'Probleempje'
‘Opi, ik heb een probleempje”, zo klonk het aan de andere kant van de lijn, uit de stem van onze oudste kleindochter, die nu bijna twintig is.
Ik herkende zo’n oproep direct en wist dat er een en ander voor mij aan vast hing. Ik zat op die zondagochtend nog maar pas samen met een allerbeste vriend en in een gezellig café waar we om de paar weken al eens een paar uurtjes vullen met wat we allebei interessante gesprekken vinden.
De kleindochter vervolgde, nu zelfs een beetje in paniek, met de melding dat ze op een bepaald uur een afspraak had in Antwerpen en dat niet zou halen, niet door haar fout, wel door die van onze nationale spoorwegmaatschappij, die het nog maar eens nodig gevonden had een bepaalde trein en net degenen die de kleindochter gepland had te nemen, van de lijst te schrappen.
Ik wist natuurlijk wat volgen zou, met name ‘dat ze er alleen nog tijdig kon zijn als haar opi haar nu kwam oppikken om met de wagen naar de oh zo belangrijke afspraak te snellen.
Gelukkig zat ik samen met die bijzonder fijne vriend, die alle begrip opbracht en er direct mee akkoord ging om onze zo op prijs gestelde samenkomst na enkele minuten al af te breken. En mij onmiddellijk de weg van Gent naar Antwerpen opzond, Antwerpen, waar ik geboren ben en lange jaren woonde maar nu nog amper mijn weg vindt.
Legendarische telaatkomer

Gelukkig stond de kleindochter al in het deurgat op mij te wachten, wat ook niet altijd geschiedt. Als bijna legendarische ‘telaatkomer’ heeft ze mij in het recente verleden al vele minuten, lees maar uren laten wachten.
Onderweg vroeg ik haar of ze me min of meer kon zeggen in welke buurt ze wezen moest en antwoordde kortweg met ‘Zurenborg!’ Onmiddellijk ging bij mij een lichtje branden. Die omgeving kon ik nog best situeren, omdat er een straat op uitmondt met niks dan oude, maar kunstzinnige huizen, een straat dus die zo maar niet uit je geheugen verdwijnt.
Maar finaal bleek het toch nog wat verder te zijn. De ‘GPS’ beval ons links te draaien en rechts af te slaan, doorheen wijken waarin ik veel van mijn jeugdjaren moet doorgebracht hebben, maar me geen pleintje of straatje meer van herinnerde. Tot ik plots het plaatje ‘Muggenberglei’ zal hangen, plaatje dat mij onmiddellijk 70 jaar terugstuurde naar de prille jaren van mijn puberteit. Het was daar, in die Muggenberglei, dat mijn ouders het toppunt van hun welstand hadden moeten bereiken, maar dat helaas niet deden.
Na twee keer een oude woning gekocht te hebben, woning die dan door die handige vader van mij helemaal opgeknapt werd, besloten pa en ma dat het moment gekomen was om nu zelf een huis te bouwen, in, u raadde het, de Muggenberglei, gesitueerde in een min of meer nieuwe wijk, waar niet direct de arme mensen terecht konden. Het huis, met een gevel van gele steentjes, staat er nog steeds, helemaal afgewerkt nu natuurlijk, wat wij in die tijd niet mochten beleven.

Schrijnwerkersatelier
Vader was net dan overheen de top van zijn beroepsleven geraakt. Jarenlang had hij samen met een vennoot een schrijnwerkersatelier met tien timmermannen in dienst gerund. Maar op het moment dat het huis aan de Muggenberglei zo ver afgeraakt was dat we er, zij het nog niet met alle comfort, intrekken konden, geraakte hij in onmin met de vennoot en liet zich door die man vrijkopen, ervan overtuigd zijnde dat hij snel weer aan het werk zou geraken, om zijn gezin met vier kinderen verder en in een zekere weelde te laten leven.
Niet dus. Hij zou toch wel snel een andere onderneming opstarten zeker, maar om een in de tijd verloren gegane reden, lukte dat niet. Zo bleek snel dat hij, na de deal met de vennoot, dan toch niet voldoende centen had om de rest van zijn huis af te maken en ons tegelijkertijd van eten en drinken te voorzien.
In de kortste keren tuimelden we van een stevige welstand in de armoe en als ik zeg armoe, dan heb ik het over een schrijnende.
Bij het voorbijrijden van mijn vroegere woning, kwamen herinneringen aan die tijd, die ik meende al lang verdrongen te hebben, weer terug, maar niet zoals men dat zou verwachten. Van enige spijt of bitterheid was niks te bespeuren, hoewel ik mezelf ook als slachtoffer van die situatie mocht beschouwen. Als 16-jarige was het voor mij al werken geboden en niet verder studeren geblazen.
Neen, in een zachte stemming van weemoed kwamen er herinneringen boven aan dat leven in een berooid gezin, twee ouders en vier kinderen sterk. Van hoe we die rampzalige jaren samen overleefden met veel liefde voor mekaar en met een vorm van humor er bovenop.
Het leert mij nogmaals dat de basis van een degelijk leven nog altijd de directe familie is, vader, moeder en, zoals bij mij, drie zussen. Zij ook hebben mij gebracht waar ik, zeventig jaar later nog altijd zit, dat wil zeggen in een al bij al leuk bestaan.
Waarschijnlijk is de herinnering aan de tijd van toen ook de reden waarom ik zo gezwind in de auto spring als een van de kleindochters de ‘opi’ nodig heeft.
Zomerpakket Robert Janssens
.jpg)
Robert Janssens schreef intussen na zijn carrière als wielerjournalist de voorbij twee jaar niet minder dan drie romans ('Sukkelaar', 'Jef' en 'Ik ben twee en ik zeg nee') en het jeugdboek 'Robje en de ronde'.
Deze boeken zijn nu tijdelijk als zomerpakket verkrijgbaar aan de prijs van € 50,00 verzending inbegrepen.
Hoe bestellen? Stort per pakket € 50,00 op rekeningnummer IBAN BE04 9795 9327 4031 met vermelding 'pakket Robert Janssens'. U krijgt het pakket thuisbezorgd.
2 reacties
Kleinkinderen
op ‘t VOORPLAN, de ouderlijke elitetroepen
de strijd leidend op het terrein :
alles voor de kinderen,
want die zijn de overwinaarstrofee,
en met op het ACHTERPLAN de noodtroepen,
wij de grootouders,
onzichtbaar maar onmisbaar,
steeds onverwacht inzetbaar,
wij kosten niet veel,
doen het voor een glimlach,
steeds in wacht, op wacht,
wachtend op ...?... geduldig .....
de achterban lijdend in stilte,
wij gaan voor de laatste plaats,
deelnemen belangrijker dan winnen,
volhardend in parate pure liefde, becalculeerd !
Omarita
PS ook van toepassing op tantes en nonkels.