'Ziekelijke lust om te stelen'
De oude Grieken gaven de spotnaam ‘ekster’ aan vrouwen die in de tweede en derde maand van hun zwangerschap behept waren door een ziekelijke lust om te stelen.
In de medische wereld heet zwangerschapslust nog steeds 'pica gravidarum', wat wil zeggen: zwangerschapsekster. In het Frans kent men nog altijd de uitdrukking ‘larron comme une pie’ (‘een dief, net als een ekster’).
Roddelaars
In Europa gold de ekster ook als symbool van praatzucht (‘Praten als een ekster’). De Franse en Engelse naam gazette en de Nederlandse gazet voor dagblad (oorspronkelijk een blad met roddels en weetjes) heeft ook iets te maken met eksters. Die naam is immers afgeleid van het Italiaanse gazzetta, een met de hand geschreven Venetiaanse weekkrant uit het jaar 1566.
De naam gazzetta zelf zou volgens etymologen slaan op ‘ekstertje’ (‘gazzetta”) ofwel op het koperstukje die men er in Venetië voor gaf, ofwel op beide. De cultuurhistorische achtergrond pleit echter duidelijk voor de eerste hypothese.

Pratende kooivogels
Eksters hield men vroeger veel in kooien om ze te leren praten. Men knipte de tongriem (spanader van de tong) van de vogels los om hun tong vrijer en beweeglijker te maken.
Men geloofde immers dat gesneden eksters beter konden praten dan niet-gesneden exemplaren. Ook bij kinderen paste men deze methode toe. Vandaar de Nederlandse uitdrukking: ‘Goed van de tongriem gesneden zijn.’
Troetelnamen
Zulke eksters kregen ook allerlei troetelnaampjes, afgeleid van persoonsnamen. In Engeland was dat Mag (vandaar het huidige ‘magpie), Magge, Margaret, Margret, in Frankrijk: Margot, Margot la Pie, Jacques (Bourgondië), Jacquette (Savoie) en in Noord-Italië Bertha.
In Vlaanderen was de vertrouwelijke naam voor een huisekster ‘Hanne’, afgeleid van Johannes. De roepnaam voor de tamme ekster werd op haar beurt een volksnaam voor de vogel zelf. Men sprak aldus over zijn/haar ‘hanneke’.
Die naam vervormde men op allerlei wijzen: ‘Hannepap’, ‘Hannekwast’, ‘Jan’, ‘Janneke’, ‘Jen’, ‘Jenneke’ enzovoort.
‘Amaai, is me dat daar een (h)annekensnest’, zegt men in Vlaanderen nog steeds van een vuil en slordig huishouden of ruimte.
De ekster heeft namelijk de reputatie allerlei slordigheid ter versiering naar zijn nest mee te slepen.
Uit: Nieuwsbrief 1 (2014, 3) van de vzw De Vrienden van het Schoolmuseum (De Wereld van Kina) (zie: https://dewereldvankina.stad.gent/vzw).
Meer info in:
De Cleene, M. (2022): Historia naturalis: De Avibus. Vogels in onze cultuur. Sterck & De Vreese.
2 reacties
Pittig detail: De mannetjes zijn zwart/wit, de vrouwtjes daarentegen zijn wit/zwart.
Duidelijk herkenbaar dus...