (blijven) betalen als je met pensioen bent? Mag je (voltijds) bijklussen? Heeft het voor zestigplussers (nog) zin om (actief) te beleggen? Schenk je (nu al) aan je (klein)kinderen, of stel je (ook) een testament op? Wat doe je met je huis, ruil je dat in voor een (service)flat? Kun je daar nog (gemakkelijk) voor lenen op oudere leeftijd? En (waarom) kan een zorgvolmacht nuttig zijn?"
Piek rond ons vijftigste
Tijdens je actieve periode heb je als je geluk had gewerkt, of door omstandigheden (ziekte, invaliditeit, werkloosheid,...) had je een vervangingsinkomen. Misschien was dat ruim voldoende om van te leven, of had je het dan ook al moeilijk om de eindjes aan elkaar knopen. Hoe dan is onze financiële status in de loop van ons leven onderhevig aan schommelingen.Michaël Van Droogenbroeck en Ewald Pironet: "Rond je zestigste verjaardag zijn er voor de meeste mensen belangrijke wijzigingen in hun inkomsten, schulden en vermogen. Dat blijkt uit cijfers van de Europese Centrale Bank (ECB) en de Nationale Bank van België (NBB). Uit de cijfers blijkt dat het inkomen van de referentiepersoon, het gezinshoofd, in ons land sterk toeneemt tot rond de vijftigste verjaardag. Daarna neemt het af en het inkomen krijgt een serieuze knik na het zestigste tot 65ste levensjaar, als we met pensioen gaan. Het wettelijk pensioen van een werknemer met een gemiddeld loon valt terug tot iets minder dan de helft van het laatst verdiende loon."
Gemiddelde schuld neemt af naarmate we ouder worden
Naast inkomsten zijn er ook uitgaven. Kinderen grootbrengen, een woning afbetalen: de kosten zijn niet gering. Maar hoe evolueren ze tijdens ons leven?
Michaël Van Droogenbroeck en Ewald Pironet:: "Onze schuld kent een heel andere evolutie: ze stijgt zeer sterk in het begin van je actieve leven om tussen je 30ste en 34ste het toppunt te bereiken. Dat komt overeen met de fase dat de meesten een hypotheeklening afsluiten om een huis te kopen of te bouwen. Daarna daalt de schuld geleidelijk, we betalen de lening(en) af, en meestal zijn we daar rond ons 55ste levensjaar van verlost. Daarna nemen de schulden doorgaans nog verder af in een trager tempo."
Hoe 'rijk' zijn 60-plussers? En worden ze armer?
Om weten waarover we heb hebben is het nodig om man en paard te noemen. Met andere woorden, hoe 'rijk' zijn we nu eigenlijk? En hoe is de evolutie van ons vermogen naarmate we ouder worden? Michaël Van Droogenbroeck en Ewald Pironet zijn de geknipte personen om ons dat uit te leggen.
"Als we de cijfers in detail bekijken, zien we aan de ene kant dat 25 procent van de 60-jarigen een nettovermogen heeft van 110.000 euro of minder, rond 70 jaar is dat 50.000 euro of minder en bij de 75-plussers 32.000 euro of minder. Dat komt voor deze groep neer op een val van bijna 80.000 euro, of maar liefst 70 procent tussen 60 en 75 jaar. Aan de andere kant heeft 25 procent van de 60-jarigen een nettovermogen van 665.000 euro of meer, rond 70 jaar is dat 550.000 euro of meer en bij de 75-plussers 530.000 euro of meer. Hun nettovermogen neemt dus tussen 60 en 75 jaar met 135.000 euro af, of 20 procent.
We kunnen dan ook zeggen dat het nettovermogen tussen het 60ste en 75ste levensjaar met zo’n 80.000 tot 135.000 euro vermindert. Voor de mensen met een eerder klein nettovermogen is de impact op hun vermogen veel groter dan voor wie een groot nettovermogen heeft."
Eigen woning blijft de belangrijkste pijler van het vermogen
Nog een van die clichés: een eigen huis is de beste investering. Klopt dat?
Michaël Van Droogenbroeck en Ewald Pironet: "Uit de cijfers van de Europese Centrale Bank en de Nationale Bank blijkt ook hoe het nettovermogen per leeftijd is opgebouwd. De eigen woning is van bij de verwerving veruit het belangrijkste en blijft dat heel het leven. Dat de persoonlijke aanvullende pensioenen en levensverzekeringen vanaf de zestigste verjaardag sterk afnemen, is logisch. Ze vormen een belangrijk appeltje voor de dorst dat dan wordt opgesoupeerd (natuurlijk door degene die het in de loop der jaren heeft opgebouwd). Uit de cijfers blijkt ook duidelijk dat de meeste andere financiële activa, zoals beleggingsfondsen en aandelen, vanaf de zestigste verjaardag afnemen."
Het mag duidelijk zijn: na je zestigste levensjaar neemt je inkomen serieus af en veel landgenoten spreken dan hun vermogen aan. (Michaël Van Droogenbroeck en Ewald Pironet)
Waar geven we geld aan uit?
Het patroon van onze uitgaven verandert in de loop van ons leven.
Michaël Van Droogenbroeck en Ewald Pironet: "Naarmate we ouder worden, tasten we veel minder diep in onze portemonnee voor kleding: een 65-minner besteedt daar jaarlijks gemiddeld 1400 euro aan, iemand tussen 65 en 74 jaar nog 850 euro en een 75-plusser 500 euro. Voor schoenen is er een gelijkaardig verhaal: het zakt van gemiddeld 350 euro per jaar voor we met pensioen gaan over 175 euro als we tussen 65 en 74 jaar zijn tot 100 euro als we de kaap van 75 jaar hebben gerond. Ook voor de aanschaf van meubelen en huishoudtoestellen geven we steeds minder uit naarmate de leeftijd toeneemt: respectievelijk 2600 euro, 1800 euro en 1500 euro. Dat geldt ook voor cultuur en vrije tijd, waar onder meer ook de televisietoestellen en pc’s bij zitten: dat cijfer zakt van 2400 euro over 2000 euro naar 1250 euro.
De woning, met inbegrip van de rekeningen voor water, elektriciteit, gas en andere brandstoffen, blijft in alle leeftijdscategorieën gemiddeld zo’n 11.000 euro opeisen, maar neemt wel een steeds grotere hap uit de uitgaven: bij de min 65-jarigen neemt ze zowat 30 procent voor haar rekening, bij de groep tussen 65 en 74 jaar wordt dat al 32 procent en bij de 75-plussers zelfs 37 procent. Wonen en alle kosten die daarmee verband houden, spelen dus een heel belangrijke rol in het budget naarmate we ouder worden."
Opvallend: 65- tot 74-jarigen drinken meer...
Michaël Van Droogenbroeck en Ewald Pironet stellen in het uitgavepatroon iets opvallend vast: "Opmerkelijk: er is een piek in de aankoop van alcoholische dranken tussen 65 en 74 jaar,
al lusten ook 75-plussers nog een glaasje.
Voeding en niet-alcoholische dranken zijn altijd de tweede belangrijkste uitgavenpost, hoe jong of oud we ook zijn: voor 65-minners en de groep tussen 65 en 74 jaar is dat jaarlijks gemiddeld 5700 euro, voor 75-plussers daalt dat cijfer naar 4500 euro.
Opvallend zijn de uitgaven voor alcoholische dranken. Iemand jonger dan 65 jaar geeft daar gemiddeld 500 euro aan uit, een persoon tussen 65 en 74 jaar besteedt er 750 euro aan en vanaf 75 jaar zakt het cijfer weer naar 600 euro. Er is dus een opmerkelijke piek in de aankoop van alcoholische dranken tussen 65 en 74 jaar, maar ook de 75-plussers lusten nog een glaasje.
Iets gelijkaardigs zien we bij de uitgaven voor vakantiereizen: ook daaraan geven ouderen tussen 65 en 74 jaar meer geld uit (gemiddeld 350 euro) dan de 65-minners (300 euro) en 75-plussers (140 euro)."
Gezondheid neemt een steeds grotere hap uit het budget
De enige grote uitgavenpost die met het ouder worden toeneemt en zelfs vrij serieus stijgt, heeft te maken met gezondheid. Mensen onder 65 jaar moeten daar jaarlijks gemiddeld 1600 euro voor uittrekken, tussen 65 en 74 jaar wordt dat bijna 2000 euro en voor 75-plussers 2400 euro.(Michaël Van Droogenbroeck en Ewald Pironet)
Michaël Van Droogenbroeck en Ewald Pironet: "Dat verhaal gaat op voor nagenoeg alle onderdelen van de gezondheidszorg. Voor geneesmiddelen bijvoorbeeld zijn de bedragen respectievelijk 700 euro, 800 euro en 1400 euro. Of neem hoorapparaten, die bij mensen jonger dan 65 jaar bijna niet voorkomen, maar tussen 65 en 74 jaar gaat het al om gemiddeld 130 euro per huishouden, voor 75-plussers wordt dat 400 euro. Het illustreert dat ouder worden gepaard gaat met meer medische kosten, wat je onmiddellijk in je portemonnee merkt."
Lopen ouderen een groter risico op armoede?
In de volksmond leeft de overtuiging dat heel wat ouderen dreigen in de armoede te verzanden. Wat denken Michaël Van Droogenbroeck en Ewald Pironet hierover?
"Volgens dezelfde berekeningen van de OESO leeft in ons land 8,2 procent van de totale bevolking onder de armoedegrens, dit volgens de definitie dat je 50 procent minder inkomen hebt dan het nationaal mediaan (de helft heeft meer, de helft heeft minder) van de huishoudens. Voor 65-plussers komt de OESO uit op 8,5 procent. De ouderen lopen in ons land dus geen groter risico op armoede dan de bevolking in haar geheel. En onder de ouderen lopen vrouwen met 9,5 procent meer risico op armoede dan mannen met 7,2 procent, iets wat we in nagenoeg alle landen zien. Maar de genderkloof ligt in de meeste landen hoger dan in België.
De OESO splitste de groep 65-plussers nog uit en dan zien we een opmerkelijk verschil: voor de 65- tot 75-plussers bedraagt het armoedepercentage in ons land 7,1 procent, dat is dus minder dan het cijfer voor de totale bevolking. Voor de groep boven 75 jaar bedraagt het armoedepercentage 10,3 procent: dat ligt dus boven het cijfer van de totale bevolking. Het is een fenomeen dat we in de meeste landen zien: oudere ouderen lopen een hoger risico op armoede. Slechts in zes OESO-landen doen 75-plussers het iets beter dan hun jongere tegenhangers: Oostenrijk, Chili, Duitsland, Hongarije, IJsland en Polen."
Samengevat: ouderen lopen bij ons vandaag geen hoger risico op armoede dan de totale bevolking. En als je als oudere in de armoede terechtkomt, is de diepte doorgaans minder groot dan bij de bevolking in haar geheel. (Michaël Van Droogenbroeck en Ewald Pironet)
Hoeveel heb je maandelijks nodig voor een mooie oude dag?
Michaël Van Droogenbroeck en Ewald Pironet: "We zagen dat een gepensioneerd huishouden gemiddeld tussen 30.000 en 33.000 euro per jaar uitgeeft, of pakweg 2500 tot 2750 euro per maand. Laten we in dit cijfervoorbeeld uitgaan van gemiddeld 2500 euro per maand. Stel dat je op je 65ste met pensioen gaat en we gaan er nu even van uit dat je honderd jaar zult worden, want steeds meer mensen mogen honderd kaarsjes uitblazen (en misschien hoop je ook nog iets over te laten voor je (klein)kinderen). Dan heb je 35 jaar lang maandelijks die 2500 euro nodig."
Natuurlijk vormt je pensioen een belangrijk deel van die 2500 euro per maand. Een inschatting van je wettelijk pensioen vind je op mypension.be. Stel dat je maandelijks een nettopensioen hebt van 1500 euro. Dan kom je maandelijks 1000 euro te kort om aan de gewenste 2500 euro te raken. Over 35 jaar komt het er dan op neer dat je een spaarpot moet hebben van 420.000 euro als je met pensioen gaat.
Je kunt zo’n rekensom maken voor je eigen situatie.
Hoe maak je die oefening nu concreet?
Hoe maak je die oefening nu concreet?: De auteurs zetten het op een rijtje.
Bereken je inkomsten
"Hoeveel komt er elke maand binnen? Je hebt het wettelijk pensioen en misschien ook een aanvullend pensioen: beide bedragen vind je op mypension.be. Voor de bedragen van je pensioensparen, beleggingen, spaartegoeden enzovoort kun je terecht bij je financiële instelling(en). Misschien heb je ook nog huurinkomsten, de inkomsten uit je eventuele bijverdienste of van een erfenis.Bereken je kosten
Breng al je kosten in kaart: de kosten voor energie, huisvesting, voeding, smartphone, televisie, internet, auto, gezondheid, vakantie… Om een zo accuraat mogelijk cijfer te krijgen kun je dat het best voor een heel jaar berekenen en dat totaalbedrag vervolgens delen door twaalf, om zo het gemiddelde bedrag per maand te weten te komen.
Bereken de kloof
Wat is het verschil tussen je gemiddelde kosten per maand en je inkomsten?
Wat is je levensverwachting?
En dan wordt het moeilijk: wat is je levensverwachting? Volgens de levensverwachting in Vlaanderen zal een 65-jarige man gemiddeld nog 18,6 jaar leven, een 65-jarige vrouw zal gemiddeld nog 21,5 jaar leven. Op de website van Statistiek Vlaanderen vind je gemakkelijk terug hoeveel jouw gemiddelde levensverwachting is op basis van je leeftijd. Je kunt ook, zoals hoger gesuggereerd, er voor de zekerheid van uitgaan dat je honderd jaar wordt. Op basis van die levensverwachting in jaren kun je gemakkelijk je levensverwachting in maanden berekenen. Vermenigvuldig dat aantal maanden met de kloof die je in stap drie uitkwam, zo heb je een idee van het totaalbedrag dat je nodig zult hebben om je huidige levensstandaard min of meer op peil te houden.
Zodra je dat bedrag berekend hebt, krijg je een inschatting van wat je in principe zeker nodig zult hebben om je koopkracht ook na je pensionering op het niveau te houden van daarvoor en kun je zien of de inhoud van je spaarpot in de buurt komt."
Hoe kan je voorkomen dat je niet rondkomt op je oude dag?
Hoe kan je voorkomen dat je niet rondkomt op je oude dag? Acht op de tien gepensioneerden kunnen met hun wettelijk pensioen de rusthuisfactuur niet betalen. Dat is veel, heel veel. Maar kunnen we daar iets aan doen? Een belangrijk principe: probeer je (lang op voorhand) voor te bereiden.
Journalisten Michaël Van Droogenbroeck en Ewald Pironet geven in dit artikel op vrtnws van Manar Rayyan vijf tips om dat te doen.
Investeren in de derde helft van je leven
Hoe je (comfortabel) van je pensioen geniet en tegelijk je (klein)kinderen op weg helpt
ISBN 9789401484718 € 24,99
Jouw mening telt!
Wat zijn jouw opmerkingen, verwachtingen en wie weet nachtmerries in verband met het pensioen? is het voldoende, of veel te laag? Geven de auteurs van dit boek volgens jou een realistisch beeld?
Laat het ons weten in een reactie onderaan dit artikel! Wie weet kunnen we er iets uit leren.
Ben je nog geen abonnee van ons gratis magazine, of ken je iemand die je daar een plezier kan mee doen? Schrijf je hier in op SenNet Magazine!
Auteur:
Stefaan Van Laere
32 reacties
Op mijn extra Nederlands pensioentje van 1,5 jaar grensarbeid betaal ik 48% belastingen, waar bij aanvang er Nederlandse belastingen werden ingehouden van slechts 8%! Nu moet ik jaarlijks nog eens bijna € 700 belastingen bijbetalen niettegenstaande er al elke maand € 200 bedrijfsvoorheffing wordt afgehouden.
Wat niet aan bod komt in het artikel zijn verzekeringen... Ik dacht goed verzekert te zijn met een hospitalisatieverzekering die mij maandelijks het meest van al kost... Het was schrikken hoe weinig wij terugkregen van de verzekeraar na een pechjaar van cataract, liesbreuk en nog een ingreep, telkens had de verzekeraar wel een reden om slechts een miniem bedrag terug te betalen en daarmee ging bijna de helft van ons pensioen naar ouderdomskwalen!
Volgens mij omdat er te veel zijn die OOK pensioen krijgen zonder veel (of helemaal niet) te hebben gewerkt.
Toen ik pas begon te werken in 1969, hoorde ik het volgende:
"Jongens, doe maar rustig aan, want de pensioenkast is leeg'', vertelde en vakbondsman met verheven stem.
Dat was wel even schrikken want ik was amper 16...
Het was 1969.
De kas is nog altijd ''leeg''...
Met mijn 52 loopbaanjaren (zonder één dag dop) heb ik er 7 ''teveel'' (volgens de 45/45 regel). Maar die zijn de gemeenschap gegund. Graag zelfs. Temeer omdat ik zelf op 55 jaar wettelijk op rust kon.
Maar:
Een ''loopbaanjaar'' is heel wat anders dan een werkjaar. In de privé is de berekening 1/65. Voor mij 12 gewone jaren.
Mijn verdere loopbaan bevat vier componenten, nl. jaren berekend aan 1/60, 1/55, 1/50 en 1/48, in overheidsdienst, en omdat die jaren meer dan 12 maanden vertegenwoordigen resulteert dat in 40 loopbaanjaren... +12 = 52.
Ik heb niet de indruk dat veel mensen weten hoe hun pensioen wordt opgebouwd, laat staan berekend.
Ter vergelijking: Het pensioen van de hoogste ambtenaar, zijnde de provinciegouverneur, wordt berekend aan 1/12...
Kan u deze rekening ook even maken ? Succes.
De zelfstandigen zijn er nog het ergste aan toe... Een beginnende zelfstandige die in de beginjaren geen winsten maakt kan een vrijstelling krijgen van RZS bijdragen... Onze boekhouder wist wel te vertellen dat er voor die jaren van vrijstelling GEEN pensioen wordt opgebouwd... Het was dan ook schrikken bij mijn pensionering dat voor diezelfde periode ook GEEN loopbaanjaren werden geteld in de loopbaanberekening! Wel gewerkt in die periode...
Hoog tijd voor een eenvormig pensioen ambtenaren, politici, werknemers en zelfstandigen...bvb; een PUNTENSYSTEEM voor iedereen, een pensioenbedrag, voor iedereen bvb € 2250... aanpasbaar en indexeerbaar... Elk jaar gewerkt 1 punt, elk jaar niet gewerkt; 0,5 punt... 45 jaar gewerkt en afgedragen is 45/45 sten en mogelijkheid tot langer werken en hogere individuele bijdragen voor een hoger pensioen.
Wij moeten misschien de WOW reanimeren of nog beter omvormen tot OAM... Ouderen Aan de Macht.
Iedereen krijgt dus wel degelijk zijn kans. Het is echter de (zeer) lage beginwedde die velen afschrikt. Dat het royaal genoemd pensioen die ongelijkheid compenseert is dan ook heel terecht.
En dat weet men wel liefst voorop en niet achteraf, want dan is er enkel plaats voor afgunst...
Ik kon al nooit op reis, dus als er een staking is op een luchthaven of een reis is afgelast en al de rijkelui jammeren steen en been, dan haal ik de schouders op.
Ik kon al nooit op restaurant gaan, dus als dat voor de rijkeren opeens niet meer (zo vaak) kan, is het moeilijk voor mij om medelijden met hen te hebben.
Ik keek ook tamelijk onverschillig toe toen de meer gegoeden ach en wee bleitten toen hun elektriciteitmeter niet meer terugdraaide ondanks hun warmtepomp en hun zonnepanelen (of zoiets), want voor al dat vooruitstrevende spul heb ik toch al nooit geld. Mijn teller draait gewoon éénrichting, en dat ik nu beestachtig zuinig moet zijn met elektriciteit en gas is voor mij niet moeilijk, want dat moest ik altijd al doen. Ik heb nooit anders geweten, want ik had altijd een baantje met een minimumloon en heb nu een minimumpensioen. En dat zal zo blijven.
Als ik ooit stokoud word, ga ik gewoon niét naar zo'n woonzorg-tehuis; afgezien dat ik dat totààl niet wil, maar domweg omdat mijn pensioen voor een maand nog niet genoeg is voor één week in zo'n gesticht... Ze zouden me trouwens met geen paarden in zo'n kot krijgen, ik val nog liever meteen dood.
Kortom: hoe meer je hebt, hoe meer je kunt kwijtraken, en alle lijden komt door begeerte, zei Boeddha. En hij had gelijk. Miljardairs hebben geen zorgen, maar iedereen die daar net onder zit, heeft meer last van z'n geld dan plezier, denk ik. De kwestie, hoe je je euro's zult investeren alleen al! Ik moet er niet aan denken.
En al dat zelfmedelijden wat je hoort, dat hangt me de keel uit.
Het is waar: veel lijden komt door hebzucht.
En dan moet je naar het OCMW om hulp te gaan vragen! Ik moet er niet aan denken... Ik zou me zooo'n loser vinden...
Want daartegenover staat dan wel dat iedereen even veel bijdraagt tijdens zijn loopbaan, kort of lang. Ik vrees dat het voor de meesten dan al heel wat minder aanlokkelijk wordt.
Het zijn vooral zij die weigeren hun billijke bijdragen te doen aan de gemeenschap maar integendeel ervan profiteren, die daarvoor zorgen.
En het helpt ook niet om steeds weer te eisen dat sommige groepen minder pensioen zouden moeten hebben. Dat breng de rest geen stuiver méér op.
Als er commissie uitbetaald werd , was er 58% afgeroomd aan belastingen. Die commissie werd legaal betaald door het bedrijf; ze telde dus mee in de jaarlijkse belastingaangifte zodat het daar ook nog eens opbracht voor de belastingen.
Maar als ik op pensioen ging , telde commissie plots niet als een deel van mijn inkomen. Hoewel ik me daartegen verzet heb , is er geen speld tussen te krijgen bij het pensioenfonds. Dus is mijn pensioen enkel berekend op mijn vast loon. Dat vast loon ligt bij een verkoper niet hoog , begrijpelijk want een verkoper moet ijverig en hard werken om te verkopen zodat hij commissie krijgt op zijn verkopen.
Dus heb ik 40 jaar hard geijverd om de belgische schatkist te vullen. Het was blijkbaar niet genoeg om na al die betalingen aan de belastingen een daaraan overeenkomstig pensioen te bekomen. Deze houding van de belgische staat en het belgische pensioenfonds staat voor mij gelijk aan diefstal en zou overeenkomstig bestraft moeten worden.
Leg dit eens naast het "cadeau-pensioenstelsel" van de ambtenaren die daar niet eens voor gewerkt hebben.
In ons landelijk dorpje in Oost-Vlaanderen werden in 2014 de +65-ers geweerd om in het bestuur van de Landelijke Gilde nog inspraak te krijgen. Die mochten nog op slechts één vergadering per jaar aanwezig zijn om hun ideetjes naar voor te brengen. Het gevolg was: Alle vijf de senioren +65-ers gaven hun ontslag en kwamen dus niet meer met hun ideetjes naar voor. Ook hun integrale medewerking stopte. Daarna bleek dat er nagenoeg geen activiteiten meer waren in die lokale afdeling. Er kwam een einde aan de oogstfeesten die daarvoor al 36 jaar een succes waren! De jongskes kunnen het blijkbaar niet toch niet zo goed.
En hierbij een voorstel : geef al deze info eens mee aan diegenen die in de humaniora zitten.
Ik ga maar niet beginnen over de democratie in dewelke het principe is : iedereen is gelijk voor de wet, maar sommigen een beetje meer dan anderen.
Ik verdien bv. laat ons zeggen 650.000 EURO per jaar en krijg zoals iedereen het identieke surplus van het kindergeld.
Ik hoorde gisteren vrouwelijk (ben haar naam vergeten) zeggen dat er isolatie en andere premies uitgereikt gaan worden. Met uitzondering van zonnepanelen. Waarom ?
Denk ik hier nu niet aan die minister ik weet niet van de VLD die het mogen opstappen is omdat ze het een beetje te bond maken.;
Ik ga beleggen in Michaël, zijn vriend en hun glazen bol.
4 aandelen die gaan boemen. Doe me niet lachen. Goeie reclame voor HET boek dat ze samen geschreven hebben.
Dus ja, dit is Luilekkerland, maar het krioelt hier van de kankeraars en klagers.