Waar is de tijd?
Ja, beste mensen, waar is die naartoe, die tijd. Toen ik nog, ongeacht het uur en het aangekondigde weer, monter en energiek uit bed stapte en dan, in de kortste tijd, alle geplogenheden van de doorsnee ochtend in een recordtijd afwerkte. Het soms zelfs rijkelijke ontbijt ging er ‘in een wip en een gauw’ in, het wassen en scheren, nochtans grondig uitgevoerd, nam het absolute minimum aan minuten in beslag. Zodat ik in de kortste keren achter het stuur van mijn wagen zat om, voor de verslaggeving, naar een of andere koers te trekken. Of achter mijn schrijfmachine (eerst) en computer (vervolgens) om al een en ander klaar te maken dat de dag nadien in de krant zou gelezen worden.
Maar hoe anders is dat nu, wat niet direct komt omdat ik een gepensioneerde journalist ben, wel omdat de jaren ook in die fase van de dag al beginnen door te wegen. Zij het dan dat ik nog steeds vlotjes wakker word, vroeger zelfs dan voorheen, omdat mijn versleten fysiek waarschijnlijk minder uurtjes slaap van doen heeft.
Maar dan begint het
Het opstaan op zich neemt al iets meer tijd in. Je voelt wat pijn hier en zeer daar en gaat daar best voorzichtig mee om, vooral iemand als ik die met een lage bloeddruk door het leven slenter. Het veroorzaakt bij het rechtkomen wel wat vertigo in je hoofd en om dat te vermijden had mijn dokter mij een eenvoudige tip gegeven. Je blijft op je bed zitten en tel tot honderd om dan pas, zonder hinder, recht te komen, met meteen een eerste tijdverlies van de dag.
Over het klassieke ochtendplasje dat zoveel langer duurt dan in mijn jonge jaren, wil ik het niet hebben. Dat is puur privé, dat gaat niemand aan, maar ook daardoor kom ik weer later dan voorheen aan de ontbijttafel.
En daar beleef ik dan de eerste, echt moeilijke momenten van mijn dag, mijn ‘ouwe dag’ zou ik moeten zeggen. Wie mijn cursiefje al sinds een tijdje leest, weet dat ik, gevolg nog van een jaren geleden ondergane kankerbehandeling, geen speekselklieren meer heb en dus bij elke maaltijd worstel met serieuze slikproblemen.
Men kan zich niet inbeelden hoe lang het duurt eer ik die paar boterhammetjes (nog immer rijkelijk belegd - zout of zoet) er doorgedrukt krijg.

Nu leek er ter zake en voor een hele tijd toch, een spectaculaire verbetering op komst. Ik had eerder beloofd niet meer over mijn tandenproblemen te schrijven, maar doe dat nu toch nog eens, echt als laatste keer. Toen alles eruit was, uit mijn mond dan, kon ik uiteraard niet meer kauwen en bedacht mijn vrouw de meest ideale oplossing voor dat probleem. Ze zou alles wat ’s morgens, ’s middags of ’s avonds op het menu komt, intens mixen, waardoor ik alleen maar een redelijke vloeibare brij door te sluizen krijg. Perfect, zou je zeggen, behalve dat ik, naar mijn goesting van het moment, mijn ontbijt met zachte sandwiches en beleg of suikergoed zelf klaar maak. Wat, onhandig als ik ben, bij mij altijd wel wat meer dan een minuutje duurt. En verder: ook als het eten er vlot ingaat, veroorzaakt het nog immer langdurige hoest- en niesbuien, waarvan een mens dan nog even moet recupereren ook.
Ochtendtoilet
En dan ben ik klaar voor het ochtendtoilet. Tandenpoetsen heb ik een tijdje niet meer kunnen doen, maar veel winst levert dat ook niet op. Het wassen en scheren is niet meer vergelijkbaar met vroeger, met de jeugdige jaren. Ik heb altijd er altijd wel voor gezorgd dat ik netjes uit de badkamer kwam, maar met de tijd ben ik daar wel fanatieker in geworden. Dat komt omdat ik vaststel dat bepaalde leeftijdsgenoten niet al te fris ruiken als je in hun nabijheid komt. En je ook merkt dat bepaalde heren niet al te nauwkeurig te werk gaan met het scheermesje in de hand. En plukje haar hier, enkele sprieten daar ontsieren meer dan een mannengezicht. Wat ik voor mezelf absoluut niet wil.
Stijvere vingers
Tenslotte verloopt ook het aankleden niet meer met het gewenste tempo, in de eerste plaats omdat ik almaar stijvere vingers begin te krijgen, wat het dichtknopen van een doodgewoon hemd er ook niet gemakkelijker op maakt.
Extra tijdsverlies werd mij opgedrongen voor een specialiste in slikproblemen. Van haar kreeg ik oefeningen voorgeschreven, die het allemaal beter zouden moeten maken en dat ook doen. Veel houdt dat niet in: op bed gaan liggen en 120 keer met het hoofd krachtig naar voren rukken en terugkomen. Doch op een zekere leeftijd blijkt dat ook al zware kost te zijn en heb je toch enkele minuten recuperatie nodig, heerlijk liggen op je bed.
Ja, en dan ben ik eindelijk klaar, klaar om mij onder meer en zoals in de jongere jaren, achter mijn computer te zetten. Voor het schrijven, bijvoorbeeld, van mijn cursiefjes of mijn volgende roman. Pas daarmee begonnen, hoor ik ineens Liliane ineens zeggen:
-Opi!
zoals ze me nu altijd noemt, wat sympathiek is maar mij ook weeral niet jonger maakt…
-Opi, het middageten is klaar, gemixt en al.
En vloek ik al eens in mijn binnenste, genre als: ‘verdomme, nu al!’
Met een blik op de klok stel ik dan vast dat ik toch een tijdje bezig ben geweest, dat ik daarin, in dat tijdje, toch nog een behoorlijke productie op het scherm zette en dat met zoveel passie deed dat ik mij niet eens realiseerde hoeveel tijd ik eraan besteedde. Dan voel ik mij blij. Want zelfs als je met de vorderende jaren vele minuten per dag verliest, blijft het toch zoveel belangrijker dat je de passie er alsnog inhoudt. En met een zekere tederheid verder denkt over de ouderdom en in mijn geval ook het schrijven.
Inschrijven voor onze nieuwsbrief

Na bevestiging ben je ingeschreven op de SeniorenNet Nieuwsbrief.
Je zal de toekomstige nieuwsbrieven altijd gratis in je e-mail box ontvangen.
2 reacties
Hoor veel minder, en zie minder, dat is ook erg, en mijn rug doet pijn, maar ik leef nog , en ga soms nog een drietal nog oudere mensen, waaronder een man van 100 j , gaan bezoeken, waarom niet he? Die mensen doen ook nog graag een babbel en zien me graag nog eens komen.
Een paar brieven schrijven doe ik soms nog naar oude mensen, vrienden, die geen computer hebben. Zo zie je maar , nooit te oud om goed te zijn....
Milla
Tempus fugit
- de tijd vliegt –
De tijd vliedt weg
met rasse schreden,
spoorslags ontsporend
in voorbestemde toekomst.
De traagoptrekkende trein
uit vervlogen verleden
raast heen over het heden,
in ongekende snelheid.
Geen tijd wordt nog gegund.
Met een zucht zoeft hij langs,
een geur van weemoed achterlatend.
Waar is die tijd...... de tijd is voorbij