Deel via

Over vliegende dieven en roddelaars: eksters

December 2022
Dat de ekster in het westen algemeen gekend is als een dief, steunt wellicht op het feit dat de vo­gel allerlei glanzende voorwerpen rooft en ze dan verstopt.

'Ziekelijke lust om te stelen'

De oude Grieken gaven de spotnaam ‘ekster’ aan vrouwen die in de tweede en derde maand van hun zwangerschap behept waren door een zieke­lijke lust om te stelen.

In de medische wereld heet zwangerschapslust nog steeds 'pica gravidarum', wat wil zeggen: zwangerschapsekster. In het Frans kent men nog altijd de uitdrukking ‘larron comme une pie’ (‘een dief, net als een ekster’).

Roddelaars

In Europa gold de ekster ook als symbool van praatzucht (‘Praten als een ekster’). De Franse en Engelse naam gazette en de Nederlandse gazet voor dagblad (oorspronkelijk een blad met rod­dels en weetjes) heeft ook iets te maken met eksters. Die naam is immers afgeleid van het Italiaanse gazzetta, een met de hand geschre­ven Venetiaanse weekkrant uit het jaar 1566.

De naam gazzetta zelf zou volgens etymolo­gen slaan op ‘ekstertje’ (‘gazzetta”) ofwel op het koperstukje die men er in Venetië voor gaf, ofwel op beide. De cultuurhistorische achter­grond pleit echter duidelijk voor de eerste hy­pothese.

ekster

Pratende kooivogels

Eksters hield men vroeger veel in kooien om ze te leren praten. Men knipte de tongriem (spa­nader van de tong) van de vogels los om hun tong vrijer en beweeglijker te maken.

Men geloofde immers dat gesneden eksters be­ter konden praten dan niet-gesneden exempla­ren. Ook bij kinderen paste men deze metho­de toe. Vandaar de Nederlandse uitdrukking: ‘Goed van de tongriem gesneden zijn.’

Troetelnamen

Zulke eksters kregen ook allerlei troetelnaam­pjes, afgeleid van persoonsnamen. In Engeland was dat Mag (vandaar het huidige ‘magpie), Magge, Margaret, Margret, in Frankrijk: Mar­got, Margot la Pie, Jacques (Bourgondië), Jac­quette (Savoie) en in Noord-Italië Bertha.

In Vlaanderen was de vertrouwelijke naam voor een huisekster ‘Hanne’, afgeleid van Johannes. De roepnaam voor de tamme ekster werd op haar beurt een volksnaam voor de vogel zelf. Men sprak aldus over zijn/haar ‘hanneke’.

Die naam vervormde men op allerlei wijzen: ‘Hannepap’, ‘Hannekwast’, ‘Jan’, ‘Janneke’, ‘Jen’, ‘Jenneke’ enzovoort.

Amaai, is me dat daar een (h)annekensnest’, zegt men in Vlaanderen nog steeds van een vuil en slordig huishouden of ruimte.

De ekster heeft namelijk de reputatie allerlei slordigheid ter versiering naar zijn nest mee te slepen.

Uit: Nieuwsbrief 1 (2014, 3) van de vzw De  Vrienden van het Schoolmuseum (De Wereld van Kina) (zie: https://dewereldvankina.stad.gent/vzw).

Meer info in:

De Cleene, M. (2022): Historia naturalis: De Avibus. Vogels in onze cultuur. Sterck & De Vreese.

ekster2

Auteur: Marcel De Cleene

2 reacties

jam
Of praten als Brugman,een gewezen Nederlandse politicus.
7/12/22 19:33 REAGEER
Hugoo
Het ''statuut'' van de ekster als beschermde vogelsoort zorgt er voor dat alle andere (kleine) vogels in hun omgeving ''verdwijnen''.
Pittig detail: De mannetjes zijn zwart/wit, de vrouwtjes daarentegen zijn wit/zwart.
Duidelijk herkenbaar dus...
11/12/22 11:02 REAGEER

Login Registreer

Marcel De Cleene

Em. Prof. Dr. Marcel De Cleene doceerde aan de Universiteit Gent de cursussen ‘Volkskunst en volkscultuur’ en ‘Wetenschapsvoorlichting’. Hij was van 1988 tot 2006 ook de wetenschapsvoorlichter van dezelfde universiteit. De Cleene coördineerde verschillende internationale etenschappelijke projecten, zowel in Europa in het Verre Oosten. Hij geeft lezingen in binnen- en buitenland, en schreef tal van wetenschappelijke publicaties en populariserende boeken.

Meer artikels van Marcel De Cleene

Recente Artikels

Gerelateerde Artikels