Bijzonder leuk
Vorige week is mijn cursiefje nummer 80 verschenen. Ik kan het amper geloven dat ik al meer dan anderhalf jaar met dit bijzonder leuke werkje bezig ben. Het lijkt wel of het gisteren was dat de hoofdredacteur mij belde met het verzoek mee te werken aan SenNet, met die al voornoemde cursiefjes. Dan kwam ook mijn eerste roman – ‘Sukkelaar’ – uit en ik was meteen geestdriftig om elke week ook een leuk stukje voor dit online tijdschrift te schrijven. Iets wat ik nog nooit in mijn leven gedaan had.
39 Ronden van Frankrijk
De trouwe lezer weet intussen al dat ik gedurende 44 jaar als journalist – in het wielrennen – voor Het Laatste Nieuws door mijn profleven ging, met liefst 38 Ronden van Frankrijk op mijn kerfstok. Maar die taak omvatte vooral het produceren van lange verhalen, lange interviews, lange commentaren. Elke dag weer. En cursiefjes neerpennen stond niet op mijn takenlijst. Of toch, een keer, maar dan ging het over ultrakorte (een of twee zinnetjes) overwegingen, die hier, in dit concept, gewoon in het niet zouden verdwijnen.

Ongerust
Nu, ik had de hoofdredacteur beloofd de stukjes trouw en tijdig af te leveren, maar begon er toch wat ongerust aan. En moeizaam, zij het met de tijd van vlotter naar vlot. Ik vond alzo ‘mijn draai’ in dat voor mij ongewone werk, dat ik snel niet meer als werk maar als een wekelijks pleziertje ging beschouwen.
Blijkbaar lag die voor mij onbekende vorm van journalistiek me wel, en stelde ik snel vast dat ik van lezers lovende en dus deugddoende reacties kreeg. Het was voor mij totaal onverwacht, vooral dan als er bij herhaling de opmerking ‘goed geschreven’ tot ‘heel goed geschreven’ onder mijn stukjes stond.
Ik wil daarvoor mijn ‘correspondenten’ heel, maar dan ook heel hartelijk danken. Ze mogen weten dat reporters, die voor kranten werken (wat ik dus gedurende zoveel jaar deed) niet al te veel moeten rekenen op commentaren en als die er al komen, zijn die over het algemeen nog niet al te lovend. Ik heb er ook geen weet van dat ik ooit eens geloofd werd voor de taalkwaliteit van mijn schrijfsels.
Slopende strijd tegen de deadline
Waarschijnlijk hoorde en hoort dat er niet bij, in die context. Het eerste en het voornaamste wat van een dagbladjournalist verlangd wordt is dat zijn bijdragen op tijd op de redactie aanlanden. Elke dag weer is het voor hen een slopende strijd om de ‘deadline’ te halen. Dat het daarvoor al eens een mindere literaire waarde heeft, wordt er vlotjes bijgenomen. Van het ogenblik af dat alles erin staat (en liefst zo eenvoudig mogelijk gesteld) is het al goed.
Hugo Camps
Uiteraard is er voor deze en verdere cursiefjes geen deadline gesteld. Mij werd zelfs gevraagd om ‘goed op voorhand te werken’, teneinde zelfs een kleine reserve aan te leggen. Wat kan, omdat ik in weinig of niks nog aan de actualiteit gebonden ben. Ik schrijf dit bijvoorbeeld op de zondagavond, enkele weken geleden, nadat ik, in het NTGent de aangrijpende afscheidsplechtigheid van Hugo Camps bijgewoond had.
Het inspireerde mij er ook toe, voor dat blijkbaar welslagen van mijn cursiefjes, niet enkel de lovende lezer met een bedankje te bedenken, maar ook die grote man van wie ik dan net afscheid genomen heb. Want hij werd algemeen en terecht beschouwd als de kampioen van die journalistieke specialiteit. Ik heb Hugo toch een beetje gekend, ik heb vooral veel van hem gelezen en… geleerd. Niet dat ik er ook maar aan gedacht heb even goed te doen als hij, neen, want dat kan in elk geval niemand, vroeger niet, nu niet en in de toekomst evenmin. Maar hij inspireerde mij wel om, voor dit werk bijvoorbeeld, echt alles uit de kast te halen.
Dank dus daarvoor, Hugo en dank nog eens, lieve lezers om te waarderen wat ik, met die grote man in gedachten, elke week produceer.
Auteur: Robert Janssens
1 reactie
Zelfhumor
Wie zal er nog mijn woorden lezen
binnen honderdvijfentwintig (125) jaar,
wie leest er nog mijn woorden
binnen twaalfenhalf (12,5) jaar,
laat staan binnen een (1) jaar ?
Misschien doet dat wel Paul,
je weet wel, onsterfelijke Paul *.
Wie leest mij vandaag om 12u30 ?
PS * Paul van 0staijen
(naar aaleiding van 125 jaar geleden Paul Van Ostaijen BEZETTE STAD)